Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Graaf en Wilders over het bericht ‘IS op de weg terug’
Vragen van de leden De Graaf en Wilders (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «IS op de weg terug» (ingezonden 13 mei 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken (ontvangen 9 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2019–2020, nr. 2993.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «IS op de weg terug»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoeveel van de in het artikel genoemde gearresteerde extremisten zijn in Nederland
gearresteerd? Hoeveel zijn elders gearresteerd? Kunt u aangeven in welke landen?
Antwoord 2
Het is onduidelijk naar welke arrestaties het bericht precies refereert. Zoals in
het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 522 is te lezen, zijn in november 2019 in Zoetermeer twee mannen gearresteerd op verdenking
van het voorbereiden van een terroristische aanslag. Hierna hebben in Nederland geen
soortgelijke arrestaties van vermoedelijke jihadisten meer plaatsgevonden. Arrestaties
waren er recentelijk onder meer wel in Duitsland en Spanje.
Vraag 3
Neemt ook in Nederland de activiteit van ondergrondse cellen toe? Zo ja, in welke
mate? En hoeveel neemt de activiteit toe in andere landen? Kunt u aangeven welke landen
dit betreft?
Antwoord 3
In Nederland en andere West-Europese landen bestaan netwerken van personen en groepen
die het jihadistisch gedachtegoed aanhangen. In uitzonderlijke gevallen gaan jihadisten
over tot het plannen en uitvoeren van aanslagen. Zelden wordt een directe band aangetoond
tussen (potentiële) aanslagplegers in westerse landen en het leiderschap van ISIS
in Syrië en Irak. Het aantal aanslagen van jihadisten in West-Europa is tussen de
tweede helft van 2017 en begin 2020 sterk afgenomen. In internationaal verband wordt
door politie informatie uitgewisseld. De samenwerking tussen diensten is onder meer
verankerd in de Counter Terrorism Group (CTG). Deze samenwerking versterkt de Nederlandse
inlichtingenpositie en die van de aangesloten partnerdiensten. Concreet leidt deze
samenwerking tot het eerder onderkennen, identificeren en aanhouden van potentiële
jihadistische aanslagplegers in Europa.3
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het dat Islamitische Staat zowel in Irak en Syrië maar ook in Europa
aan kracht wint en op de weg terug is? Wat betekent dit voor de dreiging in Europa
en Nederland?
Antwoord 4
De dreiging die uitgaat van jihadistisch terrorisme in of tegen Europa en andere westerse
landen is sinds de zomermaanden van 2017 sterk afgenomen, maar niet verdwenen. Zoals
in het DTN 52 is genoemd, is de terroristische dreiging voor Nederland op dit moment
aanzienlijk (niveau 3 van 5). Zowel ISIS als al Qa’ida houden onverminderd de intentie
om een aanslag te plegen. Aangezien ISIS zich op dit moment concentreert op herstel
in Syrië en Irak, is de dreiging richting Europa vooralsnog niet toegenomen. Dit kan
veranderen als ISIS grondgebied verovert en meer ruimte krijgt om ook buiten de regio
te opereren. ISIS heeft nog steeds het strategische doel om op termijn opnieuw een
«kalifaat» te stichten. De terroristische organisatie zet sinds 2017 haar strijd voort
in de vorm van een guerrilla. Vanuit ondergrondse netwerken is ISIS nog altijd in
staat aanslagen te plegen in Syrië en Irak. Deze modus operandi is sinds de uitbraak
van de COVID-19-crisis niet fundamenteel gewijzigd. In Noordoost-Syrië plegen ondergrondse
ISIS-netwerken geregeld aanslagen en trachten zij hun invloed uit te breiden. De Syrian
Democratic Forces (SDF) slagen er met steun van de achtergebleven Amerikaanse troepen
vooralsnog in ISIS hierbij substantieel te hinderen. Er bestaat ook zorg over ISIS-activiteit
in gebieden ten westen van de Eufraat, die formeel onder controle van het Syrische
regime staan. ISIS lijkt hier te kunnen profiteren van het gegeven dat het regime
zijn aandacht vooral op de regio Idlib heeft gericht.
Vraag 5
Bent u bereid de grenzen voorgoed te sluiten voor immigranten uit islamitische landen,
voor alle asielzoekers en zorg te dragen dat islamitische terroristen ons land niet
inkomen, danwel snel het land uit worden gezet, zodat ze nooit meer terug kunnen keren?
Antwoord 5
Het kabinet acht het voorgoed sluiten van de grenzen voor immigranten uit islamitische
landen geen realistische oplossing, laat staan dat het een structurele oplossing is
voor complexe veiligheids- en migratievraagstukken. Iedereen die via de Schengenbuitengrens
Nederland of een andere Schengen lidstaat inreist, wordt onderworpen aan een grenscontrole.
Indien een persoon geregistreerd staat als een potentieel gevaar voor de Nederlandse
veiligheid kan deze persoon, indien het een derdelander is, de toegang worden geweigerd
of kan de persoon, indien het een EU-burger betreft, worden aangehouden bij inreis.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.