Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beertema over het bericht dat ROC Nijmegen af wil van een docente, omdat zij een kritisch boek over de gang van zaken op school had gepubliceerd
Vragen van het lid Beertema (PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat ROC Nijmegen af wil van een docente, omdat zij een kritisch boek over de gang van zaken op school had gepubliceerd (ingezonden 22 juni 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
26 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat ROC Nijmegen af wil van een docente, omdat zij een
kritisch boek over de gang van zaken op school had gepubliceerd?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt de mening dat door deze beslissing van ROC Nijmegen de vrijheid van meningsuiting
van de leraren die bij het ROC Nijmegen werkzaam zijn, in het geding is gekomen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 2
Zoals ik reeds in het Algemeen Overleg over sociale veiligheid op een eerdere vraag
van het lid Beertema (PVV) heb laten weten: docenten moeten zich volledig vrij voelen
om kritisch te zijn over de instelling waar ze werken, vanzelfsprekend met de waarborgen
van privacy.2 Over eventuele kritiek zal binnen de instelling een goed gesprek gevoerd moeten worden.
Dit met het doel om van kritiek te leren en zo bij te dragen aan een betere onderwijskwaliteit.
Waar het gaat om dit specifieke geval is het bestuur van ROC Nijmegen verantwoordelijk
voor het werkgeverschap en derhalve ook voor het voorgenomen besluit voor ontbinding
van de arbeidsovereenkomst. Zoals ik het in het Algemeen Overleg over sociale veiligheid
heb aangegeven, ligt een en ander genuanceerder dan in eerdere berichtgeving naar
voren is gebracht. Zo heeft ROC Nijmegen mij laten weten dat sprake is van een onherstelbaar
verstoorde arbeidsrelatie vanwege de wijze waarop vertrouwelijke informatie is gedeeld
met de media. Het is uiteindelijk aan de rechter om te oordelen of ROC Nijmegen in
dit geval zorgvuldig heeft gehandeld.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat iedere leraar of lerares met inachtneming van de geldende
wet- en regelgeving omtrent privacy het recht moet hebben om een boek over zijn of
haar ervaringen op de werkvloer te schrijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Ja, deze opvatting deel ik.
Vraag 4
Deelt u de mening dat ROC Nijmegen een klimaat van angst en intimidatie heeft gecreëerd
op de werkvloer waardoor de vrijheid van meningsuiting van het personeel ernstig onder
druk is komen te staan? Zo ja, bent u voornemens om met de school in gesprek te gaan
om te bevorderen dat onderwijspersoneel weer de vrijheid heeft om met inachtneming
van de geldende wet- en regelgeving op het gebied van privacy misstanden in het onderwijs
aan de kaak te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. Ik heb geen reden om te veronderstellen dat sprake is van een klimaat van angst
en intimidatie. Zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven, vind ik vrijheid van
meningsuiting een groot goed en is het uiteindelijk aan de rechter om te oordelen
of het bestuur van ROC Nijmegen deze vrijheid al dan niet in acht heeft genomen.
Vraag 5
Bent u bereid om de MBO Raad een onderzoek in te laten stellen naar het functioneren
van de medezeggenschapsraad inzake de beslissing van ROC Nijmegen om de docente in
kwestie te ontslaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het is niet aan mij om te besluiten over een onderzoek door de MBO Raad. Het ligt
ook niet voor de hand dat de MBO Raad op basis van deze situatie een onderzoek instelt,
omdat dit een zaak is van ROC Nijmegen zelf. Ik zal uw vraag wel onder de aandacht
van de MBO Raad brengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.