Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bisschop, Geurts, Baudet en Moorlag over de tariefverhogingen van Rendac
Vragen van de leden Bisschop (SGP), Geurts (CDA), Baudet (FvD) en Moorlag (PvdA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de tariefverhogingen van Rendac (ingezonden 23 april 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 29 juni
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2672.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de kritiek van de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland,
de Producentenorganisatie Varkenshouderij en de Nederlandse Melkveehoudersvakbond
op de recente verhoging van de tarieven voor het ophalen van kadavers door Rendac?1 2 3
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe verklaart u de verdubbeling van de tarieven per eenheid dieren in de afgelopen
jaren ten opzichte van de tarieven in de periode 2011–2016?
Antwoord 2
De tarieven worden door Rendac4 berekend op basis van de werkelijke kosten verminderd met de verkoopopbrengsten van
eindproducten uit het destructieproces. Belangrijke oorzaken die Rendac heeft aangeven
bij de verhogingen in de afgelopen jaren waren:
– stijging van de brandstof-, energie- en onderhoudskosten, stijging van de lonen en
inflatie in het algemeen;
– daling van de opbrengsten uit de verwerking van de kadavers voor diermeel en vetten;
– daling opbrengst huiden;
– de schaalvergroting in de veehouderij en de daarmee samenhangende afbouw van het aantal
veehouders. Hierdoor moeten bepaalde vaste kosten van Rendac door minder veehouders
worden opgebracht.
Vraag 3
Hoe verklaart u de verhoging van de tarieven per stop in 2020 ten opzichte van 2018
met 20% (regulier) tot 35% (gepland)?
Antwoord 3
De belangrijkste oorzaak van de stijging is dat de tarieven voor 2018 gebaseerd waren
op 590.000 stops en dat Rendac voor de tarieven voor 2020, mede na overleg met de
sectoren en het Ministerie van LNV, is uitgegaan van 500.000 stops. De aanname hierbij
is dat er sprake is van een daling in het aantal veehouders ten opzichte van 2018.
Door uit te gaan van minder stops moeten bepaalde vaste kosten over een lager aantal
stops worden omgeslagen.
In absolute zin is geen sprake van hogere transportkosten. Die zijn over die periode
ongeveer gelijk gebleven aan ca. € 11 miljoen per jaar.
Vraag 4
Kunt u nader inzicht geven in de onderbouwing van de tarieven voor 2020 en bijbehorende
tariefwijzigingen?
Antwoord 4
De tarieven 2020 zijn door Rendac berekend conform de afspraken die hierover met het
Ministerie van LNV zijn gemaakt. De controle of afspraken worden nagekomen vindt plaats
door de externe accountant van Rendac en de ADR. Voor de tarieven 2020 heb ik daarnaast
ook zelf inzage gekregen in de berekeningen van Rendac en daarbij vastgesteld dat
de afspraken zijn nageleefd. De verkregen bedrijfsvertrouwelijke informatie kan ik
niet delen met derden.
Vraag 5
Kunt u een overzicht van de ontwikkeling van de destructietarieven per diercategorie
gedurende de jaren 2014 tot en met 2020 aan de Kamer beschikbaar stellen?
Antwoord 5
De destructietarieven worden jaarlijks in de Staatscourant gepubliceerd, in de bijlage
vindt u deze voor de periode van 2014 t/m 2020.
Vraag 6
Hoe weegt u de tariefverhogingen in het licht van de conclusie uit eerder onderzoek
dat Rendac een te hoge ondernemersvergoeding in rekening bracht?5
Antwoord 6
De hoogte van de ondernemings- of vermogenskostenvergoeding heeft geen invloed gehad
op de tariefstijging.
De hoogte ervan is gerelateerd aan de renteontwikkeling van staatsobligaties en een
risico-opslag daarop. Aangezien de rente op staatsobligaties de afgelopen jaren flink
is gedaald, is daarmee ook het percentage voor de ondernemingsvergoeding navenant
lager geworden. In het kader van de huidige actualisatie van de afspraken tussen de
Staat en Rendac komt herijking van het vergoedingspercentage ook aan de orde.
Vraag 7
Heeft u, zoals aanbevolen door Rebel, sterkere efficiëntieprikkels ingebouwd om ervoor
te zorgen dat Rendac werk maakt van het verlagen van kosten? Zo ja, hoe?6
Antwoord 7
In de bestaande afspraken met Rendac is een efficiëntieprikkel ingebouwd voor de transportkosten.
Maar zoals Rebel aangeeft kan een efficiëntieprikkel ook leiden tot hogere winsten
voor de ondernemer dan dat het geval zou zijn bij een kostprijsplus model. Dit vraagstuk
is één van de elementen van de nieuw te maken afspraken tussen de Staat en Rendac.
Van een commercieel bedrijf zoals Rendac wordt verwacht dat het zijn processen efficiënt
uitvoert. De wettelijke taken lopen in deze processen mee.
Vraag 8
Hoe waardeert u de onvrede van de sectororganisaties over de mate van inzicht in de
cijfers die Rendac aanlevert over kosten en opbrengsten?
Antwoord 8
Ik begrijp deze onvrede. Per slot van rekening moeten de dierhouders de tarieven betalen
en hebben ze het gevoel te weinig grip op de totstandkoming te hebben. De sectoren
hebben o.a. via de werkgroep kadavertarieven wel de gelegenheid informatie van Rendac
te krijgen. In deze werkgroep deelt Rendac gegevens via zogenaamde transparantie indicatoren.
Het gaat dan bijvoorbeeld over de verwachte opbrengsten van diermelen en diervetten
en de kosten voor transport en verwerking.
De inzet bij de gesprekken die ik momenteel met Rendac voer is om de transparantie
van de tariefsopbouw zowel voor LNV als de sectoren te optimaliseren. Hiermee kan
ik tegemoet komen aan de wens van de sectoren om een beter inzicht hierin te krijgen.
Vraag 9
Op welke wijze geeft u inzicht in de opbrengstcijfers van Rendac?
Antwoord 9
Ik kan geen inzicht in cijfers van Rendac geven, maar zorg dat de afspraken die met
Rendac zijn gemaakt duidelijk zijn en worden gerespecteerd. Wanneer de onderbouwing
van door Rendac voorgestelde tarieven in lijn met deze afspraken en uitgangspunten
is, dan keur ik deze in principe goed. Hiermee wordt beoogd te borgen dat er niet
meer betaald wordt dan nodig en de dienstverlening van Rendac conform is aan het in
de regelgeving bepaalde. De cijfers die de ADR of ik ter controle bij Rendac kunnen
inzien zijn bedrijfsvertrouwelijk en mogen daarom niet worden gedeeld met derden.
Vraag 10
Op welke wijze heeft Rendac de onderbouwing van de tarieven besproken met de veehouderijorganisaties
en hobbydierhouders conform de afspraken die in 2014 zijn vastgesteld om de transparantie
te bevorderen?
Antwoord 10
De tarieven worden minimaal tweemaal per jaar door Rendac met de sectoren en mij besproken
in de werkgroep kadavertarieven. Dit wordt gedaan aan de hand van zogenaamde «transparantie
indicatoren», waarbij de verwachte ontwikkelingen voor het komende jaar worden gepresenteerd.
De transparantie indicatoren zijn in nauwe samenwerking met de sectoren bepaald. Sectoren
krijgen in de werkgroep kadavertarieven de mogelijkheid kritische vragen te stellen
over de door Rendac gehanteerde aannames voor de nieuwe tarieven.
Zo nodig worden aannames, zoals de inschatting van het aantal stops en te verwerken
tonnages, aangepast en vervolgens opnieuw doorgerekend door Rendac.
Vraag 11
Klopt het dat u richting de landbouworganisaties slechts zeer beperkt inzicht geeft
in de onderbouwing van de tarieven? Zo ja, kunt u uitgebreid toelichten waarom meer
transparantie gelet op de monopoliepositie van Rendac juridisch niet mogelijk zou
zijn?
Antwoord 11
Zie de antwoorden op de vragen 9 en 10. Ik of de ADR kunnen de landbouworganisaties
vanwege de in het antwoord op vraag 9 aangegeven redenen ook geen inzage bieden in
de cijfers die zij van Rendac krijgen.
Vraag 12
Bent u bereid om te zorgen voor meer transparantie bij het vaststellen van de destructietarieven
door sectoren en hobbydierhouders meer en beter inzicht te geven in de kosten en opbrengsten
van Rendac? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ja. Ik voer momenteel het gesprek met Rendac over de actualisatie van de afspraken
onder meer met als doel een optimalisatie van de transparantie bij het vaststellen
van de destructietarieven.
Vraag 13
Klopt de veronderstelling dat de Kamer nog niet is geïnformeerd over de uitkomsten
van het overleg met stakeholders over herinrichting van de destructiemarkt, zoals
eerder toegezegd is?7
Antwoord 13
In de brief die op 26 oktober 2015 door de toenmalige Staatssecretaris van EZ aan
uw Kamer is gestuurd staat onder meer dat gegeven de risico’s die gemoeid zijn met
het herinrichten van de destructiemarkt, er eerst op basis van de opgestelde rapporten
overleg gevoerd zou worden met de verschillende stakeholders en daarna een gewogen
besluit genomen zou worden. Op basis van die gesprekken met stakeholders is toen het
besluit genomen om deze markt voorlopig niet te liberaliseren. Omdat dit besluit niet
heeft geleid tot een aanpassing van de bestaande situatie is uw Kamer daarover destijds
niet expliciet nader geïnformeerd.
Vraag 14
Wat is de stand van zaken van het overleg met stakeholders over herinrichting van
de destructiemarkt?
Antwoord 14
Zie het antwoord op de vorige vraag. Hierover loopt momenteel geen overleg met de
stakeholders. Wel is het plan om binnenkort met de sector het gesprek aan te gaan
over de markt voor destructie op de middellange termijn.
Vraag 15
Op welke wijze heeft de conclusie uit eerder onderzoek dat Rendac een te hoge ondernemersvergoeding
in rekening brengt zijn weerslag gekregen in de overeenkomst tussen het Rijk en Rendac?
Antwoord 15
Conclusie van het rapport van Rebel (2015) was ook dat herijking van het vergoedingspercentage
periodiek maar ook niet te vaak moet plaats vinden. Herijking wordt onderdeel van
de nieuwe afspraken die momenteel met Rendac worden gemaakt. Zie ook antwoord op vraag
6.
Vraag 16
Wat is, gelet op voorgaande punten, uw inzet in het traject «om de afspraken met Rendac
over de te hanteren uitgangspunten bij de toerekening van kosten en opbrengsten, alsmede
de te verstrekken informatie, met ingang van 2020 te actualiseren»?8
Antwoord 16
Ik ben daarover momenteel in gesprek met Rendac. Dit gesprek moet leiden tot nieuwe
afspraken tussen de Staat en Rendac. Deze gesprekken zijn vertrouwelijk en het is
niet in het belang van de uitkomst, om gedurende de gesprekken daarover nu nadere
informatie te geven.
Vraag 17
Kunt aangeven in hoeverre in omliggende landen als België en Duitsland de overheid
een deel van de destructiekosten voor haar rekening neemt?
Antwoord 17
In België en in een aantal Duitse deelstaten neemt de overheid een deel van de destructiekosten
voor haar rekening.
Vraag 18
Hoe waardeert u de oproep van de landbouworganisaties om de tarieven voor 2020 te
bevriezen op het niveau van 2019 totdat er meer transparantie is en een nieuwe overeenkomst
afgesloten kan worden, en om de kosten voor de sector te plafonneren?
Antwoord 18
Ik heb de mogelijkheid om de door Rendac voorgestelde tarieven niet goed te keuren
indien de tarieven hoger zijn dan noodzakelijk, uitgaande van een redelijke toerekening
van totale kosten en opbrengsten. Zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven, is
dit niet het geval.
De tarieven behelzen 2 componenten:
1. De verwerkingskosten per dier. Deze kosten dalen gemiddeld met 4% in 2020. Deze daling
moet ten gunste komen van de aanbieders van aangewezen dierlijke bijproducten die
door Rendac worden opgehaald en verwerkt.
2. Transportkosten per stop. De transportkosten per stop stijgen uitsluitend omdat er
in de voorcalculatie van de tarieven is uitgegaan van een daling van het aantal stops
van 580.000 in 2019 naar 500.000 in 2020. Hierdoor zullen vaste kosten van Rendac
moeten worden omgeslagen over een beperkter aantal stops, waardoor het tarief per
stop stijgt.
Indien de stoptarieven zouden worden bevroren op het niveau van 2019 zou dit betekenen
dat Rendac het tekort dat hierdoor ontstaat, mag doorberekenen in de toekomstige tarieven
voor 2022. Dit is een ongewenste situatie omdat de aanbieders van kadavers in 2022
zouden moeten opdraaien voor kosten van aanbieders die inmiddels met hun bedrijf gestopt
zouden kunnen zijn. Deze optie had niet de voorkeur van alle sectoren.
Om bovengenoemde redenen is niet gekozen voor het bevriezen van de tarieven op het
niveau van 2019.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.