Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Postma en Van der Graaf over het bericht dat de Minister geen haast heeft met het aanpakken van de N35
Vragen van de leden Postma (CDA) en Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat de Minister geen haast heeft met het aanpakken van de N35 (ingezonden 27 mei 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
16 juni 2020).
Vraag 1
Kent u de berichten «Minister heeft geen haast met aanpakken N35: «Dat baart zorgen»1 en «Onderzoek toont aan: het wordt alleen maar drukker op de N35»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Kunt u aangeven of het klopt dat u nog geen concrete afspraak met de provincie Overijssel
heeft gemaakt over de planning en financiering van het project?
Kunt u aangeven of er in het eerste kwartaal van 2020 een apart bestuurlijk overleg
is geweest? Zo nee, kunt u toezeggen dat dit zo spoedig mogelijk wordt ingepland,
in ieder geval voor het algemeen overleg over het Meerjarenprogramma Infrastructuur,
Ruimte en Transport (MIRT) van 25 juni 2020?
Kunt u aangeven of het klopt dat u de afspraak wilt verschuiven naar na de zomer en
dus na het MIRT-overleg van juni 2020?
Antwoord 2, 3, 4
Het klopt dat dit aparte bestuurlijke overleg niet in het eerste kwartaal van 2020
heeft plaatsgevonden. Om voortgang te houden wordt ambtelijk alvast het gesprek gevoerd
over mogelijke vervolgafspraken over de N35. Op het BO MIRT van dit najaar bespreek
ik dan de uitkomsten, waarna ik u informeer over de uitkomst.
Vraag 5
Bent u nog steeds voornemens om conform de motie Postma c.s. (Kamerstuk 35 300 A, nr. 34) het aanbod van de provincie Overijssel zeer serieus te nemen en in het aparte bestuurlijk
overleg een gezamenlijk einddoel af te spreken voor de verdere MIRT-planning van de
N35 en aan te geven onder welke condities (tijd, geld, oplossingsrichtingen) de N35
op de MIRT-agenda kan komen? Kunt u bevestigen dat hier duidelijkheid over komt voor
het algemeen overleg MIRT van 25 juni 2020?
Antwoord 5
Ik neem het aanbod van de provincie Overijssel zeker serieus. Cofinanciering is echter
niet het enige criterium waar ik mijn financieringsafweging op baseer. Ook het Regeerakkoord
en de NMCA zijn criteria die ik bij mijn keuze betrek om een project op te nemen in
het MIRT. Tijdens het recent afgeronde verkeersonderzoek is een nadere analyse naar
de weg uitgevoerd, waarbij ook gekeken is naar oplossingsrichtingen gericht op verbetering
van de verkeersveiligheid en doorstroming, zowel voor de korte als lange termijn.
De uitkomsten van het onderzoek zijn het vertrekpunt voor het verdere gesprek met
de provincie.
Vraag 6
Wat is uw reactie op het verkeersonderzoek dat de N35 de afgelopen jaren drukker is
geworden en die drukte alsmaar toe zal nemen?
Antwoord 6
Het rapport trekt meerdere conclusies over de groei van het verkeer op de N35. De
prognoses verschillen per gehanteerd economisch groeiscenario. Net als op de meeste
andere wegen is sprake van een toename van de hoeveelheid verkeer op de N35.
Vraag 7
Bent u het eens met de constatering van de provincie Overijssel dat de knelpunten
op de N35 op het gebied van veiligheid, doorstroming en leefbaarheid nog groter zijn
dan gedacht?
Antwoord 7
Uit het afgeronde verkeersonderzoek blijkt dat de intensiteiten op de N35 zijn toegenomen.
Deze toegenomen intensiteiten hebben ook effect op de doorstroming en verkeersveiligheid
op het traject. Desondanks toont het onderzoek aan dat de reistijd op het traject
nog steeds acceptabel is zowel in de spits als gedurende de rest van de dag.3 Er is dus geen sprake van een groot doorstromingsknelpunt. Ook is het relatieve ongevalsrisico
voor de N35 lager dan het landelijke gemiddelde voor niet auto-snelwegen. In het verleden
heb ik € 5 mln. beschikbaar gesteld uit het Programma Meer Veilig om samen met de
regio een pakket aan veiligheidsmaatregelen te realiseren op dit traject. Met dit
pakket aan maatregelen zal de verkeersveiligheid worden verbeterd, o.a. door het opheffen
van erfaansluitingen die direct op de N35 uitkomen en de aanleg van parallelvoorzieningen.
Deze maatregelen zullen daarbij ook een positief effect teweegbrengen op de doorstroming
aangezien de kans op ongelukken ook aanzienlijk verkleind wordt. Naar verwachting
zullen deze maatregelen in 2021 gerealiseerd worden.
Vraag 8
Bent u het eens met de provincie Overijssel dat er genoeg onderzoek is gedaan en de
uitkomsten helder zijn? Hoe kijkt u naar de wens van de provincie om twee keer twee
rijbanen aan te leggen tussen Wijthmen en Nijverdal met een maximumsnelheid van 100
km/u en ongelijkvloerse kruisingen?4
Antwoord 8
Op basis van de uitkomsten van het onderzoek ga ik de komende maanden het gesprek
met de provincie aan om de conclusies te bespreken en om te zien wat er eventueel
voor vervolgstappen mogelijk zijn. Ik zal uiteindelijk een landelijke afweging maken
of en in welke trajecten er door het Rijk wordt geïnvesteerd. Daarbij is ook in het
huidige onderzoek geconcludeerd dat het voorstel van de provincie om de weg naar 2x2
rijstroken te verbreden niet op voorhand de meest doelmatige oplossing is. Deze conclusie
zal ik nog nader met de provincie bespreken.
Vraag 9
Kunt u de antwoorden op deze vragen tijdig voor het algemeen overleg MIRT van 25 juni
2020 naar de Kamer sturen?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.