Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Graaf over de bestrijding van mensenhandel
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de bestrijding van mensenhandel (ingezonden 28 mei 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en van Staatssecretaris
Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 8 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het gegeven dat de politie er niet in is geslaagd de doelstelling
voor 2019 te realiseren van 190 OM-verdachten mensenhandel, en dat er met 145 zaken
zelfs sprake is van een daling? Wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ja. In 2019 werden niet de afgesproken 190, maar 145 verdachten ter vervolging ingeschreven
bij het OM. Dit is onwenselijk en wij hebben er vertrouwen in dat dit beter gaat worden.
Het komende jaar wordt gebruikt om aan een sterker fundament te bouwen voor de opsporing
en vervolging op het domein van mensenhandel. De verbeterlijnen van deze ontwikkeling
zijn eerder uitgezet in de brief die uw Kamer op 19 november 2019 van de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid heeft ontvangen.2 Hierbij is de inzet om het aantal OM-verdachten voor 2020 te realiseren, waarbij
wel de kanttekening geldt dat nog niet bekend is wat de impact van corona hierop is.
Daarnaast hechten wij eraan te benadrukken dat het aantal OM-verdachten niet een volledig
beeld geeft van de inspanningen die er op de aanpak van mensenhandel worden verricht.
Naast vele andere inspanningen in de aanpak van mensenhandel, waren de meeste aangiften
mensenhandel in 2019 aangiften van buitenlandse slachtoffers, veelal Dublinclaimanten
(die door een gebrek aan opsporingsindicaties en/of rechtsmacht in Nederland niet
konden leiden tot OM-verdachten).
Vraag 2
Bent u tevens bekend met het feit dat de oorspronkelijke ambitie van 190 OM-verdachten
mensenhandel door de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en het maatschappelijk middenveld
al als onvoldoende werd beschouwd?
Antwoord 2
Ja. De door hen geuite zorgen hebben er mede toe geleid dat het thema in de Veiligheidsagenda
is opgenomen en dat er, gezien de resultaten in de jaren daarvoor, een ambitieuze
doelstelling aan verbonden is. In de uitwerking van de Veiligheidsagenda, naar uw
Kamer gezonden op 4 juli 2019, is beschreven hoe de streefcijfers tot stand zijn gekomen3.
Vraag 3
Wat is de doelstelling van het aantal OM-verdachten mensenhandel voor 2020? Hoeveel
zaken zijn er tot op heden aangemeld? Is de doelstelling van 240 zaken voor 2020 met
de huidige inzet nog haalbaar? In hoeverre bieden de middelen uit de motie-Segers/Asscher
hiervoor afdoende ruimte?4
Antwoord 3
In het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP) is afgesproken om de Veiligheidsagenda
voor 2020 te herijken. Hierover is uw Kamer geïnformeerd op 17 december 20195. Dit proces is in gang gezet. Ik verwacht u in de zomer nader over de uitkomst te
kunnen informeren.
In beginsel wordt uw Kamer pas weer over de voortgang van de afspraken van de Veiligheidsagenda
geïnformeerd middels het jaarverslag van de politie over 2020. Ik zal evenwel bezien
of er een tussentijds moment mogelijk is, bijvoorbeeld in het najaar, om u hierover
te informeren.
In het halfjaarbericht politie dat op 29 mei jl. aan uw kamer is gezonden is vermeld
dat het eerste deel van de gelden naar aanleiding van de motie Segers-Asscher inmiddels
overgeschreven is naar de politie6. De politie bereidt zich voor op de werving van de benodigde capaciteit die is gepland
voor 2020, om de Afdeling Vreemdelingenpolitie Identificatie en Mensenhandel (AVIM)
verder op sterkte te brengen in de strijd tegen mensenhandel. Zoals ook aangegeven
in de eerdergenoemde brief van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van
19 november 2019 gebeurt dit door het geld aan te wenden voor de versterking met in
eerste instantie specialistische en later ook tactische opsporingscapaciteit. De inzet
is dat dit jaar ongeveer 12 fte geworven zijn voor de opsporing, naast ongeveer 6
fte voor de Identificatie- en Registratiestraten. De werving krijgt de komende jaren
een vervolg. In samenspel met andere ontwikkelingen zal dit moeten leiden tot een
versterkte aanpak van mensenhandel. Het is daarmee te vroeg om aan te geven of deze
middelen toereikend zijn.
Vraag 4
In hoeverre is het uitblijven van groei een gevolg van de toename van het aantal Dublinclaimanten
en in hoeverre ziet u ook andere factoren? Kunt u aangeven in hoeverre de bezetting
en inzetbaarheid van de medewerkers van de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie
en Mensenhandel (AVIM) meer/minder onder druk staat vergeleken met andere politie-eenheden
vanwege ziekteverzuim, opleidingen en deelname aan de Regeling Partieel Uittreden
(RPU)?
Antwoord 4
Bij de mogelijke verklaringen voor het niet behalen van het streefcijfer van OM-verdachten
zijn in de jaarverantwoording van politie verschillende factoren genoemd. Hiervan
haalt u een aantal voorbeelden aan in uw vraag. Een belangrijke factor is de enorme
toestroom van verzoeken tot het opnemen van een aangifte mensenhandel door migranten
van buiten de EU, veelal Dublin-claimanten. Deze aangiften hebben in 2019 een groot
deel van de AVIM-capaciteit in beslag genomen, maar hebben door een gebrek aan opsporingsindicaties
en/of rechtsmacht in Nederland niet tot verdachten geleid. Met als gevolg dat de opsporing
en vervolging van mensenhandelaren in het geding komen. Met de werkwijze om deze toestroom
landelijk gecontroleerd in goede banen te leiden als ook met de aanpassing van de
verblijfsregeling, lijkt deze toestroom beheersbaarder te worden, maar vormt deze
nog steeds het grootste aandeel binnen de aangiften mensenhandel.
In de jaarverantwoording over 2019 is ook gemeld dat de bezetting en inzetbaarheid
van de medewerkers van AVIM onder druk staat vanwege onder meer ziekteverzuim, opleidingen,
deelname aan de Regeling Partieel Uittreden. Er is inderdaad sprake van een hogere
gemiddelde leeftijd bij AVIM, waardoor er ook meer aanspraak wordt gemaakt op RPU.
Daarnaast ligt het ziekteverzuim bij AVIM aanmerkelijk hoger ten opzichte van de hele
politie. Ook geven opleidingen binnen AVIM extra druk, vanwege verplichte certificering
en specifieke kennisbehoefte. Met de gelden naar aanleiding van de motie-Segers/Asscher
wordt evenwel de komende jaren verlichting verwacht.
Vraag 5
Hoe staat het met het aangekondigde fenomeenonderzoek door het Wetenschappelijk Onderzoek-
en Documentatiecentrum (WODC) naar aanleiding van de motie- Segers/Buitenweg? Vinden
er momenteel, in het licht van de coronacrisis, nog uitzettingen plaats onder mensen
uit deze groep?7
Antwoord 5
Zoals kenbaar gemaakt in de voortgangsbrief van de Staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid van 13 november 2019 is in het najaar een verzoek bij het WODC ingediend8. Er zijn inmiddels gesprekken gevoerd over de mogelijkheden om deze verkenning vorm
te geven. De Staatssecretaris verwacht u hierover voor het zomerreces nader te kunnen
informeren.
Op 18 maart jl. is vanwege de coronacrisis door de Staatssecretaris besloten alle
overdrachten op basis van de Dublinverordening op te schorten. Dit besluit is tot
op heden nog van kracht. Er wordt momenteel bezien welke mogelijkheden bestaan om
Dublinoverdrachten de komende periode weer te hervatten.
Vraag 6
Is er zicht op de ontwikkeling van het aantal aangiftes van minderjarigen? Hoeveel
minderjarige slachtoffers van mensenhandel hebben er vorig jaar aangifte gedaan? Hoeveel
slachtoffers mensenhandel hebben er na het informatieve gesprek geen aangifte gedaan?
Kunt u beide cijfers uitsplitsen per regio? In hoeverre draagt de proeftuin aangiftebereidheid
bij aan het vergroten van de contactbereidheid tussen slachtoffers en de politie?
Antwoord 6
Het is niet mogelijk om aangiftes zoals ze worden geregistreerd in de politiesystemen
te splitsen in meerderjarigheid en minderjarigheid. Ook is niet uit het systeem te
halen of de intakes en aangiftes hetzelfde slachtoffer of zaak betreffen. Met de proeftuin
aangiftebereidheid van Nederlandse minderjarige slachtoffers van seksuele uitbuiting,
waarvoor de Staatssecretaris eind vorig jaar het formele startsein heeft gegeven,
zal hier meer zicht op komen. Het is op dit moment evenwel nog te vroeg om resultaten
mee te geven, omdat de proeftuin nog aan haar start staat. De verwachting is dat de
proeftuin gaat bijdragen aan de contactbereidheid tussen slachtoffers en de politie.
Vraag 7 en 8
Hoe vaak is het afgelopen jaar in de opsporing bij mensenhandelzaken gebruik gemaakt
van de webcrawler? Kunt u in de beantwoording concreet het aantal zaken vermelden,
in tegenstelling tot de beantwoording zoals is gedaan in de nota naar aanleiding van
het verslag van het schriftelijk overleg over onder andere het overzicht op hoofdlijnen
Citrix-kwetsbaarheden?9
Is het juridisch kader voor de webcrawler, die volgens het jaarverslag van de politie
begin 2020 gefinaliseerd zou zijn, inmiddels formeel vastgesteld?
Antwoord 7 en 8
De webcrawler wordt ontwikkeld en de technische werking ervan wordt binnen de pilot
getest, maar wordt nog niet gebruikt in opsporingsonderzoeken. Voorwaarde voor operationeel
gebruik is het opstellen van een toegespitst operationeel juridische handelingskader
voor inzet bij de opsporing van mensenhandel. Dit kader is nog in ontwikkeling bij
het OM en de politie. Deze uitwerking van het handelingskader is juridisch complexer
gebleken dan gedacht. Gekeken wordt op welke wijze uw kamer geïnformeerd kan worden
op het moment dat het handelingskader gereed is.
Vraag 9 en 10
Hoe vaak is het afgelopen jaar in de opsporing gebruik gemaakt van lokprofielen?
Worden lokprofielen ook ingezet in onderzoeken naar zogenaamde pro-ana coaches? Zo
ja, hoeveel zaken zijn er überhaupt opgestart naar deze coaches in de afgelopen twee
jaar?
Antwoord 9 en 10
De politie en het OM hebben de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in de opsporing
en vervolging van daders van online seksueel (kinder-)misbruik. Sinds 2015 is de bestrijding
van kinderporno en kindersekstoerisme expliciet in de Veiligheidsagenda opgenomen.
Bovendien zijn in het regeerakkoord middelen vrijgemaakt waarmee in 2018 de capaciteit
en expertise in het digitale domein van de politie zijn versterkt. Nieuwe digitale
experts en tools worden ingezet voor meerdere criminogene fenomenen, waaronder kinderpornozaken
en zeden, met inbegrip van nepcoaches die zedendelicten plegen op pro-ana websites.
Lokprofielen zijn het afgelopen jaar (nog) niet ingezet binnen de opsporing, ook niet
in onderzoeken naar zogenaamde pro-ana coaches. Op korte termijn ontvangt uw Kamer
een brief waarin de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister
van Justitie en Veiligheid nader in gaan op de aanbevelingen – onder meer op opsporing
– van een recent onderzoek door het Centrum tegen kinderhandel en Mensenhandel (CKM)
naar de wereld van pro-ana coaches.
Vraag 11
Is het aantal van 39 complexe zaken een toename of afname ten opzichte van eerdere
jaren? Hoe verhoudt dit zich tot de constatering van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel
in de Dadermonitor 2013–2017 waarin wordt gesteld dat het aantal betrokkenen per strafzaak
de laatste jaren is verminderd hetgeen verklaard kan worden doordat de politie minder
complexe mensenhandelzaken op zich neemt?
Antwoord 11
In de Veiligheidsagenda is afgesproken dat 2019 het referentiejaar zal zijn voor de
doelstelling op complexe mensenhandel-onderzoeken. Dit betekent dat in 2019 is begonnen
met het in kaart brengen hiervan. De aantallen complexe onderzoeken in 2020 kunnen
straks dus vergeleken worden met de 39 onderzoeken uit 2019.
Vraag 12
Bent u voorts bekend met het bericht «Nieuwe aanpak Tilburg leidt naar vijftig slachtoffers
mensenhandel»?10
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13 en 14
Bent u bereid in gesprek te gaan met de betrokkenen om te bezien of de (bewustwordings)campagne
ook in andere gemeenten of zelfs landelijk kan worden uitgerold?
Bent u tevens bereid in gesprek te gaan met betrokkenen om te zien of onderdelen van
de Tilburgse aanpak ook in de structurele aanpak, opsporing en nazorg van mensenhandel
kunnen worden verwerkt?
Antwoord 13 en 14
Ja, de betrokkenen zijn ook al op ons ministerie bekend. De campagne heeft inderdaad
mooie resultaten opgeleverd. In het kader van het programma «Samen tegen mensenhandel»
vindt uitwisseling plaats van ideeën tussen een groot aantal partijen die een rol
hebben bij de aanpak, opsporing en nazorg van mensenhandel. Het gesprek waarom u vraagt
en het verwerken van good practices in de structurele integrale aanpak vindt daarbij
dus al regelmatig plaats.
Vraag 15
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het Notaoverleg Veiligheid van 8 juni aanstaande?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.