Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hijink en Leijten over overwerk in relatie tot toeslagen
Vragen van de leden Hijink en Leijten (beiden SP) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Medische Zorg over overwerk in relatie tot toeslagen (ingezonden 9 april 2020).
Antwoord van Staatssecretaris van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane), mede
namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Ministers van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Medische Zorg en Sport (ontvangen
22 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2748.
Vraag 1
Kunt u aangeven hoe het kabinet om wil gaan met personeel in cruciale beroepen die
nu enorme overuren draaien en die te veel gaan verdienen voor de zorgtoeslag, de huurtoeslag
en de kinderopvangtoeslag?1
Antwoord 1
Het kabinet is zich ervan bewust dat er in bepaalde sectoren, zoals bijvoorbeeld in
de zorg nu veel overuren worden gemaakt en waardeert dat ook zeer. Het kabinet weet
echter niet of, en zo ja in welke mate de overuren die nu door personeel in deze sectoren
worden gemaakt leiden tot een hoger huishoudinkomen in 2020 en daarmee doorwerken
naar de toeslagen. Het huishoudinkomen wordt namelijk beïnvloed door tal van factoren,
bijvoorbeeld of er sprake is van een of meer inkomens binnen een huishouden, de hoogte
van het arbeidsinkomen en eventuele fiscale aftrekposten die het verzamelinkomen beïnvloeden.
Dat betekent derhalve dat overwerkuren niet per definitie tot een hoger huishoudinkomen
leiden. In het antwoord op vraag 5 ga ik in op de mogelijkheden die door het kabinet
zijn verkend om met een eventuele doorwerking van overwerk op toeslagen om te gaan.
Vraag 2
Erkent u dat juist mensen in de zorg, distributie of de supermarkten niet het inkomen
verdienen waardoor ze nu kunnen overgaan tot het stopzetten van toeslagen en dat zij
ook niet kunnen overzien hoeveel overwerk zij zullen hebben aan het einde van dit
jaar? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Het kabinet heeft geen zicht op de mate waarin mensen die werkzaam zijn in de door
de vragenstellers genoemde sectoren afhankelijk zijn van een toeslag of toeslagen
en – als dat zo is – of zij in staat zijn een inschatting te maken van het effect
van een extra inkomen als gevolg van de hoeveelheid overwerkuren op hun huishoudinkomen
en daarmee op de toeslagen die zij in 2020 hebben ontvangen. Evenmin kan het kabinet
zien of er partners of huisgenoten zijn die wellicht ten gevolge van de coronacrisis
een lager inkomen hebben, waardoor een hoger inkomen als gevolg van overwerken geen
of minder invloed heeft op de hoogte van de toeslagen die dit huishouden ontvangt.
Tegelijkertijd onderkent het kabinet dat er in deze sectoren zeker ook mensen werkzaam
zullen zijn die voor het met hun huishoudinkomen kunnen rondkomen afhankelijk zijn
van toeslagen. Juist daarom werkt het huidige stelsel van toeslagen in de actualiteit
dat ervoor zorgt dat mensen die hun jaarinkomen te laag inschatten (door bijvoorbeeld
geen rekening te houden met overwerk) of – in deze corona-crisis waarschijnlijk meer
voorkomend – te hoog hebben ingeschat, door het doorgeven van een wijziging aan de
Belastingdienst/Toeslagen een aanpassing van hun maandelijkse toeslag(en) kunnen ontvangen.
Vraag 3
Realiseert u zich tevens dat de situatie van overwerken bij cruciale beroepen nog
enige tijd kan duren en dat gezien de impact van het werk niet logischerwijs te verwachten
is dat mensen per maand hun toeslagen zullen aanpassen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Het kabinet zet alles op alles om de coronacrisis en de uitdagingen die dat met zich
brengt te bestrijden. Het kabinet waagt zich echter niet aan voorspellingen over de
tijd die deze crisis duurt en de gevolgen van die crisis voor overwerken in bepaalde
sectoren. En hoewel het kabinet begrijpt dat in tijden van veel overwerken het hoofd
van mensen niet echt staat naar het doorgeven van inkomenswijzigingen aan de Belastingdienst/Toeslagen,
is het huidige toeslagenstelsel erop ingericht dat een individuele toeslagontvanger
wel verantwoordelijk blijft voor de aanpassing van het (verwachte) huishoudinkomen
en de op grond daarvan aangevraagde toeslag. Zoals uw Kamer bekend wordt er, mede
op grond van de door uw Kamer daarover unaniem aangenomen motie gewerkt aan een toekomstig
ander stelsel van toeslagen, maar zo’n stelsel kan niet van de ene op de andere dag
worden gerealiseerd.
Vraag 4
Erkent u tevens dat het beroep dat wordt gedaan op mensen met een cruciaal beroep
om extra te komen werken, niet eenvoudig geweigerd kan worden? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 4
Het kabinet heeft ontzettend veel waardering voor de toewijding en inzet waarmee op
dit moment in allerlei sectoren die zo cruciaal zijn tijdens deze crisis, zoals bijvoorbeeld
de zorg, wordt gewerkt en ook regelmatig wordt overgewerkt. En het kabinet realiseert
zich ook dat overwerk in deze cruciale beroepen niet eenvoudig geweigerd kan worden.
Het kabinet vertrouwt er echter op dat werkgevers en werknemers in deze sectoren zich
gezamenlijk verantwoordelijk voelen om – ingeval van de noodzaak tot overwerken –
ervoor waken dat er voldoende aandacht is voor de balans tussen werkdruk en de benodigde
hersteltijd voor de werknemer om te voorkomen dat de werkdruk mensen te veel wordt.
Vraag 5
Bent u bereid om met een duidelijke en coulante regeling zekerheid te bieden aan mensen
die zich zorgen maken om het overwerken en het gevolg dat toeslagen moeten worden
terugbetaald? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Uitgangspunt van het huidige toeslagenstelsel is dat het gebaseerd is op het actuele
inkomen en de gezinssituatie van een huishouden. Dit betekent dat wijzigingen in inkomen
gevolgen kunnen hebben voor de toeslagen. Dit werkt beide kanten op: bij een hoger
inkomen is minder inkomensondersteuning nodig en bij een lager inkomen meer. Het is
daarom van groot belang dat burgers tijdig hun wijzigingen in inkomen doorgeven, zodat
de toeslagen goed aansluiten op de actuele situatie binnen het huishouden en verrassingen
aan het eind van het jaar zoveel mogelijk worden voorkomen.
De afgelopen weken is verkend of er voor de zorg en/of voor andere vitale sectoren
waar nu veel wordt overgewerkt een maatregel of regeling getroffen kan worden die
voorkomt dat een mogelijk hoger huishoudinkomen in 2020 als gevolg van het overwerk
doorwerkt naar de toeslagen. De uitkomst van deze verkenning is dat het niet mogelijk
is om uitzonderingen te maken voor specifieke groepen, of dat op een of andere manier
rekening kan worden gehouden met een eventueel resulterende terugvordering van toeslagen
als gevolg van overwerk na afloop van dit corona-jaar. De Belastingdienst/Toeslagen
kan namelijk niet zien of iemand in de zorg of in een andere vitale sector werkt en
kan ook niet uit de basisregistratie inkomen halen of het inkomen afkomstig is uit
regulier werk of uit overwerk. Dat betekent dat, als er in deze coronatijd compensatie
geboden zou moeten worden voor vermindering van toeslagen als gevolg van overwerk,
dit voor iedereen zou moeten gelden die in 2020 meer is gaan verdienen, dus ook als
gevolg van een nieuwe baan, een andere partner of een gewijzigd arbeidscontract. Er
zijn technisch gezien wel enkele generieke maatregelen mogelijk, bijvoorbeeld een
tijdelijke verhoging van de afbouwgrenzen van toeslagen, het voor iedereen en voor
alle toeslagen standaard vaststellen van het recht op toeslagen in 2020 op basis van
het jaarinkomen 2019, of een verhoging van de drempel voor terugvordering van toeslagen
over het jaar 2020, maar deze maatregelen zijn (te) grofmazig, duur, of nadelig voor
de groepen die nu te maken hebben met een inkomensdaling als gevolg van de corona-crisis.
Om die reden kiest het kabinet daar niet voor. Het kabinet zal nu primair inzetten
op communicatie om burgers te wijzen op het belang om verwachte wijzigingen in het
huishoudinkomen van 2020 zo snel mogelijk door te geven aan de Belastingdienst/Toeslagen.
Daarnaast kunnen in sectoren waar nu veel wordt overgewerkt een werknemer en zijn
werkgever individueel ook afspraken maken over hoe om te gaan met overwerkuren waarmee
een mogelijk ongewenste doorwerking naar de toeslagen wordt voorkomen. Dat kan bijvoorbeeld
door af te spreken om dit jaar gemaakte overwerkuren geheel of gedeeltelijk niet uit
te laten betalen maar deze als vrije tijd door te schuiven naar volgend jaar.
Vraag 6
Bent u bereid deze vragen op de kortst mogelijke termijn te beantwoorden?
Antwoord 6
Omdat de verkenning van beleidsopties enige tijd in beslag heeft genomen is de beantwoording
van deze schriftelijke vragen door het kabinet vertraagd waarvoor onze excuses.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.