Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bisschop, Van Meenen en Rog over het beoordelingskader voor LVS-instrumenten van de Expertgroep toetsen PO
Vragen van de leden Bisschop (SGP), Van Meenen (D66) en Rog (CDA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het beoordelingskader voor LVS-instrumenten van de Expertgroep toetsen PO (ingezonden 15 mei 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 19 juni
            2020).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het beoordelingskader voor leerlingvolgsysteem (LVS) -instrumenten
               van de Expertgroep toetsen PO?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Kunt u toelichten waar de Expertgroep de stelling op baseert dat onder de verplichte
               normering van toetsen ook observatie-instrumenten zouden vallen, terwijl de huidige
               wet enkel een grondslag biedt voor het hanteren van regels voor toetsen en leerlingvolgsystemen?
               Deelt u de mening dat het schrappen van kleutertoetsen geen vrijbrief is om dan maar
               eisen te gaan stellen aan observatie-instrumenten?
            
Antwoord 2
            
De Expertgroep Toetsen PO toetst de inhoudelijke validiteit, betrouwbaarheid en deugdelijke
               normering van alle LVS-instrumenten. Dit zijn instrumenten met als doel om de vorderingen
               in de kennis en vaardigheden op het niveau van de leerling, de groep en de school
               te volgen. Dit kunnen schoolse toetsen zijn, maar ook observatie-instrumenten vallen
               hieronder. De wettelijke basis hiervoor ligt in artikel 8, zesde en zevende lid, Wet
               op het Primair Onderwijs. Alle instrumenten die de groei van een leerling in kaart
               brengen, moeten worden beoordeeld door de Expertgroep Toetsen PO. Het beoordelingskader
               van LVS-instrumenten van de Expertgroep geldt enkel voor LVS-instrumenten. Wanneer
               een observatie-instrument de groei van leerlingen niet in kaart brengt, kijkt de Expertgroep
               Toetsen PO niet naar de kwaliteit van het instrument. Scholen zijn niet verplicht
               om observatie-instrumenten voor kleuters te gebruiken, maar indien zij de groei van
               kleuters in kaart brengen in het LVS mag dit enkel met een door de Expertgroep Toetsen
               PO erkend instrument.
            
In mijn brief aan Uw Kamer van 6 juli 2018 schreef ik verder dat in het Regeerakkoord
               is afgesproken dat scholen binnen het LVS voor kleuters geen gebruik meer kunnen maken
               van schoolse LVS-toetsen. Ik schreef hier ook dat er wel ruimte blijft voor het gebruik
               van observatie-instrumenten binnen het LVS voor kleuters.2
Vraag 3
            
Hoe is de opvatting van de Expertgroep, dat scholen gebruik zouden moeten maken van
               goedgekeurde observatie-instrumenten, te rijmen met het gegeven dat momenteel niet
               eens een duidelijk kenbaar en onderscheidend kader voor goedkeuring van deze instrumenten
               beschikbaar is? Hoe is uitwerking gegeven aan uw aankondiging dat de Expertgroep met
               aanbieders zou gaan overleggen over de beoordelingscriteria?3 Op welke wijze worden scholen en aanbieders een duidelijk verhaal en eerlijke kansen
               geboden?
            
Antwoord 3
            
Scholen zijn niet verplicht om observatie-instrumenten af te nemen bij kleuters, maar
               indien zij de groei van kleuters in kaart brengen in het LVS mag dit enkel met een
               door de Expertgroep Toetsen PO erkend instrument. De eisen voor goedkeuring van instrumenten
               verbonden aan het LVS staan beschreven in het «Beoordelingskader LVS-instrumenten»
               van de Expertgroep Toetsen PO. Daarnaast vindt overleg plaats tussen de Expertgroep
               en een toetsaanbieder indien de toetsaanbieder voornemens is een volginstrument voor
               kleuters te ontwikkelen. De eisen beschreven in het beoordelingskader van de Expertgroep
               zijn transparant en gelden voor alle aanbieders op een gelijke manier. Het beoordelingskader
               LVS-instrumenten is geschikt voor de beoordeling van alle LVS-instrumenten. Daarnaast
               kan dit worden bijgesteld als blijkt dat dit nodig is om aspecten als normering, betrouwbaarheid
               en validiteit voor specifieke instrumenten goed te kunnen beoordelen.
            
Vraag 4
            
Deelt de u de opvatting dat het onwenselijk is dat de criteria voor beoordeling van
               (kleuter)toetsen min of meer ongewijzigd worden toegepast op instrumenten, gelet op
               de erkenning in uw brief dat de bezwaren tegen de kleutertoets zich in belangrijke
               mate ook richten tegen de normering ervan?
            
Antwoord 4
            
Voor het in kaart brengen van groei geldt voor kleuters hetzelfde als voor andere
               leerlingen in het basisonderwijs: een leerkracht wil op basis van de prestaties op
               een instrument bepalen of een leerling goed op weg is om gestelde doelen te behalen.
               Om de groei van een kleuter in kaart te brengen is het nodig om deze groei te duiden
               ten opzichte van een vaststaande meetlat. Hierbij is een normgroep van afdoende grootte
               nodig. Dit hoeft geen landelijk gemiddelde te zijn. In mijn brief beschrijf ik dat
               ik bezwaar heb tegen het indelen van kleuters in een bepaalde niveaugroep, op basis
               van een vergelijking van de prestaties van individuele kleuters met een landelijk
               gemiddelde. Dit doet namelijk geen recht aan het feit dat kleuters zich sprongsgewijs
               ontwikkelen. Dit alles laat onverlet dat ook observatieinstrumenten moeten voldoen
               aan eisen van betrouwbaarheid en validiteit.
            
Vraag 5
            
Kunt u aangeven waarom de strekking van het aanhangige wetsvoorstel, dat de verplichting
               schrapt om genormeerde toetsen te gebruiken, verheldering zou behoeven?4 Kunt u bevestigen dat in ieder geval klip en klaar is dat op grond van het wetsvoorstel
               geen genormeerde toetsen verplicht zijn en dat scholen die observatiemiddelen mogen
               kiezen, die het beste zijn voor de leerlingen?
            
Antwoord 5
            
Zowel leden van de fractie van de ChristenUnie als leden van de SGP-fractie in de
               Eerste Kamer hebben vragen gesteld over het amendement-Bisschop c.s. bij het wetsvoorstel
               actualisering deugdelijkheidseisen in het funderend onderwijs. Zoals ik ook gedurende
               het debat over dit wetsvoorstel aangaf, maak ik mij zorgen over het effect van de
               onderdelen van het amendement die zich richten op het schrappen van de referentieniveaus
               in de LVS-instrumenten en het vervallen van de beoordeling van de LVS-toetsen op de
               onderwijskwaliteit door een onafhankelijke commissie. Ook schrapt het amendement de
               grondslag om bij AMvB nadere regels te stellen over toetsen in het LVS, zoals nu gebeurt
               in het Toetsbesluit PO. Op 6 juli 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat in deze AMvB
               de eisen voor het toetsen van kleuters worden aangescherpt. In deze brief heb ik ook
               aangegeven dat dit zal worden meegenomen in de wijziging van wet- en regelgeving die
               voortvloeit uit de evaluatie van de Wet eindtoetsing po. Het nieuwe wetsvoorstel doorstroomtoetsen
               po hoop ik nog dit jaar met uw Kamer te bespreken. Ik vind het belangrijk om alle
               consequenties van het amendement-Bisschop c.s. goed in beeld te hebben voordat de
               regering dit onderdeel eventueel in werking laat treden. Door de grondslag voor een
               AMvB volledig te schrappen is het bijvoorbeeld niet langer mogelijk om erkende observatie-instrumenten
               voor kleuters die voldoen aan alle eisen op te nemen als toets uit het LVS. Ik vraag
               de inspectie daarom een uitvoeringstoets uit te voeren op het amendement, zoals ook
               bij reguliere wetstrajecten gebruikelijk is. Ik wil benadrukken dat het niet gepast
               is om vooruit te lopen op wetgeving waarover parlementair nog gestemd wordt. De wetgeving
               wordt dus niet vooruitlopend op deze stemming opgeschort.
            
Vraag 6
            
Onderkent u dat scholen die keuzes moeten maken voor komende schooljaren, snel behoefte
               hebben aan duidelijkheid over de wettelijke kaders en dat het met het oog daarop niet
               toereikend is om in de communicatie te volstaan met plannen voor 2022? Zo ja, bent
               u bereid in de communicatie van uw ministerie en de Inspectie van het Onderwijs duidelijk
               op te nemen dat scholen de komende jaren geen verplichtingen hebben tot het gebruik
               van goedgekeurde instrumenten en bent u bereid hierover contact op te nemen met de
               Expertgroep en de betrokken sectororganisaties?
            
Antwoord 6
            
De tekst op rijksoverheid.nl is in lijn met de nu geldende wetgeving. Deze wordt aangepast
               als de nog lopende wetstrajecten zijn afgerond. De informatie wordt niet aangepast
               vooruitlopend op de nog aan te passen wetgeving waarover parlementair nog gestemd
               wordt. Daarnaast is op de website van de Expertgroep Toetsen PO een pagina met veel
               gestelde vragen over de kleutertoetsen opgenomen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.