Schriftelijke vragen : Misstanden bij het Haga Lyceum
Vragen van het lid RudmerHeerema (VVD) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over misstanden bij het Haga Lyceum (ingezonden 29 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Bestuur Haga Lyceum schorst omstreden directeur vanwege
angstbewind»1, « Haga lyceum luisterde vertrouwelijke gesprekken onderwijsinspectie af»2, «Onderwijsinspectie: Ouders en medewerkers Haga Lyceum kunnen misstanden melden»3 en «Chaos bij Haga Lyceum compleet: volledig top de laan uit gestuurd»?4
Vraag 2
Klopt het dat de Inspectie van het Onderwijs vorig jaar is afgeluisterd tijdens haar
onderzoek naar het Haga Lyceum? Zo ja, wie gaf opdracht om de Inspectie van het Onderwijs
af te luisteren?
Vraag 3
Klopt het bericht dat de directeur van het Haga Lyceum op deze manier in de gaten
hield waar het inspectieonderzoek zich op richtte en wat medewerkers over hem en de
school zeiden? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
Vraag 4
Welke gevolgen heeft het afluisteren van de Inspectie van het Onderwijs tijdens het
onderzoek naar de wanpraktijken van het Haga Lyceum voor de betrouwbaarheid van de
onderzoeksresultaten? Betekent dit dat het onderzoek gedeeltelijk of helemaal over
moet worden gedaan?
Vraag 5
Klopt het dat de Inspectie van het Onderwijs zelf ook vermoedens had dat het «kamertje»
werd afgeluisterd ten tijde van het onderzoek? Heeft de inspectie hier melding van
gemaakt? Zo ja, waarom is deze informatie niet doorgeleid naar de Kamer? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat door het afluisteren van de Inspectie van het Onderwijs, het
Haga Lyceum moedwillig de inspectie heeft belemmerd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, betekent
dit dat u nu juridische grond heeft om de bekostiging van het Haga Lyceum stop te
zetten?
Vraag 7
Bent u op de hoogte dat het bestuur nu een «onafhankelijk onderzoeksbureau» heeft
gevraagd om de kwestie te onderzoeken? Van welk geld wordt dit bureau betaald? Is
dit niet een taak die door de Inspectie van het Onderwijs zou moet worden uitgevoerd?
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de recente bestuurschaos bij het Haga Lyceum? Klopt het dat de school
nu in feite bestuurloos is? Zo nee, wie neemt dan nu het bestuur waar? Welke effect
heeft het voor de kwaliteit van onderwijs als een school geen bestuur meer heeft?
Welke gevolgen heeft dit voor de bekostiging van de school?
Vraag 9
Welke gevolgen heeft de bestuurscrisis van het Haga Lyceum voor de leerlingen van
het lyceum?
Vraag 10
Welke gevolgen hebben deze gebeurtenissen voor het hoger beroep dat u onlangs tegen
het Haga Lyceum bent aangegaan?
Vraag 11
Welke garanties kunt u geven dat met de invoering van de wet over de verduidelijking
van de burgerschapsopdracht en de voorstellen rondom het uitbreiden van het instrumentarium,
er voldoende handvatten zullen zijn om snel en effectief in te grijpen wanneer er
sprake is van mismanagement of antidemocratisch – en anti-integratief onderwijs in
het primair – of voortgezet onderwijs? Indien u dat niet kunt geven, op welke manier
gaat u dan waarborgen dat er een einde komt aan dit soort scholen?
Vraag 12
Deelt u de mening dat deze berichten weer een zoveelste bewijs zijn dat het Haga Lyceum
geen bestaansrecht heeft binnen het Nederlands onderwijssysteem en dat de school zo
snel mogelijk gesloten moet worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer zorgt u voor
adequate wetgeving om eindelijk eens in te kunnen grijpen bij dergelijke scholen?
Vraag 13
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg onderwijs en corona van
17 juni 2020?
Indieners
-
Gericht aan
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Indiener
R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.