Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over het bericht dat Nederland geen gebruik maakt van Europese mondkapjes
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat Nederland geen gebruik maakt van Europese mondkapjes (ingezonden 17 juni 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 30 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederland laat EU mondkapjes links liggen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Nederland geen aanspraak heeft gemaakt op de Europese strategische voorraad
van medische uitrusting aangeboden via het RescEU-programma?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3, 4
Waarom heeft Nederland – ondanks een tekort aan mondkapjes in ons land – geen gesubsidieerde
mondkapjes aangevraagd via het RescEU-programma? Kunt u uw antwoord toelichten?
Hoe oordeelt u in het licht van de leveringen aan andere lidstaten over de eerdere
inschatting dat RescEU Nederland niet snel kon helpen aan beschermingsmiddelen?
Antwoord 3, 4
Vanwege de grote mondiale schaarste in persoonlijke beschermingsmiddelen, en het feit
dat de RescEU medische voorraden uit het Europese civiele beschermingsmechanisme pas
na 19 maart 2020 werden opgebouwd, was er maar een beperkte voorraad mondmaskers beschikbaar
via het RescEU.
De Commissie heeft – vanwege de grote vraag in de piekperiode van de pandemie en het
beperkte aanbod van mondmaskers – daarom moeten beslissen bij welke landen de nood
het hoogst was en waar de beschikbare hulp naar toe zou moeten gaan.
Nederland zou in die hoogtijdagen van de crisis geen aanspraak hebben kunnen maken
op persoonlijk beschermingsmateriaal via het RescEU medical stockpile. Binnen andere
lidstaten, zoals Italië, waren bijvoorbeeld hogere besmettingsgraden en een groter
gebrek aan medische zorgcapaciteiten. Nederland heeft daarom geen verzoek om ondersteuning
vanuit het Europese civiele Beschermingsmechanisme (rescEU) ingediend.
Vraag 5, 6
Deelt u de mening dat in aanvulling op de inspanningen van het Landelijk Consortium
Hulpmiddelen alle mogelijke manieren moeten worden aangegrepen om de Nederlandse voorraad
persoonlijke beschermingsmiddelen aan te vullen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Bent u van plan om in de toekomst gebruik te maken van deze RescEU-middelen? Zo ja,
is inmiddels een aanvraag gedaan? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5, 6
Ja, ik deel deze mening. Er is ook gebruik gemaakt van Europese initiatieven om de
Nederlandse voorraden van persoonlijke beschermingsmiddelen aan te vullen. Nederland
heeft zich bijvoorbeeld ingeschreven voor de Europese aanbestedingen van (onder andere)
persoonlijke beschermingsmiddelen. Snelle leveringen heeft dit echter niet opgeleverd.
Inmiddels is wel een individueel contract gesloten met één van de leveranciers voor
2 miljoen FFP3-maskers. De eerste zending van 100.000 FFP3 maskers wordt eind juli
verwacht. Nederland heeft zich via het Emergency Support Instrument ook aangemeld
voor een gift van mondmaskers en een gift van schorten. Het is nog niet bekend wanneer
deze mondmaskers en schorten verdeeld zullen worden. Alles wat via deze instrumenten
binnen zal komen, is aanvullend op wat het Landelijk Consortium Hulpmiddelen al heeft
ingekocht of nog inkoopt.
Daarnaast heeft Nederland ook andere Europese instrumenten benut. Wij hebben bijvoorbeeld
gebruik gemaakt van de cofinanciering van transport om gestrande burgers uit het buitenland
op te halen.
Indien zich in de toekomst weer een noodsituatie voordoet en Nederland kan de crisis
niet zelf het hoofd bieden, dan zal ik zeker – waar dat mogelijk is – een beroep doen
op RescEU middelen of andere instrumenten binnen (of buiten) het Europese civiele
beschermingsmechanisme.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.