Nota van wijziging : Nota van wijziging
35 427 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en enkele andere wetten in verband met de uitvoering van verordening (EU) 2018/858 en andere besluiten van de Europese Unie betreffende de goedkeuring van en het marktoezicht op motorvoertuigen, aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Uitvoeringswet verordening (EU) 2018/858)
Nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 24 juni 2020
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd:
a. In eerste lid, onder c, wordt in het voorgestelde onderdeel s «-individuele typegoedkeuring»
vervangen door «-individuele goedkeuring».
b. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. Na onderdeel t wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ta. kwetsbare weggebruikers: niet-gemotoriseerde weggebruikers, zoals fietsers en voetgangers en weggebruikers
die gebruik maken van gemotoriseerde voertuigen zoals twee- of driewielers.
2. Onderdeel E wordt als volgt gewijzigd:
a. Het voorgestelde artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «, in de handel gebracht of gebruikt» vervangen door «of
in de handel gebracht» en wordt «nadat ze zijn goedgekeurd met een ontheffing» vervangen
door «nadat ze zijn goedgekeurd met een ontheffing of vrijstelling».
2. In het tweede lid aanhef wordt «wordt op aanvraag door de Dienst Wegverkeer verleend
als» vervangen door «kan zijn verleend als»
3. In het derde lid, aanhef, wordt «Een ontheffing of vergunning» vervangen door «Een
ontheffing, vrijstelling of vergunning» en «kan door de Dienst Wegverkeer worden verleend»
door «kan zijn verleend» en in de onderdelen a en b wordt «een ontheffing of vergunning»
vervangen door «een ontheffing, vrijstelling of vergunning».
4. Er wordt een nieuw lid toegevoegd:
5. In afwijking van het eerste lid, worden bij ministeriële regeling gevallen genoemd
waarin voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken
en voorzieningen niet aan goedkeuring onderhevig zijn voordat ze op de markt mogen
worden aangeboden of in de handel mogen worden gebracht.
b. Het voorgestelde artikel 22 komt te luiden:
Artikel 22
1. Een goedkeuring als bedoeld in artikel 21, eerste lid, of een ontheffing, vrijstelling
of vergunning, bedoeld in artikel 21, derde lid, kan op aanvraag door de Dienst Wegverkeer
worden verleend.
2. Een nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring die is afgegeven door
een goedkeuringsinstantie van een andere lidstaat van de Europese Unie wordt door
de Dienst Wegverkeer gelijkgesteld met een nationale typegoedkeuring of -individuele
goedkeuring indien wordt voldaan aan de voor gelijkstelling gestelde voorwaarden in
de betreffende EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen.
3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op een nationale typegoedkeuring
of -individuele goedkeuring die is verleend door het bevoegd gezag van een andere
staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte
of die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in Zwitserland indien dit voortvloeit
uit de op 21 juni 1999 te Luxemburg tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese
Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling
(PbEG L 114).
4. Een EU-typegoedkeuring of individuele EU-goedkeuring, als bedoeld in artikel 21,
tweede lid, onderdeel a, of een ontheffing, vrijstelling of vergunning, bedoeld in
artikel 21, derde lid, onderdeel a, kan ook zijn verleend door een goedkeuringsinstantie
van een andere lidstaat van de Europese Unie als bedoeld in een EU-verordening in
verband met de goedkeuring van motorvoertuigen.
5. Een VN/ECE goedkeuring kan ook zijn verleend door het daartoe bevoegde gezag in
een Staat die partij is bij de Overeenkomst van 1958.
c. Het voorgestelde artikel 23, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «de technische staat, specificaties, prestaties of de uitrusting
van voertuigen» vervangen door «de goedkeuringseisen voor voertuigen».
2. in onderdeel e wordt «keuren» vervangen door «goedkeuren».
d. Het voorgestelde artikel 24 komt te luiden:
Artikel 24
De Dienst Wegverkeer kan met het oog op het door hem verlenen van een nationale typegoedkeuring
of -individuele goedkeuring voor de voor die goedkeuring noodzakelijke tests gebruik
maken van de op grond van een EU-kaderverordening in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen door hem aangewezen technische diensten.
e. In het voorgestelde artikel 25 vervalt «of individuele goedkeuring».
f. In het voorgestelde artikel 26, eerste lid, tweede lid, aanhef en derde lid, wordt
«een nationale typegoedkeuring» vervangen door «een door hem verleende nationale typegoedkeuring».
g. Het voorgestelde artikel 28 komt te luiden:
Artikel 28
1. Een bij de Dienst Wegverkeer in te dienen aanvraag of verzoek in verband met de
uitvoering van een EU-verordening in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen
of in verband met de uitvoering van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen,
wordt ingediend op de door de Dienst Wegverkeer te bepalen wijze.
2. De kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van een aanvraag of verzoek
als bedoeld in het eerste lid en in verband met het door de Dienst Wegverkeer verrichten
van taken en handelingen en het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 4b, onderdelen
a, a1 en b, worden door de Dienst Wegverkeer vastgesteld en komen ten laste van de
aanvrager.
h. In het voorgestelde artikel 29, eerste lid, onderdeel c, wordt «een ontheffing»
steeds vervangen door «een ontheffing, vrijstelling,».
i. In het voorgestelde artikel 30, eerste lid, onderdeel c, wordt «ontheffing» vervangen
door «ontheffing, vrijstelling,».
j. Het voorgestelde artikel 31 komt als volgt te luiden:
Artikel 31
Het is een op grond van een EU-kaderverordening in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen aangewezen technische dienst verboden in strijd te handelen met de
bij ministeriële regeling genoemde artikelen van de EU-kaderverordening waarop de
aanwijzing berust.
k. Het voorgestelde artikel 32 komt als volgt te luiden:
Artikel 32
Tenzij hiervoor een ontheffing, vrijstelling of vergunning als bedoeld in artikel
21, derde lid, is verleend of in het geval geen goedkeuring is vereist op grond van
artikel 21, vijfde lid, is het verboden:
a. een niet goedgekeurd voertuig te gebruiken of op de weg te laten staan;
b. een niet goedgekeurd systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk
en voorziening te gebruiken in een voertuig;
c. een systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk en voorziening
te gebruiken in een voertuig waarvoor het betreffende systeem, onderdeel, technische
eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of de voorziening niet is goedgekeurd;
d. een niet goedgekeurde voorziening die ter bescherming van inzittenden van voertuigen
en kwetsbare weggebruikers is ontworpen en gebouwd te gebruiken.
l. In het voorgestelde artikel 33 wordt «of te vervoeren» vervangen door «, te vervoeren
of te gebruiken».
3. In onderdeel T, in het voorgestelde artikel 158a, eerste lid, wordt
«21, derde lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdeel b» vervangen door «21, tweede
lid, onderdelen b en c, derde lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdelen b en c»
4. In onderdeel X wordt «artikel 31, eerste lid» vervangen door «artikel 31» en «,
30, derde lid, en 31, tweede lid» door «en 30, derde lid».
5. Onderdeel Y wordt als volgt gewijzigd:
a. In het voorgestelde artikel 174a, eerste lid, wordt «overeenkomt met een boete
van» vervangen door «overeenkomt met ten hoogste een boete van».
b. Het voorgestelde artikel 174b, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «en 31, eerste lid» vervangen door «en 31» en wordt «30,
derde lid, en 31, tweede lid» vervangen door «en 30, derde lid».
2. In het tweede lid wordt «artikel 31, eerste lid, genoemde artikelen van een EU-verordening
in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen of artikel 31, tweede lid,» vervangen
door «artikel 31 genoemde artikelen van een EU-verordening in verband met de goedkeuring
van motorvoertuigen» en wordt «overeenkomt met de boete van» vervangen door «overeenkomt
met ten hoogste een boete van».
3. in het derde lid wordt «overeenkomt met de boete van» vervangen door «overeenkomt
met ten hoogste een boete van».
c. In het voorgestelde artikel 174c, tweede, derde en vierde lid, wordt «overeenkomt
met de boete van» vervangen door «overeenkomt met ten hoogste een boete van».
B
Artikel V, onderdeel B, komt als volgt te luiden:
In artikel 1a, onder 2°, wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd «de Wegenverkeerswet
1994, artikel 20g, de krachtens artikel 29 en 31 genoemde artikelen van een EU-verordening
in verband met de goedkeuring van motorvoertuigen, en de artikelen 30 en 33».
C
Artikel VII komt te luiden:
Artikel VII (wijziging van de Invoeringswet Omgevingswet)
Artikel 2.28 van de Invoeringswet Omgevingswet vervalt.
Toelichting
De voorgestelde wijzigingen zijn nodig om enkele onvolkomenheden die naar voren kwamen
tijdens de voorbereiding van in de memorie van toelichting al aangekondigde noodzakelijke
aanpassing van de lagere regelgeving te herstellen.
Onderdeel A, eerste lid, onderdeel a
De voorgestelde wijziging betreft een taalkundige correctie; bij individuele goedkeuringen
is geen sprake van een typegoedkeuring.
Onderdeel A, eerste lid, onderdeel b
In diverse in dit wetsvoorstel voorgestelde nieuwe artikelen van de Wegenverkeerswet
1994 (Wvw 1994) komen de termen «inzittenden» en «kwetsbare weggebruikers» voor. Om
te voorkomen dat over deze laatste term verwarring ontstaat, wordt hiervan een definitie
toegevoegd. In het kader van de goedkeuringswetgeving van voertuigen, zijn de termen
«inzittenden» en «kwetsbaren weggebruikers» vanuit twee oogpunten van belang. In voertuigen
dienen voorzieningen ter bescherming van deze personen bij de goedkeuring van een
voertuig te zijn ingebouwd, zoals autogordels. Daarnaast mogen ook alleen zogenaamde
goedgekeurde verkeersproducten ter bescherming van kwetsbare weggebruikers in de handel
worden gebracht en gebruikt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om goedgekeurde helmen
voor motorfietsers.
Onderdeel A, tweede lid, onderdelen a, eerste en tweede lid, h en i
In de voorgestelde artikelen 21, eerste en derde lid, 29, eerste lid, en 30, eerste
lid, werd er ten onrechte van uitgegaan dat in de EU-verordeningen in verband met
de goedkeuring van motorvoertuigen alleen sprake is van gevallen waarin ontheffing
van goedkeuring mogelijk is, terwijl er ook sprake is van vrijstellingen. Dit onderscheid
is relevant omdat ontheffing en vrijstelling in de verordeningen en in daarmee overeenkomende
nationale bepalingen, in verschillende situaties van toepassing. Dit wordt nu gecorrigeerd.
Onderdeel A, tweede lid, onderdeel a, tweede en derde lid, en onderdeel b
Uit de eerder voorgestelde tekst van artikel 21, tweede en derde lid, en artikel 24,
bleek onvoldoende duidelijk dat niet alleen de RDW goedkeuringen kan verlenen, maar
ook goedkeuringsinstanties van andere lidstaten ingeval van EU-goedkeuringen of, ingeval
van een VN/ECE-goedkeuring, een bevoegd gezag dat partij is bij de Overeenkomst van
1958. Ook elders goedgekeurde voertuigen of onderdelen, maken immers deel uit van
het markttoezicht op grond van dit wetsvoorstel. In verband met de logische opbouw
van hoofdstuk 3 van de Wvw 1994, wordt voorgesteld dit artikel direct na artikel 21
te plaatsen, waarin de te onderscheiden goedkeuringen worden beschreven.
Onderdeel A, tweede lid, onderdeel a, vierde lid
Het voorgestelde artikel 21, eerste lid, van de Wvw 1994, regelt dat alle voertuigen,
systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen, uitrustingsstukken en voorzieningen
die voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd
en voorzieningen die ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers
zijn ontworpen en gebouwd slechts op de markt mogen worden aangeboden als ze zijn
goedgekeurd. Niet in alle gevallen kan hier echter aan worden vastgehouden, omdat
er (nog) niet voor alle onderdelen of verkeersproducten (internationale) goedkeuringseisen
bestaan. Ook voor sommige voertuigen die niet op de weg worden gebruikt zijn er geen
goedkeuringseisen. Het nieuw voorgestelde vijfde lid van artikel 21, maakt het mogelijk
in de Regeling voertuigen de uitzonderingen te benoemen.
Onderdeel A, tweede lid, onderdeel c
De tekst van het voorgestelde artikel 23, tweede lid, van de Wvw 1994, die betrekking
heeft op de nationale goedkeuring, wordt meer in lijn gebracht met de daarmee vergelijkbare
teksten van de verschillende kaderverordeningen in verband met de goedkeuring van
motorvoertuigen.
Onderdeel A, tweede lid, onderdelen d en j, vierde en vijfde lid, en onderdeel B
In de praktijk wordt bij de nationale goedkeuringen van voertuigen gebruik gemaakt
van de kennis en expertise die beschikbaar is bij technische diensten die door de
RDW zijn aangewezen ten behoeve van de EU-goedkeuringen. Er vindt daarom geen separate
aanwijzing van technische diensten meer plaats voor deze nationale goedkeuringen.
Het voorgestelde artikel 22 van de Wvw 1994 wordt daarom aangepast en in verband met
de logische opbouw van hoofdstuk 3 van de Wvw 1994, vernummerd tot artikel 24. Als
gevolg hiervan was het ook nodig de relevante verwijzingen naar artikel 22 in het
voorgestelde artikelen 31 en de verwijzing naar artikel 31 in de voorgestelde artikelen
169a en 174b van de Wvw 1994 aan te passen. Ook de in artikel V opgenomen verwijzing
naar artikel 31 van de Wvw 1994 in het voorgestelde artikel voor de Wet op de economische
delicten diende te worden aangepast.
Onderdeel A, tweede lid, onderdeel e
Het voorgestelde artikel 25 van de Wvw 1995 heeft betrekking op de medewerkingsplicht
in verband met de controle op de conformiteit van de productie en het markttoezicht.
Deze situaties doet zich bij individuele goedkeuringen niet voor, daarom kan de betreffende
passage vervallen.
Onderdeel A, tweede lid, onderdeel f
Het voorgestelde artikel 26 van de Wvw 1994 wordt zodanig aangepast dat duidelijk
wordt dat de RDW alleen door de RDW verleende nationale goedkeuringen of VN/ECE-goedkeuringen
kan intrekken of schorsen. De RDW kan dus niet de goedkeuringen die bijvoorbeeld verleend
zijn door autoriteiten van andere lidstaten van de EU intrekken.
Onderdeel A, tweede lid, onderdeel g
In het voorgestelde artikel 28 van de Wvw 1994 stond een opsomming van gevallen waarin
een aanvraag of verzoek bij de RDW kon worden gedaan in verband met het goedkeuringsproces
en waarvoor door de RDW kosten in rekening kunnen worden gebracht. Deze opsomming
bleek te beperkt. In verband daarmee wordt het voorgestelde artikel 28 gewijzigd.
Onderdeel A, tweede lid, onderdeel k
Het voorgestelde artikel 32 van de Wvw 1994 heeft betrekking op het gebruik van niet
goedgekeurde producten. Dit artikel wordt aangepast zodat het beter aansluit bij het
daarmee overeenkomende handelsverbod voor de verschillende producten.
Onderdeel A, tweede lid, onderdeel l
In het voorgestelde artikel 33 van de Wvw 1994 wordt het in de handel brengen van
bepaalde voorzieningen, die niet aan goedkeuring onderhevig zijn, strafbaar gesteld.
Ten onrechte ontbrak in dat artikel dat ook het gebruik van die voorzieningen strafbaar
is. Dat wordt nu hersteld.
Onderdeel A, derde lid
Dit onderdeel corrigeert enkele onvolledige verwijzingen in het voorgestelde nieuwe
artikel 158a van de Wvw 1994.
Onderdeel A, vijfde lid
In de voorgestelde artikelen 174, 174b en 174c, ontbreekt in diverse leden ten onrechte
dat het gaat om de bestuurlijke boete die ten hoogste kan worden opgelegd.
Onderdeel C
Artikel VII wordt geactualiseerd. De Invoeringswet Omgevingswet is inmiddels vastgesteld
en gepubliceerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.