Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over verkeersveiligheid (Kamerstuk 29398-823)
2020D20884 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat en de Minister van Justitie en Veiligheid over de brieven over Verkeersveiligheid:
het afschrift van het antwoord op een burgerbrief met betrekking tot de Machinerichtlijn
en bijzondere bromfietsen (Kamerstuk 29 398, nr. 812), de uitgebreide beleidsreactie op OvV-rapport «Wie stuurt? Verkeersveiligheid en
automatisering in het wegverkeer» (Kamerstuk 29 398, nr. 822) en de Verzamelbrief toezeggingen AO Handhaving in het verkeer, mei 2020 (Kamerstuk
29 398, nr. 823).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding
2
VVD-fractie
2
PVV-fractie
5
CDA-fractie
6
D66-fractie
10
SP-fractie
11
ChristenUnie-fractie
12
SGP-fractie
14
50PLUS-fractie
15
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de agendapunten
voor dit overleg over verkeersveiligheid. Deze leden benadrukken zeer aan verkeersveiligheid
te hechten en onderschrijven de richting die het kabinet hierin kiest. Toch hebben
deze leden enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PVV-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de betreffende
beleidsbrieven en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
op de agenda. Deze leden hebben hierbij de volgende vragen.
De leden van de D66-fractie hebben een aantal vragen aan de Minister over het onderwerp
verkeersveiligheid, juist nu in deze tijden waarin steeds meer mensen zich dichter
bij huis verplaatsen. Deze leden vinden verkeersveiligheid ontzettend belangrijk.
Je moet je veilig kunnen voelen en veilig kunnen zijn in het verkeer.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geagendeerde stukken en hebben
daarbij een aantal vragen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de brieven van
de ministers over verkeersveiligheid en handhaving. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorliggende
brieven. Zij hebben nog enkele vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie danken de Minister voor het toezenden van de diverse
stukken inzake verkeersveiligheid. Deze leden hebben nog wel enkele vragen opmerkingen
en kanttekeningen daarbij.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het ervoor staat met het eventueel weer op
de weg brengen van de vernieuwde Stint. Welke stappen zijn hiervoor nog nodig?
De leden van de VVD-fractie willen graag uitsluitsel welke moderne voertuigen wel
en welke niet, op de openbare weg worden toegelaten en op basis van welke criteria.
Deze leden kunnen zich voorstellen dat innovatieve (elektrische) vervoermiddelen meerwaarde
kunnen bieden in met name stedelijk gebied om mensen mobieler te maken en goederen
de laatste afstand geruisloos en schoon naar de winkels te krijgen. Is het zo dat
de inrichting van onze Nederlandse weginfrastructuur erg afwijkt van de rest van Europa?
Waar zit dat verschil in? Houden we met onze weginfrastructuur voldoende rekening
met nieuwe voertuigen? Zo nee, wat zou er moeten gebeuren om ons zo goed mogelijk
voor te bereiden op de toekomst?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd over de beleidsreactie op het rapport van
de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) en zien uit naar de vervolgstappen als het
gaat om automatisering in het wegverkeer. Deze leden constateren wel dat volledig
autonoom rijden nog ver weg is en niet gezien mag worden als ultieme oplossing voor
congestie of verkeersveiligheid. Hoe denkt de Minister daarover en deelt zij de mening
dat de mens de komende dertig jaar nog steeds relevant is voor het verkeersgedrag?
De leden van de VVD-fractie constateren naar tevredenheid dat het kabinet niets ziet
in inkomensafhankelijke boetes. De effectiviteit moet leidend zijn en het strafrecht
kan dit ook niet aan, zo lezen zij. Deze leden betreuren het feit dat er nog weinig
voortgang is met betrekking tot het verlagen van kleinere boetes, voor bijvoorbeeld
snelheidsovertredingen waarbij tot 5 km/u harder gereden wordt dan de toegestane maximumsnelheid,
zoals in het regeerakkoord is afgesproken. Deze leden vinden het jammer dat het proces
nu weer vertraagd wordt door het opnieuw inwinnen van advies. Deze leden achten het
denkbaar dat kleine boetes verder verlaagd moeten kunnen worden, zonder dat de financiële
consequenties en een tegenvallende totaalopbrengst een belemmering hiervoor moeten
zijn. Het innen van een bepaald boetebedrag mag immers nooit uitgangspunt zijn voor
het ministerie. Is de Minister dat met deze leden eens?
De leden van de VVD-fractie zouden graag zien dat de administratiekosten (van 9 euro)
verdwijnen. Waarom kiest de Minister daar niet voor? Bij een sterk geautomatiseerd
systeem is het ook niet logisch dat de administratiekosten eerder 6 euro waren en
nu inmiddels 9 euro. Als het net als bij leges zou gaan om het dekken van de kosten,
wat zouden dan de werkelijke administratiekosten zijn bij een boete?
De leden van de VVD- fractie vinden het niet kunnen dat buitenlandse overtreders wegkomen
zonder hun boete na een overtreding te betalen. Deze leden wensen inzicht in het aantal
overtreders met een buitenlands kenteken en de aard van de overtreding. Kan de Minister
dit verschaffen? Hoeveel auto’s met een buitenlands kenteken rijden in Nederland?
Is dat bekend, en vooral, waarom lijkt het erop dat er amper op gehandhaafd wordt?
Wat zijn de regels hieromtrent? Hoe lang mag bijvoorbeeld een arbeidsmigrant met een
buitenlands kenteken in Nederland rondrijden, en wat is de sanctie als hij dat langer
doet? Hoe wordt dit gehandhaafd? Hoe wordt hierover gecommuniceerd? Klopt het dat
een Duitse automobilist weg kan komen met vele boetes zonder deze ooit te hoeven voldoen
vanwege privacyregels in Duitsland? Zo ja, wat zijn de mogelijkheden om dit een halt
toe te roepen? Is de Minister voornemens dit bij de Europese collega bespreekbaar
te maken? Welk effect heeft de wetswijziging in 2016 gehad, die de verjaringstermijn
verlengde?
De leden van de VVD-fractie zien uit naar de resultaten van de pilot in Utrecht waarbij
buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) ook taken op het gebied van verkeershandhaving
krijgen. Deze leden hebben hier eerder voor gepleit en zagen ook dergelijke verzoeken
vanuit Rotterdam en Den Haag. Waarom kunnen die steden hier nog niet mee beginnen?
De leden van VVD zijn verheugd dat de Minister niets ziet in een verbod op flitspaalsignalering
en zijn tevreden dat de Minister locaties en meldingen van snelheidscontroles als
openbare informatie ziet, evenals het gebruik van apps hiervoor die de automobilist
waarschuwen. Deze leden denken dat hiermee de verkeersveiligheid juist vergroot wordt,
aangezien de schrikreacties uitblijven en mensen beter voorbereid op weg gaan. Daarnaast
zien deze leden nog vele andere voordelen aan verkeersapps die tijdig waarschuwen
voor congestie en gevaarlijke situaties. Deze leden denken dat het gebruik van data
kan helpen om de verkeersveiligheid te vergroten.
De leden van de VVD-fractie vinden drankgebruik in combinatie met het besturen van
een voertuig niet acceptabel en pleiten voor strenge sancties voor notoire drankrijders.
Deze leden zien dat strafverzwaring in gang is gezet, maar niet alle mogelijkheden
benut worden. Hoe kunnen we de kleine groep notoire verkeershufters verder aanpakken
die het voor velen verzieken?
De leden van de VVD-fractie vragen of het verbeurd verklaren van een in beslag genomen
voertuig tot de juridische mogelijkheden behoort, waarbij bijvoorbeeld de opbrengst
hiervan ten goede kan komen aan het Fonds Slachtofferhulp. Wat vindt de Minister van
dat idee? Wat is daarvoor nodig?
De leden van de VVD-fractie hebben zorgen over het gebrek aan zichtbare handhaving
op het gebied van verkeersveiligheid. Deze leden zien graag de mogelijkheden voor
opvallende verkeerssurveillance uitgebreid worden, zodat weggebruikers er dagelijks
op attent worden gemaakt dat de politie actief op hun verkeersgedrag let. Wat zijn
de mogelijkheden? Hoe staat het met zichtbare handhaving? Deze leden zijn verheugd
dat de Minister eindelijk inzet op de alcoholmeter, die als alternatief voor het alcoholslot
kan dienen. De Minister schrijft dat hij de alcoholmeter een effectief instrument
vindt, welke aantallen en resultaten zijn wanneer te verwachten en wat is daarvoor
nodig? Hoe wordt voorkomen dat drankrijders nog onnodig ongevallen veroorzaken, omdat
de pakkans zo klein is?
De leden van de VVD-fractie lezen in de brief over de voortgang van het Strategisch
Plan Verkeersveiligheid (SPV) dat 1,5 meter een uitgangspunt is voor de mobiliteit
en verkeersveiligheid. Nu is afstand houden altijd verstandig in het verkeer, maar
absoluut 1,5 meter aanhouden zal in veel situaties niet gaan, denk aan fietspaden
die dan drie meter breed moeten worden, en dergelijke. Op welke wijze kan invulling
worden gegeven aan dit «nieuwe normaal», kijkend naar uitvoerbaarheid en verkeersveiligheid?
De leden van de VVD-fractie vernemen graag hoe de investeringsimpuls van 500 miljoen
euro, met het oogmerk verdubbeld te worden, gaat bijdragen aan verkeersveiligheid.
Deze leden lezen dat snelheidsremmers op 60 kilometerwegen worden overwogen. Daar
zien zij weinig in. Deze leden zien meer in het weghalen van obstakels en gericht
handhaven, dan in allerlei remmende maatregelen waar notoire verkeershufters zich
weinig van zullen aantrekken en die op die manier dan juist extra gevaar kunnen opleveren.
Deze leden zien meer heil in de aanleg van meer vrijliggende fietspaden, zodat de
fietsers en auto/vrachtverkeer niet zo makkelijk meer onderling in contact raken.
Deze leden denken dat er terughoudend moet worden omgegaan met het terugbrengen van
de snelheid op provinciale wegen. Hoe wordt voorkomen dat de automobilist de dupe
wordt van snelheidsverlagingen in gemeenten of provincies?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat de Minister in samenwerking met de bouwsector
de aanleg, vervanging, renovatie en onderhoud van wegen gedurende de coronacrisis
doorgang laat vinden en waar mogelijk versnelt. Deze leden vragen of de Minister hier
ook verkeersveiligheidsknelpunten in meegenomen heeft. Zo nee, is de Minister bereid
te onderzoeken of de aanpak van onveilige locaties op of langs de rijkswegen meegenomen
kan worden in de versnellingsplannen, zoals zij die aankondigde in haar brief van
22 april 2020? Er zijn 1.400 geïdentificeerde onveilige locaties die nog aangepakt
dienen te worden. Deze leden horen graag, indien mogelijk, hoeveel van deze locaties
aangepakt zouden kunnen worden.
De leden van de VVD-fractie juichen inzicht in verkeersdata en de verkeersongevallenregistratie
toe, zodat gerichter en op basis van risicofactoren kan worden bekeken wat waar nodig
is. Deze leden hechten belang aan privacy, maar denken dat bepaalde gegevens zonder
veel inbreuk gedeeld moeten kunnen worden ten behoeve van het voorkomen van nieuwe
ongevallen. Deze leden stelden hier al eerder vragen over en hopen dat er een oplossing
gevonden is met de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). De oorzaak van een ongeval moet
altijd achterhaald kunnen worden, zodat indien van toepassing, drank- en drugsgebruik
of het gebruik van een mobiele telefoon tijdens het rijden bewezen kan worden verklaard.
Is de oplossing met de AP hiervoor nu afdoende en hoe ziet deze eruit?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat er onderzoek gedaan gaat worden
naar lachgas en zien de uitkomsten graag tegemoet. Wanneer zijn die te verwachten?
De leden van de VVD-fractie vragen waarom het een verrassing is dat het aantal verkeersslachtoffers
niet navenant daalde naar aanleiding van tijdelijk fors minder verkeer door corona
en de verlaging van de maximumsnelheid. Klopt het dat er minder slachtoffers te betreuren
zijn op rijkswegen en juist de (oudere) fietsers (op een e-bike) risico lopen op een
val en ongeval? Heeft de Minister naar aanleiding van de #rijMONO-campagne al resultaten
als het gaat om het voorkomen van afleiding in het verkeer? Is bekend hoe vaak afleiding
in het verkeer globaal de oorzaak is van een ernstig ongeval? Hoe verhoudt zich dat
tot andere onoplettendheid, drank/drugs en/of snelheid?
De leden van de VVD-fractie lezen in de brief van de Minister van 25 mei jongstleden
dat de Minister bezig is met een handhavingsplan voor truckparkings en een CEF-aanvraag
(Connecting Europe Facility) heeft gedaan voor vijf truckparkings. Deze leden kijken
erg uit naar het handhavingsplan en uitsluitsel over de Europese cofinanciering voor
de vijf truckparkings.
PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen waarom de maatregel van het verlagen van de maximumsnelheid
naar 100 km/u gehandhaafd wordt, als er ondanks de lege wegen geen sterke daling van
het aantal verkeersslachtoffers is. Is de Minister daarom bereid deze maatregel direct
te schrappen?
De leden van de PVV-fractie vragen of het onderzoek van Rijkswaterstaat (RWS) naar
middengeleiders voor de N36 al is afgerond en of de Minister naar aanleiding van dit
onderzoek bereid is om direct tot realisatie van het plaatsen van middengeleiders
over te gaan om zo frontale botsingen te voorkomen. Zo nee, hoeveel slachtoffers moeten
er dan nog op deze dodenweg vallen, voordat wordt overgegaan tot een efficiënte rijbaanscheiding?
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister bij acute verkeerveiligheidsrisico’s
bereid is direct tot realisatie van veiligheidsmaatregelen te komen, in plaats van
telkens in eindeloze onderzoeken te verzanden.
De leden van de PVV-fractie vragen hoeveel extra verkeersslachtoffers er de afgelopen
periode extra zijn bijgekomen als gevolg van de ramadan. Door deze periode van collectieve
ondervoeding stappen veel mohammedanen met een veel te lage bloedsuikerspiegel achter
het stuur, wat enkel een slechte invloed kan hebben op het rijgedrag. Deze leden vragen
daarom om de harde cijfers en zij vragen of de Minister al heeft overwogen iedereen
die meedoet aan de ramadan een rijverbod op te leggen, ter bescherming van de Nederlandse
burger die niet meedoet aan deze waanzin.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister, naar aanleiding van het verschrikkelijke
ongeval bij een onbewaakte spoorwegovergang, bereid is direct tot afsluiting van dit
soort overwegen over te gaan door middel van het plaatsen van (Pier Eringa-)betonblokken.
Zo nee, hoe borgt zij anders de veiligheid van weggebruikers en spoorweggebruikers
bij deze overgangen?
CDA-fractie
Hufterig gedrag tijdens periode COVID-19-maatregelen
De leden van de CDA-fractie valt tijdens deze coronacrisis op dat onze maatschappij
laat zien hoe solidair we eigenlijk zijn met onze medemens. Zelfs als we diegene niet
kennen. Dat gebeurt al door iets heel simpels: jezelf aan de regels houden. Deze leden
merken op dat we, gek genoeg, die solidariteit in het verkeer veel minder vaak terugzien.
Deze leden schetsen een aantal voorbeelden. In Utrecht werd op een zondag in april
een bestuurder aangehouden die 210 km/u reed. Team verkeer Zeeland – West Brabant
meldde eind april dat het het rijbewijs heeft ingevorderd van een 21-jarige, beginnend
bestuurder. Deze reed 162 km/u, waar 100 km/u is toegestaan. En wijkagent Henry van
Galen meldde op 13 april jl. dat het rijbewijs is ingevorderd van een 45-jarige automobilist
uit Wijchen. Hij reed met een snelheid van 151 km/u over de Graafseweg in zijn woonplaats,
waar 80 km/u is toegestaan. Hoe kijkt de Minister aan tegen deze voorbeelden? Deze
leden vinden dat in het verkeer de gezondheid van andere weggebruikers ook centraal
hoort te staan. Zij hebben begrepen dat in de maand april 2020 de politie van 1.100
automobilisten het rijbewijs heeft ingenomen wegens excessief te hard rijden (minstens
50 km boven de limiet). Dat is twee keer zo veel als normaal in dezelfde periode vorig
jaar. Hoe verklaart de Minister dit? Wat wil de Minister doen aan de kleine groep
coronaracers die de tegenwoordig legere wegen aangrijpen om extreem hard te rijden?
Maakt de politie een analyse om te zien op welke plekken en welke tijdstippen de overtredingen
plaatsvinden om op die locaties en tijdstippen vaker snelheidscontroles te houden?
Deze leden zijn van mening dat de grootste verkeershufters vooral effectief kunnen
worden aangepakt via handhaving. Voor de meer reguliere verkeershufters zien deze
leden ook een oplossing in een (grootschalige) overheidscampagne. Deze leden vinden
het daarom belangrijk dat de campagne gericht moet zijn op hufterig gedrag dat veelvuldig
voorkomt, zoals het negeren van een rood kruis, bellen achter het stuur, spelletjes
spelen terwijl je rijdt, bumper kleven en te hard rijden. Het besef moet landen dat
als je de aandacht niet op de weg hebt of regels overtreedt, je een gevaar bent voor
anderen. Met het doel dat we ook meer van die solidariteit, die deze leden zien tijdens
de coronacrisis, terug gaan zien op de weg. Is de Minister verder bereid een (grootschalige)
overheidscampagne te starten tegen deze verkeershufters?
De leden van de CDA-fractie zagen verder in cijfers die EenVandaag opvroeg bij het
Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), dat bleek dat in drie jaar tijd het
aantal deelnemers voor een cursus verantwoord rijgedrag, de zogenoemde cursus Educatieve
Maatregel Gedrag en verkeer (EMG), met bijna 300 is gestegen. Van de EMG-deelnemers
recidiveert bijvoorbeeld bijna de helft (49 procent) binnen twee jaar met een nieuw
EMG-gerelateerd delict. Hoe kijkt de Minister hiernaar? Wil de Minister de cursus
gaan aanpassen, zodat deze beter gaat werken? En is de Minister het met deze leden
eens dat ook gekeken moet worden naar extra technische mogelijkheden, zoals een snelheidsbegrenzer?
Ongelukken en verkeersdoden tijdens periode COVID-19-maatregelen
De leden van de CDA-fractie stellen vast dat vanwege de COVID-19-maatregelen er veel
minder verkeer is op de wegen. Positief is dat het totale aantal sinds de COVID-19-maatregelen
is gehalveerd. Uit onderzoek van verkeerskundig ICT-bureau VIA op verzoek van de politie
blijkt echter dat het aantal dodelijke slachtoffers ongeveer hetzelfde is gebleven.
Dat vinden deze leden schokkende cijfers. Hoe verklaart de Minister dit? Hoe kan het
dat de ongelukken die zich wél voordoen ernstiger zijn (per ongeval vallen er gemiddeld
maar liefst 14 procent meer gewonden en doden)? Wat wil de Minister doen om de toegenomen
verkeersonveiligheid in de COVID-19-periode te stoppen? Hoe komt het dat de kans om
bij een ongeval gewond te raken of om het leven te komen de afgelopen twee maanden
zelfs met ruim 30 procent is gestegen? In Limburg en Gelderland ligt die kans zelfs
bijna de helft hoger. Waar ligt dit aan? Het onderzoek geeft aan dat het erop lijkt
dat de jonge, overvaren automobilist niet goed weet om te gaan met de nieuwe situatie
van minder verkeer op de weg. Het aandeel dat betrokken is bij een ongeval door de
auto in de leeftijdsgroep van 18 tot 20 jaar is met 8,6 procent gestegen. Hoe wil
de Minister ervoor zorgen dat zij wel goed weten hoe hiermee om te gaan? Verder blijkt
dat ouderen in de periode tijdens de COVID-19-maatregelen vooral zijn gaan fietsen.
Kan de Minister schetsen welke effecten meer fietsen precies heeft op de verkeersveiligheid?
Bij de leeftijdsgroep 70–80 jaar was een grote stijging in het aantal doden te zien.
De kans dat zij bij een ongeluk kwamen te overlijden steeg met 70 procent. De slachtoffers
waren veelal mensen die omkwamen op een elektrische fiets. Kan de Minister aangeven
of het gebruik van een elektrische fiets gevaarlijker wordt, nu door de toename van
het aantal fietsers het drukker is geworden op het fietspad? Is het volgens de Minister
nodig om hier maatregelen voor te nemen? Deze leden hebben verder begrepen dat de
Minister de komende tien jaar jaarlijks 50 miljoen euro beschikbaar stelt voor maatregelen
om onder andere infrastructuur veiliger te maken. Kan de Minister toezeggen dat de
toegezegde gelden voor de komende twee jaar niet onbenut zullen blijven, bijvoorbeeld
omdat begrotingen van decentrale overheden al vastliggen?
Snelle toename gebruik mobieltje tijdens rijden
De leden van de CDA-fractie lezen uit de tweejaarlijkse Interpolis Barometer 2019
van onderzoeksbureau SWOV dat bijna 44 procent van de autobestuurders onderweg weleens
de navigatie instelt. In 2017 was dat nog 32 procent. Het percentage automobilisten
dat muzieknummers opzoekt, is gestegen van 12 procent naar ruim 21 procent. En één
op de twaalf (8,2 procent) speelt zelfs games, terwijl de auto gebruikt wordt. Dat
was maar 3 procent. Verzekeraar Interpolis, opdrachtgever van het onderzoek, ziet
dat gewoontegedrag bij veel automobilisten een belangrijke rol speelt. Deelt de Minister
deze analyse? Deze leden vinden het zorgelijk dat jonge autobestuurders het gebruik
van hun mobiel niet schuwen tijdens het rijden. In de leeftijdsgroep 25 tot en met
34 jaar gaat het om bijna 75 procent. Hoe wil de Minister ervoor zorgen dat jongeren
zichzelf niet overschatten door te denken dat een appje versturen en op de weg letten
wel lukt? Welke mogelijkheden ziet de Minister om hen de noodzaak hun eigen gedrag
te veranderen in te laten zien? Is de verkeersveiligheidscampagne MONO voldoende effectief?
Matrixborden
De leden van de CDA-fractie geven aan dat er een breed gedragen Kamermotie ligt waarin
de regering wordt verzocht de matrixborden op de snelwegen waar mogelijk standaard
in te zetten om de juiste van toepassing zijnde snelheid aan te geven (motie van het
lid De Pater-Postma c.s. over aangeven van de maximumsnelheid op matrixborden, Kamerstuk
35 300 XII, nr. 25). De Minister heeft bij het vorige algemeen overleg Verkeersveiligheid in februari
2020 toegezegd om een pilot te gaan doen. Op welk wegtraject deze zou plaatsvinden,
was nog onbekend, maar de Minister zal de Kamer voor de zomer informeren om welk wegdeel
dat zal gaan. Kan de Minister bevestigen dat deze informatie binnenkort naar de Kamer
zal komen? De zomer komt er immers al bijna aan. En hoe staat het met het onafhankelijk
onderzoek naar de beperkingen van matrixborden? De Minister gaf verder aan op termijn
alle maximumsnelheden met een rode rand te willen tonen dat het huidige beleid een
overgangssituatie is. Aan welke termijn moet gedacht worden?
Ontwerpbesluit helmplicht snorfiets
De leden van de CDA-fractie pleiten al langere tijd voor een helmplicht voor snorfietsers.
Deze leden vinden het proces tot invoering lang duren en horen daarom graag van de
Minister wanneer het voorstel voor de helmplicht naar de Kamer komt, zodat het behandeld
kan worden. Deze leden vinden dat hier nu echt snelheid mee moet worden gemaakt. Vindt
de Minister dit ook nog steeds? Welke datum is het doel van de Minister om het in
te laten gaan?
Omwisseling buitenlands rijbewijs voor kennismigranten
De leden van de CDA-fractie hebben eerder vragen gesteld over de mogelijkheden voor
kennismigranten van buiten de EU om het rijbewijs om te wisselen. De Minister geeft
aan dat de specifieke behandeling van kennismedewerkers ermee te maken heeft dat het
als een samenhangend pakket kan worden gezien met de fiscale voordelen, bedoeld om
schaarse kenniswerkers aan te kunnen trekken. Kan de Minister aangeven wat de logica
is van een pakket met fiscale voordelen en wat dit te maken heeft met de verkeersveiligheid
in Nederland? Welke argumenten kan de Minister geven dat deze keuze logisch is met
oog op de verkeersveiligheid? Vindt de Minister het aantrekken van kennismigranten
belangrijker dan de verkeersveiligheid? Kan de Minister aangeven of zij, als deze
koppeling nog niet bestond, dan alsnog zou besluiten om deze koppeling te maken? Kan
de Minister aangeven of er specifiek op wordt gemonitord op de mogelijke risico’s
van deze regeling voor de verkeersveiligheid, zodat als er signalen zijn deze ook
werkelijk bij het ministerie terechtkomen? Hoe weet de Minister of er niet sprake
is van een verborgen probleem?
Negeren rode kruizen
De leden van de CDA-fractie maken zich al langer hard voor het aanpakken van het negeren
van een rood kruis. Dat is namelijk zeer asociaal en heeft grote gevolgen voor de
verkeersveiligheid. Om de handhaving te verbeteren hebben deze leden bij de begrotingsbehandeling
eind vorig jaar voorgesteld om de camera's van RWS die al op de weg zitten, in te
zetten. De Minister zou hierover met een positieve grondhouding met de Minister van
Justitie en Veiligheid in gesprek gaan. In een Kamerbrief die daarop volgde, stond
helaas alleen een herhaalde opsomming waaruit moest blijken dat het op dit moment
technisch en juridisch niet mogelijk is, maar dat was al bekend. De vraag van deze
leden is of het kabinet bereid is dit aan te passen, zodat het in de toekomst wel
technisch en juridisch mogelijk wordt. Tijdens het algemeen overleg Handhaving van
het verkeer van 5 maart 2020 gaf de Minister van Justitie en Veiligheid op deze vraag
aan dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat daarmee bezig is en zij hierop
zal terugkomen. Deze leden ontvangen daarom graag een antwoord van de Minister van
Infrastructuur en Waterstaat of zij wil bezien welke technische en juridische aanpassingen
mogelijk zouden zijn en of zij bereid is deze aanpassingen in te voeren en de Kamer
hierover te informeren. Deze leden geven hierbij mee dat als camera's van RWS niet
gebruikt kunnen worden, omdat ze niet voldoende uit kunnen lezen, er ook camera’s
hangen die gebruikt worden voor de Automatic Number Plate Recognition (ANPR). Die
kunnen wel heel goed nummerborden weergeven
Handhaving algemeen
De leden van de CDA-fractie begrijpen dat de politie sinds kort gebruikmaakt van slimme
camera’s om appende en bellende automobilisten te kunnen bekeuren. Deze leden zijn
ervan overtuigd dat slimme camera’s de potentie hebben om op termijn op grotere schaal
gebruikt te worden om afleiding in het verkeer tegen te gaan. Hoe ziet de Minister
dit? Ziet de Minister potentie om dit uit te breiden? Hoe staat het met de handhaving
van een fietsappverbod? En hoe staat het met een alternatief voor het progressief
verkeersboetestelsel?
Boa pilot verkeershandhaving
De leden van de CDA-fractie hebben vragen over de motie van het lid Van Dam over uitbreiden
van taken van boa's op het vlak van verkeershandhaving (Kamerstuk 35 300 VI, nr. 53) die is aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om in nauwe samenwerking met
de gemeente Utrecht te bezien of middels een pilot geëxperimenteerd kan worden met
het uitbreiden van taken van boa’s op het vlak van de verkeershandhaving. De Minister
geeft aan dat gesprekken lopen over de inrichting van de pilot. Kan de Minister al
op hoofdlijnen schetsen hoe die inrichting zal worden? De Minister geeft aan dat door
de coronacrisis het proces vertraging heeft opgelopen. Hoeveel vertraging? De Minister
verwacht dat de pilot dit najaar van start kan gaan. Deze leden zijn benieuwd aan
welke maand de Minister denkt.
Alcoholmeter
De leden van de CDA-fractie zijn verheugd dat de Minister van Justitie en Veiligheid
heeft besloten tot landelijke invoering van de alcoholmeter over te gaan. De Minister
verwacht dat het alcoholverbod in combinatie met de alcoholmeter met name voor zware
alcoholovertreders en/of recidivisten een effectief instrument is. Welke effecten
verwacht de Minister precies? Kan hij dat toelichten? En wordt de Kamer op de hoogte
gehouden van de effecten? Kan de Minister verder aangeven wat deze landelijk invoering
betekent voor het alcoholslot? En hoe de alcoholmeter zich verhoudt tot bestaande
maatregelen, zoals de cursus Educatieve Maatregel Alcohol in het verkeer (EMA)?
Flinke toename van het aantal gestolen of vermiste kentekenplaten
De leden van de CDA-fractie hebben eerder dit jaar vragen gesteld over de flinke toename
van het aantal gestolen of vermiste kentekenplaten. In de beantwoording hiervan (Aanhangsel
Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2197) werd aangegeven dat de Minister van Justitie en Veiligheid, samen met de Minister
van Infrastructuur en Waterstaat en de RDW, bekijkt of de «RadioFrequency IDentification»-kentekenplaten
(RFID) een oplossing kunnen zijn voor het tegengaan van fraude met kentekenplaten
en, zo ja, op welke wijze deze kentekenplaten kunnen worden ingevoerd. Hoe staat het
hiermee? En hoe staat het met het bezien of het verstandig kan zijn om kentekenplaten
op dezelfde manier te bevestigen als in Denemarken?
D66-fractie
De leden van de D66-fractie lezen in onderzoeken dat het aantal dodelijke verkeersongevallen
gelijk is gebleven ondanks een verminderd gebruik van de auto en de fiets. Kan de
Minister het gelijk gebleven aantal verklaren? Vindt hier een evaluatie over plaats?
De leden van de D66-fractie lezen dat het gebruik van de mobiele telefoon in de auto
nog erg hardnekkig is en vraagt de Minister om te reflecteren op het succes van de
MONO-campagne en toe te lichten welke stappen nog ondernomen worden.
De leden van de D66-fractie ontvangen signalen dat er nog steeds geen duidelijkheid
is over de besteding van de jaarlijkse 50 miljoen euro volgend uit het SPV in gemeenten.
Deze leden hebben hier tijdens het vorige algemeen overleg Verkeersveiligheid reeds
vragen over gesteld. Deze leden vragen de Minister zo spoedig mogelijk duidelijkheid
aan gemeenten te geven over de voorwaarden van dit budget.
De leden van de D66-fractie zien een sterke stijging van het gebruik van de auto en
de fiets door de beperkte capaciteit van het openbaar vervoer (ov). Deze leden juichen
de (elektrische) fiets toe als alternatief voor ritten tot 15 km. Op welke wijze ondersteunt
de Minister de verkeersveiligheid van de fietser in deze tijd? Deze leden vragen de
Minister naar haar verwachtingen van een grotere drukte op de weg en intensiever gebruik
van de auto. Welke gevolgen heeft dat voor de veiligheid van bestuurders?
De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het juist nu van groot belang is dat
er geïnvesteerd wordt in de verkeersveiligheid voor fietsers. Deze leden leggen een
aantal aandachtspunten voor en vragen de Minister daarop te reflecteren. Is de Minister
bereid de gemeenten te informeren over de mogelijkheden om parkeerplaatsen direct
rondom scholen, sportverenigingen en recreatiemogelijkheden vrij te maken voor het
stallen van de fiets, zodat ook daar de 1,5 meter afstand behouden kan worden? Verkent
de Minister de mogelijkheden om de snelheden van rijbanen waar het kan naar 30 km/u
te verlagen en daar de ruimte te geven voor gebruik door fietsers? Deze leden vragen
de Minister om met RWS en de VNG in gesprek te gaan over mogelijkheden om met informatieborden
de mensen erop te attenderen om vooral de fiets te pakken en voldoende afstand van
elkaar te houden door achter elkaar te fietsen. Deze leden vragen ten slotte of de
Minister bereid is een meldpunt te lanceren waar gevaarlijke fietsknelpunten gemeld
kunnen worden bij de gemeente.
SP-fractie
Lichte elektrische voertuigen LEV’s
De leden van de SP-fractie maken zich al geruime tijd hard voor het veilig toelaten
van lichte elektrische voertuigen (LEV’s) op de openbare weg in Nederland. In de landen
om ons heen zien deze leden dat er vraag en behoefte is aan deze vervoersmiddelen.
Maar ook in Nederland zijn er al veel mensen die – ondanks het feit dat vrijwel alle
LEV’s verboden zijn op de openbare weg – gebruik maken van deze innovatieve vorm van
vervoer. Deze leden zien echter in de coronacrisis een kans voor LEV’s. LEV’s kunnen
een goed alternatief zijn voor het openbaar vervoer, dat de komende periode door de
coronamaatregelen slechts een beperkte capaciteit heeft. Daarnaast zijn er aanwijzingen
dat luchtvervuiling een versterkend effect heeft op de verspreiding en effecten van
het coronavirus. De luchtkwaliteit, met name in steden, kan gebaat zijn bij meer verplaatsingen
met elektrische voertuigen. In het buitenland heeft dit zelfs geleid tot stimuleringsmaatregelen.
Terwijl in Nederland bakken met geld worden uitgeven aan Teslasubsidies, die vrijwel
volledig opgaan aan de rijken en nauwelijks een bijdrage leveren aan een betere luchtkwaliteit,
kiest Italië er bijvoorbeeld voor om LEV’s te subsidiëren. Kan de Minister reageren
op dit initiatief? Kan zij de Italiaanse regeling in kaart brengen en toelichten welke
mogelijkheden zij voor Nederland ziet? Zijn er nog meer Europese voorbeelden van stimuleringsmaatregelen
voor LEV’s? Zo ja, hoe zien die eruit? Wat kan Nederland van die maatregelen leren?
Is de Minister het met deze leden eens dat het niet meer uit te leggen is dat LEV’s
inmiddels in heel West-Europa legaal de weg op kunnen, maar in Nederland nog niet?
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de reactie van de Minister op
het OVV-rapport «Wie stuurt? Verkeersveiligheid en automatisering in het wegverkeer»
gelezen. Deze leden vinden het van belang dat de veiligheid van gebruikers en medeweggebruikers
gewaarborgd moet zijn. Zij zien echter in het dossier van de LEV’s dat irreële en
slechts nationaal geldende eisen aan de veiligheid ertoe leiden dat we onszelf als
land buitenspel zetten, dat we achter de feiten aanlopen en niet kunnen profiteren
van de voordelen die innovatie met zich meebrengt. Kan de Minister toelichten wat
de gesprekken met producenten, aanbieders en gebruikers (motie van de leden Laçin
en Sienot over het definitieve toelatingskader voor LEV's in lijn brengen met de Europese
richtlijnen, Kamerstuk 29 398, nr. 800) hebben opgeleverd en op welke termijn zij de toelating van LEV’s in Nederland geregeld
denkt te hebben? En kan de Minister uitleggen waarom het volgens haar niet meer mogelijk
is om de eerste schets van het nieuwe toelatingskader voor de zomer naar de Kamer
te sturen? De consultatie is inmiddels geweest. Welke andere vertragingen zijn er?
Kan de Minister toelichten wat nog ontbreekt om het nieuwe toelatingskader vast te
stellen en kan zij in een tijdpad schetsen welke stappen op welke momenten gerealiseerd
worden? Het is voor deze leden van groot belang dat de Minister zich inzet om dit
zo snel mogelijk op een veilige manier te realiseren. Verdere uitstel is ongewenst
en onacceptabel.
Strategisch Plan Verkeersveiligheid (SPV)
De leden van de SP-fractie merken op dat het inmiddels anderhalf jaar geleden is dat
het SPV is gepresenteerd. Er is in die periode vooral veel overlegd en vergaderd,
maar tot minder verkeersslachtoffers heeft het niet geleid. Ondanks de coronacrisis
en veel minder vervoersbewegingen, blijft het aantal verkeersslachtoffers relatief
gezien hoog. Kan de Minister inzichtelijk maken hoe dat komt? En kan de Minister toelichten
welke maatregelen in het kader van het SPV zijn getroffen bovenop de maatregelen die
al genomen zouden worden om de verkeersveiligheid te vergroten, welke effecten deze
maatregelen hebben gehad, hoeveel deze maatregelen hebben gekost en wanneer deze maatregelen
zijn gerealiseerd? Het is hoog tijd dat er actie wordt ondernomen, omdat het SPV en
de nulambitie anders blijven bij een plan zonder enig effect.
Oost-Europese vrachtwagenchauffeurs
De leden van de SP-fractie hebben vaker hun zorgen geuit als het gaat om de werk-
en leefomstandigheden van Oost-Europese werknemers die in Nederland werken. Dat geldt
voor arbeidsmigranten in de voedingsindustrie, maar zeker ook voor vrachtwagenchauffeurs.
Deze leden krijgen berichten over onmenselijke situaties waarin deze chauffeurs moeten
leven, omdat zij vaak lang weg zijn van huis en er geen acceptabele omstandigheden
worden gecreëerd waarin zij kunnen rusten. In tijden van corona is dit extra risicovol,
aangezien de hygiënemaatregelen vaak niet opgevolgd kunnen worden door het ontbreken
van basisvoorzieningen als schoon water, een douche en ontsmettingsmiddelen. Zijn
deze signalen bekend bij de Minister en wat doet zij eraan om de arbeidsomstandigheden
van vrachtwagenchauffeurs te verbeteren en het besmettings- en verspreidingsrisico
van het coronavirus te minimaliseren?
Alliantie Samen Sterk
De leden van de SP-fractie juichen het toe dat de rijschoolbranche de handen ineen
heeft geslagen en onder de naam «Alliantie Samen Sterk» bezig is om concrete voorstellen
te formuleren om de rijschoolbranche naar een hoger niveau te tillen. Deze leden hebben
hier de afgelopen jaren zelf ook verschillende voorstellen voor gedaan. Kan de Minister
de Kamer informeren, wanneer zij de voorstellen heeft ontvangen en zo snel mogelijk
daarna ook verduidelijken welke voorstellen zij zal overnemen en hoe zij denkt deze
uit te gaan voeren?
ChristenUnie-fractie
Bijzondere bromfietsen
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van het afschrift
van het antwoord op een burgerbrief met betrekking tot de machinerichtlijn en bijzondere
bromfietsen. Zij constateren dat vragen over het feit dat de toetsing van de Stint
beter en strenger had moeten zijn, aanwezig blijven bij mensen. Dat de situatie complex
is, blijkt ook uit het feit dat de brievenschrijver zelf ook achteraf pas tot de conclusie
is gekomen dat de Machinerichtlijn van toepassing had moeten zijn, maar die conclusie
in zijn eerder geschreven artikel juist niet onderschreef. De Kamer heeft uitgebreid
met de Minister gesproken over de toetsingsprocedure in het laatste plenaire debat
over het ongeval met de Stint, en toen heeft de Minister aangegeven dat er fouten
zijn gemaakt. Het is nu zaak om te leren van die fouten, en verkeersveiligheid altijd
voorop te zetten bij het toestaan van nieuwe typen voertuigen op de openbare weg.
Hoe staat het met het definitief herzien toetsingskader voor bijzondere bromfietsen?
Wanneer verwacht de Minister deze naar de Kamer te sturen?
Navigatie-apps scholen
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen zich af hoe het staat met de uitvoering
van de Motie Van der Graaf/De Pater-Postma over routeplanners wegen rond scholen te
laten mijden (Kamerstuk 35 300 A, nr. 50). Deze motie verzocht de regering om de Kamer in het voorjaar 2020 te informeren
over de uitvoering ervan. Hoe verlopen de gesprekken met Veilig Verkeer Nederland
en de aanbieders van routeplanners en navigatiesystemen? Is de Minister al tot afspraken
kunnen komen dat zij bij het adviseren van de route de wegen rond scholen mijden en
kiezen voor een veiligere weg? Zo nee, waarom niet?
Corona-crisis
De coronacrisis heeft enkele steden in Europa geïnspireerd om om te vormen tot «fietssteden».
Dit komt ten goede aan de gezondheid, verkeersveiligheid en het milieu. Welke kansen
ziet de Minister hiervoor? Zijn er ook in Nederland mogelijkheden om binnensteden
zo veel mogelijk autovrij en fietsvriendelijk te maken?
Het openen van scholen met een anderhalvemeter-protocol is een enorme logistieke uitdaging
voor veel scholen. Er worden bij veel scholen alternatieve verkeerssituaties gecreëerd
om het afzetten van kinderen met zo veel mogelijk afstand van elkaar te doen. Heeft
de Minister inzicht in de gevolgen voor de verkeersveiligheid van deze aanpak? Staan
scholen en gemeenten hier voldoende bij stil? Veilig Verkeer Nederland heeft richtlijnen
opgesteld om scholen te helpen om de RIVM-richtlijnen zo veilig mogelijk vorm te geven.
Is de Minister bereid in gesprek te gaan met scholen en gemeenten om deze richtlijnen
leidend te laten zijn in het uitvoeren van de coronamaatregelen?
Kan de Minister in haar versnellingsaanpak van het wegennet tijdens deze coronacrisis
extra aandacht besteden aan de knelpunten voor verkeersveiligheid en wellicht meer
geïdentificeerde knelpunten aanpakken dan voorheen gepland? Is de Minister bereid
om budget hiervoor naar voren te halen om optimaal gebruikt te maken van de verminderde
drukte op de weg in deze periode?
Handhaving
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennisgenomen van de brief van
de Minister van Justitie en Veiligheid over handhaving in het verkeer. Zij lezen met
instemming dat de Minister de alcoholmeter gaan invoeren op basis van de positieve
ervaringen uit de pilots en de te verwachten positieve effecten van deze maatregel
bij het terugdringen van alcoholmisbruik in het verkeer. Hoe kan deze aanpak bijdragen
aan het aanpakken van terugkerend drankmisbruik in het verkeer? Wordt er aansluiting
gezocht met de cursus Educatieve Maatregel Alcohol in het Verkeer? Wordt er op een
andere wijze verslavingshulp aangeboden?
Tot slot vragen de leden zich af hoe de ervaringen zijn met handhaving van het verbod
op appen op de fiets?
SGP-fractie
Verzamelbrief handhaving
De leden van de SGP-fractie horen graag of het mogelijk is om ook in andere gemeenten
een pilot uit te voeren met betrekking tot de inzet van boa’s voor verkeershandhaving.
Deze leden zijn van mening dat pilots in kleine en middelgrote gemeenten, naast die
in de grote gemeente Utrecht, een representatiever beeld geven van de kansen en knelpunten.
Zij horen graag hoe de Minister hiertegen aankijkt.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de Minister geen inhoudelijke reactie
geeft op de vraag vanuit de Kamer om de Duitse ervaringen met het verbod op flitspaalsignalering
te verkennen. Deze leden vragen de Minister dit alsnog in beeld te brengen.
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de pilot met de alcoholmeter. Deze
leden constateren dat in het evaluatierapport weinig aandacht is besteed aan de kansen
en beperkingen met betrekking tot het aanpakken van rijden onder invloed. Zij hebben
in dit verband enkele vragen. Wat zijn de kosten voor een alcoholenkelband (per persoon)?
Hoe vaak is in de afgelopen jaren een alcoholverbod opgelegd, en voor welke duur?
Hoe groot schat de Minister de kans dat een alcoholverbod in combinatie met een alcoholenkelband
opgelegd wordt aan automobilisten die te vaak met drank op achter het stuur kruipen,
maar bij wie geen sprake is van andere delicten of problematisch drankgebruik? Hoe
verhoudt de alcoholenkelband zich tot bestaande maatregelen als de Educatieve Maatregel
Alcohol in het verkeer?
De leden van de SGP-fractie horen graag of de Minister zijn alternatieve voorstel(len)
voor het progressief verkeersboetestelsel vóór het algemeen overleg Verkeersveiligheid
van december a.s. naar de Kamer kan sturen.
Overig
De leden van de SGP-fractie vragen aandacht voor het toenemende gebruik van lachgas
en de gevolgen voor de verkeersveiligheid. Er komt volgens het rapport over de Stand
van zaken Landelijke Aanpak Verkeersveiligheid 2019–2021 een voorlichtingscampagne.
Overweegt de Minister ook andere maatregelen, zoals de mogelijkheid om lachgas onder
de Opiumwet te scharen?
De leden van de SGP-fractie constateren dat de regering eind 2019 heeft toegezegd
om te kijken of budget naar voren gehaald kan worden voor de aanpak van verkeersveiligheidsknelpunten
bij rijkswegen. Een groot deel van de eerder als onveilig geïdentificeerde locaties
is nog niet aangepakt. Deze leden hebben verder gelezen dat de regering samen met
de bouwsector kijkt naar het versnellen van infraprojecten in verband met de coronacrisis.
Is de Minister bereid de aanpak van verkeersveiligheidsknelpunten in deze versnellingsplannen
mee te nemen?
De leden van de SGP-fractie hebben begrepen dat tijdens de coronacrisis, ondanks de
sterk afgenomen verkeersdrukte, het aantal verkeersdoden niet is afgenomen, terwijl
je dat wel zou verwachten. Als de Minister een nadere duiding heeft, ontvangen deze
leden die graag. Levert dit nog nieuwe inzichten voor de verkeersveiligheidsaanpak?
50PLUS-fractie
De leden van de 50PLUS-fractie willen allereerst het recente bericht noemen waaruit
gebleken is, dat het aantal verkeersslachtoffers in de lockdownperiode op hetzelfde
niveau is gebleven, terwijl er significant minder verkeer op de wegen was. Het totaal
aantal ongelukken is kleiner, maar de ongelukken die wel plaatsvonden zijn ernstiger.
Met name kinderen en ouderen bleken vaak het slachtoffer. Deze leden vragen een reflectie
van de Minister op deze zorgwekkende berichtgeving.1 Welke lessen trekt de Minister hieruit? En hoe gaan we verder?
De leden van de 50PLUS-fractie zijn zeer verheugd te lezen dat er een apart plan komt
om de veilige mobiliteit van ouderen te bevorderen, zeker omdat deze leden daar in
debatten meermaals voor hebben gepleit. Het plan moet in het najaar gereed zijn, maar
kan de Minister vast wat contouren geven? Wat zijn bijvoorbeeld de doelen? Deze leden
zijn hoe dan ook positief gestemd over de initiatieven die op dit punt in gang worden
gezet. Deze leden vinden het goed dat de Minister de urgentie inziet, de cijfers liegen
er immers niet om. In 2019 was bijna de helft (49%) van alle 661 verkeersdoden in
het Nederlandse wegverkeer zestig jaar of ouder. Ook in de regionale risicoanalyses
blijken kwetsbare verkeersdeelnemers, en dan met name oudere fietsers, in de top drie
van de grootste risico’s te staan. Goed dat het actieprogramma dit najaar al gereed
is, en dat in feite de ontraden motie van deze leden over dit onderwerp toch wordt
uitgevoerd.
De leden van de 50PLUS-fractie zijn tevreden te horen dat de regering in gesprek is
gegaan met de RAI over een keurmerk voor fietsverlichting. Deze leden zijn blij met
de aandacht en kijken uit naar de vervolgstappen. Een goede fietsverlichting is immers
letterlijk van levensbelang. In die zin is het hoopgevend dat het percentage fietsers
dat verlichting heeft, stijgt. Het is van belang dat dit nog verder stijgt. Welke
aandacht gaat de regering hieraan besteden? Een doorlopende campagne bijvoorbeeld?
De leden van de 50PLUS-fractie vragen welke invloed de huidige coronacrisis heeft
op het SPV en het Landelijk actieplan. Mensen werden immers gestimuleerd om eerder
de fiets te nemen dan het ov, tot een bepaalde afstand. Het is belangrijk het ijzer
te smeden als het heet is, ofwel deze nieuwe gewoonte van mensen te stimuleren. Wellicht
kunnen goede fietspaden en -verbindingen, zowel in grote steden als meer regionaal,
versneld worden aangelegd.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen tevens wat de voortgang is van het onderzoek
naar scootmobielen. En hoe staat het met de gesprekken met fabrikanten omtrent de
veiligheid van scootmobielen? De Minister zou immers op verzoek van deze leden bij
hen nagaan welke quick wins er nog te behalen zijn, naast de langer lopende onderzoeken.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen in de voortgangsbrief dat er ook in Europees
verband op dit moment wordt gekeken hoe de definitie van het begrip gehandicaptenvoertuig
beter kan aansluiten bij de EU-verordening. Dit wordt duidelijk in het najaar van
dit jaar. Is er in die tussentijd nog wel andere actie mogelijk? Het bevorderen van
de veiligheid van scootmobielen is namelijk erg belangrijk, aangezien deze groep gebruikers
vaak geen alternatief heeft als vervoermiddel. Deze leden blijven ook hameren op een
goede instructie voor wat betreft het gebruik van een scootmobiel. Deze leden vragen
of de Minister daar nog eens op kan reflecteren.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen de Minister verder graag naar de nadere voorwaarden
van cofinanciering door het Rijk, ofwel de Rijksverdubbelaar. De Minister zou hier
in het tweede kwartaal mee komen.
De leden van de 50PLUS-fractie danken de Minister van Justitie en VeiligheidV voor
zijn reflectie op een inkomensafhankelijke beboeting. Deze leden stellen zich op het
standpunt, dat handhaving van belang is om verkeersovertredingen te bestrijden. Uit
wetenschappelijk onderzoek blijkt dat een goede combinatie van geautomatiseerde boetes
(bijvoorbeeld bij trajectcontrole), en persoonlijke beboeting door een agent het beste
werkt. Deze leden kunnen zich voorstellen dat de fysieke handhavingscapaciteit op
dit moment wat in de knel komt, maar toch willen zij graag een reflectie op deze gedachtegang.
Is dat ook het uitgangspunt van de regering, vragen zij?
De leden van de 50PLUS-fractie wijzen op het Kennisnetwerk SPV met gemeenten en provincies
over de invulling van de Safety Performance Indicators «Veilige wegen» en «Veilige
fietsinfrastructuur». Met deze indicatoren kunnen wegbeheerders meten hoe veilig hun
wegen en fietspaden zijn. Deze leden vragen of en wanneer zij een landelijke database
kunnen verwachten, met inzicht in alle gemeenten.
De leden van de 50PLUS-fractie stellen dat zij al eerder aandacht vroegen voor verkeerslichten
uitgerust met «terugtelklokken». Met name voetgangers en fietsers krijgen hiermee
een indicatie van de wachttijd tot groen licht. Daarnaast kan invulling worden gegeven
aan een «afteller» via de intelligente verkeersregelinstallatie (iVRI). Hierbij krijgen
weggebruikers die een verkeerslicht naderen of hier stilstaan, actuele informatie
over de tijd tot het groen is, de tijd tot het rood is en de resterende wachttijd.
Deze informatie ontvangen de weggebruikers in hun voertuig of via een app. De techniek
en afsprakensets zijn hiertoe landelijk gestandaardiseerd. Wanneer zal dit overal
in Nederland ingevoerd zijn?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
B. Schuurkamp, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.