Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de situatie in gevangenissen in coronatijd
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de situatie in gevangenissen in coronatijd (ingezonden 14 mei 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 29 juni 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3004
Vraag 1 en 2
Wat is uw reactie op het bericht, «Coronamisstanden in gevangenissen, gedetineerden
worden monddood gemaakt»?1
Bent u ervan verzekerd dat u zelf een goed beeld heeft van de actuele en feitelijke
gang van zaken in de gevangenissen? Zo ja, hoe kan het dan dat op een fors aantal
punten het beeld zoals dat geschetst wordt door gedetineerden en familieleden afwijkt
van hetgeen u steeds aan de Kamer heeft gemeld?
Antwoord 1 en 2
Mijn berichtgeving aan de Tweede Kamer is gebaseerd op informatie van de Dienst Justitiële
Inrichtingen (DJI). Ik heb vertrouwen in de juistheid van deze informatie. DJI informeert
mij regelmatig over de uitvoering van de coronamaatregelen. Ik leg daarnaast (virtuele)
werkbezoeken af aan penitentiaire inrichtingen. Deze geven mij een goed beeld van
een penitentiaire inrichting (PI) en van de lokale situatie.
Vraag 3
Vindt u het eigenlijk gerechtvaardigd dat het voor gedetineerden zo moeilijk wordt
gemaakt hun verhaal te doen, terwijl het uitdrukkelijk niet gaat over de delicten
en belangen van slachtoffers, maar slechts over de feitelijke gang van zaken en de
omstandigheden in detentie? Zo ja, waarom? Op wat voor sancties kunnen gedetineerden
rekenen als bekend wordt dat ze hun ervaringen delen met Kamerleden en journalisten?
Antwoord 3
Een gedetineerde moet de directeur om toestemming vragen voor een gesprek met de media.
De directeur beoordeelt dit verzoek aan de hand van artikel 40 van de Penitentiaire
Beginselenwet. Hierin staat dat een gedetineerde een gesprek met de media kan voeren
als het bepaalde belangen niet schaadt zoals de bescherming van de openbare orde en
de goede zeden of het belang van de orde en veiligheid in de inrichting. Ook kan de
directeur voorwaarden verbinden aan een gesprek met de media of er toezicht op uitoefenen.
Indien een gedetineerde deze toestemming niet heeft gekregen en toch een gesprek heeft
met de media kan een sanctie worden opgelegd. Dat kan bijvoorbeeld een straf op cel
zijn of een extra controle op brief- en telefoonverkeer. Het bepalen van de sanctie
is maatwerk en mede afhankelijk van de ernst van de gevolgen van het niet naleven
van de regels.
Vraag 4
Waren er nu echt geen veilige oplossingen te bedenken voor het bezoek van bijvoorbeeld
een terminaal zieke vader die voor een laatste keer zijn gedetineerde zoon wilde bezoeken?
Waarom konden diezelfde dag dan wel bouwvakkers in de inrichting werkzaamheden uitvoeren?
Antwoord 4
Het opschorten van al het bezoek en verlof in de PI’s was noodzakelijk om verspreiding
van het coronavirus te voorkomen. Mede hierdoor is het aantal besmettingen binnen
de inrichtingen tot nu toe beperkt gebleven. Deze maatregelen vallen veel gedetineerden
zwaar en dat is begrijpelijk. De ontwikkeling van het aantal besmettingen in Nederland
staat een stapsgewijze versoepeling van de mogelijkheden tot bezoek en verlof inmiddels
weer toe. Ik heb uw Kamer daarover op 29 mei en 15 juni geïnformeerd.2
Het verrichten van onderhoudswerkzaamheden door bouwvakkers is niet in strijd met
deze maatregelen als deze werkzaamheden nodig zijn voor de veiligheid van personeel
en gedetineerden. Uiteraard worden hierbij de richtlijnen van het RIVM in acht genomen.
Vraag 5
In hoeverre zijn de mogelijkheden om te Skypen per gedetineerde, om het verbod op
bezoek te compenseren, nu daadwerkelijk verruimd? Erkent u dat dit niet soepel verloopt?
Antwoord 5
Contact met familieleden en naasten is voor iedereen van belang, ook voor gedetineerden.
Om de opschorting van bezoek en verlof te compenseren zijn de mogelijkheden voor beeldbellen
(Skype) in hoog tempo vergroot. Binnen een week na de maatregelen waren er hiervoor
400 tablets beschikbaar. Inmiddels beschikt DJI over 850 tablets met een veilige Skypeverbinding
voor alle inrichtingen. Weliswaar waren in een aantal inrichtingen opstartproblemen
maar die zijn inmiddels verholpen. Daarnaast zijn er af en toe verstoringen die niet
beïnvloedbaar zijn, zoals bijvoorbeeld een landelijke storing met Skype of met een
netwerkverbinding. Over het algemeen verloopt het gebruik van Skype adequaat en conform
de verwachting. Buiten de mogelijkheid van Skypen houden de gedetineerden de mogelijkheid
tot telefonisch contact.
Vraag 6
Waarom verschillen de bezoekregelingen voor advocaten per inrichting? Vindt u dat
terecht?
Antwoord 6
Zoals eerder aangegeven behouden advocaten de mogelijkheid om cliënten te bezoeken,
bijvoorbeeld met plexiglas tussen advocaat en cliënt of op 1,5 meter afstand. De rechtsgang
moet immers ongestoord kunnen plaatsvinden. De situatie per gebouw verschilt echter
per inrichting. Daarom hebben vestigingsdirecteuren de ruimte gekregen om voor hun
eigen vestiging maatwerk toe te passen om het bezoek van advocaten veilig, conform
de richtlijnen van het RIVM, te laten plaatsvinden. Dit betekent dat de bezoekregeling
per inrichting kan verschillen.
Naast de mogelijkheid tot fysiek bezoek staan de advocaten ook andere manieren ter
beschikking om vorm te geven aan contact met hun gedetineerde cliënt zoals via de
telefoon of beeldbellen.
Vraag 7 en12
Wat is uw reactie op de kritiek dat de anderhalve meter afstand in veel inrichtingen
niet wordt nageleefd, gedetineerden geen (of niet tijdig) zeep krijgen, medewerkers
geen beschermende middelen dragen en zelfs bij het fouilleren niet eens altijd handschoenen
gedragen worden? Hoe is dit mogelijk?
Kunt u garanderen dat nieuwe gedetineerden altijd eerst in quarantaine worden geplaatst,
of zijn er uitzonderingen?
Antwoord 7 en 12
De medewerkers van DJI houden zich aan de richtlijnen van het RIVM, binnen de mogelijkheden
die de gebouwen bieden. Conform deze richtlijnen gebruiken medisch personeel en medewerkers
die in direct contact komen met mogelijk besmette gedetineerden persoonlijke beschermingsmiddelen
zoals een masker en handschoenen. Daarnaast gebruiken DJI-medewerkers die nieuw binnenkomende
gedetineerden moeten fouilleren en visiteren persoonlijke beschermingsmiddelen.
In de algemene ruimten van de PI is zeep beschikbaar waarmee gedetineerden de handen
kunnen wassen. Gedetineerden zijn zelf verantwoordelijk voor de aanwezigheid van zeep
op cel. Zeep kan worden gekocht in de gedetineerdenwinkel. Het kan voorkomen dat bepaalde
merken zeep tijdelijk niet voorradig zijn, maar dan is er altijd een alternatief voorhanden.
Er is dan ook geen sprake van dat gedetineerden niet of niet tijdig worden voorzien
van zeep.
Nieuwe gedetineerden van buitenaf worden altijd twee weken op een eenpersoonscel geplaatst.
Contact met andere gedetineerden wordt vermeden. Bij binnenkomst in de PI vindt direct
een medische intake plaats met verscherpte aandacht voor coronaverschijnselen en eventuele
kwetsbaarheid van de gedetineerde. Zo nodig wordt op medische indicatie getest op
besmetting. Tijdens deze twee weken is er sprake van «close monitoring» om te bezien
of een gedetineerde klachten ontwikkelt. Indien dit het geval is wordt de betrokkene
direct volgens protocol geïsoleerd. Na de quarantaineperiode van 2 weken kan de gedetineerde
op de afdeling en eventueel in een meerpersoonscel worden geplaatst.
Vraag 8
Begrijpt u de angst voor verspreiding van het virus in gesloten setting, mede vanwege
de ervaringen in andere landen?
Antwoord 8
De situaties die zich in andere landen hebben voorgedaan zijn inderdaad zorgelijk.
Om dit soort situaties in Nederlandse inrichtingen te voorkomen heeft DJI in een vroeg
stadium vergaande maatregelen getroffen. Dit heeft het ervoor gezorgd dat het aantal
besmettingen zeer beperkt is gebleven.
Vraag 9
Wat zijn nu precies de criteria voor plaatsing in het Justitieel Centrum voor Somatische
Zorg? Waarom wordt daar niet veel eerder toe overgegaan, omdat daar de kennis en expertise
is en men daar een afdeling heeft voor besmette personen?
Antwoord 9
Gedetineerden met coronagerelateerde klachten worden geïsoleerd. De medische zorg
in de PI’s is gelijkwaardig aan de zorg buiten detentie.3 Een gedetineerde met (milde) coronaklachten kan daarom in de eigen inrichting worden
behandeld. In het geval er 24-uurs zorg nodig is, maar geen sprake is van een noodzaak
tot ziekenhuisopname worden gedetineerden overgeplaatst naar het Justitieel Centrum
voor Somatische zorg JCvSZ. Het JCvSZ is geen ziekenhuis. Als klachten van een gedetineerde
wel van dien aard zijn dat een ziekenhuisopname noodzakelijk is, zal betrokkene in
een regulier ziekenhuis worden opgenomen.
Vraag 10
Klopt het beschrevene over de inval van het Interne Bijstandsteam?
Antwoord 10
De aard van het werk van het IBT brengt met zich mee dat de 1,5 meter niet altijd
gehandhaafd kan worden, omdat zij personen die onwillig of agressief gedrag vertonen
in bedwang dienen te houden. Ook het dragen van een mondmasker kan, als zij in actie
moeten komen en één of meerdere gedetineerden fysiek in bedwang moeten houden, niet
goed mogelijk of zelfs risicovol zijn. Het IBT werd in PI Vught ingezet op een afdeling
met gedetineerden die geen coronagerelateerde verschijnselen vertoonden. Conform de
richtlijnen van het RIVM is het in een dergelijke situatie niet nodig om mondmaskers
te dragen. Indien medewerkers van het IBT zelf coronagerelateerde klachten hebben
blijven zij, conform de RIVM-richtlijnen, thuis.
Vraag 11
Klopt het dat op een afdeling, waar een besmette persoon verbleef die later is overleden,
daarna niemand is getest? Zo ja, waarom niet?
Antwoord 11
Het betreft hier een persoon die is overleden tijdens de extramurale fase van de ISD-maatregel
(Inrichting Stelselmatige Daders). Op het moment dat hij de inrichting verliet, had
hij nog geen klachten. Daarom zijn de voormalige celgenoten conform de destijds geldende
richtlijnen van het RIVM niet getest. Deze schreven voor dat er alleen werd getest
als sprake was van coronagerelateerde klachten. De voormalige afdelingsgenoten zijn
wel gemonitord op coronagerelateerde symptomen. Het staat overigens niet vast dat
de betreffende gedetineerde aan corona is overleden.
Vraag 13
Wat is uw reactie op de uitspraak van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming,
die een gedetineerde gelijk gaf die bezwaar maakte tegen plaatsing in een meerpersoonscel?
Welke consequenties heeft dit voor het beleid door te gaan met de inzet van meerpersoonscellen?
Hoe kan dat eigenlijk veilig en verantwoord plaatsvinden conform de richtlijnen van
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu?
Antwoord 13
De RSJ heeft in deze zaak de plaatsing van de gedetineerde in een meerpersoonscel
geschorst, omdat de directeur in die specifieke casus onvoldoende heeft gemotiveerd
waarom het gezondheidsrisico aanvaardbaar was.4 In overige zaken is de plaatsing in een meerpersoonscel niet geschorst. De eerstgenoemde
uitspraak van de RSJ doet dan ook geen afbreuk aan het kunnen plaatsen van gedetineerden
in meerpersoonscellen.
Het plaatsen in een meerpersoonscel kan veilig en verantwoord plaatsvinden omdat daarbij
een vaste werkwijze wordt gehanteerd. Gedetineerden die voor het eerst instromen in
een penitentiaire inrichting worden eerst twee weken op een eenpersoonscel op een
aparte inkomstenafdeling geplaatst (gelet op incubatietijd van het coronavirus). In
deze periode wordt gemonitord of de gedetineerde klachten ontwikkelt. Als dit niet
het geval is, kan de gedetineerde op de afdeling en eventueel een meerpersoonscel
worden geplaatst. Alleen gedetineerden die volledig klachtvrij zijn, worden samen
in een cel geplaatst. Bij elke verdenking van besmetting wordt er getest. Voor gezonde
gedetineerden zijn meerpersoonscellen ook in de huidige situatie een passende vorm
van detentie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.