Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Den Boer, Özütok en Van Raak over het bericht ‘Van 2 uitvaarten per week naar 2 per dag: uitvaartondernemer Marjan Damen draait overuren’
Vragen van de leden Den Boer (D66), Özütok (GroenLinks) en Van Raak (SP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Defensie, van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Van 2 uitvaarten per week naar 2 per dag: uitvaartondernemer Marjan Damen draait overuren» (ingezonden 8 april 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Ministers van Defensie en van Volksgezondheid Welzijn en Sport (ontvangen
2 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2643.
Vraag 1
Kent u het bericht «Van 2 uitvaarten per week naar 2 per dag: uitvaartondernemer Marjan
Damen draait overuren»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe duidt u de geschetste problematiek in het artikel? Kunt u aangeven vanaf welk
moment de uitvaartsector in Nederland het toenemende aantal overledenen als gevolg
van Corona niet meer aan zal kunnen? Op welk moment zou dat betekenen dat u de coördinatie
van de uitvaarten overneemt?
Antwoord 2
Ik waardeer de inzet en het improvisatievermogen van uitvaartondernemers – klein en
groot – om de uitvaarten in deze moeilijke tijden zo waardig mogelijk te laten plaatsvinden.
De verspreiding van het Corona-virus verschilt sterk per regio en daarmee verschilt
ook de druk op de uitvaartondernemingen. Inmiddels neemt het aantal besmettingen,
ziekenhuisopnames en sterfgevallen door het Corona-virus af.
Ik heb regelmatig contact met de uitvaartsector om de situatie te volgen en daaruit
blijkt dat de uitvaartbranche goed in staat is om een toenemend aantal sterfgevallen
te verwerken. Door intensieve samenwerking lukt het uitvaartondernemers in Brabant
en Limburg om uitvaarten binnen de wettelijke termijn te regelen. De capaciteit van
crematoria en begraafplaatsen is dusdanig dat er landelijke gezien tweemaal zo veel
overledenen kunnen worden gecremeerd en begraven als in 2019. Op het moment dat de
sector aangeeft de druk niet meer aan te kunnen, ook niet bij onderlinge samenwerking,
is er de mogelijkheid om een coördinatiepunt in te richten.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke rol Defensie kan spelen in het bij vraag 2 genoemde scenario?
Antwoord 3
De uitvaart wordt primair verzorgd door nabestaanden, vaak met behulp van een uitvaartverzorger,
en is daarmee een civiele aangelegenheid. Mocht het Corona-virus leiden tot een acuut
tekort aan personeel, middelen en/of coördinatie-capaciteit in de uitvaartzorg, dan
zal Defensie, op verzoek van civiele autoriteiten via bestaande structuren, beschouwen
op welke wijze zij het beste ondersteuning kan bieden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat uitvaarten zo lang mogelijk op de gebruikelijke manier moeten
kunnen plaatsvinden? Zo ja, wat gaat u hier aan doen?
Antwoord 4
Ja, voor zover dat past binnen de maatregelen om de Coronacrisis te bestrijden. Voor
de rouwverwerkingsmogelijkheden van nabestaanden en de zorg voor overledenen is het
van belang dat uitvaarten zoveel als mogelijk kunnen plaatsvinden conform de wensen
van de overledenen en hun nabestaanden. Het kabinet erkent de bijzondere rol van uitvaarten
in onze samenleving door deze – onder voorwaarden – toe te staan. Helaas hebben de
maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bestrijding van het Corona-virus ook tot
gevolg dat uitvaarten momenteel alleen in aangepaste vorm kunnen plaatsvinden.
Vraag 5, 6
Kunt u, gelet op het feit dat het CBS heeft gemeld dat de sterfte toeneemt, inzicht
geven in de beschikbare capaciteit in mortuaria?2 Hebben alle mortuaria in Nederland op korte en middellange termijn voldoende capaciteit
om de toenemende sterfte te verwerken?
Gelet op het feit dat voldoende (koel)capaciteit in mortuaria nodig is en deze capaciteit,
als het dodental oploopt, op een bepaald moment moet worden opgeschaald en dit logistiek
gecoördineerd moet worden, wie is verantwoordelijk voor deze coördinatie? Welke communicatie
heeft u hierover met de uitvaartsector? Deelt u de mening dat er een plan moet klaarliggen
voor opschaling? Zo ja, kunt u dat plan met de uitvaartsector communiceren? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5, 6
In het overleg met de uitvaartsector en de mortuariumbeheerders in de Gezondheidszorg
wordt het aantal en de capaciteit van mortuaria gemonitord om zo nodig extra centrale
koelcapaciteit in te zetten. De beschikbare postmortale koelcapaciteit in mortuaria
fluctueert en is voorlopig ruim voldoende. Er liggen plannen klaar als opschaling
van de koelcapaciteit nodig is.
Vraag 7
Deelt u de mening dat, gelet op het feit dat overleden coronapatiënten de eerste 24
uur na overlijden nog corona kunnen doorgeven en medewerkers van de uitvaartsector
vaak in deze eerste 24 uur het lichaam moeten behandelen, deze medewerkers van de
uitvaartsector mee moeten worden genomen in de verdeling van persoonlijke beschermingsmiddelen,
zoals brillen, mondneusmaskers, handschoenen, pakken en desinfecterende gel? Zo ja,
kunt u dit met de uitvaartsector communiceren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het virus overleeft maar kort buiten het lichaam, van enkele uren tot een dag. De
medewerkers van de postmortale zorg die de overleden direct na overlijden verzorgen
krijgen daarom adequate persoonlijke beschermingsmiddelen. De uitvaartbranche heeft
inmiddels de toezegging gekregen van enkele leveranciers van persoonlijke beschermingsmiddelen
dat zij deze met voorrang leveren aan de uitvaartsector. Indien toch problemen ontstaan,
zal ik in interdepartementale samenwerking de uitvaartsector ondersteunen bij het
verwerven van urgente persoonlijke beschermingsmiddelen.
Vraag 8
Bent u het eens dat er een grijs gebied zit tussen de coronamaatregelen3 en de richtlijnen van het RIVM met betrekking tot contact met de nabestaanden4 en dat dit binnen de uitvaartsector verschillend toegepast kan worden? Zo ja, gaat
u de maatregelen nader aanvullen en verduidelijken voor de uitvaartsector?
Antwoord 8
Ik ontvang inderdaad vragen uit de uitvaartsector over de Corona-crisis, waaronder
ook over de maatregelen van het kabinet en de richtlijnen van het RIVM. Het gaat dan
bijvoorbeeld om het aantal aanwezigen bij een uitvaart en de noodopvang voor kinderen.
In samenwerking met de uitvaartsector en betrokken departementen werk ik steeds aan
het beantwoorden van actuele vragen op rijksoverheid.nl5.
Vraag 9
Gelet op het risico van onderproductie van lijkkisten bij een oplopend dodental, wat
is volgens u de rol van de regering als dit risico zich voordoet?
Antwoord 9
Uit gesprekken met de uitvaartsector blijkt dat het onwaarschijnlijk is dat hier een
risico zal ontstaan – ook als het aantal doden sterk zou toenemen. Er zijn nog ruimschoots
kisten aanwezig en de productie kan zo nodig worden opgeschroefd. De benodigde grondstoffen
voor eenvoudige kisten zijn nog ruimschoots aanwezig.
Vraag 10
Kunnen leden van de Islamitische en Joodse gemeenschap een beroep doen op de (lokale)
overheid bij begrafenissen waar zij zowel coronamaatregelen als religieuze regels
moeten respecteren? Zo ja, waar kunnen zij terecht voor een begrafenis in Nederland
en waar kunnen zij terecht voor een begrafenis in het land van herkomst?
Antwoord 10
In Almere en Zuidlaren zijn er volledig islamitische begraafplaatsen die grafrechten
voor onbepaalde tijd uitgeven. Nederland kent daarnaast van oudsher Joodse begraafplaatsen.
Het is ook mogelijk dat gemeenten een deel van de gemeentelijke begraafplaats reserveren
voor Islamitisch of Joods begraven. Er zijn in Nederland meerdere gemeentelijke begraafplaatsen
die graven uitgeven voor onbepaalde tijd: Nuenen, Bergen op Zoom, Utrecht en sinds
kort Rotterdam. Er zijn circa 70 gemeentelijke begraafplaatsen die een gedeelte hebben
gereserveerd voor Islamitisch begraven. Nabestaanden kunnen een Islamitische of Joodse
begrafenis laten verzorgen door uitvaartverzorgers en uitvaartondernemingen die zijn
gespecialiseerd in het Islamitisch of Joods begraven. Ik sta in nauw contact met de
Minister van JenV om eventuele signalen van plaatsen waar eventueel problemen zouden
optreden met elkaar te bespreken en waar mogelijk in overleg met gemeenten te zoeken
naar een oplossing.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.