Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over het aantal vliegbewegingen vanaf Schiphol
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het aantal vliegbewegingen vanaf Schiphol (ingezonden 25 mei 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
19 juni 2020).
Vraag 1
Klopt het dat het aantal vliegbewegingen vanaf Schiphol weer toeneemt, ook in de nacht?
Antwoord 1
Op dit moment is er sprake van een beperkte operatie op Schiphol. Het is nog niet
precies duidelijk hoe het vliegverkeer zich de komende weken gaat ontwikkelen. De
ontwikkelingen worden actief gemonitord. Er vertrekken nu naar informatie van Schiphol
8 tot 9 vliegtuigen per uur, dat zal naar verwachting langzaam meer worden.
Vraag 2
Waarom wordt ervoor gekozen om nachtvluchten toe te staan, ook al is er overdag meer
dan genoeg ruimte?
Antwoord 2
Schiphol is een hub-luchthaven die 24 uur per dag operationeel is. Deze 24 uurs opening
is van belang om de veelal complexe (hub)operaties van luchtvaartmaatschappijen te
faciliteren. Schiphol kent een wettelijk maximum van 32.000 nachtvluchten per jaar.
Onder dit plafond hebben luchtvaartmaatschappijen op grond van de slotverordening
(historische) slots beschikbaar om hun vluchten op bepaalde momenten in de nacht af
te wikkelen.
Vraag 3
Welk percentage van de nachtvluchten betreft levering van essentiële (medische) goederen,
met een groot maatschappelijk belang?
Antwoord 3
Mijn ministerie houdt dit percentage niet bij. Daarbij geldt ook de slotverordening,
die een luchtvaartmaatschappij in het bezit van een nachtslot, het recht geeft om
op dat tijdstip te vliegen.
Vraag 4
Erkent u dat nachtvluchten veel overlast en gezondheidsschade veroorzaken? Bent u
bereid om nu maatregelen te nemen om te voorkomen dat het aantal nachtvluchten weer
oploopt naar het niveau van voor de coronacrisis?
Antwoord 4
Zoals in de ontwerpLuchtvaartnota is beschreven hecht het kabinet aan reductie van
nachtverkeer en mede daardoor hinderbeperking in de nacht. Mijn uitgangspunt is dat
het een voortdurende opgave is voor Schiphol en de luchtvaartmaatschappijen om hinder
in de nacht zoveel mogelijk te beperken. Ik stuur daarbij met een mix van instrumenten.
In het kader van het uitvoeringsplan hinderreductie wordt bijvoorbeeld gewerkt aan
het toepassen van glijvluchten in de nacht. In het kader van het programma luchtruimherziening
kijk ik naar de mogelijkheid van hogere aanvliegroutes, wat kan bijdragen aan het
reduceren van hinder. Een ander instrument is het verlagen van het maximaal aantal
vliegtuigbewegingen in de nacht. De uitwerking van deze inzet volgt in de aangekondigde
luchthavenverkeersbesluiten voor Schiphol, waarover uw Kamer nader wordt geïnformeerd.
Vraag 5
Welke preventieve maatregelen om verspreiding van corona te voorkomen worden doorgevoerd
op de Nederlandse vliegvelden en in alle vliegtuigen die in Nederland landen?
Antwoord 5
De Nederlandse luchthavens en luchtvaartmaatschappijen nemen maatregelen voor verantwoord
vliegen in coronatijd. De sector heeft hiervoor protocollen opgesteld die ervoor moeten
zorgen dat de risico’s voor personeel en passagiers in dit corona-tijdperk zoveel
mogelijk worden beperkt. Uw Kamer is hierover op 12 juni jl. (brief met kenmerk: IENW/BSK-2020/111285)
geïnformeerd.
Vraag 6
Hoe worden de maatregelen die de European Union Aviation Safety Agency (EASA) heeft
gepubliceerd gehandhaafd? Wie is hierin de handhavende partij? Welke sanctie staat
op vluchten die zich niet aan deze voorschriften houden?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in de brief van 12 juni 2020 zijn de noodverordeningen op de luchthavens
aan zowel de land-als luchtzijde onverkort van toepassing. De luchthavens hebben protocollen
opgesteld en deze zijn afgestemd met de betreffende veiligheidsregio’s. De naleving
vindt plaats door de luchthavens en de luchtvaartmaatschappijen. Handhaving vindt
plaats door de veiligheidsregio en door de Koninklijke Marechaussee. Daarnaast geldt
dat passagiers in een vliegtuig aanwijzingen van een gezagvoerder dienen op te volgen.
In voorkomende gevallen is de Koninklijke Marechaussee bevoegd om strafrechtelijk
te handhaven.
Vraag 7
Waarom geldt voor de luchtvaart niet het nieuwe protocol bron en contactonderzoek?1 Acht u de kans op besmetting in een vliegtuig kleiner of groter dan elders? Is niet
juist het traceren en isoleren van verdachte gevallen onder vliegtuigpassagiers veel
makkelijker dan bij andere besmettingen? Waarom zouden we dit niet doen?
Antwoord 7
Het RIVM heeft in haar advies van dinsdag 9 juni jl. aangegeven dat luchtvaartmaatschappijen
dienen te beschikken over een procedure voor het opsporen van verdachte gevallen onder
vliegtuigpassagiers omdat dan snelheid immers is geboden. Hierin sluit het RIVM aan
op de richtlijnen van EASA, die ook stelt dat juist binnen de luchtvaart een snelle
mogelijkheid bestaat tot bron- en contactonderzoek.
Het RIVM acht het plausibel dat, bij inachtneming van de protocollen en door het unieke
ventilatiesysteem aan boord, het effect hiervan een beperking geeft van het risico
op eventuele overdracht van COVID-19 tussen passagiers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.