Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht ‘Acute geldproblemen bij kleine zorginstellingen door corona’
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Acute geldproblemen bij kleine zorginstellingen door corona» (ingezonden 6 mei 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 30 juni
2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van bovengenoemd bericht?1
Antwoord 1
Ja, daar heb ik kennis van genomen.
Vraag 2
Bent u ook van mening dat kleinschalige initiatieven als deze een belangrijke plek
hebben in de zorg voor een groep erg kwetsbare ouderen?
Antwoord 2
Ik vind dat de zorg in kleinschalige wooninitiatieven een waardevolle toevoeging is
op het zorgaanbod.
Vraag 3
Herkent u de problematiek waarmee de in het artikel bedoelde kleine zorginstellingen
als bijvoorbeeld Herbergier als gevolg van de coronacrisis kampen?
Antwoord 3
Ja, deze problematiek is door de BVKZ bij mij onder de aandacht gebracht.
Vraag 4 en 5
Wilt u toezeggen dat voorkomen wordt dat dergelijke zorginstellingen als gevolg van
deze crisis en de voor hen daaruitvloeiende problemen omvallen?
Bent u in het kader daarvan bereid op de kortst mogelijke termijn tot een oplossing
te komen waarbij rekening wordt gehouden met de in bedoeld artikel aan de orde komende
specifieke kenmerken van initiatieven als hier aan de orde?
Antwoord 4 en 5
Voor mij staat de continuïteit van zorg voorop. Zorgaanbieders moeten zich tijdens
en na de coronacrisis kunnen blijven richten op het leveren van kwalitatief goede
zorg. Mede om deze reden heb ik in overleg met ZN, zorgkantoren en de NZa, maatregelen
genomen om de continuïteit van zorgverlening aan pgb-houders te waarborgen. Deze maatregelen
maken het mogelijk dat niet-geleverde zorg en extra en/of duurdere zorg vanuit het
pgb gedeclareerd kan worden. Het betreft een verruiming van de bestedingsmogelijkheden
van het pgb. Als een pgb-houder overlijdt vervalt het pgb en is het niet mogelijk
de kosten van zorgpersoneel uit het pgb te betalen. Onder normale omstandigheden is
dit een regulier bedrijfsrisico. Echter vanwege COVID-19 overlijden meer bewoners
en is het moeilijker de lege plaatsen weer bezet te krijgen.
Zoals onlangs aan uw Kamer is gemeld3 kan een wooninitiatief met financiële problemen als gevolg van leegstand zich melden
bij het zorgkantoor, waarna in overleg gekeken wordt naar de best passende oplossing.
Ik heb besloten de EKC-regeling (extra kosten corona) open te stellen voor wooninitiatieven
die als gevolg van leegstand in financiële nood komen. Hiermee kan door de overgebleven
pgb-houders tijdelijk een hoger zorgtarief worden betaald. Het gaat hierbij om compensatie
van (een deel) van de weggevallen zorginkomsten. Samen met de betrokken partijen werk
ik deze oplossingsrichting momenteel verder uit.
Omdat bij pgb-gefinancierde wooninitiatieven sprake is van scheiden van wonen en zorg,
wordt met het verruimen van de zorgmiddelen de zorgomzetderving vergoed.
Vraag 6
Bent u bereid in het kader van een dergelijke oplossing zowel de nu door instellingen
als deze gemaakte extra kosten als de door hen gederfde inkomsten te vergoeden?
Antwoord 6
Zie mijn antwoord op de vragen 4 en 5.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.