Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk over de schuldsanering en een effectieve schuldenrechter
Vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de schuldsanering en een effectieve schuldenrechter (ingezonden 11 juni 2020).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 2 juli 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Naar een maatschappelijk effectieve schuldenrechter»?1
Vraag 2
Vindt u ook dat het belang van adequate schuldhulpverlening, waarbij schuldenaars
zo goed mogelijk geholpen worden, alleen maar groter wordt in de nasleep van de corona
problematiek?
Vraag 3
Erkent u dat de beleidsfocus is verschoven van schuldenvrij (Wet schuldsanering natuurlijke
personen, Wsnp) in het wettelijk traject naar «hanteerbare schulden» in het minnelijk
traject en het schuldenbewind? Vindt u het een gelukkige keuze van opeenvolgende kabinetten
geweest om de Wsnp als een onaantrekkelijk alternatief, een te vermijden allerlaatste
optie, te presenteren, waardoor de schone lei op de achtergrond is geraakt?
Vraag 4
Is de situatie na de coronacrisis niet aanleiding om de schone lei en een schuldenvrije
toekomst een prominentere plaats te geven in het schuldenbeleid?
Vraag 5
Hebben gemeenten volgens u wel voldoende oog voor het beëindigen van schulden? Hoe
vaak ontstaat er perspectief op de schone lei? Is 12% niet bedroevend laag?2
Vraag 6
Betreurt u het dat de weg die toenmalig Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
de heer Dijkhoff, in maart 2015 de rechtspraak wees, niet is gevolgd? Waarom wel/niet?3
Vraag 7
Bent u bereid een maximale termijn voor het minnelijke schuldhulptraject vast te stellen,
waarna het Wsnp-traject van start gaat?
Vraag 8
Wat is uw reactie op de positieve ervaringen in Arnhem en Amsterdam met het kwijtschelden
van schulden van jongeren, omdat blijkt dat het prijsgeven van bepaalde vorderingen
zich terugverdient doordat andere uitgaven (hulpverlening, bijstand, etc) niet meer
nodig zijn? Bent u bereid dergelijke werkwijzen aan te moedigen?
Vraag 9
Hoe verhoudt het wetsvoorstel Adviesrecht gemeenten, waarin de kantonrechter een lichtere
voorziening kan treffen als de gemeente dat verzoekt, zich tot artikel 1:466a van
het Burgerlijk Wetboek, waarin staat dat ook een «verder strekkende voorziening» kan
zijn aangewezen? Kansloze schuldenposities zouden toch in een schuldsanering moeten
kunnen worden omgezet door de rechter?
Vraag 10
Deelt u de mening dat er behoefte bestaat aan een effectievere rol van de rechter
bij de aanpak van problematische schulden? Hoe ziet die er volgens u precies uit?
Vraag 11
Wat is er tot nu toe gedaan met het visiedocument van de werkgroep schulden en rechtspraak
(Raad voor de rechtspraak) uit februari 2019, over vroegtijdige signalering, slagvaardig
ingrijpen en adequate nazorg en schuldenbewind? Wat is daarbij in het bijzonder uw
reactie op de concrete voorstellen om de Wsnp aan te passen?4
Vraag 12
Bent u van plan om ervoor te gaan zorgen dat de Wsnp vaker toegepast zou kunnen gaan
worden, omdat het van belang is dat het perspectief van een schuldenvrije toekomst
door middel van sanering aan meer burgers kan worden geboden? Zo ja, welke stappen
gaat u daartoe zetten?
Vraag 13
Wat is uw reactie op de «bouwstenen voor een schuldenrechter» zoals Nick Huls beschrijft,
namelijk één rechterlijk insolventieteam van schuldenrechters en ondersteuning, dat
alle schuldenzaken behandelt, het incasso- en het beschermingsaspect onderzoekt in
onderlinge samenhang en de beste oplossingsrichting zoekt?5
Vraag 14
Bent u bereid hierover in overleg te treden met de Raad voor de rechtspraak en hiervan
verslag uit te brengen aan de Kamer?
Vraag 15
Bent u bereid met voorstellen te komen om het administratieve toezicht extern te beleggen,
buiten de rechterlijke macht, bij een publiek orgaan? Zo niet, waarom niet?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
dat de schriftelijke vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk (beiden SP),
van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over de schuldsanering en een
effectieve schuldenrechter (ingezonden 11 juni 2020) niet binnen de gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.