Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Van Kent over de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen over het bericht dat de Technische Unie de stakingsregels breekt
Vragen van de leden Jasper van Dijk en Van Kent (beiden SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen over het bericht dat de Technische Unie de stakingsregels breekt (ingezonden 27 februari 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 6 juli
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2440.
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat in tegenstelling tot de indruk die u bij het antwoord
op vraag zes wekt, Alternatief voor Vakbond (AVV) helemaal geen lid is van het (sociaal)
fonds waar u op doelt? Kunt u uw antwoord toelichten?1
Antwoord 1
Zoals ik heb aangegeven in mijn eerdere antwoord is het bekostigen van de werkgeversbijdragen
mogelijk vanuit fondsen, zoals het Fonds Industriële Bonden. Essentieel daarbij is
dat dit geen avv’d bedrijfstakfonds is. Voor cao-partijen die niet bij dit fonds zijn
aangesloten kunnen vergelijkbare afspraken worden gemaakt.
Daarnaast kent de sector Technische Groothandel een eigen (sociaal) fonds. Het gaat
om Stichting Fonds Kollektieve Belangen (FKB) voor de Technische Groothandel, opgericht
door Werkgevers Technische Groothandel (WTG), FNV Handel, CNV Dienstenbond en De Unie,
met het doel activiteiten te financieren die gericht zijn op het bevorderen van de
goede arbeidsverhoudingen. Alle betrokken cao-partijen en overige subsidie-verzoekende
instellingen kunnen voor deze activiteiten een bijdrage van Stichting FKB ontvangen,
voor zover deze betrekking heeft op de activiteiten die vallen binnen de doelstelling
van het fonds en door het bestuur zijn geaccordeerd. Alleen de in de statuten van
het FKB opgenomen activiteiten lenen zich voor financiering uit het algemeen verbindend
verklaarde (avv’de) fonds.
Enkele voorbeelden van activiteiten uit de technische groothandel zijn het geven van
voorlichting en informatie over de cao, het verrichten van onderzoek naar maatregelen
ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van werknemers in de branche en het aanbieden
van vakopleidingen. Financiering van het formele cao-overleg – zowel voor de cao FKB
als voor de reguliere arbeidsvoorwaarden-cao voor de Technische Groothandel – is daarbij
per definitie niet toegestaan.
Vraag 2 en 3
Bent u ervan op de hoogte dat in tegenstelling tot de indruk die u bij het antwoord
op vraag zes wekt, het wel degelijk hoogst ongebruikelijk en zelfs in strijd met nationale
en internationale wet- en regelgeving is dat AVV vooraf 50.000 euro heeft gekregen
van werkgevers?
Erkent u dat een betaling vooraf en rechtstreeks van werkgevers in strijd is met het
door Nederland ondertekende International Labour Organization (ILO)-verdrag en dat
dit in tegenstelling tot de indruk die u wekt bij de beantwoording, helemaal niets
te maken heeft met het vakbondstientje?
Antwoord 2 en 3
In mijn eerdere antwoord heb ik gezegd dat het niet ongebruikelijk is dat vakbonden
een werkgeversbijdrage ontvangen, het zogenaamde vakbondstientje. De werkgeversbijdrage
is bedoeld om het cao-overleg te bevorderen en de vakbonden te ondersteunen bij het
werk dat zij verrichten. De inspanningen van de vakbonden komen niet alleen ten goede
aan de eigen leden, maar aan alle werknemers in de sector. Zoals in mijn eerdere antwoord
eveneens gezegd zijn cao-partijen, binnen de grenzen van de (inter)nationale wet-
en regelgeving, vrij om te bepalen hoe zij een regeling met betrekking tot de werkgeversbijdrage
vormgeven. Het is niet mogelijk de bijdrage te financieren uit een avv’d bedrijfstakfonds.
Wel kan de bijdrage bekostigd worden uit een niet avv’d fonds, zoals het FIB. Voor
cao-partijen die niet bij dit fonds zijn aangesloten kunnen aparte afspraken worden
gemaakt die niet op voorhand strijdig zijn met ILO-verdragen.
Volgens art.2 van ILO-verdrag 98 moeten werknemersorganisaties beschermd worden tegen
inmenging van werkgevers of werkgeversorganisaties. Hieronder wordt in elk geval verstaan
het verlenen van steun met financiële of andere middelen aan werknemersorganisaties,
met het doel deze organisaties onder controle van werkgevers of werkgeversorganisaties
te plaatsen. Of sprake is van overtreding van deze bepaling kan door de rechter worden
beoordeeld in een juridische procedure. Een belanghebbende moet in dat geval aannemelijk
maken dat met het verlenen van (financiële) steun aan een werknemersorganisatie beoogd
is deze onder controle van werkgevers of werkgeversorganisaties te plaatsen. In een
avv-procedure kunnen belanghebbenden middels bedenkingen ook het punt van onafhankelijkheid
van contracterende partijen adresseren. Het besluit tot avv wordt in het geval van
bedenkingen met redenen omkleed.
Voor een nadere toelichting op de ILO-procedure verwijs ik u naar mijn antwoord op
vraag 5.
Vraag 4
Bent u gelet op bovenstaande vragen bereid om nogmaals de vraag te beantwoorden of
het juist is dat in tegenstelling tot een reguliere werkgeversbijdrage achteraf, AVV
bij voorbaat 50.000 euro heeft gekregen? Is dit in strijd met het ILO-verdrag? Zo
ja, bent u bereid hiertegen op te treden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Partijen bepalen zelf hoe zij een eventuele werkgeversbijdrage vormgeven, dit kent
geen vaste verschijningsvorm. Of in deze casus sprake is van strijdigheid met het
ILO-verdrag, bijvoorbeeld omdat er een betaling vooraf is gedaan, is niet aan mij
om te beoordelen. Zie ook mijn antwoord op vraag 2, 3 en 5.
Vraag 5
Wordt er in deze en soortgelijke situaties überhaupt toezicht gehouden op het naleven
van het ILO-verdrag of andere nationale en internationale wet- en regelgeving? Kunt
u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 5
De ILO kent een toezichtmechanisme waarin op verschillende manieren naleving van de
regels uit ILO-verdragen wordt bewaakt. Zo dienen lidstaten bijvoorbeeld te rapporteren
over de wijze waarop de principes in ILO-verdragen worden nageleefd. Deze rapportages
worden geanalyseerd door een onafhankelijke Commissie van Experts. Uit deze analyses
vloeit een rapport voort dat jaarlijks tijdens de Committee on the Application of Standards (CAS) wordt besproken. De Commissie van Experts presenteert aan de Internationale
Arbeidsconferentie de bevindingen ten aanzien van landen waar problemen zijn met de
implementatie of de uitvoering van ILO-verdragen.
Het toezichtmechanisme van de ILO kent ook de procedure van het Committee on the Freedom of Association (CFA). Hier kunnen vakbonden en werknemersorganisaties bijvoorbeeld een klacht indienen
wanneer in een lidstaat het principe van collectief onderhandelen, zoals vastgelegd
in ILO-Verdrag 98, niet correct zou worden nageleefd. Het CFA is een vaste commissie
van de Beheersraad van de ILO, die tripartiet is samengesteld en onder leiding staat
van een onafhankelijke voorzitter. Het CFA kan vervolgens, indien strijdigheid met
genoemd verdrag wordt geconstateerd, via de Beheersraad aanbevelingen doen aan de
betreffende lidstaat.
Voor de nationale procedure voor avv van sociale fondsen is relevant dat wordt getoetst
of geen sprake is van evidente strijdigheid met de wet. Daarnaast worden de jaarverslagen
van deze avv’de fondsen verplicht gecontroleerd door een accountant, waarbij deze
moet verklaren dat de uitgaven van het fonds conform de statutaire bestedingsdoelen
zijn gedaan. Deze stukken worden jaarlijks door mij gecontroleerd op evidente strijdigheden
met de Wet AVV en het Toetsingskader AVV.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.