Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tielen over het bericht 'Utrechtse arbeidsmarkt minder hard geraakt dan andere regio’s'
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Utrechtse arbeidsmarkt minder hard geraakt dan andere regio’s» (ingezonden 5 juni 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 29 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met bovenstaand bericht van RTV Utrecht en de cijfers van het Uitvoeringsorgaan
Werknemersverzekeringen (UWV) waarnaar verwezen wordt?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u de cijfers van het UWV over de arbeidsmarktregio’s, waarnaar verwezen wordt,
op korte termijn naar de Kamer sturen?
Antwoord 2
Deze informatie is openbaar te vinden op de website van www.uwv.nl. Het stuk is gepubliceerd op 4 juni 2020 genaamd: «Coronacrisis: regionale verschillen
in impact op werkgelegenheid». Ik heb de publicatie van UWV meegezonden als bijlage
bij deze brief.
Vraag 3
Wat is het verschil tussen de ergst getroffen en de minst erg getroffen arbeidsmarktregio
en hoe is dit verschil te verklaren? Welke kenmerken, naast de in het artikel benoemde
sectoren, zijn van invloed op de mate van impact van de crisis?
Antwoord 3
Het verschil zit onder andere in een aantal sectoren dat in sommige regio’s meer vertegenwoordigd
zijn. De sectoren die het meest getroffen worden zijn onder andere de horeca, cultuur,
metaal en technologische industrie. Zo werkt in regio Groot Amsterdam bijvoorbeeld
34% in een sector waar een (zeer) grote krimp verwacht wordt, terwijl dit percentage
in regio Midden-Utrecht op 28% ligt2.
Andere kenmerken die een invloed hebben zijn onder andere: het aantal flexibele contracten,
het aantal zzp’ers en het aantal jongeren. Deze groepen werkenden worden relatief
hard getroffen door de coronacrisis en de contact beperkende maatregelen. Als een
regio relatief veel van deze groepen heeft, wordt de regio ook harder getroffen door
de coronacrisis.
Vraag 4
Is er na de vorige crisis onderzoek gedaan naar de verschillen tussen de arbeidsmarktregio’s
als het gaat om de impact van de crisis en de mate en snelheid van herstel? Welke
conclusies en aanbevelingen hebben deze onderzoeken opgeleverd?
Antwoord 4
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft in 2013 een studie verricht naar de
veerkracht van regionale arbeidsmarkten. Een van de conclusies was dat werknemers
na ontslag nauwelijks naar een andere regio verhuizen voor een nieuwe baan. Werknemers
die hun baan verliezen hebben echter niet overal in Nederland dezelfde mogelijkheden
voor het vinden van een nieuwe baan. De samenhang tussen sectoren in de regio speelt
daarbij een belangrijke rol. Een van de conclusies/aanbevelingen die werd gedaan is
om een brug te slaan tussen het arbeidsmarktbeleid, het werkgelegenheidsbeleid en
het onderwijs. In de kamerbrief van 5 juli 2019 «Arbeidsmarktbeleid in crisistijd»
is ingegaan op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tijdens de Grote Recessie. Elke
crisis is uniek. Op basis van de ontwikkelingen tijdens de vorige crisis kunnen we
wel een aantal algemene lessen trekken:
• Het precieze verloop van een crisis is lastig te voorspellen.
• De gevolgen van een neergang zijn ongelijk verdeeld (asymmetrische effecten op sectoren
en op verschillende groepen op de arbeidsmarkt).
• Nederland is gevoelig voor internationale ontwikkelingen, maar beleid kan effecten
van een crisis beperken.
Vraag 5
Is het mogelijk het gebruik van de NOW en de Tozo per arbeidsmarktregio in kaart te
brengen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn is een dergelijk overzicht beschikbaar
te maken en naar de Kamer te sturen?
Antwoord 5
Het overzicht van de NOW is inmiddels als bijlage bij de Kamerbrief «Monitoring Arbeidsmarkt
en Beroep Noodpakket» verzonden naar uw Kamer3.
Het gebruik van de Tozo is op dit moment nog niet regionaal inzichtelijk te maken.
Dit hangt samen met de decentrale uitvoering van deze regeling. Gegevens over het
gebruik van Tozo worden door het CBS in de bijstandsstatistiek verzameld. Het streven
is in het vierde kwartaal 2020 een betrouwbaar beeld te hebben van het totale aantal
toegekende Tozo-uitkeringen en verstrekkingen bedrijfskapitaal en de regionale verdeling
ervan.
Vraag 6
Op welke wijze worden arbeidsmarktregio’s betrokken bij de opzet en invulling van
andere steun- en herstelmaatregelen, zoals het platform Nederlandwerktdoor.nl en het
beoogde platform nlleertdoor.nl? In hoeverre is daarbij een arbeidsmarktregiospecifieke
invulling?
Antwoord 6
NLWerktDoor is opgezet door werkgevers, VNO-NCW, MKB Nederland, LTO, UWV, VNG, gemeenten,
vakbonden, private intermediairs, SBB, MBO-raad en de ministeries van SZW en OCW.
Het platform kent veel enthousiasme binnen de arbeidsmarktregio’s. Zij geven aan dat
dit goed aansluit op hun werkgeversdienstverlening en aandacht genereert voor de regionale
werkgeversservicepunten.
Het platform «NLWerktDoor» wil vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar brengen.
Werkgevers kunnen met hun vraag naar personeel naar het platform www.NLwerktdoor.nl gaan. Het platform geleidt de vraag van werkgevers door naar het relevante werkgeversservicepunt
(WSP) in een van de 35 arbeidsmarktregio’s. In de arbeidsmarktregio wordt vervolgens
de match gemaakt. Daarnaast verbindt het platform bestaande platforms en initiatieven,
waaronder de van werk naar werk platforms in de arbeidsmarktregio’s zoals Rijnmond
werkt door en Werk Samen Midden Brabant.
Voor NL Leert Door wordt op dit moment een subsidieregeling uitgewerkt voor ontwikkeladviezen
en online-scholing. De Kamer wordt hierover binnenkort nader geïnformeerd. De bedoeling
van de regeling is dat mensen kosteloos ontwikkeladvies kunnen krijgen en/of online-scholing
kunnen volgen. Via de begeleidende campagne worden stakeholders, waaronder partijen
in arbeidsmarktregio’s, gevraagd potentiële deelnemers die baat kunnen hebben bij
ontwikkeladvies of online-scholing, te benaderen en erop te wijzen dat deze mogelijkheden
er zijn. Ook kunnen zij hen eventueel ondersteunen om een geschikte loopbaanadviseur
of scholingsactiviteit te vinden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.