Schriftelijke vragen : Verontrustende berichtgeving met betrekking tot de As Soennah Moskee en de reactie van de burgemeester van Den Haag op het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom
Vragen van de leden Becker (VVD) en Jasper van Dijk (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over verontrustende berichtgeving met betrekking tot de As Soennah Moskee en de reactie van de burgemeester van Den Haag op het handhavingsverzoek van Femmes for Freedom (ingezonden 9 juni 2020).
Vraag 1
U geeft aan reeds in contact te staan met de gemeente Den Haag. Betreft het hier ook
contact omtrent handhaving en zo ja op welke wijze?1 Zo nee waarom niet?
Vraag 2
Bent u op de hoogte van de beantwoording van het WOB-verzoek van Femmes For Freedom
waarin wordt aangegeven dat u geen contact heeft gehad over gezamenlijke mogelijkheden
tot handhaving? Is deze bewering juist? Zo ja, waarover gaat/ging het contact dan
wel? Waarom is er over handhaving geen contact geweest?
Vraag 3
Waarom is het van belang om de lopende procedure van het handhavingsverzoek af te
wachten alvorens u respectievelijk uw ministerie of de burgemeester handhavend kan
optreden?
Vraag 4
Wordt de Taskforce – ondanks voldoende handelingsperspectief bij de gemeente – betrokken
om te zorgen dat deze op de hoogte is van de actuele stand van zaken, om de kennis
van de aanpak bij de Taskforce te vergroten en om de integraliteit van het overheidsoptreden
te borgen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Is u bekend dat de burgemeester al heeft besloten om niet handhavend jegens de As
Soennah moskee op te treden en het handhavingsverzoek heeft afgewezen, en de bezwaarschriftencommissie
van de gemeente Den Haag de burgemeester eveneens heeft geadviseerd niet over te gaan
tot handhaving? Zo ja, waarom moet u alle lopende procedures afwachten, terwijl de
burgemeester reeds heeft aangegeven niet handhavend te willen optreden?
Vraag 6
Heeft een burgemeester de bevoegdheid om een gebedshuis alleen op grond van artikel
174 Gemeentewet te sluiten?
Vraag 7
Dient het oproepen tot haat en geweld jegens vrouwen te worden gezien als schending
van de openbare orde?
Vraag 8
Bent u bereid nog eens de mogelijkheden te heroverwegen voor (gezamenlijk) handhavend
optreden?
Indieners
-
Gericht aan
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Bente Becker, Kamerlid -
Medeindiener
J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.