Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht 'Bekende sporters vragen regering om steun voor meer beweging: Sport is essentieel.'
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Bekende sporters vragen regering om steun voor meer beweging: Sport is essentieel.» (ingezonden 25 mei 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg), mede namens de Staatssecretaris van
            Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 15 juni 2020).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van de oproep «Bekende sporters vragen regering om steun voor
               meer beweging: Sport is essentieel»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Bent u het met de ondertekenaars ervan eens dat «sport en bewegen een essentiële,
               preventieve rol spelen om Nederlanders vitaler te maken als ook dat dit het moment
               is om in actie en tot gedragsverandering te komen, waarbij de nadruk ligt op voorkomen
               in plaats van genezen»?
            
Antwoord 2
            
Voldoende bewegen en sporten is uitermate belangrijk voor vitaliteit en een gezonde
               leefstijl.
            
Het is nu zaak dat het sporten en bewegen terugkomt op het niveau van voor de corona
               crisis. Zo sportte in de eerste weken van de crisis 38% van de Nederlanders minder
               dan voorheen (bron: data Mulier instituut).
            
Zowel vanuit het Nationaal Sportakkoord als het Nationaal Preventieakkoord zetten
               ik en Staatssecretaris Blokhuis, ons in voor de beweging naar meer sport en bewegen
               in het dagelijks leven van mensen. Zo zijn bijna alle gemeenten in Nederland aan de
               slag met het maken of uitvoering geven aan een lokaal Sportakkoord. Daarmee is veel
               energie gecreëerd in Nederland om sporten en bewegen te bevorderen. Tot aan 2022 ondersteunt
               de overheid de lokale akkoorden financieel. De uitvoering van de sportakkoorden is
               net gestart. We verwachten in het najaar een eerste beeld van de voortgang aan de
               Tweede Kamer te kunnen presenteren.
            
Vraag 3
            
Bent u bereid om, zoals de ondertekenaars vragen, «een stip op de horizon te zetten,
               waarbij onderwijs, gezondheidszorg, voedingsindustrie en bedrijfsleven samen met de
               sport structureel werken aan een vitaal en weerbaar Nederland en waarbij sport en
               bewegen een belangrijke plek in ons dagelijks leven krijgen»?
            
Antwoord 3
            
Vanuit het Nationaal Preventie- en Nationaal Sportakkoord maar ook vanuit landelijke
               (preventie)programma’s zoals de ketenaanpak Overgewicht, Gezonde School en JOGG werken
               we samen aan een vitaal Nederland en het bevorderen van sport en bewegen is hier een
               wezenlijk onderdeel van. Binnen de lokale sportakkoorden wordt ingezet op een integrale
               aanpak van sport en bewegen waarbij het onderwijs, kinderdagverblijven, sportverenigingen
               en de wijk(vereniging of buurtsportcoach) partner zijn.
            
Vraag 4
            
Bent u het ermee eens dat een betrokken en faciliterende overheid daarbij essentieel
               is en een voorwaarde voor succes? Zo ja, op welke wijze gaat u daaraan invulling geven?
               Bent u bereid in het kader daarvan met (een delegatie van) de ondertekenaars van bedoelde
               oproep om tafel te gaan om concrete afspraken te maken? Bent u bereid om daarbij extra
               aandacht te besteden aan de positie van mensen voor wie sport en bewegen niet zo vanzelfsprekend
               zijn (zoals bijvoorbeeld kinderen uit gezinnen met een sociaaleconomische achterstand,
               mensen met een beperking en ouderen)?
            
Antwoord 4
            
Samen met Staatssecretaris Blokhuis heb ik op 2 juni jl een gesprek gevoerd met de
               initiatiefnemers. Er is onder andere afgesproken spoedig een vervolgoverleg te plannen
               waarbij ook zorgprofessionals worden uitgenodigd om ook de oproep en plannen die zij
               hebben hieraan te verbinden. Daarbij heb ik de ondertekenaars gevraagd vooral met
               concrete plannen te komen en ik vind het mooi dat zij zich ondertussen als ambassadeurs
               voor het thema willen inzetten.
            
Vanuit VWS hebben we aandacht voor de mensen die het meeste baat (kunnen) hebben van
               een actievere leefstijl. Het Mulier instituut monitort voor VWS het sport- en beweeggedrag
               van alle mensen. Binnen het Sportakkoord is extra aandacht voor kwetsbare personen,
               dat kan ondersteuning zijn op financieel gebied (Jeugdfonds sport en cultuur) maar
               ook door de inzet van een buurtsportcoach met bijvoorbeeld een beweegaanbod op maat.
            
Vraag 5
            
Welke maatregelen treft u om te borgen dat de in bedoelde oproep genoemde unieke infrastructuur
               van 24.000 sportverenigingen, sportbonden en commerciële sportaanbieders haar belangrijke
               rol kan (blijven) spelen in het werken aan een vitale samenleving «waarin sport en
               bewegen het nieuwe normaal zijn»? Op welke wijze ondersteunt u gemeenten daarbij?
            
Antwoord 5
            
Zoals u in mijn kamerbrief «Steunpakket sportverenigingen gevolgen COVID-19 maatregelen»(TK
               30 234-244) van 1 mei jl heeft kunnen lezen heb ik onlangs een steunpakket van € 110 miljoen
               aan gemeenten en sportverenigingen toegezegd. Het kabinet vindt sporten en bewegen
               zeer belangrijk, niet alleen vanuit gezondheidsbevordering maar ook vanuit een maatschappelijke
               en sociale waarde. De infrastructuur is er en met het steunpakket geven we haar in
               deze onzekere tijd een steun in de rug om haar belangrijke rol als aanjager en verbinder
               naar sport en bewegen toe in stand te houden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg - 
              
                  Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.