Amendement : Amendement van het lid Ouwehand over een aanvullende grondslag voor het instellen van een fokverbod
35 452 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2020 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake noodpakket banen en economie en maatregelen inzake aanpak stikstof)
Nr. 4
AMENDEMENT VAN HET LID OUWEHAND
Ontvangen 11 juni 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2a
Aan artikel 2.6 van de Wet dieren wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Onverminderd het eerste lid kunnen bij ministeriële regeling voorts regels gesteld
worden over het fokken van en het voor de fok gebruiken van dieren behorende tot bij
die regeling aangewezen diersoorten of diercategorieën die betrekking hebben op onder
meer een geheel of gedeeltelijk verbod op het fokken of voor de fok gebruiken van
dieren, voor zover zonder een dergelijk verbod de gezondheid of het welzijn van het
dier in het geding komt.
Toelichting
De veehouderij in Nederland is de afgelopen jaren steeds verder geïntensiveerd. Het
productieproces in de veehouderij is zo «efficiënt» ingericht dat onvoorziene of uitzonderlijke
omstandigheden al snel kunnen leiden tot problemen in de hele keten.
Sinds de uitbraak van het coronavirus kampt een aantal sectoren binnen de veehouderij
met sterk teruggevallen of zelfs volledig stilgevallen afzet. Er ontstonden daardoor
al binnen enkele weken overschotten aan bepaalde dieren, zoals kalfjes, eenden, gangbare
kippen en varkens. Vlees is in grote hoeveelheden opgeslagen in vriezers door heel
Europa. Kalfjes moesten langer in de stallen blijven staan. Pluimveeslachthuizen riepen
pluimveehouders op om flink minder dieren aan te leveren. Nu slachthuizen daarbij
ook nog kampen met uitval van medewerkers en een aantal slachthuizen tijdelijk is
gesloten, lopen stallen vol met dieren die niet weg kunnen, met grote risico’s voor
het dierenwelzijn als gevolg. Met opnieuw een warme zomer voor de deur, bestaat er
een zeer groot risico dat er in dat geval opnieuw – en mogelijk nog meer – dieren
zullen omkomen door hittestress in de stallen of tijdens diertransporten.
Op dit moment bestaat er geen wettelijke basis om in dergelijke gevallen over te gaan
tot het instellen van productiebeperkende maatregelen.
Dit amendement beoogt de wettelijke basis te creëren om ook op andere gronden dan
een besmettelijke dierziekte over te kunnen gaan tot het opleggen van productiebeperkende
maatregelen, zoals bij dringende of dreigende dierenwelzijnsproblemen. Gezien de potentiële
spoedeisendheid is hierbij gekozen voor de vorm van een ministeriele regeling, zodat
er snel en passend gehandeld kan worden bij plotselinge voorvallen waardoor diergezondheid
en -welzijn in het geding komen.
Ouwehand
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid