Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 476 Tijdelijke wet tot opschorting van regels omtrent dwangsommen en het instellen van beroep bij niet tijdig beslissen op een asielaanvraag (Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND)
Nr. 8 VERSLAG
Vastgesteld 12 juni 2020
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, belast met het voorbereidend onderzoek
van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het
voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen
zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het voorstel van wet
genoegzaam voorbereid.
INHOUDSOPGAVE
blz.
Algemeen
2
1.
Inleiding
2
2.
Hoofdlijnen
5
2.1
Financiële consequenties dwangsomverplichtingen
5
2.2
Verbetermaatregelen
6
2.3
Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
6
2.4
Verplichtingen gelden ook voor de IND
6
3.
Wettelijke maatregelen
7
3.1
Enkele kanttekeningen vooraf
7
3.2
Opschorting dwangsomverplichtingen
7
3.3
Tijdelijke afwijkingen van de Algemene wet bestuursrecht
7
3.4
Directe werking
8
Artikelsgewijze toelichting
8
Algemeen
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel
Tijdelijke wet tot opschorting van regels omtrent dwangsommen en het instellen van
beroep bij niet tijdig beslissen op een asielaanvraag (Tijdelijke wet opschorting
dwangsommen IND). Toen in 2006 de wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
werd behandeld, hebben deze leden zich ingezet voor het amendement waarmee asielzoekers niet
de mogelijkheid zouden krijgen bij een niet tijdige beslissing op de asielaanvraag
een dwangsom te vorderen. Zij achten het uiteraard van groot belang dat de Immigratie-
en Naturalisatiedienst (IND) tijdig beslist op aanvragen van een asielzoeker, zodat
ook tijdig duidelijk is of de asielaanvraag in kwestie voorlopig het perspectief heeft
om te blijven, of moet terugkeren naar het land van herkomst. Deze leden geloven echter
niet dat dwangsommen hiervoor de juiste prikkel zijn. Het op orde brengen van de IND,
onder andere door de extra financiële middelen die hiervoor door het kabinet zijn
vrijgemaakt, is dat wel.
De voorgenoemde leden vinden bovendien, dat dwangsommen geen rechtvaardige prikkel
vormen. De positie van een asielzoeker die opvang krijgt terwijl nog onduidelijk is
of terecht een beroep wordt gedaan op onze gastvrijheid is een andere dan die van
een rechtmatig ingezetene van Nederland die een dwangsom verbeurt als de overheid
in gebreke blijft. Daarom gaat, wat de leden van de VVD-fractie betreft, de redenatie
niet op die voorstanders van de mogelijkheid voor dwangsommen voor asielzoekers hanteren:
namelijk dat het hier zou gaan om een kwestie van dezelfde rechten voor iedereen in
Nederland. Reeds in 2006 is bovendien gewaarschuwd voor de mogelijke perverse prikkel
die zou kunnen uitgaan van de dwangsommogelijkheid voor asielzoekers. Deze is waarheid
geworden nu asieladvocaten en Vluchtelingenwerk asielzoekers in grote getalen adviseren
gebruik te maken van de regeling zonder dat dit nog behulpzaam is bij het sneller
beslissen, waardoor de overheid miljoenen euro’s hieraan kwijt is, die ook besteed
hadden kunnen worden aan het verbeteren van de asielketen of andere belangrijke taken
van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze leden vinden het daarom zeer verstandig
dat de regering de mogelijkheid voor dwangsommen bij niet tijdige beslissingen van
de IND met dit wetsvoorstel opschort, en de werking van dit wetsvoorstel in stand
houdt tot een tweede wetvoorstel in werking zal treden dat definitief een einde maakt
aan de mogelijkheid van dwangsommen voor asielzoekers. De aan het woord zijnde leden
hebben aanleiding gezien tot het stellen van enkele vragen.
De regering geeft aan dat de verplichting tot het vergoeden van dwangsommen momenteel
oploopt met 1 miljoen euro per week. Is dat thans nog het geval nu bepaalde beslistermijnen
vanwege de coronacrisis verlengd zijn? De meest recente inschatting van het totaalbedrag
is tussen de 30 en 40 miljoen euro. Wat is de huidige stand van zaken? Welk cumulatief
bedrag wordt inmiddels aan dwangsommen vergoed? Welk bedrag is vermoedelijk te besparen
c.q. te voorkomen met dit wetsvoorstel? Klopt het, dat als het de regering niet lukt binnen een jaar een wetsvoorstel
door beide Kamers te krijgen, dat definitief een einde maakt aan de mogelijkheid tot
het verbeuren van dwangsommen door asielzoekers en het onderhavige wetsvoorstel wordt
verlengd? Zo ja, hoe is dit wetstechnisch geregeld? Is daar een actief besluit van
de regering voor nodig of is hier sprake van een automatische verlenging? Is er een
andere EU-lidstaat bekend dat de mogelijkheid heeft van dwangsommen voor asielzoekers?
Zo ja, welke?
De leden van de PVV-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van het wetsvoorstel.
Deze leden vragen of de regering kennis heeft genomen van het voorstel van wet van
de leden Wilders en Emiel van Dijk tot wijziging van de Vreemdelingenwet in verband
met afschaffing van de dwangsomregeling bij asielaanvragen (Noodwet afschaffing dwangsomregeling
ter voorkoming van misbruik door asielzoekers) (Kamerstuk 35 406) welke al voorziet in het permanent afschaffen van de dwangsomregeling bij asielaanvragen.
Waarom vindt de regering het nodig zelf een wetsvoorstel in te dienen terwijl er al
een initiatiefwetsvoorstel is ingediend die ziet op het permanent afschaffen van de
dwangsomregeling voor asielzoekers?
De aan het woord zijnde leden vragen waarom de regering, bij monde van de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid, de motie-Emiel van Dijk (Kamerstuk 35 300 VI, nr. 32) te stoppen met het compenseren van asielzoekers door middel van het uitkeren van
dwangsommen heeft ontraden en meer dan een half jaar later pas een wetsvoorstel in
heeft ingediend die ziet op dezelfde problematiek.
Voornoemde leden vragen of de regering de mening deelt dat de dwangsomregeling vaak
misbruikt wordt door asielzoekers die bij voorbaat al weten dat hun asielaanvraag
kansloos is, omdat zij uit een veilig land komen. Erkent de regering ook de rol van
asieladvocaten en Non-Gouvernementele Organisaties (NGO’s) hierin? Waarom is dit argument
niet opgenomen in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel van de zijde van
de regering? Welke prikkels wil de regering gaan invoeren om tijdig beslissen door
de IND te bevorderen?
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend
wetsvoorstel. Zij hebben nog enkele vragen. Deze leden lezen dat de regering voornemens
is voortvarend een definitieve wet in procedure te brengen die ziet op hetzelfde doel
als onderhavige tijdelijke wet. Kan worden verduidelijkt wanneer precies wordt verwacht
dat het wetsvoorstel met een definitieve regeling naar de Kamer zal worden gestuurd?
Wordt verwacht dat de kwestie van onderhavige dwangsommen nog deze kabinetsperiode
tot een einde wordt gebracht?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van onderhavig wetsvoorstel. Deze
leden maken zich al lange tijd zorgen over de opgelopen wachttijden bij de IND. Zowel
de overheid als de asielzoeker zijn gebaat bij een snelle en zorgvuldige asielprocedure
en asielbesluit. Deze leden hebben begrip voor het standpunt van de regering dat de
huidige dwangsomregeling haar doel voorbij schiet. Tegelijkertijd hechten zij grote
waarde aan een betrouwbare overheid die snel en zorgvuldig beslist. Daarom hebben
deze leden nog enkele vragen over het wetsvoorstel.
De leden van de GroenLinks-fractie spreken hun verwondering uit over voorliggend wetsvoorstel.
Deze leden constateren dat het probleem van de ernstige toename in het aantal verbeurde
dwangsommen wegens niet-tijdig beslissen door de IND, door de regering zelf is veroorzaakt.
Deze leden vragen waarom de regering de tijd en middelen die gepaard gaan met het
opstellen en behandelen van dit wetsvoorstel niet steekt in het terugbrengen van de
overschrijding van beslistermijnen door de IND.
Voornoemde leden lezen in de memorie van toelichting dat de kosten aan dwangsommen
momenteel per week oplopen met een bedrag rond de 1 miljoen euro. Deze leden vinden
het moeilijk voorstelbaar dat deze hoge bedragen uit de lucht zijn komen vallen. Waarschijnlijk
is al maandenlang sprake van een significante toename in de kosten. De aan het woord
zijnde leden vragen daarom een historisch overzicht van de maandelijkse kosten van
het vergoeden van dwangsommen wegens niet-tijdig beslissen door de IND sinds 1 oktober
2012. Is de regering bereid dit te verstrekken?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen op welk moment de regering zich bewust is
geworden van de problematiek van de hoge kosten van de dwangsommen. Deze leden vragen
of hier niet op geanticipeerd had kunnen worden door in een eerder stadium, proces
versnellende maatregelen te treffen, nu de beslistermijnen al enige tijd met regelmaat
worden overschreden door de IND.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden vinden
het van groot belang dat asielzaken tijdig in behandeling genomen worden. Het is belangrijk
voor mensen die daadwerkelijk in asielnood verkeren, zodat zij snel hun leven weer
op kunnen pakken. Maar ook mensen zonder recht op asiel dienen snel duidelijkheid
te krijgen. Voor het draagvlak van ons asielstelsel is snelle duidelijkheid van groot
belang. Vertragingen brengen hoge kosten met zich mee die met een snelle procedure
bespaard hadden kunnen worden. De aan het woord zijnde leden betreuren het dan ook
dat de wachttijden bij de IND zo enorm zijn opgelopen als gevolg van de bezuinigingen
op deze dienst.
De leden van de SP-fractie vragen waarom er niet voor is gekozen tijdelijk de beslistermijn
te verlengen. Erkent de regering dat het aantal dwangsommen op die manier enorm zal
afnemen. Acht de regering het realistisch dat de IND per 2021 weer op orde is, zodat
asielprocedures weer tijdig kunnen worden afgerond? Deelt de regering de mening dat
als de wet dwangsommen wordt opgeschort, het extra van belang is dat er een robuust
plan ligt om de lange wachttijden weg te werken? Hoe zorgt de regering ervoor dat
de kwaliteit van de procedure niet onder druk komt te staan? De Afdeling advisering
van de Raad van State (hierna: de Afdeling) heeft geadviseerd een einddatum op te
nemen op grond waarvan de tijdelijke wet vervalt, zijnde 1 april 2021. Waarom neemt
de regering dit advies niet over? Als de zaken bij de IND op orde zijn gebracht en
er weer tijdig kan worden beslist, welke noodzaak ziet de regering dan nog asielaanvragen
buiten de wet dwangsom te houden? Deelt de regering de mening dat dwangsommen het
best worden voorkomen door tijdig asielprocedures af te ronden? Waarom wil de regering
dan een permanente wet maken die deze dwangsommen definitief afschaft? Ook de Afdeling
heeft daar kritiek op geuit. Waarom neemt de regering deze kritiek niet over? De regering
wil uiteindelijk een permanente wet maken waarbij de dwangsom wordt vervangen door
een alternatieve prikkel. Aan welke alternatieve prikkel wordt gedacht? Behoort een
tijdelijke verlenging van de beslistermijn tot de mogelijkheden?
Waarom vraagt de regering de Kamer in te stemmen met een tijdelijke wet die automatisch
verlengd wordt in afwachting van een permanente wet terwijl nog niet duidelijk is
wat die permanente wet behelst? Is het niet beter de Kamer te vragen een tijdelijke
wet vast te stellen, zonder automatische verlenging? De Afdeling adviseert de beroepsmogelijkheid
bij de bestuursrechter in stand te laten. Uitsluiting van de bestuursrechter zorgt
ervoor dat de asielzoeker zich kan richten tot de civiele rechter, die aan zijn uitspraak
weer een dwangsom kan verbinden. Dat is niet de bedoeling van de wetgever geweest.
Waarom heeft de regering dit advies niet overgenomen?
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend
voorstel om de dwangsomverplichting voor de IND op te schorten. Ook zij vinden het
uitkeren van 1 miljoen euro per week voor dwangsommen moeilijk uit te leggen. De aan
het woord zijnde leden zien echter niet het opschorten van de dwangsomverplichting
als een oplossing van het probleem dat de beslissingen binnen de asielketen te lang
duren. De dwangsom was juist bedoeld als middel om het tijdig beslissen te bevorderen.
In hoeverre bevordert de dwangsom in de praktijk dat degenen die hierom vragen sneller
dan degenen die dat niet doen een beschikking krijgen? Naar de mening van deze leden
moet de IND ervoor gaan zorgen dat het zich wel aan de wettelijke beslistermijnen
gaat houden. Het opschorten van de dwangsom mag geen vrijbrief voor achterover leunen
worden. Hoe gaat de regering, als de dwangsom als stok achter de deur komt weg te
vallen, afdwingen dat daarvan geen sprake zal zijn? Welke harde afrekenbare doelen
stelt de regering daarbij?
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van voorliggend
wetsvoorstel. Genoemde leden vroegen reeds in november 2019 om het stopzetten van
de dwangsomregeling en vinden het goed dat dit nu wordt geregeld. Deze leden maken
graag van de gelegenheid gebruik een aantal verduidelijkende vragen te stellen over
dit wetsvoorstel.
Wat de leden van de SGP-fractie betreft, is in de achterliggende maanden letterlijk
kostbare tijd verloren gegaan. Zij vragen waarom de regering tot op heden weigerde
de wetswijziging die nu wordt voorgesteld, te onderzoeken. Zij wijzen erop dat de
regering in de considerans verwijst naar «de thans gerezen situatie bij de behandeling
van aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning». Deze situatie was toch
al maanden bekend? Wat maakte dat de regering deze wetswijziging niet eerder overwoog?
Is de regering ooit eerder geadviseerd regels omtrent dwangsommen en het instellen
van beroep bij niet tijdig beslissen op een asielaanvraag op te schorten of af te
schaffen? Zo ja, wanneer?
De leden van de SGP-fractie constateren dat nu wordt onderzocht op welke wijze het
beste definitief in de wet kan worden geregeld dat in vreemdelingenzaken in de toekomst
geen dwangsommen meer kunnen worden verbeurd. Wanneer kan de Kamer dit wetsvoorstel
verwachten? Deze leden onderstrepen graag dat de onderhavige tijdelijke wet in ieder
geval voor een jaar geldt, maar dat deze van toepassing blijft totdat het wetsvoorstel
dat definitief moet voorzien in de afschaffing van de dwangsommen in werking is getreden.
De voorgenoemde leden herinneren de regering eraan dat door de leden Wilders en Emiel
van Dijk een initiatiefwetsvoorstel is ingediend dat min of meer hetzelfde doel beoogd
als onderhavig wetsvoorstel. Kan de regering aangeven op welke punten het initiatiefvoorstel
afwijkt van het voorstel van de regering?
Zij vragen de regering welke andere mogelijkheden er zijn om het doel van de tijdelijke
wet te bereiken, mocht het zo zijn dat de tijdelijke wet onverhoopt door een van beide
Kamers wordt verworpen of dat het aanvaarden van de tijdelijke wet lang op zich laat
wachten.
2. Hoofdlijnen
2.1 Financiële consequenties dwangsomverplichtingen
De leden van de VVD-fractie vragen welke financiële dekking van de kosten voor de
dwangsommen wordt gevonden binnen de begroting van Justitie en Veiligheid. Dient dit
bedrag binnen de asiel- en migratieartikelen gevonden te worden, of op de gehele begroting?
Indien de Kamer daarover nu nog niet over kan worden geïnformeerd, wanneer dan wel?
De regering stelt dat het onvermijdelijk is dat het reeds opgelopen bedrag aan dwangsommen,
tussen de 30 en de 40 miljoen euro, moet worden uitbetaald. Heeft de regering overwogen
het wetsvoorstel te laten werken met terugwerkende kracht? Zou dit mogelijk zijn en
onder welke voorwaarden? Zo nee, waarom niet?
De leden van de CDA-fractie lezen dat dwangsomverplichtingen voor het niet-tijdig
beslissen in asielzaken inmiddels is opgelopen tot een bedrag tussen de 30 en 40 miljoen
euro. Deze verplichtingen lopen momenteel verder op met 1 miljoen euro per week. Het
is deze leden een doorn in het oog en zij kunnen zich daarom goed vinden in de redenatie
van de regering de regeling van de dwangsommen buiten werking te stellen. Kan de regering
aangeven of zij nog meer kostenbesparingen verwacht door dit wetsvoorstel? Zal de
capaciteit bij de IND door dit wetsvoorstel anders worden ingericht? Heeft dat nog
financiële consequenties?
De leden van de SGP-fractie constateren dat de IND, vanwege het niet halen van de
wettelijke termijnen voor besluiten, in toenemende mate geconfronteerd wordt met ingebrekestellingen
en beroepen bij niet tijdig beslissen. De financiële gevolgen hiervan zijn inmiddels
opgelopen tot tientallen miljoenen euro’s aan uit te keren dwangsommen. Ziet de regering
het probleem dat deze omstandigheden een foute prikkel kunnen zijn in Nederland een
asielverzoek in te dienen? Deze leden vragen of er signalen zijn dat door deze situatie
sprake is van een aanzuigende werking. Zo ja, kan dit worden toegelicht? Zo nee, hoe
denkt de regering een eventuele aanzuiging in de komende maanden te voorkomen?
2.2 Verbetermaatregelen
De leden van de VVD-fractie vragen of de ingestelde taskforce over eigen budget beschikt.
Zo ja, wat is hiervan de hoogte? Ontvangt de Kamer een aparte rapportage van de werkzaamheden
en vorderingen van de taskforce? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie vragen of de regering een toelichting kan geven op de
stand van zaken naar aanleiding van het rapport van onderzoeksbureau Significant Public
ter verbetering van de situatie bij de IND. Voorts vragen zij wat volgens de regering
valt onder «onconventionele maatregelen»?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen wanneer de regering voornemens is het eerste
overzicht te verstrekken van de voortgang in IND-doorlooptijden, zowel ten aanzien
van nieuwe zaken als de voorraad van voor 1 april 2020, waarin de Kamer met het aannemen
van de motie-Van Ojik (Kamerstuk 19 637, nr. 2621) heeft verzocht.
2.3 Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
De leden van de VVD-fractie vragen de regering een uitsplitsing te geven in hoeveel
gevallen de ingebrekestelling uit de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
(Kamerstuk 31 844) aan de orde is en in hoeveel gevallen bij de rechtbank beroep wordt ingesteld tegen
niet tijdig beslissen. Wat is de reden voor de rechter in enkele gevallen een hogere
dwangsom op te leggen van 250 euro per dag? Om wat voor type casussen gaat het hier?
Heeft de IND in haar werkwijze tot nu toe rekening gehouden met de zaken waarin de
rechter een dwangsom heeft opgelegd en het bedrag in theorie kan oplopen tot 15.000
euro, om deze in elk geval met spoed te behandelen? Zo nee, waarom niet?
2.4 Verplichtingen gelden ook voor de IND
De leden van de VVD-fractie vragen welke maatregelen de regering heeft genomen in
de periode tot 2012, waarin het verbeuren van een dwangsom drie jaar lang niet mogelijk
was om de IND tijd te geven zo ingericht te zijn dat de beslistermijnen konden worden
gehaald? Kan een overzicht worden verstrekt van het aantal beroepen bij niet tijdig
beslissen en ook het aantal ingebrekestellingen uit de Wet dwangsom in de periode
2012 tot heden, per jaar en daarbij ook de kosten die daar jaarlijks mee gemoeid zijn
gegaan?
3. Wettelijke maatregelen
3.1 Enkele kanttekeningen vooraf
De leden van de VVD-fractie merken op dat de regering terecht spreekt van het belang
dat een vreemdeling die geen aanspraak heeft op bescherming zo snel mogelijk te horen
moet krijgen dat hij moet terugkeren naar het land van herkomst. Blijkt ook uit de
cijfers dat asielzoekers die sneller te horen krijgen dat zij terug moeten keren,
dat ook eerder doen in de praktijk? Bestaat spiegelbeeldig aan de dwangsom, juridisch
de mogelijkheid bij asielzoekers die zelf weigeren terug te keren, terwijl hen dit
wel is aangezegd, hen als overheid een financiële boete op te leggen die oploopt per
dag dat zij niet vertrekken? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het zowel in het belang van de staat
als de asielzoeker is zaken tijdig af te doen, zodat duidelijkheid zo snel mogelijk
verschaft kan worden. Welke mogelijke prikkels heeft de regering voor ogen om het
tijdig afdoen van zaken te bevorderen?
De leden van de SGP-fractie begrijpen dat in de definitieve wet zal worden voorzien
in een passende prikkel om tijdig beslissen te bevorderen. Kan de regering schetsen
aan wat voor prikkel wordt gedacht? Waarom is niet al in deze tijdelijk wet een dergelijke
prikkel opgenomen?
Voornoemde leden lezen dat de regering meent dat er verschillende oorzaken zijn aan
te wijzen voor de opgelopen doorlooptijden. De belangrijkste is een vroegtijdige afschaling
van personeel in 2017 in combinatie met een licht verhoogde asielinstroom en een financieringssystematiek
die niet verder reikte dan de korte termijn, waarbij onvoldoende rekening is gehouden
met de bestaande werkvoorraad. Deelt de regering de mening dat het belangrijkste argument
voor voorliggende wetswijziging niet moet worden gezocht in dergelijke specifieke
omstandigheden, waarop ook beter had kunnen worden geanticipeerd, maar meer algemeen
in de onverwachte schommelingen in de asielinstroom? Hoe wenselijk vindt de regering
het überhaupt dat een overheidsinstantie die zo afhankelijk is van wat er in andere
landen en regio’s gebeurd, beboet moet worden als plotseling de instroom van asielzoekers
explodeert? Anders gezegd, erkent de regering dat niet zozeer de bijzondere omstandigheden,
als het bijzondere karakter van de werkzaamheden deze overheidsdienst deze wetswijziging
rechtvaardigt? De leden van de SGP-fractie menen dat de argumentatie in de memorie
van toelichting op dit punt zou kunnen worden aangescherpt.
3.2 Opschorting dwangsomverplichtingen
De leden van de VVD-fractie vragen de regering een uitsplitsing te geven van de besteding
tot nu toe en de begroting voor komende jaren van de extra vrijgemaakte middelen voor
de IND bij voorjaarsnota in 2019. Hoeveel capaciteit in Fte van de totale bezetting
van de IND gaat momenteel naar de afhandeling van de procedures behorende bij dwangsommen?
3.3 Tijdelijke afwijkingen van de Algemene wet bestuursrecht
De leden van de VVD-fractie merken op dat de regering schrijft dat indien deze wet
een jaar na de inwerkingtreding van het voorstel van toepassing blijft omdat een voorstel
voor de definitieve wet is ingediend, het dan ook weer mogelijk wordt beroep tegen
niet tijdig beslissen in te stellen bij de bestuursrechter. Mogen deze leden aannemen
dat is bedoeld: als de definitieve wet niet is ingediend, of wel is ingediend, maar
niet in werking is getreden?
De leden van de D66-fractie ondersteunen de keuze van de regering indien deze wet
een jaar na inwerkingtreding van het voorstel van toepassing blijft omdat een voorstel
voor de definitieve wet is ingediend, het dan weer mogelijk wordt beroep tegen niet
tijdig beslissen in te stellen bij de bestuursrechter.
De leden van de GroenLinks-fractie volgen de argumentatie niet om naast het tijdelijk
opschorten van de dwangsommen ook de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij
niet-tijdig beslissen te laten vervallen. De regering voert aan dat het afhandelen
van deze beroepszaken een werklast is die zwaar op de IND drukt, maar deze leden vragen
of het niet aannemelijk is dat door het opschorten van de dwangsommen het gebruik
van beroepsmogelijkheden niet zal afnemen. Voornoemde leden vragen of het daarmee
niet disproportioneel is een fundamenteel recht van burgers in te perken zoals ook
de Afdeling stelt. Deze leden vragen waarom de regering in haar reactie niet is ingegaan
op het door de Afdeling geconstateerde feit dat door het opschorten van de mogelijkheid
tot het instellen van beroep bij de bestuursrechter, asielzoekers op basis van staande
jurisprudentie zich kunnen wenden tot de civiele rechter, en of zij bereid is dit
alsnog te doen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vraagtekens bij de werkingsduur van deze wet. De werkingsduur is in principe een jaar, maar kan in principe oneindig
worden verlengd zolang er maar een nieuw wetsvoorstel aanhangig is gemaakt. Kan de
regering reflecteren op het democratische gehalte van deze bepaling, daarbij mede
inachtnemend dat de Afdeling ook adviseert een harde horizonbepaling op te nemen in
de wet, bijvoorbeeld 1 april 2021. Kan de regering aangeven wat het concrete bezwaar
hiertegen zou zijn?
3.4 Directe werking
De leden van de VVD-fractie merken op dat het de verwachting van de regering is dat
de verbetermaatregelen en de uitbreiding van de besliscapaciteit een zodanig effect
zullen hebben dat spoedig weer binnen de geldende termijnen zal worden besloten. Waarom
is dan nog het introduceren van een nieuwe prikkel nodig in een wetsvoorstel dat definitief
een einde maakt aan de dwangsommen?
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 4
De leden van de VVD-fractie vragen of de regering kan bevestigen dat in dit artikel
staat dat de werking van deze tijdelijke wet automatisch langer zal zijn dan een jaar
als een wetsvoorstel is ingediend dat een definitief einde maakt aan de dwangsommen
voor asielzoekers en de behandeling van deze wet langer dan een jaar duurt of wordt
verworpen? Kan voor de situatie zoals beschreven onder 2a, in de wet worden opgenomen
dat een koninklijk besluit tot het laten vervallen van onderhavige wet eerst wordt
voorgelegd aan de Tweede Kamer? Zo nee, welke juridische mogelijkheid is er wel om
de wet alleen na inspraak van de Tweede Kamer te laten vervallen? Is de regering voor
de onverhoopte situatie zoals beschreven onder 2a, voorbereid als onderhavige wet
wordt ingetrokken, tegelijkertijd te kunnen besluiten tot afschaffing van de rechtsbijstand
in de eerste fase van de asielprocedure, teneinde de balans in rechtsbescherming te
handhaven, zoals beschreven in de kabinetsbrief over maatregelen rond dwangsommen?
De leden van de D66-fractie vragen de regering wat wordt bedoeld met de zinsnede dat
«van de vaste verandermomenten wordt afgeweken» vanwege de spoedige inwerkingtreding
van deze wet. Over welke vaste verandermomenten spreekt de regering hier?
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
P.F.L.M. Tielens-Tripels, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.