Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wörsdörfer en Westerveld over het artikel ‘Jeugdzorgbedden weg in Oss en Boxtel, kan dat wel?’
Vragen van de leden Wörsdörfer (VVD) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Jeugdzorgbedden weg in Oss en Boxtel, kan dat wel?» (ingezonden 17 februari 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 juni
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Jeugdzorgbedden weg in Oss en Boxtel, kan dat wel?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op welke wijze wordt er op regionaal, maar ook op landelijk niveau «meegekeken» en
bezien wat dit voor impact heeft op de wachtlijsten voor zwaardere jeugdzorg?
Antwoord 2
Gemeenten hebben de jeugdhulpplicht. Zij dienen hiertoe in voldoende mate jeugdhulp
in te kopen, opdat zij tijdig passende jeugdhulp kunnen bieden. Bij te lange wachttijden
is er geen sprake van tijdig passende jeugdhulp. Gemeenten dienen hier dus rekening
mee te houden bij hun inkoop.
Waar nodig verplicht de Jeugdwet gemeenten om regionaal samen te werken waar dit een
doelmatige en doeltreffende uitvoering van de Jeugdwet ten goede komt. In de memorie
van toelichting wordt dit nader uitgewerkt en wordt onder andere aan de inkoop van
specialistische vormen van jeugdhulp gerefereerd.
De combinatie van regionale samenwerking en de jeugdhulpplicht maakt dat bij de inkoop
van specialistische vormen van jeugdhulp voldoende regionaal «meegekeken» zou moeten
worden op de impact op wachtlijsten.
In het artikel van het Brabants Dagblad zijn het de samenwerkende gemeenten in de
jeugdzorgregio Noordoost-Brabant die gezamenlijk de specialistische vormen van jeugdhulp
inkopen.
In de praktijk blijkt de regionale samenwerking tussen gemeenten nog wel eens onder
druk te staan. Dit leidt tot problemen welke ik onder meer in mijn brief aan uw Kamer
van 7 november 20192 heb toegelicht.
Zoals aangekondigd ben ik dan ook voornemens om een aantal aanpassingen in de Jeugdwet
door te voeren, waaronder het vastleggen van niet-vrijblijvende samenwerking tussen
gemeenten op een aantal onderdelen.
Deze niet-blijvende samenwerking dient ook te leiden tot een betere afstemming tussen
jeugdhulpregio’s bij de inkoop van specialistische vormen van jeugdhulp. Dit opdat
de optelsom van de inkoop op regioniveau ook op het bovenregionale en landelijke niveau
tot voldoende beschikbaarheid van specialistische jeugdhulp leidt.
In mijn brief van 20 maart 2020 «Perspectief voor de Jeugd»3 heb ik u geïnformeerd hoe ik een niet vrijblijvende regionale samenwerking ga vormgeven.
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat met enige regelmaat in rapporten van de Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd wordt geconstateerd dat er sprake is van wachtlijsten voor bepaalde behandelingen
voor jongeren, waaronder de zogenoemde zware jeugdzorg? Zo ja, voert u hierover ook
gesprekken met de
Inspectie?
Antwoord 3
De inspectie heeft inderdaad de afgelopen tijd in een aantal publicaties geconstateerd
dat sprake is van wachtlijsten. Voorbeelden daarvan zijn het rapport naar aanleiding
van toezicht bij drie Rotterdamse jeugdhulpaanbieders, Enver, Jeugdbescherming Rotterdam
Rijnmond (JBRR) en de Rotterdamse wijkteams van april 20194, de Factsheet Terugdringen vrijheidsbeperkende maatregelen in de Jeugdzorgplus van
juni 20195, het rapport over de gecertificeerde instellingen Kwetsbare kinderen onvoldoende
beschermd en het signalement over de jeugdbeschermingsketen dat de inspectie uitbracht
met de Inspectie Justitie en Veiligheid, beiden van november 20196.
De inspectie constateert hierbij onder meer dat er voor de meer kwetsbare groepen
sprake is van een stapeling van wachttijden.
Vraag 4
Is er bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd een beeld voor welke behandelingen
deze wachtlijsten zijn en wat de omvang is? Zo ja, kunt u dit met de Kamer delen?
Antwoord 4
De inspectie gaat als toezichthouder na of er verantwoorde en veilige jeugdhulp wordt
geleverd. De IGJ richt zich met haar thematisch toezicht onder andere op de vraag
of kinderen en hun ouders tijdig passende hulp krijgen bij de aanpak van hun problemen.
Uit het toezicht bij de gecertificeerde instellingen komt overstijgend naar voren
dat juist kinderen en gezinnen met de meest complexe problemen het langst moeten wachten
op hulp. Deze kinderen hebben vaak met een cumulatie van wachttijden (bij verschillende
instellingen) te maken.
Naast thematisch toezicht voert de inspectie toezicht uit op de afzonderlijke jeugdhulpinstellingen.
Bij het toezicht op afzonderlijke instellingen gaat zij na of verantwoorde en veilige
jeugdhulp wordt geleverd. De inspectie houdt niet van elke instelling bij of, en zo
ja, hoe lang de wachttijd is. Hier zijn gemeenten verantwoordelijk voor. Zij hebben
de jeugdhulpplicht en zijn verantwoordelijk voor voldoende passend hulpaanbod.
Vraag 5
Bent u het met ons eens dat wijzigingen van wetten en beleid gebaseerd moeten zijn
op feiten en analyses? En bent u het met ons eens dat zicht op de omvang en aard van
de wachtlijsten daarvoor dan ook relevant is?
Antwoord 5
Vanzelfsprekend dient wetgeving en beleid zo veel als mogelijk gebaseerd te zijn op
feiten en analyses. Het zicht op de aard, omvang en daarmee oplossingsrichtingen van
te lange wachttijden is daar ook relevant voor, echter niet op landelijk niveau. De
aard, omvang en met name ook de oorzaken van wachttijden verschillen door het land
sterk van elkaar, en dus is een regionale aanpak noodzakelijk, met regionaal inzicht.
Alleen op regionaal niveau kan een passende oplossing voor te lange wachttijden worden
geboden.
Vraag 6
Bent u bereid om met de aanbieders van jeugdhulp afspraken te maken over het inzichtelijk
maken van de wachtlijsten en het aantal behandelplekken? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
bent u dan tevens bereid met deze aanbieders in gesprek te gaan om te bezien hoe mogelijke
dubbelingen in wachtlijsten – jongeren die op meerdere wachtlijsten staan – in beeld
kunnen worden gebracht?
Antwoord 6
Het oplossen en verminderen van te lange wachttijden vraagt vooral een regionale aanpak.
Met gemeenten is afgesproken dat zij, op het niveau van de jeugdzorgregio, een aanpak
op wachttijden hebben. Deze aanpak dient in overleg met aanbieders tot stand te komen.
Een regionale aanpak is noodzakelijk omdat de oorzaken van te lange wachttijden per
regio flink kunnen verschillen. En dus ook per regio om een andere aanpak en andere
oplossingen vragen.
Wachttijden, in algemene zin, kunnen bijvoorbeeld ontstaan door een mismatch tussen
vraag en aanbod, door personeelstekorten bij aanbieders of in een regio, door onvoldoende
inkoop van bepaalde vormen van specifieke zorg, maar ook door verwijsgedrag van verwijzers.
Daarnaast zullen er zeker bij meer complexe zorgvragen triage- en timingsvraagstukken
een rol hebben, naast dat de zorgvraag zelf ook nog aan verandering onderhevig is.
Bij complexe zorgvragen zal standaardaanbod niet altijd passend zijn, en zal regelmatig
maatwerk moeten worden geboden.
De aanpak van de jeugdzorgregio’s zal naast algemene afspraken met aanbieders over
hoe om te gaan met wachttijden vooral ook aandacht moeten hebben voor hoe de complexere
zorgvragen opgepakt kunnen worden. De regionale expertteams hebben hier een belangrijke
rol in. De regionale expertisecentra die momenteel in ontwikkeling zijn zullen daar
aanvullend nog een rol in spelen.
Zij krijgen de taak om de vraag en het aanbod voor jongeren met complexe en meervoudige
problematiek in kaart te brengen. En vervolgens passende hulp te helpen organiseren.
Tegelijkertijd zien we op regionaal niveau initiatieven ontwikkeld worden die een
goede bijdrage leveren in het vraagstuk van wachttijden. Een voorbeeld is het project
zorglogistiek dat in de twee jeugdzorgregio’s gestart is. Hierin zijn alle residentiële
plekken bij een centraal punt bekend zijn, opdat een zo goed mogelijk overzicht van
aanwezige en beschikbare plekken is. Daarnaast kan dit centrale punt adviseren over
de matching en plaatsing van kinderen in residentiële zorg.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.