Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over het bericht dat studenten drie maanden collegegeld terugkrijgen bij vertraging afstuderen
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat studenten drie maanden collegegeld terugkrijgen bij vertraging afstuderen (ingezonden 18 mei 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
18 juni 2020).
Vraag 1
Welke reden ziet u om aan te nemen dat studenten die niet in het jaar van afstuderen
zitten en studievertraging oplopen dit nog kunnen inhalen? Zijn hierover afspraken
gemaakt met de instellingen in het hoger onderwijs? Op welke wijze gaan instellingen
in het hoger onderwijs hiervoor gecompenseerd worden?1
Antwoord 1
Alle onderwijsinstellingen in het mbo en ho werken hard aan het voorkomen van studievertraging
voor studenten. Studenten die niet in het laatste jaar van hun studie zitten kunnen
tijdens hun studie nog eventuele vakken inhalen. Instellingen spannen zich in om ervoor
te zorgen dat studenten zo weinig mogelijk achterstand oplopen of deze tijdens de
studie kunnen inlopen. Laatstejaars studenten met vertraging kunnen dat niet omdat
zij in het laatste jaar zitten. In het hoger onderwijs loopt het meeste onderwijs
gewoon (digitaal) door. Zowel de student als de instelling heeft baat bij zo min mogelijk
studievertraging. Toch zal dit voor sommige studenten niet geheel te voorkomen zijn
en geldt voor hen dat zij hun studievertraging op een later moment dienen in te halen.
Voor hen geldt dat de oplossing meer ligt in het bieden van meer tijd om die studievertraging
binnen een redelijke termijn in te halen. Hier zijn in het kader van het servicedocument
ho afspraken over gemaakt. Zo geven instellingen eerstejaarsstudenten die door de
coronamaatregelen studievertraging oplopen en als gevolg daarvan de norm van het bindend
studieadvies (bsa) in het studiejaar 2019–2020 niet halen, de mogelijkheid de bsa-norm
te halen in het volgende studiejaar. Ook kunnen studenten in het hoger onderwijs erop
rekenen dat coulance wordt betracht wanneer zij door corona niet binnen de diplomatermijn
kunnen afstuderen. Normaliter wordt de hele prestatiebeursschuld omgezet in een lening
(alle ontvangen basisbeurs, aanvullende beurs en de reisvoorziening) als een student
niet binnen 10 jaar na aanvang van de studiefinanciering afstudeert. Dit is opgelost
door de diplomatermijn ter verlengen met coulance/hardheidsclausule. Voor studenten
die de overstap willen maken van het hbo naar het wo, of van bachelor naar master,
maar door het COVID-19 virus niet op tijd aan de vooropleidingseisen of toelatingseisen
kunnen voldoen, zijn ook afspraken gemaakt met instellingen. Deze studenten kunnen
doorstromen naar de vervolgopleiding onder de voorwaarde dat zij binnen een redelijke
termijn alsnog voldoen aan de vooropleidingseisen of toelatingseisen. Onderwijsinstellingen
worden voor deze inspanningen niet gecompenseerd.
Vraag 2
Waarom is in dit steunpakket geen compensatie opgenomen voor de instellingen in het
hoger onderwijs?
Antwoord 2
In het compensatiepakket zoals beschreven in de brief van 15 mei jl. is een subsidieregeling
aangekondigd voor het inhalen van onderwijsachterstanden voor groepen kwetsbare kinderen
en studenten. Doordat de coronacrisis kan leiden tot verergering van de kansenongelijkheid
en daarmee tot verlies aan menselijk kapitaal, heeft het kabinet extra aandacht voor
deze kwetsbare groepen. Omdat deze groepen meer voorkomen in het po, vo en mbo is
ervoor gekozen om het compensatiepakket daarop te richten.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het juist dankzij een geweldige inspanning van de docenten in
het hoger onderwijs is, dat er nog zoveel onderwijs doorgang kan vinden? Kunt u dit
toelichten?
Antwoord 3
Voor alle onderwijssectoren geldt dat juist door inspanning van alle leraren en docenten
het onderwijs zo veel mogelijk doorgang kan vinden. Ook voor het hoger onderwijs is
dat zeker waar. In alle sectoren gaat het onderwijs zo veel mogelijk digitaal door.
Ik waardeer de inzet van al die leraren en docenten dan ook zeer.
Vraag 4
Bent u zich ervan bewust dat deze omslag naar digitale onderwijsvormen ook kosten
met zich meebrengt? Zo ja, hoe worden deze gecompenseerd?
Antwoord 4
Het is logisch dat er kosten zullen zijn voor digitale onderwijsvormen. Dat neemt
niet weg dat deze omslag in het hoger onderwijs voor een deel al was voorzien. De
investeringen hierin zouden waarschijnlijk later in de toekomst zijn gedaan en zijn
nu naar voren gehaald. Dat betekent dat dit jaar een deel van de (bestemmings)reserves
kan worden ingezet dat anders later werd ingezet. Tevens staan tegenover dit soort
meerkosten ook minderkosten voor instellingen door minder gebruik van gebouwen.
Vraag 5
Op welke manier worden instellingen vergoed voor de extra kosten die zij maken om
de studievertraging, waarvoor studenten nu terecht gecompenseerd worden, met extra
onderwijsinspanningen in te lopen?
Antwoord 5
Zie eerdere antwoorden op vraag 1, 2 en 4.
Vraag 6
Op welke manier wordt er publieke verantwoordelijkheid genomen voor de vertraging
die onderzoekers oplopen? Deelt u de mening dat hun positie als gevolg van de coronacrisis
benard is en dat dit ook overheidssteun rechtvaardigt?
Antwoord 6
Ik ben me er van bewust dat de huidige situatie veel vraagt van wetenschappers. Ik
neem deze signalen dan ook zeer serieus. Samen met de publieke kennispartners (NWO,
KNAW, VSNU, VH en NFU) houdt OCW de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Doel is
om geen onderzoekers tussen wal en schip te laten vallen. Er worden door de samenwerkende
publieke kennispartners verschillende stappen gezet om onderzoeksvertraging waar mogelijk
op te vangen of beoordeling aan te passen, ook in het licht van het nieuwe erkennen
en waarderen. Daarnaast is NWO begonnen met het openbaar maken van calls die in de
toekomst gepubliceerd worden. Dit geeft onderzoekers meer tijd om aanvragen voor te
bereiden en hun planning daarop aan te passen. Nieuwe sluitingsdata van gepauzeerde
calls worden ruim van tevoren gepubliceerd. Ook wordt gekeken of er mogelijkheden
zijn om onderzoekers verlenging te bieden indien ze die nodig hebben om hun onderzoek
af te ronden.
We kijken daarnaast naar mogelijkheden om het onderzoekswerk te hervatten binnen de
kaders van de coronamaatregelen. Ik verwijs u daarvoor graag naar het servicedocument
dat wij regelmatig uitbrengen en het protocol «Herstart Universiteiten». Alle bovenstaande
maatregelen zijn er op gericht om onderzoekers zo veel mogelijk te ondersteunen in
deze bijzondere omstandigheden.
Daarnaast investeert het kabinet in totaal € 47,5 miljoen – via de ministeries van
VWS, OCW en EZK en wetenschapsfinanciers ZonMw en NWO en de topsector LSH – in coronagerelateerd
onderzoek. Tot slot span ik mij in Europa in om binnen de financiële middelen van
Horizon 2020 de continuïteit voor onderzoeksprojecten te borgen. Dat betreft een case
by case benadering, geen generieke maatregelen.
Vraag 7
Welke financiële consequenties heeft de meer kleinschalige inrichting, zoals die de
komende tijd te verwachten is als gevolg van de coronamaatregelen, op de instellingen
in het hoger onderwijs? Bent u bereid deze consequenties op te vangen? Zo ja, hoe?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Voor alle onderwijssectoren geldt dat de anderhalvemetersamenleving consequenties
zal hebben. Welke financiële impact dat heeft is niet bekend. Deze kosten hangen ook
af van hoelang de crisis duurt en wanneer de coronamaatregelen versoepeld kunnen worden.
Voor het hoger onderwijs zijn op dit moment de Vereniging Hogescholen en VSNU nog
bezig met een inventarisatie van de kosten voor de korte en middellange termijn. Dit
kan inzichtelijk maken tegen welke kosten instellingen aanlopen. Hogescholen en universiteiten
zijn grotendeels publiek bekostigde instellingen. Er zijn op dit moment geen acute
liquiditeitsproblemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.