Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over de richtlijnen voor reizen per vliegtuig in coronatijd
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de richtlijnen voor reizen per vliegtuig in coronatijd (ingezonden 10 juni 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
22 juni 2020).
Vraag 1
Waarom zijn de richtlijnen voor reizen per vliegtuig in coronatijd zo anders dan de
richtlijnen voor het openbaar vervoer (ov), de horeca en de cultuursector? Welke wetenschappelijke
onderbouwing is hiervoor?
Antwoord 1
Per sector is de afweging gemaakt wat passende maatregelen zijn om de kans op besmetting
te beperken. De sectorspecifieke eigenschappen zijn hierbij zwaarwegend.
Hoewel het effect van de ventilatiesystemen in vliegtuigen op de overdracht van COVID-19
niet wetenschappelijk is onderzocht, acht het RIVM het plausibel dat de ventilatie-
en filtersystemen in vliegtuigen zorgen voor een beperking van het risico op eventuele
overdracht van het coronavirus. Het ventilatiesysteem zorgt samen met het filter-
en airconditioning-systeem voor een verticale, naar beneden gerichte luchtstroom.
Hierdoor worden druppels in de uitademingslucht gericht naar beneden afgevoerd. Ook
is de luchtverversing (ventilatievoud) in een vliegtuigcabine hoog en wordt de lucht
in een vliegtuig elke drie minuten ververst.
In het protocol van de luchtvaart is de combinatie opgenomen van triage, gezondheidscheck,
het unieke ventilatiesysteem, spreiding waar mogelijk, niet medische mondkapjes en
de mogelijkheid om gericht en snel bron- en contactonderzoek te doen, die maakt dat
in capaciteitsrestricties voor de luchtvaart niet is voorzien.
Vraag 2
Hoe kijkt u naar artiesten en kunstenaars die zich wanhopig afvragen of ze maar in
een vliegtuig moeten optreden om toch voor een groter publiek te mogen spelen?
Antwoord 2
We snappen dat artiesten en kunstenaars met smart uitkijken naar de tijd waarin weer
voor een groter publiek gespeeld mag worden. Helaas is het op dit moment nog niet
verstandig om grotere evenementen of voorstellingen met veel bezoekers weer toe te
staan.
Vraag 3
Als de gezondheidsmaatregelen voor vliegreizen en vliegtuigpassagiers (in van en naar
Europa) zijn gebaseerd op richtlijnen van de European Union Aviation Safety Agency
(EASA), waarom verschillen de richtlijnen dan zo sterk tussen landen luchthavens en
maatschappijen in zowel theorie als praktijk?
Antwoord 3
De richtlijnen van EASA/ECDC gelden voor heel Europa, maar de implementatie is mede
afhankelijk van de lokale voorschriften van de gezondheidsautoriteiten en de specifieke
situatie op de betreffende luchthavens. Dit kan leiden tot verschillen in implementatie.
Daarnaast kunnen luchtvaartmaatschappijen zelfstandig extra maatregelen nemen. Voor
de maatregelen in relatie tot luchtvaart in Nederland wordt verwezen naar de Kamerbrief
van 12 juni jl.
Vraag 4
In hoeverre stelt EASA stengere eisen dan de International Air Transport Association
(IATA), of worden de regels voor de luchtvaartsector met name door de luchtvaartsector
zelf bepaald?
Antwoord 4
De richtlijnen van EASA/ECDC zijn op enkele details strenger dan de aanbevelingen
van IATA, bijvoorbeeld ten aanzien van de geadviseerde afstand tussen mensen. De bevoegdheid
tot het nemen van gezondheidsmaatregelen ligt bij de gezondheidsautoriteiten van de
lidstaten. De lidstaten kunnen bepalen hoeveel uitvoeringsruimte de luchtvaartsector
vervolgens krijgt.
Vraag 5
Acht u het in het algemeen verstandig om restrictieve maatregelen te laten bedenken,
uitvoeren en handhaven door een commerciële sector in crisis, als die sector zelf
het meeste last heeft van die maatregelen die ze geacht worden zichzelf op te leggen?
Waarom zou dit wel werken voor de luchtvaart en verder voor geen enkele andere sector?
Antwoord 5
Het is primair aan de sector om protocollen te maken op basis waarvan zij veilig kunnen
werken. Dat is een belangrijk uitgangspunt. Dat is ook zo voor de luchtvaartsector.
Het RIVM heeft, naast een advies over de veiligheid aan boord van vliegtuigen in verband
met COVID-19 ook advies gegeven over de protocollen van de Nederlandse luchthavens
en luchtvaartmaatschappijen. De basis voor de protocollen ligt in de EASA- en ICAO-
richtlijnen die ook door buitenlandse luchtvaartmaatschappijen en luchthavens worden
gevolgd. De Nederlandse luchtvaartmaatschappijen en luchthavens hebben hun protocollen
in lijn met het RIVM-advies gebracht.
De naleving van de richtlijnen vindt plaats door de luchthaven en de luchtvaartmaatschappijen.
Als naar het oordeel van de voorzitter van de Veiligheidsregio onvoldoende maatregelen
worden getroffen of er vanuit oogpunt van gezondheidszorg onverantwoorde situaties
ontstaan, kunnen aanvullende beperkende maatregelen getroffen worden, zoals het sluiten
van delen van bepaalde locaties. Voor nadere informatie verwijs ik u naar de Kamerbrief
van 12 juni jl.
Vraag 6
Speelt het feit dat een vlucht met 30 personen niet rendabel is op enigerlei wijze
een rol in het besluit om voor luchtvaart niet dezelfde regels te hebben als voor
restaurants, bioscopen en theaters? Op welke manier wordt dit verschil in benadering
gerechtvaardigd?
Antwoord 6
Nee. De luchtvaart wordt op een verantwoorde manier opgeschaald. Volksgezondheid en
veiligheid staan hierbij voorop. Het RIVM heeft op verzoek van het kabinet geadviseerd
over de protocollen van de maatschappijen en luchthavens in Nederland en de sector
heeft de bevindingen van de deskundigen van het RIVM verwerkt. Voor een nadere toelichting
verwijs ik u naar de kamerbrief van 12 juni jl.
Vraag 7
Waarom verwacht u dat mensen die over symptomen twijfelen wel thuis blijven en hun
vakantie mislopen waar ze het hele jaar voor gespaard hebben, maar dit niet zouden
doen als ze daarmee een dag naar hun werk zouden missen, als de voornaamste veiligheidsmaatregel
eruit bestaat dat mensen die zich ziek voelen uit zichzelf niet gaan reizen? Dus waarom
werkt dit beroep op de eigen verantwoordelijkheid wél in het vliegtuig, maar niet
in het ov?
Antwoord 7
Mensen hebben een belangrijke eigen verantwoordelijkheid in het voorkomen van verspreiding
van het virus. Dat geldt voor mensen die naar hun werk gaan en uiteraard ook voor
mensen die willen gaan vliegen. Vanaf 15 juni geldt dat alle inkomende en uitgaande
passagiers op Nederlandse luchthavens een gezondheidsverklaring nodig hebben, om te
kunnen reizen. Daarnaast dient, bij het inchecken en voor het binnentreden van het
vliegtuig, een gezondheidscheck te worden uitgevoerd door het luchtvaartpersoneel.
De Minister van VWS vraagt de GGD Kennemerland aanvullend om in de zomerperiode op
Schiphol risico-gestuurde steekproeven op gezondheidsverklaringen en visuele waarneming
uit te voeren op inkomende vluchten om de naleving van deze protocollen te bevorderen.
Daarnaast zijn op Nederlandse luchthavens observers van de luchthaven actief, die
pro actief handelen om de drie pijlers van het protocol te borgen: 1,5 meter afstand,
gezondheid & hygiëne en informatievoorziening.
Vraag 8
Zou het annuleren van vliegtickets, inclusief geld terug regeling niet veel beter
georganiseerd moeten worden dan nu het geval is, als een cruciaal onderdeel van de
maatregelen is dat mensen thuis blijven als ze klachten hebben? Welke impact denkt
u dat het feit dat KLM nog steeds moeilijk doet over de restitutie van tickets heeft
op de neiging van passagiers om een vlucht te cancelen?
Antwoord 8
Het kabinet doet een beroep op mensen met gezondheidsklachten die kunnen duiden op
besmetting met Covid-19 om thuis te blijven. Dat kan betekenen dat zij geen gebruik
kunnen maken van hun vliegticket. De rechten van een passagier zijn in dat geval primair
afhankelijk van het type vliegticket. Daarnaast spelen ook het beleid van de luchtvaartmaatschappij
en de voorwaarden van de annuleringsverzekering van de passagier mogelijk een rol.
Luchtvaartmaatschappijen bieden verschillende typen tickets aan waarbij de voorwaarden
bij omboeking of annulering verschillen. Meer flexibiliteit betekent een meerprijs,
en passagiers maken hierin hun eigen risicoafweging bij het boeken.
Wanneer passagiers met gezondheidsklachten naar de luchthaven gaan om toch de vliegreis
te maken, dan kan het zijn dat hen de toegang tot het vliegtuig wordt geweigerd. Op
basis van Verordening (EG) Nr. 261/2004 artikel 2 lid j zijn de passagiersrechten
bij instapweigering niet van toepassing, omdat weigering plaatsvindt om gezondheidsredenen.
Ook in dat geval zijn de rechten van een passagier primair afhankelijk van diens type
vliegticket en het beleid van de luchtvaartmaatschappij.
Deze wijze van organiseren, waarbij de risicoafweging ten aanzien van annulering (bv.
om gezondheidsredenen) bij de passagier ligt en de markt daarop inspringt met in prijs
gedifferentieerde tickets, is gemeengoed in diverse sectoren.
Vraag 9
Wat verwacht u dat er gaat gebeuren met de praktische uitvoering van die aanbevelin,
als luchtvaartmaatschappijen de belangrijkste algemene maatregelen, afstand houden
«waar mogelijk» moeten toepassen, maar niet zijn gehouden om die mogelijkheid ook
te creëren én economisch baat hebben bij het zo vol mogelijk boeken van een vliegtuig?
Bent u verbaasd over de manier waarop dit in de eerste dagen dat er weer gevlogen
mocht worden is toegepast?
Antwoord 9
Voor de praktische uitvoering van de protocollen zijn de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen
zelf verantwoordelijk. Waar het niet mogelijk blijkt om 1,5 meter afstand te houden,
zijn Nederlandse luchtvaartmaatschappijen verplicht om er op toe te zien dat de passagiers
mondkapjes dragen. Dit is vastgelegd in een aanwijzing.
Het is nog niet precies duidelijk hoe het vliegverkeer zich gaat ontwikkelen. De ontwikkelingen,
en daarmee de praktische uitvoering, worden actief gemonitord. Indien daartoe aanleiding
bestaat, wordt met de luchtvaartmaatschappijen opnieuw in overleg getreden om te bezien
wat nodig is om de gezondheidsrisico’s verder te beperken.
Vraag 10
Waarom werkt een (niet-medisch) mondkapje als voldoende alternatief is voor 1,5 meter
afstand wel in het vliegtuig en niet in de trein of bus?
Antwoord 10
In het openbaar vervoer zijn niet-medische mondkapjes voorgeschreven. Verder verwijs
ik voor het antwoord op deze vraag naar vraag 1.
Vraag 11
Hoe gaat u met maatregelen en handhaving voorkomen dat besmettingen plaatsvinde, als
volgens sommigen de fase voor en na de vlucht, douane, luchthavenhoreca et cetera
risicovoller is dan de vlucht zelf, en dit deels niet onder internationale maar Nederlandse
jurisdictie valt? Of laat u dit ook aan de partijen over die vooral belang hebben
bij geen maatregelen?
Antwoord 11
De Nederlandse luchthavens zetten een combinatie van maatregelen in, waarbij de basis
ligt in de adviezen die de EASA heeft gegeven en waarbij wordt aangesloten bij het
RIVM-advies. Regel is dat op de luchthavens 1,5 meter afstand dient te worden gehouden.
Daarvoor zet de sector zich maximaal in, zoals afstandmarkering en het (deels) afzetten
van zit-en wachtgelegenheden. Wachtrijen en het aantal mensen dat gelijktijdig aanwezig
is worden geminimaliseerd door «flow regulatie» en «wachtrijmanagement». Via informatieschermen
en vloerstickers worden mensen actief geïnformeerd over de regel om 1,5 meter afstand
te houden. Op plekken zoals de horeca- en winkelvoorzieningen en wachtruimtes worden
hier geen uitzonderingen getolereerd. Op sommige momenten en plekken is dat door het
type en intensiteit van handelingen op de luchthaven niet altijd mogelijk. In de praktijk
betekent dit dat passagiers in ieder geval bij het inchecken, bij de security op de
luchthaven en bij het boarden en aan boord een mondkapje moeten dragen. Nederlandse
luchthavens zetten ook andere maatregelen in om het risico op besmetting op de luchthaven
zo veel mogelijk te beperken, zoals intensieve en frequente schoonmaak van alle gebieden
waar passagiers en medewerkers aanwezig zijn. Als naar het oordeel van de voorzitter
van de Veiligheidsregio onvoldoende maatregelen worden getroffen of er vanuit oogpunt
van gezondheidszorg onverantwoorde situaties ontstaan, kan deze aanvullende beperkende
maatregelen treffen zoals (delen van) bepaalde locaties sluiten.
Vraag 12
Komen eraanvullende maatregelen/eisen als blijkt dat de luchtvaart toch een groter
risico is dan gehoopt? Wordt dit bijgehouden?
Antwoord 12
De ontwikkelingen worden zowel binnen als buiten Nederland op de voet gevolgd en actief
gemonitord. Indien daartoe aanleiding bestaat, wordt met de luchthavens en de Nederlandse
luchtvaartmaatschappijen – in samenspraak met de veiligheidsregio’s – opnieuw in overleg
getreden om te bezien wat nodig is om de gezondheidsrisico’s te beperken.
Vraag 13
Wie gaat de afspraken en protocollen handhaven?
Antwoord 13
Zoals aangegeven in de brief van 12 juni 2020 zijn de noodverordeningen op de luchthavens
aan zowel de land-als luchtzijde onverkort van toepassing. De luchthavens hebben protocollen
opgesteld en deze zijn afgestemd met de betreffende veiligheidsregio’s. De naleving
vindt plaats door de luchthavens en de luchtvaartmaatschappijen. Controle op handhaving
vindt plaats door de veiligheidsregio en de Koninklijke Marechaussee.
Als naar het oordeel van de voorzitter van de Veiligheidsregio onvoldoende maatregelen
worden getroffen of er vanuit oogpunt van gezondheidszorg onverantwoorde situaties
ontstaan, kan deze aanvullende beperkende maatregelen treffen zoals (delen van) bepaalde
locaties sluiten. De Minister van VWS vraagt de GGD Kennemerland aanvullend om in
de zomerperiode op Schiphol risico-gestuurde steekproeven op gezondheidsverklaringen
en visuele waarneming uit te voeren op inkomende vluchten om de naleving van deze
protocollen te bevorderen.
Daarnaast zijn op Nederlandse luchthavens observers van de luchthaven actief, die
pro actief handelen om de drie pijlers van het protocol te borgen: 1,5 meter afstand,
gezondheid & hygiëne en informatievoorziening. Voor passagiers in een vliegtuig geldt
dat aanwijzingen van een gezagvoerder dienen te worden opgevolgd. In voorkomende gevallen
is de Koninklijke Marechaussee bevoegd om strafrechtelijk te handhaven.
Vraag 14
Waar duidt de zin «Er is druk om in Nederland en Europa het vliegverkeer weer te hervatten.»
uit het Outbreak Management Team (OMT) advies van 14 april op? Door wie is druk uitgeoefend?
Hoe beoordeeld u het feit dat het OMT ervaart dat er druk is uitgeoefend?
Antwoord 14
Er wordt momenteel in brede zin bezien hoe de maatregelen in ons land stap voor stap
versoepeld kunnen worden wanneer dit vanwege de gezondheidssituatie kan. Het vliegverkeer
op een veilige manier hervatten maakt hier onderdeel van uit. Er is geen druk uitgeoefend
om het vliegverkeer in Nederland en Europa weer te hervatten. Uiteraard kijken luchthavens
en luchtvaartmaatschappijen wel naar mogelijkheden om het vliegen weer mogelijk te
maken.
Vraag 15
Waarom heeft noch Schiphol, noch KLM het protocol van EASA over vliegen in coronatijd
ondertekend? Gaat u aandringen dat dit snel gebeurt?
Antwoord 15
De protocollen van zowel Schiphol als ook de KLM zijn bekeken door het RIVM. Wij vertrouwen
in deze op de deskundigheid van het instituut en zullen dan ook niet aandringen op
het ondertekenen van de Europese richtlijnen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Paternotte,
Diertens (beiden D66) en Bruins (ChristenUnie), ingezonden 5 juni 2020 (vraagnummer
2020Z10218) en van Asscher (PvdA), ingezonden 9 juni 2020 (vraagnummer 2020Z10438)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.