Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hijink en Marijnissen over de productie van persoonlijke beschermingsmiddelen in Nederland
Vragen van de leden Hijink en Marijnissen (beiden SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Medische Zorg over de productie van persoonlijke beschermingsmiddelen in Nederland (ingezonden 1 mei 2020).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 16 juni 2020).
Vraag 1
Kunt u in een overzicht aangeven hoeveel en welke producenten in ons land zich bezighouden
met de productie van persoonlijke beschermingsmiddelen bovenop dat wat door de combinatie
AFPRO Filtertechniek, Auping en DSM wordt geproduceerd?1
Antwoord 1
Een algemeen overzicht van alle fabrikanten van beschermingsmiddelen in Nederland
is niet te geven, omdat dit niet wordt geregistreerd. In het kader van de COIVD-19
pandemie zijn er productieafspraken gemaakt voor z.g. FFP2 maskers met de bedrijven
Koninklijke Auping, AFPRO Filters B.V. SION B.V. Daarnaast zijn contracten gesloten
met drie fabrikanten over de productie van chirurgische mondmaskers van het type IIR.
Ook zijn in de afgelopen weken opdrachten verleend aan fabrikanten van beschermingsbrillen
en van face shields
Vraag 2 en 3
Kunt u zeggen op hoeveel plaatsen in Nederland keuring en certificering kan plaatsvinden
van mondmaskers (zowel FFP maskers volgens EN149 als chirurgische maskers volgens
EN14683)?
Klopt het dat er maar een beperkt aantal bedrijven in Europa geaccrediteerd is om
maskers aan de EN149 norm te keuren? Klopt het dat dit in Nederland niet mogelijk
is? Kunt u zeggen welke geaccrediteerde bedrijven bevoegd zijn om deze keuring en
certificering uit te voeren?
Antwoord 2 en 3
Mondmaskers van het type FFP dienen in principe te voldoen aan de wettelijke eisen
voor persoonlijke beschermingsmiddelen, en voorzien te zijn van een CE-certificaat.
Er zijn 2 notified bodies in Nederland die adembeschermingsmaskers (FFP) kunnen certificeren
en een CE-certificaat kunnen afgeven. Dat zijn:
– BSI Group The Netherlands B.V.
– INSPEC International B.V.
Vanwege de schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen die voldoen aan de Europese
eisen, is het tijdelijk ook toegestaan om producten zonder CE-markering, maar met
een gelijkwaardig certificaat van buiten Europa op de markt te brengen, indien dit
ten behoeve van zorgverleners is en in het kader van Covid-19. Leveranciers moeten
via documentatie kunnen aantonen dat hun product een CE-certificaat heeft, of voldoet
aan de eisen van dit gelijkwaardige certificaat van buiten Europa. Op dit moment is,
naast twee notified bodies, er een bedrijf die in Nederland (gecertificeerd) kan toetsen
of een mondmasker aan de norm voldoet, specifiek op het gebied van filterpenetratie,
maar geen CE-certificaat kan afgeven (ProQares B.V.).
Daarnaast kunnen geïnteresseerde partijen zich ook melden bij DEKRA Certification
B.V. in Nederland, om te bezien of Dekra hen kan doorverwijzen naar hun zusterbedrijf
in Duitsland: DEKRA Testing and Certification GmbH. Deze Duitse notified body is aangewezen
om hiervoor CE-certificaten af te geven, waarmee de mondmaskers alsnog op de Europese
markt kunnen worden gebracht.
Chirurgische maskers zijn medische hulpmiddelen van een lage risicoklasse, die niet
door een notified body beoordeeld hoeven worden. Fabrikanten van deze maskers moeten
aan de hand van testrapporten wel aantonen dat ze aan de gestelde eisen voldoen om
een CE-markering op hun product te kunnen zetten. Op dit moment zijn er geen bedrijven
in Nederland geaccrediteerd voor het testen van de norm voor chirurgische mondmaskers
(EN14683). In de EU mogen verschillende bedrijven deze testen uitvoeren. Daarnaast
wordt gekeken of dit op termijn alsnog mogelijk gemaakt kan worden in Nederland. Voor
nu betekent het dus dat de Nederlandse fabrikanten van chirurgische maskers naar bijvoorbeeld
België of Oostenrijk moeten voor het testen ten behoeve van het verkrijgen van een
CE-markering voor dit type mondneusmasker.
Vraag 4, 5 en 6
Klopt het dat het initiatief al opdrachten had voordat de keuring en certificering
van de maskers hadden plaatsgevonden en dat andere ondernemers die vergelijkbare initiatieven
aan het opstarten zijn deze afnamegarantie niet krijgen zolang de producten nog niet
gekeurd en gecertificeerd zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Bereiken u ook geluiden dat met name het midden- en kleinbedrijf veel moeite heeft
om toegang te krijgen tot het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH)? Klopt het beeld
dat het LCH met name zaken wil doen met het grootbedrijf terwijl in eigen land kleinere
bedrijven klaarstaan om de productie van onder andere mondmaskers en beschermende
kleding op te starten?
Deelt u de mening dat alle bedrijven, groot en klein, gelijk behandeld dienen te worden?
Zo ja, hoe bent u van plan hier invulling aan te geven betreffende de ontwikkeling
van beschermingsmiddelen?
Antwoord 4, 5 en 6
Er zijn de afgelopen maanden ruim 500 voorstellen binnengekomen bij het team dat zich
bezighoudt met het beoordelen van voorstellen voor de opstart van productie in Nederland.
Ik neem het besluit over de selectie van kansrijke en relevante proposities. Opdrachten
waarbij sprake is van een langdurige afnamegarantie (tot 12 maanden) worden gesloten
tussen de fabrikant, het LCH en het Ministerie van VWS. Het LCH verwerkt de opdracht
administratief en zorgt voor de distributie van de producten. Onder de geselecteerde
initiatieven zitten grote en kleine bedrijven. Voor beademingssystemen zijn afspraken
gemaakt met een middelgrote fabrikant (DemCon).
Voor brillen is een opdracht geplaatst bij het MKB bedrijf Spark Design, voor gezichtsschermen
bij een samenwerkingsverband van de bedrijven ReShape, PVI en 3D lab. Ook voor het
maken van specifiek afname- en testmateriaal is gekozen voor een mix van bedrijven.
Voor FFP2-maskers is gekozen voor initiatieven bij Koninklijke Auping, Afpro Filters
BV. en Sion BV. Bij chirurgische mondmaskers is gekozen voor drie bedrijven die voorheen
dit soort producten niet maakten, waaronder een bedrijf dat samenwerkt met een sociale
werkplaats voor vluchtelingen in Arnhem (Mondmaskerfabriek), een productiebedrijf
in Oost-Nederland en een onderneming opgericht vanuit de textielsector. Voor de productie
van desinfectans zijn grondstoffen door Shell Nederland geleverd. Er is dus sprake
van een mix van kleine, middelgrote en grote bedrijven die persoonlijke beschermingsmiddelen
gaan produceren voor de Nederlands zorg.
Met alle geselecteerde proposities wordt een contract gesloten onder de voorwaarde
dat voldaan wordt aan de benodigde CE-certificeringen voor persoonlijke beschermingsmiddelen
of medische hulpmiddelen. Wanneer de producten niet voldoen aan de wettelijke eisen
voor persoonlijke beschermingsmiddelen, worden deze niet afgenomen en kan het contract
worden ontbonden. Dat risico ligt bij de ondernemer en deze voorwaarde wordt bij alle
initiatieven waarmee gesprekken worden gevoerd, gesteld. Waar nodig wordt wel advies
gegeven over de te volgen procedures. Geen van de geselecteerde bedrijven was voorheen
actief in- noch gecertificeerd voor de productie van medische mondneusmaskers. Wanneer
een van de ondernemers onverhoopt en ondanks alle goede inzet er toch niet in slaagt
om een CE-certificering te behalen, dan kan het zijn dat de overheid – afhankelijk
van de specifieke situatie – mogelijk een deel van eventuele voorfinanciering of aanbetalingen
niet terugbetaald krijgt die dat bedrijf gebruikt heeft voor de aankoop van machines,
grondstoffen en/of het testproces. In die zin is er sprake van een gedeeld risico.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er veel meer Nederlandse producenten van mondmaskers bij moeten
komen om aan de vraag van vier miljoen FFP2 maskers en zeven miljoen chirurgische
medische maskers per week te voldoen?
Antwoord 7
De geselecteerde voorstellen kunnen voorzien in een substantieel aandeel van de Nederlandse
vraag naar FFP2 maskers. Op dit moment wordt binnen de gesloten contracten nog onderzocht
of verdere opschaling mogelijk is. Daarmee zou de productie die op volle capaciteit
1,2 mln. FFP2-maskers per week bedraagt, nog verder kunnen worden opgevoerd gedurende
12 maanden tot gemiddeld 2 mln. stuks per week. Inmiddels zijn met drie fabrikanten
van chirurgische mondmaskers contracten afgesloten. Op het moment dat deze bedrijven
hun productie volledig op stoom hebben en voldoen aan de kwaliteitseisen, kunnen gemiddeld
ruim 3 miljoen chirurgische mondmaskers per week geproduceerd worden tot mei 2021.
Vraag 8
Kunnen potentiële producenten in eigen land rekenen op dezelfde behandeling en ondersteuning
die DSM/Auping/AFPRO hebben gekregen? Zo ja, waar kunnen deze bedrijven terecht om
hulp te krijgen bij het opstarten van de productie en het testen en certificeren van
hun producten?
Antwoord 8
Alle initiatieven die in de afgelopen weken zijn binnengekomen zijn op gelijkwaardige
wijze beoordeeld op haalbaarheid, tijdigheid/snelheid van productie en kwaliteit.
Om snel in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen en ook te werken met initiatieven
die een behoorlijk volume kunnen bieden, is het aantal geselecteerde bedrijven beperkt
gehouden. Het produceren van gecertificeerde mondneusmaskers vereist voorbereiding
en de nodige aanlooptijd, bijvoorbeeld om kwaliteitstesten uit te voeren, machines
te bestellen en te installeren en grondstoffen te borgen. Daarnaast wordt via het
Ministerie van VWS waar nodig aanvullende informatie verschaft over benodigde certificeringen
en/of doorverwezen naar de juiste instanties.
Vraag 9
Kan een centraal geaccrediteerd keuringspunt vanuit de overheid worden opgestart waar
Nederlandse bedrijven nieuw ontwikkelde beschermingsmiddelen, zoals maskers, schorten,
veiligheidsbrillen en handschoenen kunnen laten keuren en certificeren? Zo ja, bent
u bereid om een dergelijk centraal keurings- en certificeringspunt op te richten om
onnodig tijdverlies bij de ontwikkeling van beschermingsmiddelen van eigen bodem te
voorkomen?
Antwoord 9
Voor persoonlijke beschermingsmiddelen en medische hulpmiddelen van een hogere risicoklasse
geldt dat deze moeten worden beoordeeld door een notified body, voordat een CE-certificaat
kan worden afgegeven en de producten op de Europese markt kunnen worden gebracht.
Deze notified bodies zijn private instanties die daarvoor door de bevoegde autoriteit
van de lidstaat moeten worden aangewezen, die daar ook toezicht op houdt. Bij medische
hulpmiddelen is dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Het past
niet binnen dit stelsel dat de overheid een eigen keuringsinstantie inricht. Wel kan
ik, indien vanuit een private instantie interesse bestaat om notified body te worden,
deze instantie hierin faciliteren en ondersteunen.
Bedrijven die hun mondmaskers (FFP) willen laten certificeren, kunnen zich overigens
ook bij een notified body in een andere lidstaat melden. Voor de chirurgische maskers
zou een dergelijke centrale instantie weinig zinvol zijn omdat deze niet langs een
notified body hoeven om een CE-markering te krijgen, maar langs een geaccrediteerd
testlaboratorium.
Vraag 10
Deelt u de mening dat er geen tijd verloren mag gaan bij de ontwikkeling van beschermingsmiddelen
van eigen bodem door een gebrek aan ondersteuning vanuit de overheid en een gebrek
aan keurings- en certificeringslocaties? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 10
Die mening deel ik, en daarom heb ik ook na de Corona uitbraak direct stappen ondernomen
om de productie van beschermingsmiddelen in Nederland op te starten. Inmiddels zijn
diverse contracten gesloten voor de productie van beschermingsmiddelen met zowel kleine
als grote ondernemingen in Nederland, van de juiste kwaliteit, waarmee kan worden
voorzien in een substantieel deel van de verhoogde Nederlandse vraag als gevolg van
de Corona pandemie. Deze vraag fluctueert naarmate de crisis opflakkert of afneemt.
De geselecteerde producenten kunnen – wanneer ze volledig operationeel zijn – hun
productie op- en afschalen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.