Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bromet en Özütok over het bericht van EenVandaag ‘Verbod streekmarkten drijft boeren tot wanhoop: Onbegrijpelijk, omdat weekmarkten wél open mogen'
Vragen van de leden Bromet en Özütok (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Verbod streekmarkten drijft boeren tot wanhoop: Onbegrijpelijk, omdat weekmarkten wél open mogen» (ingezonden 26 mei 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 29 juni 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Verbod streekmarkten drijft boeren tot wanhoop: Onbegrijpelijk,
omdat weekmarkten wél open mogen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Klopt het dat streekmarkten als evenement worden beschouwd en weekmarkten niet? Zo
ja, op grond van welke wettelijke bepalingen of regelgeving is dit het geval? Kunt
u specifiek het onderscheid tussen de kwalificatie van beide soorten markten toelichten?
Is het risico op verspreiding van het COVID-19 virus op streekmarkten groter dan het
verspreidingsrisico op weekmarkten? Zo ja, waar blijkt dit uit?
Antwoord 2, 3
Bij de maatregelen die genomen zijn om de COVID-19-curve af te vlakken heeft het OMT
geadviseerd om evenementen voorlopig te verbieden. De term evenementen is daarbij
niet verder uitgewerkt. Het besluit of een streekmarkt een evenement is, is onder
normale omstandigheden een gemeentelijk besluit. Gemeenten bepalen daarmee zelf of
er voor een dergelijke markt een vergunnings- en meldplicht geldt. In de modelnoodverordening
die is opgesteld door het Veiligheidsberaad, in opvolging van de aanwijzing van de
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) inhoudende een verbod op evenementen,
zijn «markten» als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onderdeel g, van de Gemeentewet
uitgezonderd van de definitie van evenement en daarmee van het verbod van evenementen
dat daarin is geregeld. Met «markten» wordt volgens de Gemeentewet gedoeld op «jaarmarkten»
of «gewone marktdagen», waarvoor geen verbod geldt op grond van de noodverordeningen.
Andere markten die gericht zijn op vermaak, daaronder begrepen braderieën, zijn volgens
de definitie die gehanteerd is in de modelnoodverordening evenementen die wel onder
het verbod vallen. Of een streekmarkt binnen deze definitie valt, zal afhankelijk
zijn van de concrete omstandigheden en inrichting van die markt en is ter beoordeling
van de voorzitter van de veiligheidsregio. Overigens worden streekmarkten die vaker
dan incidenteel plaatsvinden vaak aangemerkt als markt in de zin van artikel 160 Gemeentewet.
Vraag 4
Kunt u zich voorstellen dat veel marktkooplui – vaak regionale boeren – en bezoekers
van streekmarkten het vreemd vinden dat weekmarkten wel zijn toegestaan en streekmarkten
niet? Zo ja, wat is uw reactie hierop? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik kan mij voorstellen dat het verwarrend is. Onder normale omstandigheden is de organisatie
van markten een gemeentelijke aangelegenheid en dat maakt dat er lokale verschillen
zijn tussen de reikwijdte van de algemene regels, meldings- en vergunningplichten
voor markten. Voor de noodzakelijke landelijke voorkoming van verspreiding van het
COVID-19-virus is met de aanwijzingen van de Minister van VWS en de noodverordeningen
van de voorzitters van de veiligheidsregio’s het verbod op evenementen op een hoger
niveau dwingend juridisch geregeld, en dat laat minder ruimte voor de gemeentelijke
verschillende vergunning- en meldingsstelsels. Voor de reikwijdte van het evenementenverbod
is aangeknoopt bij de definitie uit de Gemeentewet die bedoeld is voor de bevoegdheidstoedeling
aan het college en hierin is het onderscheid tussen enerzijds jaarmarkten en normale
weekmarkten en anderzijds de verschillende soorten streekmarkten niet tot uitdrukking
gebracht. De voorzitters van de veiligheidsregio’s kunnen bij de uitvoering van hun
noodverordening beoordelen of een concrete streekmarkt gezien de omstandigheden van
het geval kan worden beschouwd als een normale markt en eventueel daarvoor een ontheffing
verlenen, ofwel dat sprake is van een verrichting van vermaak waarvoor het verbod
op evenementen het uitgangspunt blijft.
Vraag 5
Klopt het, zoals uit het bericht naar voren komt, dat het juridisch niet toegestaan
is voor gemeenten om nieuwe (of aangepaste) vergunningen te verstrekken zodat bijvoorbeeld
een streekmarkt omgezet zou kunnen worden naar een weekmarkt? Zo ja, op grond van
welke wettelijke bepalingen of regelgeving is dat momenteel niet toegestaan? Zo nee,
bent u bereid om gemeenten actief te wijzen op de mogelijkheid om alsnog nieuwe (of
aangepaste) vergunningen te verlenen aan streekmarkten?
Antwoord 5
Zoals gesteld in de beantwoording op vraag 2 en 3 wordt door de gemeenteraad bepaald
of een evenement of markt vergunningplichtig is en worden in de modelnoodverordening
of Gemeentewet niet nader onderscheiden.
Het college is bevoegd markten in te stellen of te veranderen, en de gemeenteraad
kan hierover regels stellen, in het bijzonder over de benodigde vergunningen. Dit
kan in de algemene plaatselijke verordening (APV), maar dit kan ook in een specifieke
marktverordening. Indien de verordening bepaalt dat een streekmarkt een vergunningplichtig
evenement is, kan daar in de vergunningverlening zelf niet van worden afgeweken. Wel
staat het gemeenten vrij om binnen de ruimte die de noodverordeningen laten eigen
afwegingen te maken met betrekking tot de door het college ingestelde markten. Daarbij
kunnen overwegingen als schaal, verwachtte aantal bezoekers, aanzuigende werking en
beschikbare ruimte een rol spelen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat streekmarkten vaak juist bijdragen aan kringlooplandbouw – een
belangrijke pijler van uw beleid – en dat het onwenselijk is dat door de huidige (stringente)
regelgeving de korte keten en biologische voedselvoorziening wordt belemmerd? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Ik deel de mening dat streekmarkten bijdragen aan verkoop middels een korte keten
en dat draagt bij aan mijn visie op kringlooplandbouw. Dit laat echter onverlet dat
op dit moment volksgezondheideisen voorop staan en dat besluiten over het wel of niet
organiseren van streekmarkten bij de gemeenten en/of veiligheidsregio’s liggen zoals
hierboven beschreven.
Vraag 7
Bent u bereid om op korte termijn, in overleg met veiligheidsregio’s, gemeenten en
marktmeesters te bezien hoe streekmarkten met de nodige voorzorgsmaatregelen toch
weer toegestaan kunnen worden zodat het voor veel betrokkenen onlogische onderscheid
tussen streek- en weekmarkten wordt weggenomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het laten doorgaan van een markt is de bevoegdheid van de gemeente. Die is samen met
de organisator van de markt (gemeente of een private partij), individuele marktondernemers,
de veiligheidsregio én het winkelend publiek verantwoordelijk voor de veiligheid op
de markt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.