Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het bericht dat de Koning ten onrechte subsidie ontvangt voor Kroondomein het Loo
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister-President en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht dat de Koning ten onrechte subsidie ontvangt voor Kroondomein het Loo (ingezonden 5 juni 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 2 juli
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3178.
Vraag 1
Klopt het dat een subsidieverlening op grond van analoge toepassing van de Subsidieverordening
Natuur en Landschapsbeheer Gelderland 2016 plaatsvindt, zoals vernoemd in de overweging
bij het subsidiebesluit van 30 mei 2016?1
Antwoord 1
De subsidieverlening heeft plaatsgevonden op grond van de Kaderwet EZ-subsidies (thans:
de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies). De bevoegdheid tot verlening van de subsidie is
beleidsmatig ingevuld door zo veel mogelijk analoge toepassing van de Subsidieverordening
Natuur- en landschapsbeheer Gelderland 2016 (hierna: SVNL Gelderland 2016).
Vraag 2
Is de subsidie die bij besluit van 30 mei 2016 aan het Kroondomein is verleend, gegrond
op een voor een aanvraag bestemd formulier? Zo ja, kunt u dit stuk aan de Kamer toezenden?
Antwoord 2
Nee. Artikel 4:4 van de Awb laat de afweging om een aanvraagformulier op te stellen
aan het bestuursorgaan. Het ging in deze om één enkele subsidieverstrekking voor zowel
natuurbeheer als agrarisch natuurbeheer en een apart aanvraagformulier daarvoor lag
niet in de rede. De subsidieverstrekking is zorgvuldig getoetst en afgehandeld.
De subsidiebeschikking heb ik u wel toegestuurd in antwoord op de twee eerdere series
Kamervragen van het lid Wassenberg en de leden Sneller en De Groot.
Vraag 3
Is met de subsidietoekenning aan het Kroondomein eenzelfde algemeen belang gediend
als het belang dat gedeputeerde staten bij toepassing van die verordening moeten dienen?
Antwoord 3
Ja, beide dienen om een natuurgebied duurzaam te beheren en in stand te houden.
Vraag 4
Welk algemeen belang wordt beschermd door het bepaalde in artikel 2.9, eerste onder
d van die verordening, waarin is voorgeschreven dat het natuurterrein gedurende 358
dagen moet zijn opengesteld voor het publiek?
Antwoord 4
In de Gelderse regeling wordt met deze bepaling een secundair belang van de regeling
gediend, namelijk het mogelijk maken van recreatie, zonder dat deze het primaire doel
van natuurbehoud in het geding brengt.
Vraag 5
Bevat die verordening een bepaling die het mogelijk maakt om ontheffing te verlenen
van de subsidieverplichtingen die in artikel 2.9 van die verordening zijn geformuleerd?
Antwoord 5
Nee; de provincie Gelderland geeft aan dat de SVNL Gelderland 2016 geen mogelijkheid
kent om ontheffing te verlenen van de subsidieverplichtingen van artikel 2.9.
Vraag 6
In hoeveel van de gevallen waarin met toepassing van de verordening subsidie is verleend,
is ontheffing verleend van de verplichting tot openstelling gedurende 358 dagen per
jaar?
Antwoord 6
De SVNL Gelderland 2016 kent deze mogelijkheid niet. De provincie Gelderland meldt
dat deze ontheffing dus ook niet verleend is.
Vraag 7
In hoeveel van de gevallen waarin met toepassing van de verordening subsidie is verleend,
is ontheffing verleend van de regel dat afsluiting van het natuurterrein in verband
met bescherming van de persoonlijke levenssfeer beperkt dient te blijven tot maximaal
één hectare?
Antwoord 7
De provincie Gelderland geeft aan dat een natuurbeheerder die subsidie ontvangt op
grond van de SVNL Gelderland 2016, verplicht is het natuurterrein ten minste 358 dagen
per jaar open en toegankelijk te houden voor het publiek. Voor de noodzakelijke bescherming
van de persoonlijke levenssfeer geldt een vrijstelling van de openstellingsplicht
tot maximaal 1 hectare. De SVNL Gelderland 2016 kent niet de mogelijkheid tot ontheffing
van deze regel.
Vraag 8
Op grond waarvan is bij de subsidieverlening aan het Kroondomein een ontheffing verleend
zoals bedoeld in de twee voorgaande vragen?
Antwoord 8
Er is geen ontheffing verleend. De subsidie aan het Kroondomein volgt op het punt
van de openstelling de SVNL Gelderland 2016 niet. Zie ook mijn antwoorden op eerdere
vragen van het lid Wassenberg en de leden Sneller en de Groot.
Vraag 9 en 10
Vindt er in gebieden waarvoor subsidie verleend is op grond van die subsidieverordening
afschot plaats van dieren? Zo ja, om hoeveel gesubsidieerde natuurterreinen gaat dat?
Verschillen die natuurgebieden van het Kroondomein? Zo ja, in welk opzicht en hoeveel
van die natuurgebieden staan niet 358 dagen open voor het publiek?
Antwoord 9 en 10
Er is geen verband tussen het al dan niet verlenen van subsidie en het beheren van
populaties.
Vraag 11
Kunt u het meest recente faunabeheerplan van het Kroondomein delen met de Kamer?
Antwoord 11
Het faunabeheerplan 2016–2020 is openbaar en staat op de website van het Kroondomein:
www.kroondomeinhetloo.nl.
Vraag 12
Kunt u aangeven of de Raad van Beheer van het Kroondomein onafhankelijk toezicht uitoefent?
Zo ja, waarop?
Antwoord 12
Op grond van artikel 6, tweede lid, van de Wet op het Kroondomein houdt de Raad toezicht
op het beheer van het domein. De Kroondrager geeft voorschriften omtrent de samenstelling
en de taak van de Raad.
Vraag 13
Op welke wijze is de benoeming van de leden van de Raad van Beheer van het Kroondomein
tot stand gekomen en uit welke leden bestaat de Raad?
Antwoord 13
Op grond van artikel 6, eerste lid, van de Wet op het Kroondomein worden leden van
de Raad van Beheer voor het Kroondomein benoemd en ontslagen door de Kroondrager.
De samenstelling van de Raad wordt bijgehouden in de Staatsalmanak en bestaat momenteel
uit de volgende leden: jhr. mr. H.W.L. de Beaufort (voorzitter); Z.H. Prins Floris
van Oranje-Nassau Van Vollenhoven; dr. ir. H.H. Bartelink; jhr. drs. J.H.W. Loudon;
mr. drs. G.H.O. van Maanen; prof. dr. ir. G.M.J. Mohren.
Vraag 14
Indien de Raad van Beheer van het Kroondomein haar toezichtstaak niet naar behoren
vervult, kan de regering dan ingrijpen?
Antwoord 14
Nee, de leden van de Raad van Beheer leggen, gelet op hetgeen ik hierboven heb opgemerkt
in antwoord op de vragen 12 en 13, verantwoording af aan de Kroondrager.
Vraag 15
Is het een taak van de Raad van Beheer van het Kroondomein om voorlichting te geven
over het beheer van het Kroondomein en om vragen over het beheer te beantwoorden?
Antwoord 15
Nee. De Raad houdt conform haar wettelijke taak toezicht op het beheer van het domein.
Vraag 16
Heeft de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) een taak op het gebied van voorlichting ten
behoeve van (het kantoor van) de Rentmeester? Zo ja, waarom en acht u het dan juist
dat de RVD op zijn beurt weer verwijst naar de Rentmeester?
Antwoord 16
De Rijksvoorlichtingsdienst is belast met het geven van voorlichting over het Koninklijk
Huis, zoals geregeld in het koninklijk besluit van 13 december 1965 (Stb. 1965, 554) en het ministerieel besluit van 21 december 1965 (Stb. 1965, 554) en kan in die hoedanigheid bevraagd worden over het Kroondomein. De Rijksvoorlichtingsdienst
verwijst niet actief naar de Rentmeester anders dan naar openbaar toegankelijke informatie
uitgegeven door de Rentmeester zoals het Faunabeheerplan Kroondomein Het Loo 2016–2020
(te verkrijgen via www.kroondomeinhetloo.nl).
Vraag 17
Op welke wijze heeft u de toezegging om de Kamer op een later moment te informeren
over de gronden waarop de ontheffing voor het Kroondomein is verleend (in 2018 gedaan
tijdens de behandeling van de begroting van de Koning) gestand gedaan? Indien dit
niet is gebeurd, bent u bereid om een nadere en gedetailleerde invulling te geven
aan de gedane toezegging?2
Antwoord 17
In het genoemde debat heeft de Minister-President in reactie op de vraag op welke
uitzondering die subsidie wordt verleend in de eerste termijn aangegeven dat hij hier
nog op terug zou komen. De Minister-President is hier vervolgens in de tweede termijn
en in reactie op de motie Wassenberg op terug gekomen. Hij heeft aldaar gezegd dat
de subsidie is gebaseerd op de Kaderwet EZ-subsidies, en is verleend door toenmalig
Staatssecretaris van EZ, met analoge toepassing van de SVNL Gelderland 2016, waarbij
de Staatssecretaris heeft besloten gedeeltelijk af te wijken van die verordening.
Hiermee is deze toezegging reeds tijdens het debat voldaan.
Vraag 18
Kunt u aangeven op welke wijze en wanneer het statuut voor het Kroondomein – inclusief
het financieel statuut – is gewijzigd en tot wiens verantwoordelijkheid dat gerekend
moet worden? Moet volgens u de subsidieverlening aan de Koning voor democratische
controle vatbaar zijn?
Antwoord 18
Wijziging van wetgeving, waaronder de Wet op het Kroondomein en de Wet op het financieel
statuut van het Koninklijk huis, is aan de wetgever. De Wet van 25 juli 1959, regelend
de schenkingsovereenkomst, is gewijzigd bij Wet van 16 maart 1971, staatsblad 159, Wet op het Kroondomein. De Wet op het financieel statuut van het Koninklijk huis
is, los van een technische aanpassing in 2016, laatstelijk gewijzigd in 2008. De subsidieverlening
ten behoeve van natuurbeheer staat los van deze wettelijke regelingen.
Op grond van de geldende wet- en regelgeving is de Minister van LNV bevoegd om bij
activiteiten van of namens een lid van het Koninklijk Huis bevoegdheden van gedeputeerde
staten of provinciale staten uit te oefenen. Dit is historisch verklaarbaar vanuit
de ministeriële verantwoordelijkheid voor het handelen van leden van het Koninklijk
huis. Op grond van art. 2 lid 1, onderdeel g, van de Kaderwet EZ-subsidies (zoals
die ten tijde van het besluit gold) kon de toenmalige Staatssecretaris van Economische
Zaken subsidie verstrekken op het gebied van natuurbeheer. Dat is ook de basis om
voor het Kroondomein op aanvraag subsidie te verlenen om de terreinen in stand te
kunnen houden en de aanwezige natuurwaarden te beschermen of uit te breiden. De bevoegdheid
tot verlening van deze subsidie ligt hierom thans bij de Minister van LNV, en de Minister
van LNV draagt hiervoor ministeriële verantwoordelijkheid. De Minister-President draagt
de algemene ministeriële verantwoordelijkheid voor het Koninklijk Huis.
Vraag 19
Kunt u alle correspondentie tussen de regering, (vertegenwoordigers van) het koningshuis,
de Raad voor het Kroondomein en de Provincie Gelderland delen die betrekking heeft
op beheer en subsidie ten behoeve van het kroondomein, van de afgelopen tien jaar?
Antwoord 19
Correspondentie tussen de regering en het Kroondomein valt, gelet op artikel 41 van
de Grondwet, onder de inrichtingsvrijheid en bescherming van de persoonlijke levenssfeer
van de Koning. Hierom kan deze niet verstrekt worden.
Op grond van artikel 41 van de Grondwet richt de Koning, met inachtneming van het
openbaar belang, zijn huis in. In de ministeriële verantwoordelijkheid voor gedragingen
van de Koning bij de vervulling van het koningschap ligt de bescherming van de persoonlijke
levenssfeer besloten. Specifiek ten aanzien van deze subsidie draagt de Minister van
LNV ministeriële verantwoordelijkheid. De subsidieaanvraag ten behoeve van de subsidie
die verleend is in 2016 is zorgvuldig feitelijk onderbouwd en vervolgens getoetst.
Daarbij zijn adviezen betrokken van diverse partijen op grond van hun expertise. Aan
de provincie Gelderland is gevraagd te toetsen of de aanvraag (ecologisch) past binnen
de gebiedsontwikkeling die de provincie ter plaatse beoogt (toetsing aan natuurbeheerplan
en provinciale beleidsdoelstellingen). Landschappen NL heeft het natuurbeheer beoordeeld
op haar ecologische effectiviteit en Alterra heeft het agrarisch natuurbeheer beoordeeld.
Deze adviezen zijn bijgevoegd3. Over de besteding van de subsidie, en over de eerdere subsidies, wordt op de hiervoor
gebruikelijke wijze verantwoording afgelegd aan de Minister van LNV.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.