Schriftelijke vragen : De uitgestelde invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel
Vragen van de leden Peters, Van der Molen en Slootweg (allen CDA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over de uitgestelde invoering van het nieuwe woonplaatsbeginsel (ingezonden 29 mei 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de financiële problemen van bijvoorbeeld een gemeente als
Goirle, waar men onder andere hoop heeft op een snelle invoering van het woonplaatsbeginsel?1
Vraag 2
Deelt u de conclusie dat sommige gemeenten onder de huidige systematiek niet of onvoldoende
gecompenseerd worden en dus een stevig nadeel hebben van uitstel van het woonplaatsbeginsel?
Zo nee, kunt u onderbouwen waarom dat niet het geval zou zijn?
Vraag 3
Wat kunt u doen om juist deze gemeenten te helpen en te voorkomen dat uitstel van
het woonplaatsbeginsel de afbraak van voorzieningen betekent?
Vraag 4
Kunt u nader toelichten wat de reden is van het uitstel van de invoering van het woonplaatsbeginsel?
Vraag 5
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg jeugd (op dit moment gepland
op 23 juni a.s.)?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.P.H.J. Peters, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
E.J. Slootweg, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. van der Molen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.