Amendement : Amendement van het lid Van Ojik over het vervallen van de wet met ingang van 1 april 2021
35 476 Tijdelijke wet tot opschorting van regels omtrent dwangsommen en het instellen van beroep bij niet tijdig beslissen op een asielaanvraag (Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND)
Nr. 7
AMENDEMENT VAN HET LID VAN OJIK
Ontvangen 10 juni 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt de aanduiding «1.» en wordt «een jaar na inwerkingtreding
ervan» vervangen door «met ingang van 1 april 2021».
2. Het tweede lid vervalt.
II
Artikel 5 vervalt.
Toelichting
Het wetsvoorstel regelt dat de tijdelijke wet blijft gelden indien binnen een jaar
na inwerkingtreding een voorstel voor een permanente regeling bij de Kamer is ingediend.
Gelet op de mogelijkheden die de regering heeft om gedurende de behandeling te vertragen,
is een dergelijke regeling wat de indiener betreft inherent ondemocratisch en onwenselijk.
De indiener acht het de verantwoordelijkheid van de regering om tijdig een permanente
wet behandeld te krijgen indien zij een nieuwe wet wenselijk acht. Zeker wanneer het
de opschorting van fundamentele onderdelen van het bestuursrecht betreft die in het
leven zijn geroepen om de positie van burgers ten opzichte van de overheid te versterken,
acht de indiener het onwenselijk dat van een twijfelachtige constructie gebruik wordt
gemaakt in de wetgeving. De indiener is bovendien met de Afdeling advisering van de
Raad van State van oordeel dat nu de regering van oordeel is dat de problematiek van
de doorlooptijden met ingang van 2021 opgelost zou moeten zijn, het in de rede ligt
deze tijdelijke wet op die datum of kort daarna te laten vervallen. De Afdeling stelt
als einddatum 1 april 2021 voor. Op deze datum zal de regering een jaar lang de tijd
hebben gehad om de opgelopen achterstanden weg te werken.
Dit amendement regelt daarom dat de tijdelijke wet hoe dan ook op 1 april 2021 zal
vervallen.
Van Ojik
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. van Ojik, Tweede Kamerlid