Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Amendement van de leden Groothuizen en Van Dam ter vervanging van nr. 7 over de termijn in artikel 3.3 lid 2 te verdubbelen tot 24 maanden
35 497 Tijdelijke voorzieningen op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Justitie en Veiligheid, en tot wijziging van enkele wetten op het terrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Tweede Verzamelspoedwet COVID-19)
Nr. 9
AMENDEMENT VAN DE LEDEN GROOTHUIZEN EN VAN DAM TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 71
Ontvangen 30 juni 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel 3.3, tweede lid, onderdelen a en b, wordt «twaalf» telkens vervangen door
«vierentwintig».
Toelichting
Het wetsvoorstel maakt het tijdelijk mogelijk om ten behoeve van het wegwerken van
de ontstane achterstanden als gevolg van COVID-19 raadsheren, raadsheren-plaatsvervangers
en rechters en rechters-plaatsvervangers in te zetten tot de leeftijd van drieënzeventig
jaar. Het wetsvoorstel biedt daartoe de mogelijkheid van een (her)benoeming aan raadsheren,
raadsheren-plaatsvervangers, rechters en rechters-plaatsvervangers, die binnen een
periode van twaalf maanden na hun leeftijdsontslag (opnieuw) kunnen worden aanbevolen
voor benoeming. Daarnaast biedt dit wetsvoorstel tijdelijk de mogelijkheid om raadsheren,
raadsheren-plaatsvervangers, rechters en rechters-plaatsvervangers die de leeftijd
van zeventig jaren al hebben bereikt en reeds op grond van artikel 46h met ontslag
zijn gegaan, (opnieuw) te benoemen tot raadsheren-plaatsvervangers of rechters-plaatsvervangers
tot de leeftijd van drieënzeventig jaar. Aan herbenoeming is aldus de voorwaarde verbonden
dat zij binnen twaalf maanden voorafgaand aan de datum inwerkingtreding van de wet
op grond van artikel 46h Wrra, met ontslag zijn gegaan. Indieners menen dat de eis
van twaalf maanden ongelukkig uitpakt, omdat het betekent dat geschikte kandidaten
die net buiten genoemde termijn met ontslag zijn gegaan niet voor (her)benoeming in
aanmerking komen, terwijl hun kennis en ervaring wel zeer van pas kan komen. Indieners
stellen daarom voor de termijn op 24 maanden te zetten. Indieners wijzen er daarbij
op dat het bestuur van het gerecht, het College van Beroep voor het bedrijfsleven
of de Centrale Raad van beroep waar de rechterlijk ambtenaar werkzaam is of laatstelijk
werkzaam was een aanbeveling doet aan de Raad voor de rechtspraak, waardoor voldoende
is geborgd dat de kandidaat nog geschikt is. De termijn van 24 maanden verzekert dat
geen kandidaten worden aangenomen die slechts zeer kort werkzaam zouden kunnen zijn,
gelet op de maximale leeftijdsgrens van 73 jaar.
Groothuizen Van Dam
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid