Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over fiscale moties en toezeggingen 2020 (Kamerstuk 35300-IX-20)
2020D26029 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 25 juni 2020 enkele vragen en opmerkingen
aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd
over zijn mede door de Staatssecretaris van Financién – Toeslagen en Douane op 12 juni
2020 toegezonden brief inzake «Fiscale moties en toezeggingen 2020 (Kamerstuk 35 300 IX, nr. 20).
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de fiscale moties- en toezeggingenbrief
en hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie maken zich al langer zorgen over de omzetting van de New
European Driving Cycle (NEDC) naar de Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure
(WLTP). De leden hebben kennisgenomen van het verslag van het schriftelijk overleg
over «uitvoering van de motie van de leden Omtzigt en Lodders over de implementatie
van meetmethoden en de bpm», waarin zij lezen dat «een budgetneutrale omzetting op
het niveau van individuele auto’s onmogelijk is» (Kenmerk 2020D25429). De leden blijven het verwonderlijk vinden dat een portemonneeneutrale omzetting
niet mogelijk is volgens de Staatssecretaris van Financien – Fiscaliteit en Belastingdienst.
De leden willen benadrukken dat de vervolgstappen, toegezegd door een van de voorgangers
van deze Staatssecretaris, naar een budgetneutrale omzetting waar «de automobilist
het niet moet merken» (Kenmerk 2016D42841) daarmee dus niet zijn uitgevoerd. Datzelfde geldt voor de motie-Omtzigt/Lodders
(Kamerstuk 35 302, nr. 48) die toeziet op een onafhankelijk onderzoek op ditzelfde onderwerp. De leden blijven
van mening dat de motie onvoldoende is uitgevoerd en vragen zich oprecht af waarom
het dictum van de motie niet precies is uitgevoerd. De leden komen hier in een door
het lid Lodders (VVD) aangevraagd VSO op terug.
Over specifiek het aangekondigde onderzoek in de fiscale moties- en toezeggingenbrief
naar gedragsreacties hebben de leden van de VVD-fractie nog een aantal opmerkingen.
De leden lezen over het onderzoek naar de gedragsreacties als gevolg van de omzetting
NEDC naar WLTP die het kabinet wil uitvoeren in de maanden voor en na de omzetting
op 1 juli 2020. De leden vragen de bevestiging dat onderzocht wordt in welke mate
de omzetting van NEDC naar WLTP en de daarmee gepaarde bpm-wijzigingen van invloed
is op de aankoop van een auto, hierbij rekening houdend met het feit dat we spreken
over verder identieke en/of vergelijkbare auto’s. Graag een uitgebreide toelichting
op dit punt, op de onderzoeksopzet, de onderzoeksmethode en de gestelde onderzoeksvragen.
De leden van de VVD-fractie willen nogmaals benadrukken dat de tweede EU-antibelastingontwijkingsrichtlijn
ATAD2 niet tot aanvullende administratieve lasten moet leiden voor het mkb. Welke
maatregelen worden overwogen indien blijkt dat dat wel het geval is? De leden vragen
welk overleg er is met de sector en hoe zij worden betrokken bij deze evaluatie?
Deelt het kabinet de mening van de leden van de VVD-fractie dat de lagere btw op elektronische
publicaties moet leiden tot lagere prijzen? Zo ja, welke maatregelen overweegt het
kabinet, mocht blijken dat de btw-verlaging niet heeft geleid tot een lagere prijs
van elektronische publicaties? Zo nee, waarom niet?
De leden vragen naar de effecten van de voorgenomen wijziging van het pensioenstelsel
(zoals blijkt uit de hoofdlijnennotitie van het kabinet en sociale partners) voor
de btw-plicht van pensioenfondsen die overgaan van een DB-systeem naar het nieuwe
systeem.
De leden vragen wat de stand van zaken is ten aanzien van de inbreukprocedure die
de Europese Commissie eerder heeft gestart over de belastingheffing bij buitenlandse
waardeoverdrachten van pensioenen. Klopt het dat de Commissie deze zaak aanhangig
heeft gemaakt bij het Hof van Justitie van de Europese Unie? Wat zijn de gevolgen
in termen van belastingderving en het ontstaan van ontwijkingsconstructies wanneer
het Hof van Justitie de Commissie in het gelijk stelt? Wat is het standpunt van het
kabinet ten aanzien van deze zaak? Wanneer verwacht het kabinet een uitspraak van
het Hof van Justitie?
De leden vragen in hoeverre bij het kabinet signalen bekend zijn over (forse) naheffingen
bij gepensioneerden met pensioenaanspraken bij meerdere fondsen of verzekeraars. Klopt
het dat er jaarlijks navorderingen van duizenden euro’s voorkomen, ondanks dat mensen
hun aangifte juist invullen? Hoeveel gepensioneerden hebben pensioenaanspraken bij
meerdere fondsen of verzekeraars? Hoe worden bij weduwnaars of weduwen de loonheffingskortingen
over het partnerpensioen toegepast over hun partnerpensioen? Welke oplossingen zijn
door het kabinet onderzocht voor deze problematiek?
De leden begrijpen dat de motie-Lodders/Van Weyenberg (Kamerstuk 35 029, nr. 20) over het voorstel om zonnepanelen standaard buiten de ozb te houden is overgedragen
aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De leden willen
benadrukken het uitermate vervelend te vinden dat de motie, die op 15 november 2018
is aangenomen, nu pas wordt overgedragen aan het Ministerie van BZK. Veel mensen willen
investeren in zonnepanelen en daarin is een langere termijn tot uitvoering van deze
motie een gemiste kans. De leden vragen wanneer het Ministerie van BZK verwacht een
voortgang te kunnen geven over hoe de motie wordt uitgevoerd. De leden verwachten
dat het Ministerie van Financiën en daarmee ook de vaste Kamercommissie voor Financien
op de hoogte wordt gesteld van de voortgang in uitwerking van de motie. De leden vragen
een bevestiging van het kabinet op dit punt. (bijlage 1)
De leden van de VVD-fractie hebben al verschillende keren aandacht gevraagd voor auto’s
met een buitenlands kenteken die veelvuldig in Nederland rondrijden, maar geen motorrijtuigenbelasting
betalen. Omdat de leden hier al verschillende keren naar hebben gevraagd, vragen zij
naar een toelichting op de uitvoering van de motie-Omtzigt, Kamerstuk 35 027, nr. 11 (bijlage 2).
De leden vragen een uitgebreidere toelichting dan «in behandeling» op de uitvoering
van de motie-Lodders over onderzoek naar modernisering van de reiskostenvergoeding
(Kamerstuk 35 302, nr. 44) (bijlage 2). Wat is de huidige stand van zaken? Wanneer verwacht het kabinet meer
duidelijkheid en hoe wordt het onderzoek vormgegeven?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de gewijzigde motie-Leijten/Lodders (Kamerstuk
21 501-07, nr. 1653) over niet afwijken van de aangenomen motie over besluitvorming op belastingheffing
bij unanimiteit «in behandeling» is. De leden vragen zich af waarom deze motie «in
behandeling» is, gezien het feit dat het dictum in de motie zeer helder en duidelijk
is. Een Kamermeerderheid heeft zich uitgesproken voor besluitvorming op belastingheffing
per unanimiteit. De leden verzoeken het kabinet per ommegaande te bevestigen dat zij
vasthoudt aan besluitvorming per unanimiteit op belastingheffing in Europa (bijlage
2).
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
Met interesse heeft de PVV-fractie kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
van 12 juni 2020.
De PVV-fractie constateert dat de motie aangaande fiscale behandeling van e-sigaretten
genoteerd staat als zijnde afgedaan.
Het Trimbos-instituut komt naast de conclusie die de Staatssecretaris aanhaalt tevens
tot de navolgende (niet-limitatief opgesomde) conclusies:
• Volgens beschikbaar onderzoek is de e-sigaret minder schadelijk dan een tabakssigaret.
• Een e-sigaret is voor een kleine groep rokers een effectief hulpmiddel bij stoppen
met roken van tabak.
• In wetenschappelijke studies worden succespercentages gevonden die vergelijkbaar zijn
met «reguliere» methoden om te stoppen met roken.
• Als rokers volledig overstappen op dampen levert dit hen gezondheidswinst op.1
Deelt de Staatssecretaris de mening van de PVV-fractie dat de overige conclusies behelzen
dat de e-sigaret niet, dan wel zeer beperkt betrokken dient te worden in de heffing
van accijnzen? Zo nee, waarom niet?
Is de Staatssecretaris bereid om een uitgebreid onderzoek te laten uitvoeren naar
de positieve effecten van de e-sigaretten bij het stoppen met roken en welke gezondheidswinst
bij de overstap naar dampen gerealiseerd worden?
Kan de Staatssecretaris aan de PVV-fractie toelichten waarom hij het wenselijk acht
om het beleid aangaande e-sigaretten, en breder het beleid aangaande accijnsheffing
op tabaksfabrikaten, over te laten aan de Europese Commissie?
Is de Staatssecretaris voornemens om andere accijns- en belastingheffing in de meest
brede zin eveneens over te laten aan de Europese Commissie uit het oogpunt van een
geharmoniseerde aanpak? Zo ja, om welke belastingen en accijnzen gaat het dan? Zo
nee, waarom niet?
Is de Staatssecretaris zich ervan bewust dat de accijns op sigaretten (en de btw)
in meerdere landen lager ligt dan in Nederland en dat Europees harmoniseren of convergentie
zoals bedoeld in art. 15 Richtlijn 2011/64/EU van accijns op sigaretten een daling
kan betekenen voor de uiteindelijke Nederlandse verkoopprijs van sigaretten?2
Kan de Staatssecretaris de PVV-fractie garanderen dat de Europese Commissie nimmer
zonder instemming van Nederland gaat bepalen hoeveel accijns, dan wel andersoortige
belastingen Nederland zou moeten heffen?
Is de Staatssecretaris zich ervan bewust dat Nederland (met een van de hoogste accijnzen
van Europa) nu al mogelijk in strijd met de strekking van artikel 15 en 16 Richtlijn
2011/64/EU heft over sigaretten en mogelijk daarmee fraude en smokkel binnen de EU
bevordert? De PVV-fractie verneemt graag of de Staatssecretaris gaat onderzoeken of
Nederland inderdaad fraude en smokkel van sigaretten bevordert en hoe hij dat, indien
aannemelijk, gaat voorkomen bij e-sigaretten.
De PVV-fractie vraagt zich voorts af hoe de Staatssecretaris op 12 juni 2020 tot de
conclusie is gekomen dat de toezegging aangaande de motie over bpm is afgedaan.3
Dit temeer aangezien de vaste commissie voor Financiën op 5 juni 2020 enkele vragen
en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst
heeft voorgelegd inzake «Uitvoering van de motie van de leden Omtzigt en Lodders over
de implementatie van meetmethoden en de bpm» (Kamerstuk 35 302, nrs. 48 en 79) en hier pas op 22 juni 2020 door de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit
en Belastingdienst een reactie op is gegeven.
Is de Staatssecretaris het met de PVV-fractie eens dat de motie nog niet is afgedaan
en dat SEO geen grondige second opinion heeft uitgevoerd en dat een grondige second
opinion derhalve alsnog moet plaatsvinden?
De Staatssecretaris refereert aangaande de bpm eveneens aan een nog plaats te vinden
onderzoek naar gedragsreacties als gevolg van de omzetting van de NEDC-CO2-uitstoot
naar de WLTP-CO2-uitstoot.4
De PVV-fractie vraagt zich af of dat onderzoek al van start is gegaan en/of dat het
enkel gedragsreacties betreft of dat hier tevens aanvullend nader onderzoek wordt
gedaan naar de zogenoemde portemonneebudgetneutraliteit. Kan de Staatssecretaris hierbij
nader ingaan op de exacte scope en parameters van het onderzoek en deze voor de aanvang
van het onderzoek delen met de Kamer?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Staatssecretaris
over de fiscale moties en toezeggingen. Deze leden verwijzen allereerst naar hun inbreng
over de bpm en de overgang van NEDC naar WLTP en vinden daarom dat alle moties en
toezeggingen op dit gebied nog niet zijn afgedaan. Zij verzoeken de Staatssecretaris
fatsoenlijk onderzoek te doen naar de budgetneutrale omzetting van de NEDC-testmethode
naar de WLTP-testmethode, zoals gevraagd in de motie-Omtzigt/Lodders (Kamerstuk 35 302, nr. 48).
De leden van de CDA-fractie lezen met belangstelling dat er eindelijk gekeken wordt
naar de praktische rechtsbescherming van burgers en kleine bedrijven. Zij verzoeken
de Staatssecretaris en de onderzoeker speciaal lessen te trekken uit de kinderopvangtoeslagaffaire,
de problemen met poststukken die op grote schaal zoekraken en de dossiers en documenten
die kwijt zijn. Zij spreken de hoop uit dat dit onderzoek zal leiden tot concrete
voorstellen, zodat belastingplichtigen en toeslaggerechtigden in de praktijk echt
een verbetering van de rechtsbescherming zullen merken.
De leden van de CDA-fractie verzoeken de Staatssecretaris uiterlijk op Prinsjesdag
terug te komen op de elektrische voertuigen voor doelgroepenvervoer.
De leden van de CDA-fractie verzoeken de Staatssecretaris nogmaals met de Autoriteit
Consument en Markt (ACM) te spreken en te vragen de prijzen van de abonnementen op
de grote kranten en tijdschriften te vergelijken voor 1 januari en na 1 januari in
verband met de btw-verlaging. Kan de Staatssecretaris aangeven of de prijzen daadwerkelijk
lager zijn geworden?
Verder zou de Staatssecretaris terugkomen op het feit of mensen hun betaalde btw terug
zouden krijgen bij een vooruitbetaling van een abonnement. Graag vernemen de leden
van de CDA-fractie hoe dat verloopt.
De leden van de CDA-fractie vernemen tot slot graag wanneer de e-commerce-richtlijn
volledig geïmplementeerd is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brieven over fiscale moties
en toezeggingen. Deze leden hebben een aantal vragen, waarvan een deel al naar voren
wordt gebracht in dit schriftelijk overleg.
Het valt de leden van de D66-fractie op dat bij veel moties en toezeggingen wordt
aangegeven dat deze «in behandeling» zijn. Bij een aanzienlijk deel van deze moties
en toezeggingen ontbreekt een verdere toelichting. Deze leden vragen het kabinet om
hierop te reflecteren en in het vervolg bij moties en toezeggingen die «in behandeling
zijn» verder toe te lichten waar het kabinet met deze behandeling staat.
De leden van de D66-fractie wijzen op de toezegging van het kabinet om varianten van
rekeningrijden uit te werken en voor de zomer naar de Kamer te sturen. Deze leden
lezen dat dit onderzoek loopt. Deze leden benadrukken dat dit onderzoek geen vertraging
mag oplopen en vragen het kabinet om te bevestigen dat dit onderzoek zo snel mogelijk
naar de Kamer wordt gestuurd.
De leden van de D66-fractie verwelkomen dat het mandaat voor het inclusieve kader
binnen het project Base erosion and profit shifting (BEPS) is verlengd met vijf jaar,
aangezien in dit verband meer dan 135 landen samenwerken tegen belastingontwijking
en -ontduiking.
De leden van de D66-fractie wijzen op de toezegging van het kabinet om op basis van
het onderzoek naar het verlengen van het verlaagde tarief van de energiebelasting
voor laadpalen met open houding naar deze verlenging te kijken en de beantwoording
van de Staatssecretaris dat het kabinet op basis van dit onderzoek zou kijken wat
er met deze verlenging moet gebeuren. Deze leden vragen het kabinet om te reageren
op de bevindingen van het onderzoek naar laadpalen. Deze leden vragen om daarbij expliciet
in te gaan op de conclusies dat de afloop van het verlaagde tarief slecht uitpakt
voor het verder uitrollen van publieke laadpalen en dat aanvullend overheidsbeleid
gewenst is.
De leden van de D66-fractie wijzen op de toezegging dat het kabinet zal monitoren
dat er voor het doelgroepenvervoer voldoende emissievrije opties zijn en dat is toegezegd
dat het kabinet dit in de gaten blijft houden. Deze leden wijzen op de beraadslagingen,
waarin verschillende Kamerleden benadrukken dat het vooral belangrijk is dat het doelgroepenvervoer
in de beginperiode voldoende emissievrije mogelijkheden heeft. Het kabinet geeft nu
aan dat deze motie wordt ingevuld met de evaluatie in 2021 door het Ministerie van
Infrastructuur en Waterstaat. Deze leden vragen hoe het Ministerie van Infrastructuur
en Waterstaat juist in de tussentijd monitort dat het doelgroepenvervoer voldoende
opties heeft. Deze leden vragen hoe de Kamer hier juist in de tussentijd over wordt
geïnformeerd.
De leden van de D66-fractie vragen het kabinet om verder toe te lichten wanneer het
kabinet het zo volledig mogelijke overzicht van situaties van discoördinatie tussen
belastingheffing en premieheffing in relatie tot België en Duitsland naar de Kamer
zal sturen.
De leden van de D66-fractie wijzen op de toezegging5 dat naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek van het Trimbos-instituut
naar de schadelijke gevolgen van e-sigaretten de introductie van een verbruiksbelasting
zou worden overwogen. Deze leden vragen wat voor tijdpad voorzien is bij de herziening
van de richtlijn betreffende accijns op tabaksproducten en het opnemen van e-sigaretten
onder de richtlijn met als doel accijnsheffing op e-sigaretten. Deze leden vragen
om de invulling van de toezegging om naar aanleiding van het onderzoek te kijken naar
de mogelijkheid van een verbruiksbelasting. Deze leden vragen welk tijdpad voor een
verbruiksbelasting mogelijk is.
De leden van de D66-fractie vragen welke signalen het kabinet sinds de behandeling
van het pakket Belastingplan 2020 heeft ontvangen over de effecten van de wetgeving
ten aanzien van het btw-tarief voor elektronische uitgaven voor innovatieve vormen
van elektronische uitgaven.
De leden van de D66-fractie verwelkomen dat met het Belastingplan 2021 rekening wordt
gehouden met het doenvermogen. Deze leden wijzen erop dat een doenvermogentoets juist
als doel moet hebben dat het doenvermogen vanaf het begin een onderdeel moet zijn
van het proces van nieuwe wet- en regelgeving. Deze leden vragen of de suggesties,
zoals het betrekken van burgerpanels, belangenorganisaties en gedragsexperts ook al
bij het Belastingplan 2021 wordt ingezet.
De leden van de D66-fractie vragen naar de actuele stand van zaken bij de invulling
van de motie over de energiebelasting bij batterijopslag. Deze leden lezen dat actief
wordt ingezet op het uitwerken van een oplossing, maar tegelijkertijd dat het opnemen
van een bestendig voorstel in het Belastingplan 2021 met inwerkingtreding per 1 januari
niet haalbaar is gebleken. Deze leden vragen aan wat voor andere oplossingen wordt
gedacht en per wanneer deze wel haalbaar zijn.
De leden van de D66-fractie vragen naar de actuele stand van zaken bij de dialoog
over een tax governance code.
De leden van de D66-fractie vragen op welke wijze het kabinet structureel, bijvoorbeeld
jaarlijks, inzicht geeft een de bestaande aftrekposten, belastingregelingen en andere
grondslagversmallers.
De leden van de D66-fractie lezen dat de invulling van de motie om uiterlijk in 2023
een effectmeting naar de bronbelasting uit te voeren is afgedaan. Deze leden kijken
uit naar deze nog te ontvangen effectmeting.
De leden van de D66-fractie vragen om een aantal concrete voorbeelden van manieren
waarop de transparantie bij de gedragscodegroep is verbeterd. Deze leden wijzen in
dit kader op het bericht6 dat deze overleggroep zeer anoniem en vertrouwelijk is en vragen het kabinet om hierop
te reageren.
II Reactie van de Staatssecretaris van Financién – Fiscaliteit en Belastingdienst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.