Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Azarkan over het bericht 'Landelijk coördinator nodig om discriminatie aan te pakken'
Vragen van het lid Azarkan (DENK) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Landelijk coördinator nodig om discriminatie aan te pakken» (ingezonden 11 juni 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
7 juli 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Landelijk coördinator nodig om discriminatie aan te pakken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u de ondervindingen van het College voor de Rechten van de Mens, dat in het jaarverslag
van 2019 de overheid oproept een coördinator aan te stellen om de situatie rondom
discriminatie te verbeteren?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3, 4, 5
Deelt u de mening dat het aanstellen van een coördinator de situatie zal verbeteren?
Zo nee, waarom niet?
Deelt u de mening dat een dergelijke coördinator er voor kan zorgen dat de overheid
een overkoepelende, integrale en structurele aanpak van alle vormen van discriminerend
gedrag ontwikkelt? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid zo snel mogelijk een dergelijke coördinator aan te wijzen, om zo ook
gehoor te geven aan de mensen in onze samenleving, die dagelijks worden geconfronteerd
met discriminatie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4, 5
Tijdens het plenaire debat over institutioneel racisme van 1 juli 2020 zijn er door
de leden Azarkan en Jetten, en Jetten c.s. moties ingediend over het aanstellen van
een nationaal coördinator discriminatie2 3. Tevens is er door leden Asscher en Pieter Heerma een motie ingediend over het instellen
van een Staatscommissie Discriminatie en Racisme4. Deze moties zijn aangenomen.
Tijdens het debat heb ik in reactie op deze moties aangegeven dat er dit najaar een
brief zal verschijnen waarin ik zal ingaan op de staatscommissie en de verzoeken om
een nationaal coördinator discriminatie.
Vraag 6, 7
Bent u bekend met de ondervinding dat tweederde van de mensen met een discriminatie-ervaring
op straat, online of in het openbaar vervoer, aanpassings- en mijdingsgedrag vertoont?
Zo ja, bent u bereid om meer middelen en meer inzet vrij te maken om discriminatie
te bestrijden?
Bent u bekend met de ondervinding dat discriminerend gedrag voorkomt in de gehele
samenleving, van het onderwijs en de werkvloer tot aan de openbare ruimte, zoals in
de horeca, online en in de woonomgeving? Zo ja, bent u bereid om per sector specifiek
antidiscriminatiebeleid te voeren?
Antwoord 6, 7
Ja, daarmee ben ik bekend. Zoals ik in mijn brief van 15 juni 2020 aan uw Kamer heb
geschetst, bestaat de kabinetsaanpak van discriminatie uit een generieke infrastructuur
en aanpak die effect heeft op alle gronden en terreinen, aangevuld met maatregelen
op bepaalde terreinen en specifieke maatregelen die tot doel hebben om discriminatie
te bestrijden of een bepaalde doelgroep te bereiken. In deze brief wordt stilgestaan
bij het terrein van de arbeidsmarkt, in het onderwijs, op de woningmarkt en bij de
aanpak van kwetsende content op het internet. Er is dus ook thans al sprake van een
sectorspecifiek beleid om discriminatie tegen te gaan.
Tijdens het plenaire debat van 1 juli 2020 is er aandacht geweest voor verschillende
specifieke sectoren in de maatschappij. Er zijn moties aangenomen op het terrein van
de arbeid (in het bijzonder uitzendbureaus), het onderwijs en de woningmarkt5 6 7. De sector specifieke aanpak van het kabinet zal bij de uitvoering van deze moties
verder worden ingevuld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.