Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over de toegang tot abortushulpverlening ten tijde van de coronacrisis
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de toegang tot abortushulpverlening ten tijde van de coronacrisis (ingezonden 28 april 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 4 juni
2020).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat sinds het ingaan van de maatregelen ter bestrijding van het
coronavirus zich meerdere vrouwen hebben gemeld die door de genomen maatregelen en
de gevolgen hiervan – zoals het moeten verblijven in quarantaine, ontbreken van oppas
of de mogelijkheid om ongezien het huis te verlaten – geen abortuskliniek kunnen bezoeken
en als gevolg hiervan geen toegang tot een abortusbehandeling ervaren?
Antwoord 1
Het is mij bekend dat een aantal vrouwen zich gewend heeft tot een tweetal belangenorganisaties
gericht op de toegang van vrouwen tot reproductieve gezondheidszorg en gericht op
vrouwenrechten.
Ik betreur het dat deze vrouwen een drempel in de toegankelijkheid van abortushulpverlening
ervaren. Ook tijdens deze coronacrisis is de Nederlandse abortushulpverlening namelijk
beschikbaar en toegankelijk. Daarom hecht ik eraan te benadrukken dat het belangrijk
is dat deze vrouwen, dan wel de belangenorganisaties waar deze vrouwen zich hebben
gemeld, (telefonisch) contact opnemen met een van de 14 abortusklinieken zodat in
overleg met de arts en de betrokken vrouw, een oplossing op maat gevonden kan worden.
Ook kunnen deze vrouwen en de betreffende belangenorganisaties zich richten tot het
secretariaat van het Nederlands Genootschap van Abortusartsen (hierna: NGvA). Gezamenlijk
wordt dan gezocht naar een passende oplossing. De klinieken en het NGvA handelen hierin
proactief en zijn ervaren om in juist die omstandigheden de best mogelijke zorg te
leveren.
Vraag 2
Kunt u aangeven welke maatwerkoplossingen door abortusklinieken zijn en worden geboden
aan vrouwen die als gevolg van maatregelen genomen ter bestrijding van het coronavirus
in de omstandigheid verkeren dat zij, ondanks dat de klinieken open zijn, geen abortuskliniek
kunnen bezoeken zonder dat zij onnodig langer moeten wachten dan de dagen die nu wettelijk
verplicht zijn?
Antwoord 2
In de eerste plaats wil ik benadrukken dat ook onder normale omstandigheden zich de
situatie voor kan doen dat een vrouw langer moet wachten dan de dagen die wettelijk
verplicht zijn. Bijvoorbeeld wanneer de betreffende vrouw geen vrij kan krijgen van
school of haar werk, zij geen oppas kan vinden, of wanneer zij koorts heeft of griepverschijnselen
vertoont. In overleg met de vrouw wordt dan gezocht naar een oplossing.
In de huidige omstandigheden is een aantal maatregelen genomen van algemene aard,
waarbij de richtlijnen van het RIVM het uitgangspunt zijn. Bijvoorbeeld ruimere openingstijden
om patiënten meer te «spreiden», het eerste consult zoveel als mogelijk via beeldbellen
en het verzoek aan vrouwen om zonder begeleiders te komen om de kans op verspreiding
van het virus te verlagen. Mocht de situatie zich voordoen dat het langer moeten wachten
op een behandeling in een concreet geval op onoverkomelijke bezwaren stuit, dan wordt
in de relatie tussen de vrouw en de zorgverlener gezocht naar maatwerkoplossingen.
Hierbij kan gedacht worden aan het maken van een afspraak aan de randen van de dag
of doorverwijzing naar het «achterwachtziekenhuis». Welke maatwerkoplossingen nog
meer geboden kunnen worden, hangt af van de specifieke omstandigheden in een concreet
geval.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat telemedicamenteuze abortus door de wetenschap als veilig en
effectief is beoordeeld en dat volgens vele deskundige organisaties, waaronder de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de International Federation of Gynecology and
Obstetrics en het Royal College of Obstericians, er geen medische bezwaren zijn tegen telemedicamenteuze abortus? Bent
u er tevens mee bekend dat in andere landen ook buiten de maatregelen genomen vanwege
de COVID-19 pandemie telemedicamenteuze abortus een alternatief is voor behandeling
in een abortuskliniek?
Antwoord 3
De abortuszorg kan per land aanzienlijk verschillen. Niet alleen politieke, culturele
en maatschappelijke aspecten spelen hierbij een rol maar ook geografische. Een vergelijking
maken tussen een tweetal, of meer landen, gaat dan ook niet op. Het feit dat bepaalde
landen onder bepaalde omstandigheden1 en voorwaarden gedurende deze pandemie kiezen voor het tijdelijk toestaan van telemedicamenteuze
zwangerschapsafbrekingen als extra mogelijkheid binnen de bestaande abortuszorg, kan
dan ook niet tot gevolg hebben dat ook in Nederland, waar de omstandigheden wezenlijk
anders zijn en de abortushulpverlening onverminderd beschikbaar en toegankelijk is,
een stelselwijziging dient plaats te vinden. Zoals ook onderkend door de Rechtbank
Den Haag is de daadwerkelijke toegang tot de wettelijk verankerde abortushulpverlening
nog steeds voldoende gewaarborgd2.
Vraag 4, 5
Bent u daarom bereid om met het Nederlands Genootschap van Abortusartsen en de abortusklinieken
in gesprek te gaan over een noodmaatregel die het gedurende de coronacrisis in uitzonderlijke
gevallen mogelijk maakt om – naast een telefonisch eerste consult – ook de begeleiding
van een medicamenteuze abortusbehandeling via beeldbellen en in nauw contact met de
huisarts te laten plaatsvinden, waarbij de medicatie door een lokale apotheek wordt
verstrekt? Kunt u uw antwoord toelichten? Zo nee, kunt u inzicht geven in uw bezwaren?
Bent u ook bereid om het voor de duur van de coronacrisis mogelijk te maken dat apothekers
abortusmedicatie aan vrouwen ter hand kunnen stellen?
Antwoord 4, 5
Zoals ik aangaf in mijn eerdere beantwoording van Kamervragen hierover3 sta ik in nauw contact met het NGvA. Samen houden wij de voor de sector relevante
ontwikkelingen in de gaten. Met het NGvA is reeds gesproken over mogelijke alternatieve
vormen van abortushulpverlening, waaronder telemedicamenteuze zwangerschapsafbreking,
in het geval dat de toegankelijkheid van de abortushulpverlening onverhoopt in het
gedrang zou komen. De gehele sector is hier duidelijk over; telemedicamenteuze zwangerschapsafbreking
wordt niet als medisch verantwoorde zorg beschouwd, onder andere wegens het ontbreken
van de mogelijkheid tot het maken van een echo. Een echoscopisch onderzoek voor de
behandeling, met als het doel het aantonen van een intra-uteriene graviditeit, verifiëren
van de zwangerschapsduur en uitsluiten van een meerlingzwangerschap, mola4, extra-uteriene graviditeit of niet-intacte zwangerschap, wordt door zowel het NGvA
als door de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie & Gynaecologie beschouwd als randvoorwaardelijk
voor het verlenen van goede zorg5. Er bestaat binnen de huidige abortushulpverlening dan ook geen reden om de huidige
wijze van zorgverlening op deze wijze structureel anders in te richten. Ik vertrouw
op de professionaliteit van de sector, zowel op medisch-inhoudelijk als op ethisch
vlak en zie dan ook geen aanleiding telemedicamenteuze zwangerschapsafbrekingen mogelijk
te maken. Ook zie ik geen aanleiding om de apothekers de bevoegdheid te geven abortusmedicatie
rechtstreeks aan vrouwen ter hand te stellen nu zoals gezegd, en door de Rechtbank
Den Haag is bevestigd, de toegang tot abortushulpverlening nog steeds voldoende is
gewaarborgd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.