Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over het leerlingenvervoer in het voortgezet speciaal onderwijs
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het leerlingenvervoer in het voortgezet speciaal onderwijs (ingezonden 4 juni 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 19 juni
2020).
Vraag 1
Kent u de artikelen «Geen leerlingenvervoer bij herstart voortgezet speciaal onderwijs»
en «Leerlingenvervoer in Coronatijd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het niet zo zou moeten zijn dat ouders zelf voor het vervoer
van hun kinderen naar het voorgezet speciaal onderwijs zouden moeten zorgen? Is het
protocol ‘opstart Voortgezet Speciaal Onderwijs (vso)’ waarin wordt gesteld dat de
gemeente het leerlingenvervoer organiseert op de reguliere wijze, ook met gemeenten
afgestemd?2
Antwoord 2
Ja, als een leerling vanwege een beperking niet zelfstandig naar school kan reizen,
is de gemeente verantwoordelijk voor het leerlingenvervoer van deze leerling en niet
de ouders.
In het protocol «opstart voortgezet speciaal onderwijs» wordt verwezen naar het protocol
leerlingenvervoer vso dat Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), de landelijke vereniging
van ondernemers in het zorg- en taxivervoer, samen met de vakbonden FNV en CNV Vakmensen
heeft opgesteld (https://www.knv.nl/wp-content/uploads/2001/10/Sectorprotocol-leerlingen…). Het protocol is gebaseerd op de adviezen van het RIVM. Het protocol is, voordat
het is gepubliceerd, voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Vraag 3
Komt het op meer plekken in het land voor dat de gemeenten ouders vragen om leerlingen
te brengen omdat ze het vervoer niet rondkrijgen? Zijn er kinderen die hierdoor niet
naar school kunnen?
Antwoord 3
Door de 1,5 meter afstand die op het vso zo veel als mogelijk moet worden aangehouden,
is het lesrooster bij sommige scholen aangepast. Ik snap dat het voor een aantal gemeenten
in de eerste week een uitdaging was om het leerlingenvervoer goed van start te laten
gaan. Over het algemeen is dit goed verlopen. Ik heb tot nu toe nauwelijks signalen
ontvangen dat leerlingen vanwege het ontbreken van leerlingenvervoer niet op school
zijn geweest.
Vraag 4
Wat gaat u doen om deze ouders te helpen? Wat kunt u doen om gemeenten te helpen die
het nog niet voor elkaar krijgen om voldoende leerlingenvervoer te regelen?
Antwoord 4
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het leerlingenvervoer ligt bij de gemeente,
omdat lokaal het beste kan worden bekeken welk vervoer nodig is. Indien het leerlingenvervoer
niet optimaal verloopt, moet de betreffende gemeente in overleg met de vervoerder,
ouders en de school tot een goede oplossing komen.
Vraag 5
Krijgt u eveneens signalen dat het ook op andere manieren niet goed loopt met het
leerlingenvervoer naar het voortgezet speciaal onderwijs, zoals taxi’s die kinderen
weigeren mee te nemen en ouders aan wie gevraagd wordt het mondkapje vast te tapen
omdat het kind het mondkapje niet op kan houden gedurende de rit?
Antwoord 5
Ik snap dat het voor een aantal gemeenten een uitdaging was om het leerlingenvervoer
naar het vso weer van start te laten gaan. Niet alleen vanwege aangepaste lesroosters,
maar ook vanwege het protocol leerlingenvervoer van de KNV als gevolg van corona.
Over het algemeen is dit goed verlopen. Ik heb tot nu toe nauwelijks signalen ontvangen
dat leerlingen vanwege het ontbreken van leerlingenvervoer niet op school zijn geweest.
Ik ben bekend met het door u aangehaalde voorbeeld. Ik betreur erg dat dit is gebeurd.
De gemeente heeft hierover spijt betuigd en inmiddels heeft de gemeente laten weten
dat er aangepast vervoer zonder mondkapjes is geregeld.
Vraag 6
Is er iets geregeld voor kinderen voor wie het moeilijk is om een mondkapje op te
houden tijdens het vervoer? Deelt u de mening dat het niet zo kan zijn dat een kind
thuis moet blijven van school, enkel omdat het kind het niet lukt om een mondkapje
op te houden tijdens de rit?
Antwoord 6
De gezondheidscheck vormt de basis voor de beslissing om een leerling te vervoeren.
Dit betekent dat leerlingen met klachten (neusverkouden en/of hoesten en/of koorts)
of leerlingen die gezinscontacten met deze klachten hebben, niet vervoerd kunnen worden.
Daar waar in een voertuig tussen chauffeur en kinderen/leerlingen, of tussen meerdere
kinderen/leerlingen onderling de min. 1,5 meter in acht is te nemen, zijn geen extra
maatregelen nodig. Dat betekent dat bij kinderen met een beperking voor wie het dragen
van een mondkapje moeilijk is, de 1,5 meter in acht moet worden genomen, zodat dit
niet nodig is.
Vraag 7
Is er iets geregeld voor dove kinderen, voor wie liplezen essentieel is en dit niet
lukt door het mondkapje?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 6.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.