Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Groothuizen over het bericht 'IOM deplores killing 30 trafficked migrants Libya'
Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «IOM deplores killing 30 trafficked migrants Libya» (ingezonden 9 juni 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en Staatssecretaris Broekers-Knol
(Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(ontvangen 2 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «IOM deplores killing 30 trafficked migrants Libya»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de dood van 30 migranten naar aanleiding van een vuurgevecht,
waarbij een smokkelaar betrokken was? Kunt u het bericht bevestigen? Kunt u aangeven
wat er is gebeurd?
Antwoord 2
Het kabinet betreurt ten zeerste het incident op 27 mei 2020 waarbij 30 migranten
zijn gedood in Mezda, ten zuiden van Tripoli. Deze migranten zijn om het leven gekomen
bij een vuurgevecht in een opslagplaats gebruikt door mensensmokkelaren/handelaren.
Het is heel ingewikkeld om meer precieze en geverifieerde informatie te verkrijgen
omdat het gebied zeer onveilig is en moeilijk te bereiken voor internationale organisaties.
Zie voorts het antwoord op vraag 3.
Vraag 3
Bent u bereid zich via de JBZ-raad en eventuele andere diplomatieke kanalen uit te
spreken voor een onderzoek door de autoriteiten naar dit incident, zodat de daders
kunnen worden opgespoord en berecht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Direct na het incident heeft de EU-delegatie namens alle EU-lidstaten met vertegenwoordiging
in Libië (w.o. Nederland) een verklaring uitgebracht waarin de dood van de migranten
wordt veroordeeld.2 Daarnaast heeft Nederland in een nationale verklaring in de Mensenrechtenraad op
18 juni jl. afschuw uitgesproken over het incident en de Libische autoriteiten opgeroepen
tot een grondig onderzoek met als doel de daders ter verantwoording te brengen.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de huidige situatie voor inwoners en migranten in Libië, gelet op
de Coronacrisis en de gevechten die nog steeds in verschillende delen van Libië plaatsvinden?
Antwoord 4
Het kabinet volgt de ontwikkelingen in Libië nauwgezet. De uitbraak van het Covid-19
virus in Libië baart het kabinet zorgen. De gezondheidszorg in Libië is niet voldoende
geëquipeerd om een eventuele grootschalige uitbraak van het virus het hoofd te bieden.
Dit legt extra druk op een bevolking die door toedoen van het voortdurende conflict
al lange tijd onder zware omstandigheden leeft. Een duurzaam staakt-het-vuren heeft
absolute prioriteit. Nederland steunt daarom het door de VN geleide politieke proces.
Vraag 5
Op welke wijze zet Nederland zich, al dan niet via de EU, concreet in voor het verbeteren
van de situatie voor inwoners van Libië en groepen migranten die in Libië verblijven?
Antwoord 5
Het kabinet heeft in het najaar van 2019 additionele bijdragen aan UNHCR en IOM in
Libië (resp. EUR 3,3 mln. en EUR 2,1 mln.) gedaan om de verslechterde humanitaire
situatie van vluchtelingen, migranten en intern ontheemden het hoofd te bieden. Deze
bijdragen worden o.a. ingezet voor financiële ondersteuning (in contanten) aan vluchtelingen
en intern ontheemden in stedelijke centra in Libië, opvang en het faciliteren van
vrijwillige terugkeer van migranten, en evacuatie van kwetsbare vluchtelingen vanuit
Libië naar het nieuwe ETM Rwanda. Via het EU-Trustfund for Africa (EUTF) is tot op heden € 408 mln. gemobiliseerd voor projecten in Libië, waarbij
bijna de helft ten goede aan vluchtelingen, migranten en intern ontheemden. Daarnaast
worden er momenteel middels EUTF extra middelen vrij gemaakt voor ondersteuning van
migranten en vluchtelingen i.h.k.v. de Coronacrisis.
Vraag 6
Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot de sluiting van Libische detentiecentra?
Welke inspanningen levert Nederland concreet om deze centra zo snel mogelijk te sluiten?
Antwoord 6
Zoals uw Kamer bekend, zet het kabinet zich in voor het verbeteren van de situatie
van migranten en vluchtelingen in de Libische detentiecentra met als doel de uiteindelijke
sluiting daarvan. Hier heeft Nederland in bovengenoemde nationale verklaring in de
Mensenrechtenraad wederom tot opgeroepen. Ook de bijdragen genoemd in het antwoord
op vraag 5 zijn mede gericht op het sluiten van de centra door hieruit afkomstige
migranten en vluchtelingen elders op te vangen. De inzet is hen te helpen om Libië
te verlaten of zich te vestigen in stedelijke gebieden. Hoewel het aantal migranten
en vluchtelingen dat vastzit en het aantal centra is de afgelopen jaren gedaald is,
bevinden zich volgens cijfers van UNHCR momenteel nog ca. 2.000 personen in de officiële
detentiecentra.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.