Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Van Ojik c.s. t.v.v. nr. 10 over het behouden van de beroepsmogelijkheid bij niet tijdig beslissen
35 476 Tijdelijke wet tot opschorting van regels omtrent dwangsommen en het instellen van beroep bij niet tijdig beslissen op een asielaanvraag (Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND)
Nr. 12
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN OJIK C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 101
Ontvangen 24 juni 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In het opschrift vervalt «en het instellen van beroep».
II
In de beweegreden vervalt «en het instellen van beroep».
III
In artikel 1 wordt «en 6:2, aanhef en onderdeel b,» vervangen door «, afdeling 8.2.4a
en artikel 8:72, zesde lid,».
IV
Artikel 5 vervalt.
Toelichting
De indieners delen het oordeel van de Afdeling advisering van de Raad van State dat
niet valt in te zien waarom het, teneinde de kosten die uit de dwangsomproblematiek
voortvloeien een halt toe te roepen, noodzakelijk zou zijn tevens het beroep tegen
niet tijdig beslissen in asielzaken als zodanig uit te sluiten. De indieners erkennen
dat het afhandelen van beroepszaken een werklast meebrengt voor de IND, maar stelt
daar tegenover dat deze werklast door de IND en de regering zelf is veroorzaakt, en
het disproportioneel zou zijn om een fundamenteel recht als het instellen van beroep
bij de bestuursrechter op basis daarvan (tijdelijk) aan asielzoekers te ontzeggen.
Waar voor het verbeuren van het huidige grote aantal dwangsommen geldt dat dit een
hevige last legt op de begroting van de IND, geldt dit slechts in mindere mate voor
het afhandelen van beroepen, aangezien door het verdwijnen van de dwangsom de prikkel
voor het instellen van beroep minder financieel en meer principieel van aard zal worden
en te verwachten valt dat hierdoor minder beroep zal worden aangetekend.
De indieners signaleren tevens dat de regering niet is ingegaan op de constatering
van de Afdeling dat door het afsluiten van de bestuursrechtelijke route asielzoekers
mogelijk gebruik kunnen gaan maken van de civiele rechter, gelet op artikel 112 Gw,
staande jurisprudentie van de Hoge Raad en het Unierecht, en dat hierdoor het opleggen
van dwangsommen wegens het niet tijdig nemen van besluiten bij de IND juist weer mogelijk
kan worden.
Gelet op het voorgaande concluderen de indieners dat de regering de noodzaak en proportionaliteit
van het tijdelijk schrappen van de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij niet
tijdig beslissen bij de bestuursrechter onvoldoende heeft gemotiveerd, en bovendien
niet voldoende zorgvuldig in kaart heeft gebracht wat de mogelijke effecten hiervan
zijn. Derhalve stellen de indieners voor om de mogelijkheid tot het instellen van
beroep bij niet tijdig beslissen bij de bestuursrechter voor asielzoekers in stand
te laten.
Van Ojik Jasper van Dijk Kuiken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. van Ojik, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid