Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk en Karabulut over de verplichte Marokkaanse nationaliteit
Vragen van de leden Jasper van Dijk en Karabulut (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de ministers van Buitenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de verplichte Marokkaanse nationaliteit (ingezonden 25 september 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 29 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 499.
Vraag 1
Kent u het bericht «Marokkanen willen af van verplichte nationaliteit»?1 Wat is uw oordeel daarover?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid om gehoor te geven aan de oproep van een groep Marokkaanse Nederlanders
om hen te steunen in hun strijd tegen de verplichte Marokkaanse nationaliteit? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het manifest «Keuzevrijheid in Nationaliteit» is geschreven door 12 Nederlanders die
zich verbonden voelen met Nederland en zelf een keuze willen kunnen maken om afstand
te doen van de Marokkaanse nationaliteit. Het Kabinet heeft begrip voor deze wens
tot keuzevrijheid.
Vraag 3
Bent u het met de opstellers van het Manifest eens dat de Marokkaanse nationaliteit
aan deze Nederlanders wordt opgedrongen en daarnaast onlosmakelijk is verbonden met
angst en onvrijheid? Zo nee, hoe ziet u dit dan?
Antwoord 3
Het kabinet is van mening dat het recht om afstand te doen van een nationaliteit begrepen
moet worden onder het recht om van nationaliteit te veranderen, als bedoeld in artikel
15 tweede lid van de Universele verklaring van de Rechten van de Mens.
Ook onder de Rijkswet op het Nederlanderschap wordt de Nederlandse nationaliteit voor
kinderen geboren uit Nederlandse ouders van rechtswege verkregen. Of dit als dwingend
wordt ervaren of anderszins is een individuele aangelegenheid.
Vraag 4
Wat gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat Marokkaanse Nederlanders hun dubbele
nationaliteit niet langer opgedrongen krijgen? Wanneer kan de Kamer daarvan de eerste
resultaten verwachten?
Antwoord 4
Het thema is recent na het verschijnen van het manifest besproken met de Marokkaanse
Minister van Buitenlandse Zaken, waarbij door hem is verwezen naar de bestaande Marokkaanse
wet – en regelgeving.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat andere Marokkaanse Nederlanders het Manifest wel steunen, maar
niet ondertekenen uit angst voor repercussies vanuit Rabat?
Antwoord 5
Indien dit het geval is, dan vind ik dit onwenselijk. Nederland is een democratische
rechtsstaat en de vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen binnen de grenzen
van de wet.
Vraag 6
Erkent u dat Nederlanders met een Marokkaanse nationaliteit in de problemen kunnen
komen in Marokko omdat zij rekening moeten houden met Marokkaanse wetten en daarbij
in tegenstelling tot andere Nederlanders niet dezelfde ondersteuning van de Nederlandse
overheid krijgen, juist vanwege het opgedrongen bezit van de Marokkaanse nationaliteit?
Antwoord 6
Ja, het kabinet erkent dat Nederlanders met een Marokkaanse nationaliteit in Marokko
zich aan de Marokkaanse wet – en regelgeving moeten houden. In beginsel dient namelijk
een ieder zich te houden aan wet- en regelgeving.
Nederland zet zich ervoor in om waar mogelijk en gewenst consulaire bijstand te verlenen
in Marokko. Er bestaat echter op grond van internationaal recht geen onverkort recht
op consulaire bijstand. In beginsel verleent Nederland consulaire bijstand aan alle
Nederlanders, ongeacht hun eventuele andere nationaliteit(en). Bij personen met een
meervoudige nationaliteit kan het echter voorkomen dat het land van de andere nationaliteit
de verlening van consulaire bijstand van Nederland niet toestaat. Dat kan van invloed
zijn op de mogelijkheid van consulaire bijstand of de mate waarin die kan worden geboden.
In dergelijke gevallen zal Nederland altijd in overleg treden om te bezien of alsnog
bijstand verleend kan worden.
Vraag 7
Bent u bereid om, zolang Marokkaanse Nederlanders geen afstand kunnen doen van hun
Marokkaanse nationaliteit, deze mensen eenzelfde mate van ondersteuning te bieden
als andere Nederlanders? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 7
Ja, binnen de mogelijkheden van het internationaal recht.
Vraag 8
Is het juist dat via moskeeën en verenigingen in Nederland de Marokkaanse lange arm
nog steeds zichtbaar is binnen de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap, getuige bijvoorbeeld
de aanwezigheid van de Marokkaanse consul bij de opening van een nieuwe moskee in
Bergen op Zoom en niet te vergeten de talloze ambassadefeestjes, gesponsorde evenementen,
prijsuitreikingen, iftars, betaalde snoepreisjes naar Marokko of het alles uit de
kast trekken om jonge voetbaltalenten over te halen om niet voor Oranje te kiezen?
Wat onderneemt u tegen dit soort bemoeienis?
Antwoord 8
Het uitgangspunt is dat het hier gaat om Nederlandse organisaties die actief zijn
in de Nederlandse samenleving. Contacten vanuit de Marokkaanse overheid met Nederlanders
die ook over een Marokkaanse nationaliteit beschikken dienen dan ook gebaseerd te
zijn op vrijwilligheid en plaats te vinden binnen de grenzen van de wet.
Het staat Marokko vrij banden te onderhouden met Marokkanen die in Nederland wonen,
mits dit geschiedt op basis van vrijwilligheid en zolang dit past binnen de grenzen
van onze rechtsstaat. Er kan geen sprake zijn van ongewenste beïnvloeding op de individuele
levens van Nederlanders en de keuzes die zij maken. Wanneer het Kabinet constateert
dat de diasporapolitiek van een land de grenzen van onze rechtsstaat overschrijdt
of de participatie van de diaspora belemmert, dan is er sprake van ongewenste buitenlandse
inmenging. Hiervoor heeft het kabinet een aanpak. Voor de verschillende instrumenten
die het kabinet tot haar beschikking heeft verwijs ik naar de brief van 16 maart 2018
over de aanpak ongewenste buitenlandse inmenging
2. Hierin wordt een landenneutrale aanpak geschetst met een overzicht van het instrumentarium
dat het kabinet kan inzetten, afhankelijk van de concrete situatie. Er worden tevens
enkele voorbeelden gegeven.
Vraag 9
Bent u bereid om zo snel mogelijk in overleg te gaan met de Marokkaanse autoriteiten
over het loslaten van de verplichte Marokkaanse nationaliteit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het onderwerp is door de Minister van Buitenlandse Zaken na het verschijnen van het
manifest besproken met de Marokkaanse Minister van Buitenlandse Zaken. In dit gesprek
is door Minister Blok aandacht gevraagd voor deze kwestie. In reactie heeft de Marokkaanse
Minister verwezen naar bestaande Marokkaanse wet- en regelgeving.
Vraag 10
Bent u bereid om de samenwerking met andere Europese landen te zoeken wiens inwoners
tegen dezelfde problemen aanlopen ten einde een doorbraak in deze kwestie te forceren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Uit navraag bij een aantal Europese landen blijkt dat de discussie over het opgeven
van de Marokkaanse nationaliteit niet in dezelfde mate tot maatschappelijke discussie
leidt als in Nederland. Wel is er in meer Europese landen maatschappelijke discussie
over de (on)mogelijkheid van het hebben van dubbele nationaliteit. Er is geen EU-standpunt
over dit onderwerp omdat nationaliteitsrecht niet onder de bevoegdheid valt van de
EU, maar onder die van de afzonderlijke lidstaten. Pas wanneer het gaat om de aan
de nationaliteit van een lidstaat verbonden Unieburgerschapsrechten komt het EU-recht
in het geding.
Daar is in dit geval geen sprake van.
Vraag 11
Kunt u deze vragen afzonderlijk en nog voordat de begrotingsbehandelingen aanvangen
beantwoorden?
Antwoord 11
Uw Kamer ontvangt deze antwoorden gezamenlijk met het antwoord op het verzoek van
lid Paternotte (D66) bij de Regeling van Werkzaamheden van 24 september 2019 om een
schriftelijke reactie op het manifest «Keuzevrijheid in nationaliteit».
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.