Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele videoconferentie Raad voor Concurrentievermogen op 29 mei 2020 (Kamerstuk 21501-30-487)
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 488
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 3 juni 2020
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de brief
van 20 mei 2020 inzake de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie Raad
voor Concurrentievermogen op 29 mei 2020 (Kamerstuk 21 501–30, nr. 487).
De vragen en opmerkingen zijn op 25 mei 2020 aan de Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 28 mei 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Renkema
De griffier van de commissie, Nava
Vragen en antwoorden
Vragen van de leden van de VVD-fractie
Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het kabinet invulling geeft aan de uitwerking
van ERAvsCorona Actieplan. Kan de Staatssecretaris verder toelichten welke nationale
activiteiten Onderzoek en Innovatie (O&I) er momenteel plaatsvinden op het gebied
van COVID-19? Heeft de Staatssecretaris concrete veelbelovende voorbeelden? Wat gebeurt
er om deze voorbeelden te ondersteunen?
Antwoord
Het ERAvsCorona Actieplan betreft een gezamenlijk actieplan van de EU en lidstaten.
De tien acties in het plan richten zich onder andere op het opzetten van een nieuwe
calls uit Horizon 2020 (actie 3), ondersteuning van het mkb/startups (actie 4), coördinatie
van financiering en van klinisch onderzoek (actie 6), toegang tot onderzoekinfrastructuren
(actie 8), het delen van data (actie 9) en het organiseren van een Hackathon (actie
10). De vorm en mate van directe betrokkenheid van lidstaten bij de tien acties, die
door de Europese Commissie zijn geïnitieerd, is sterk afhankelijk van het type actie.
De actuele stand van zaken voor de belangrijkste initiatieven is als volgt:
– Nederland heeft in het kader van actie 6 informatie gedeeld over de nationale O&I-initiatieven
gericht op COVID-19.
– Bij de hackathon (actie 10) ging het om een Pan-Europees initiatief met 20.000 deelnemers
verdeeld over 114 nationaliteiten. Eén van de grootse hackathons ooit georganiseerd.
Er waren zeven Nederlandse winnaars. De follow-up bestaat uit diverse onderdelen,
waaronder een «Matchathon evenement» om de financieringsbehoefte van winnende projecten
te koppelen aan beschikbare bronnen. Daarbij wordt er ook in Nederland gekeken naar
mogelijkheden binnen het nationale financieringsinstrumentarium. Daarnaast betreft
één van de andere acties uit het ERAvsCorona Actieplan dat de winnende projecten worden
uitgenodigd voor het EIC-COVID-Platform, dat eind mei 2020 van start gaat.
– Actie 3 betreft het opzetten van verschillende calls vanuit Horizon 2020, onder andere
voor projecten gericht op vaccinontwikkeling, nieuwe behandelmethoden en diagnostische
testen. Recent werd een call gepubliceerd met een omvang van 122 miljoen euro voor
onderzoek naar onder andere medische technologieën en de sociaaleconomische impact
van maatregelen tegen de epidemie uitbraak. Nederlandse partijen kunnen hier ook een
aanvraag voor indienen.
Daarnaast hebben vrijwel alle lidstaten, ook Nederland, op nationaal niveau calls
opgezet voor O&I gericht op COVID-19. Over de Nederlandse O&I-activiteiten voor COVID-19,
die niet direct in het kader van het ERAvsCorona Actieplan zijn uitgevoerd, wordt
uw Kamer geïnformeerd in het kader van de periodieke rapportages van de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), mede namens andere betrokken bewindspersonen.
Deze rapportages bevatten ook voorbeelden van nationale inspanningen voor O&I naar
het coronavirus.1
De leden van de VVD-fractie lezen dat er ook in den brede zal worden gesproken over
de rol van O&I bij de wijze waarop Europa uit de crisis kan herstellen. Hoe zal deze
rol invulling krijgen wat betreft de Staatssecretaris?
Antwoord
De ministers zullen informeel van gedachten wisselen over onder andere het economisch
herstel van de EU en de rol van O&I daarbij. Dit mede met het oog op het op 27 mei
aangepaste voorstel van de Europese Commissie voor het aankomende Meerjarig Financieel
Kader (MFK) en het daaraan gerelateerde voorstel voor een herstelfonds. Uw Kamer wordt
hier apart over geïnformeerd. Het kabinet vindt dat de inzet van herstelmiddelen ertoe
moet leiden dat het concurrentievermogen van alle lidstaten convergeert naar een hoger
niveau en dat de inzet bijdraagt aan de groene en digitale transities. Onderzoek en
innovatie spelen hierbij een sleutelrol. Een voorbeeld hiervan zijn investeringen
in onderzoek en innovatie ter bevordering van de ontwikkeling van sleuteltechnologieën
die van belang zijn voor de digitale- en klimaattransitie. Het kabinet is van mening
dat excellentie en impact de leidende selectiecriteria moeten blijven voor Horizon
Europe, het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie voor de periode 2021–2027.
Zo worden alleen de beste voorstellen op basis van onderlinge competitie gehonoreerd.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de pan-Europese hackaton een succes was. Zitten
er nog meer van dit soort initiatieven in de pijplijn?
Antwoord
Een hackathon is in diverse lidstaten inmiddels een gangbaar instrument om gezamenlijk
en multidisciplinair tot oplossingen voor een concreet probleem te komen en waar onderzoek,
innovatie en ondernemerschap samenkomen. Iedereen kan meedenken en meedoen, ook nieuwe
partijen en spelers. Uniek aan de hackathon in het kader van het ERAvsCorona Actieplan
was het pan-Europese karakter, de omvang (20.000 deelnemers) en de breedte met zes
gebieden (domeinen) waar oplossingen voor aangedragen konden worden. Voor de follow-up
van deze hackathon verwijs ik naar het antwoord op de vraag van uw fractie over de
uitwerking van het ERAvsCorona Actieplan. Op dit moment is niet bekend of er opnieuw
een Europese hackathon, of een vergelijkbaar initiatief, georganiseerd zal worden.
Toerisme
De leden van de VVD-fractie maken van de gelegenheid gebruik om een aantal vragen
te stellen over de reisbranche naar aanleiding van de extra ingelaste informele Raad
over toerisme. Deze leden vragen welke compensatieregeling specifiek is voor de reissector
gerealiseerd. Weet het kabinet inmiddels om hoeveel annuleringen het gaat en welke
schade hierbij specifiek door de sector is geleden? Welke mogelijkheden ziet het kabinet
om deze sector (eventueel) te helpen?
Antwoord
De annuleringsschade is niet exact bekend. Deze wordt door de sector op enkele honderden
miljoenen euro’s geschat. De reissector kan gebruik maken van de maatregelen in noodpakket
1.0 en 2.0. Met name de NOW2, TOGS3, financieringsinstrumenten (BMKB-C4 en GO-C) en uitstel van betaling van belastingschulden zijn relevant voor de reissector.
De reissector valt ook binnen de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB die is aangekondigd
in het kader van noodpakket 2.0.
De leden van de VVD-fractie weten dat er door de sector gegarandeerde coronavouchers
zijn uitgegeven. De EU adviseert lidstaten om actief te overwegen garantieregelingen
voor vouchers op te zetten teneinde ervoor te zorgen passagiers of reizigers worden
terugbetaald in het geval van insolventie van de uitgever van de voucher. Is bekend
voor welk bedrag er corona-vouchers zijn uitgegeven door de reisbranche en is het
kabinet van plan de reissector hier bij te helpen, bijvoorbeeld door het afgeven van
garanties? Zo ja, hoe?
Antwoord
Het precieze bedrag dat op dit moment aan coronavouchers uitstaat is niet bekend,
maar het gaat om enkele honderden miljoenen euro’s. Op dit moment heeft de Stichting
Garantiefonds Reisgelden (SGR), die de coronavouchers van een groot deel van de reisbranche
dekt, een steunverzoek bij de overheid uitstaan. Dit verzoek is in behandeling en
ik zal uw Kamer hierover op korte termijn informeren over de uitkomst.
Vragen van de leden van de CDA-fractie
Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie
De leden van de CDA-fractie lezen dat tijdens de videoconferentie behalve over de
voortgang van het ERAvsCorona Actieplan waarschijnlijk ook in den brede zal worden
gesproken over de rol van O&I bij de wijze waarop Europa kan herstellen uit de crisis.
Welke lijn of voorstellen zijn hier vanuit de Europese Commissie en/of lidstaten te
verwachten?
Antwoord
Op 27 mei is het aangepaste voorstel voor het aankomende MFK en het daaraan gerelateerde
voorstel voor een herstelfonds gepubliceerd. Uit deze voorstellen blijkt welke rol
is toebedeeld aan onderzoek en innovatie bij het herstel uit de crisis. De Kamer wordt
over dit pakket separaat geïnformeerd. De lijn van het kabinet is dat onderzoek en
innovatie bijdragen aan de grote maatschappelijke transities en versterking van het
concurrentievermogen van lidstaten.
Voorts lezen deze leden dat Nederland onder andere zal uitdragen dat de coördinatie
van de inspanningen gericht op COVID-19 van onderzoekers en innovatieve bedrijven
moet worden verbeterd. Wat zou specifiek moeten worden verbeterd, wat het kabinet
betreft?
Antwoord
Nederland doelt hiermee op het belang van coördinatie en samenwerking bij onderzoekers
en bedrijven tijdens een dergelijke crisis, zowel binnen de EU als internationaal.
Deze inspanningen worden op dit moment al grotendeels gecoördineerd vanuit het ERAvsCorona
Actieplan. Dat verloopt goed. Er vinden op dit moment in verschillende lidstaten veel
initiatieven plaats. Het is van belang dat hier nog meer impact op gegeneerd kan worden
door krachten te bundelen en kennis te delen over lopende onderzoeken en innovatie
trajecten. Nederland zal daarom ook het belang van open access en open science benadrukken.
De leden van de CDA-fractie lezen over het belang van aandacht voor de consequenties
van de coronacrisis voor lopende Horizon 2020-projecten. Zijn er momenteel Nederlandse
Horizon 2020-projecten waarvoor de coronacrisis gevolgen heeft? Zo ja, welke?
Antwoord
De coronacrisis heeft ook voor veel Nederlandse Horizon 2020-projecten gevolgen. Verschillende
onderzoeksinstellingen hebben hun zorgen hierover geuit. Er is op dit moment geen
overzicht voorhanden over welke specifieke projecten dit gaat. Voor een deel van deze
projecten zullen de genomen maatregelen van de Commissie voldoende zijn. Het gaat
daarbij om de mogelijkheid tot verlenging, het aanpassen van tussentijdse projectresultaten
(«deliverables») en andere administratieve maatregelen. Nederland zet zich ervoor
in dat ook de continuïteit geborgd wordt van projecten die, ondanks de genomen maatregelen,
tussen wal en schip raken als gevolg van opgelopen vertragingen. Het gaat hierbij
om maatwerk.
Nederland vindt dat er lessen getrokken dienen te worden uit de crisis. Deze leden
kunnen zich daar zich iets bij voorstellen. Kan het kabinet al «lessen» aanreiken
die het heeft geleerd?
Antwoord
Voor Europees onderzoeks- en innovatiebeleid zijn een aantal lessen te trekken. Zo
is het belang gebleken van het ondersteunen van de brede wetenschap en innovatie om
in de toekomst wendbaar te zijn en kennis paraat te hebben. Verder geldt dat Horizon
2020 voldoende flexibel is gebleken om op een snelle manier met instrumenten, waaronder
calls gericht op vaccinontwikkeling, nieuwe behandelmethoden en diagnostische testen,
in te spelen op COVID-19. Daarnaast laat het ERAvsCorona Actieplan zien dat gezamenlijke
acties van Commissie en lidstaten op korte termijn van grond konden worden getrokken.
Het belang van open science en open access heeft zich meer dan ooit bewezen getuige
ook de oprichting van het European COVID-19 Research Data Platform op 20 april jl.
als onderdeel van het ERAvsCorona Actieplan. Voor de toekomst geldt dat we sterker
moeten markeren op welke wijze onderzoek en innovatie kan helpen ons voor te bereiden
op een toekomstige pandemie en kan bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen en transities.
Ook is duidelijk geworden dat veel digitale en technologische oplossingen van het
innovatieve mkb, startups en scale-ups komen. Publiek-private samenwerking en samenwerking
met de industrie is cruciaal om onderzoek, door de keten heen, te laten leiden tot
concrete diensten en producten met impact.
In het verslag van de ministeriële videoconferentie over onderzoek en innovatie en
het coronavirus d.d. 7 april 2020 lezen de leden van de CDA-fractie dat Nederland
op de korte termijn voorstander is van het flexibeler inzetten van structuurfondsen
voor acties gerelateerd aan COVID-19 (Kamerstuk 22 112, nr. 2866). In zijn brief d.d. 6 april 2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 2856) over nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de EU-lidstaten schrijft de
Minister van Buitenlandse Zaken bij het eerste voorstel CRII+ het volgende: « De gevolgen
voor de Nederlandse situatie zijn nog niet duidelijk. Nederland kan, zoals eerder
aan uw Kamer gemeld, waarschijnlijk slechts een bedrag van omstreeks EUR 25 miljoen
inzetten onder het CRII. De verwachting is dat dit voorstel dit bedrag niet significant
zal verhogen. Het kabinet is in gesprek met de management autoriteiten, decentrale
overheden en de Europese Commissie om te bekijken of en hoe Nederland dit bedrag onder
het CRII zal benutten, aangezien de lopende programmering in dit laatste jaar al vastligt
en momenteel wordt uitgevoerd.» Wat is de uitkomst en/of stand van zaken van deze
gesprekken inzake de benutting van de resterende 25 miljoen euro?
Antwoord
Het kabinet is naar aanleiding van het Corona Response Investment Initiative (CRII)
en CRII+ met de Commissie en betrokken decentrale overheden en managementautoriteiten
van de relevante fondsen (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), Europees
Sociaal Fonds (ESF) en Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV)) in
gesprek gegaan over de mogelijkheden om het bedrag wat voor Nederland beschikbaar
was onder CRII en CRII+ (ongeveer 25 miljoen euro bestaande structuurfondsmiddelen)
in te zetten. Op basis van die verkenning moet geconcludeerd worden dat het niet in
de rede ligt om op deze manier met structuurfondsmiddelen in te spelen op de coronacrisis.
Reden hiervoor is dat deze middelen niet zonder problemen vrijgemaakt konden worden,
omdat ze al verplicht of toegezegd zijn aan projecten. Inzet van deze middelen onder
CRII(+) zou betekenen dat andere geplande investeringen geen doorgang zouden kunnen
vinden, wat voor problemen bij begunstigden zou zorgen. In het geval van ESF wordt
het daarnaast van belang geacht dat de ondersteuning aan de kwetsbare doelgroep, die
nu hard wordt geraakt door de crisis, kan worden voortgezet onder het huidige programma.
Ook zou de toegevoegde waarde van de inzet van CRII-middelen zeer beperkt zijn ten
opzichte van de noodmaatregelen die het kabinet op nationaal niveau al heeft genomen
ten aanzien van bijvoorbeeld het ondersteunen van het mkb of arbeidstijdverkortingsmaatregelen.
Wel is binnen een aantal programma’s binnen de reguliere financiële kaders ingespeeld
op de coronacrisis. In Noord-Nederland (EFRO) is een specifieke «corona-regeling»
opengesteld, ten gunste van bedrijven en kennisinstellingen en gericht op kennisontwikkeling
en innovatie op het gebied van de huidige gezondheidscrisis rond COVID-19. Daarvoor
is binnen het huidige operationele programma vanuit twee lopende calls 1 miljoen euro
vrijgemaakt. Binnen het programma van het EFMZV is op grond van de flexibiliseringsmaatregelen
van het CRII+ een stilligregeling voor visserijbedrijven opengesteld en worden de
mogelijkheden voor een compensatie voor aquacultuurbedrijven nog onderzocht.
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de coronacrisis het belang van bescherming
van onze vitale productieprocessen en infrastructuur in Nederland en/of met Europese
partnerlanden nog nadrukkelijker onderstreept. Hoe ziet de Staatssecretaris dat? Onderkennen
andere lidstaten dit belang ook?
Antwoord
De Commissie heeft lidstaten opgeroepen om extra waakzaam te zijn op ongewenste buitenlandse
investeringen tijdens de coronacrisis. Het kabinet erkent de noodzaak om in tijden
van crisis extra waakzaam te zijn op (vitale) bedrijven en processen die in de problemen
komen. Het kabinet houdt een vinger aan de pols bij relevante marktontwikkelingen
en zal bij mogelijke ongewenste overnames en investeringen gepast reageren wanneer
er risico's voor de Nederlandse nationale veiligheidsbelangen ontstaan. Tegelijkertijd
deelt het kabinet de visie van de Commissie dat directe buitenlandse investeringen
bijdragen aan werkgelegenheid, innovatievermogen, onze concurrentiekracht en in het
algemeen economische groei in Nederland en de EU. Ook andere lidstaten steunen de
oproep van de Commissie voor extra waakzaamheid.
In Nederland zijn momenteel de Uitvoeringswet FDI-screeningsverordening en het stel
van investeringstoetsing in voorbereiding. Wat is hiervan de status? Wanneer komt
bijvoorbeeld de Uitvoeringswet FDI-screeningsverordening, die op 11 oktober 2020 in
werking moet treden, naar de Kamer? Zijn of worden ook in Europees verband op korte
termijn (nood)maatregelen getroffen om bijvoorbeeld te voorkomen dat derde landen
als gevolg van de coronacrisis een groter aandeel in de Europese economie kunnen verwerven?
Antwoord
De uitvoeringswet voor de Europese FDI-screeningsverordening ligt op dit moment voor
bij de Raad van State voor een spoedadvies en zal daarna zo spoedig mogelijk aan uw
Kamer worden aangeboden. Voor de brede investeringstoets is het momenteel de inschatting
dat de wet eind 2020 aan uw Kamer wordt aangeboden. Deze inschatting is gebaseerd
op de gemiddelde doorlooptijden van een wetsvoorstel dat alle gebruikelijke uitvoerings-
en handhavingstoetsen, adviezen en een internetconsultatie doorloopt – met in laatste
instantie het advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State.
Informele videoconferentie ruimtevaart
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van Europese ruimtesystemen
voor niet alleen de economie, maar ook als voorwaarde voor autonoom vervoer, digitalisering
en een sterke Europese positie in de ruimtevaart, en vinden het goed dat Nederland
dit zal uitdragen. Zij vragen of de (context van de) motie van het lid Amhaouch c.s.
over scenario’s om de Nederlandse ruimtevaartambities beter vorm te geven (Kamerstuk
24 446, nr. 67) hierbij al kan worden betrokken, waarvan de uitwerking blijkens de brief van 11 maart
2020 (Kamerstuk 24 446, nr. 71) deze zomer wordt verwacht.
Antwoord
De motie van het lid Amhaouch c.s. onderstreept het brede belang van ruimtevaart van
zowel de ruimtevaartsector als gelieerde sectoren. Zoals aangegeven is Nederland voornemens
het brede belang van ruimtesystemen voor niet alleen de economie, maar ook voor aanpalende
terreinen als vervoer, digitalisering en een sterke Europese positie in de ruimtevaart
in de informele videoconferentie te benadrukken. De context van de motie van het lid
Amhaouch c.s. wordt zodoende betrokken bij de interventie.
Vragen van de leden van de D66-fractie
Ministeriële videoconferentie onderzoek en innovatie
De leden van de D66-fractie lezen dat tijdens de videoconferentie van gedachten gewisseld
wordt over de voortgang van het onderzoek en innovatie actieplan. Deze leden vragen
de Staatssecretaris toe te lichten wat de voortgang van Nederland is in de uitvoering
van de tien kortetermijnacties.
Antwoord
Het actieplan bestaat uit verschillende acties waarbij de vorm en betrokkenheid van
lidstaten en de Commissie verschilt. In Nederland zijn in het kader de coronacrisis
verschillende acties ondernomen die aansluiten op de acties uit het ERAvsCorona Actieplan.
Deze richten zich vooral op het beschikbaar maken van data volgens de FAIR5 principes en toegang bieden tot nationale infrastructuren voor onderzoekers. Nederlandse
partijen zoals NWO, ZonMW, Health-RI, GoFAIR en universiteiten hebben zich in verschillende
nationale en internationale initiatieven ingezet voor het beschikbaar maken van wetenschappelijke
data, onder andere via het European COVID-19 Data Platform. Verder neemt Nederland
deel aan vier expertgroepen die gericht zijn op het verzamelen van informatie op het
gebied van clinical trials, productie, testen, en financiering van vaccinaties (actie
1). Voor de overige Nederlandse acties verwijs ik u naar het antwoord op de vraag
van de VVD-fractie.
Tevens vragen deze leden of en hoe er aandacht is voor onderzoek en innovatie in mogelijke
Europese economische steunpakketten.
Antwoord
Ik verwijs u naar het antwoord op de vraag van de VVD-fractie.
Informele videoconferentie ruimtevaart
De leden van de D66-lezen dat Nederland zal uitdragen dat de waarde van ruimtesystemen
breed bezien moet worden. Deze leden vragen wat de Nederlandse visie op het belang
van ruimtesystemen voor defensie is en of de vertegenwoordiger deze visie ook zal
uitdragen.
Antwoord
Ruimtesystemen zijn volgens het kabinet breed van belang, ook voor defensie. Zoals
aangegeven is Nederland voornemens de brede relevantie uit te dragen tijdens de informele
videoconferentie. Nederland zal ook benoemen dat ruimtevaartsystemen van belang zijn
voor onze veiligheid.
De leden van de D66-fractie constateren dat ruimtesystemen een belangrijke rol spelen
bij het monitoren van de luchtkwaliteit. De luchtkwaliteit lijkt verband te houden
met het ziekteverloop van corona patiënten. Dus is het van belang dat dit soort zaken
kunnen meegenomen voor onderzoek en dat deze data open data blijft. Ziet de Staatssecretaris
het belang van open data voor onderzoek naar luchtkwaliteit? Wordt het belang van
open data van ruimtesystemen ook door andere lidstaten erkend?
Antwoord
Het kabinet ziet het belang van open data en onderstreep regelmatig dat het van belang
is dat het open data beleid binnen het aardobservatieprogramma Copernicus gehandhaafd
blijft. Het kabinet is zich ervan bewust dat dit van belang is voor alle partijen
die gebruik maken van de data, waaronder de onderzoekers naar luchtkwaliteit. Er is
brede steun voor en erkenning van de waarde van het open data beleid van Copernicus.
Hierbij wordt wel nagedacht of partijen binnen Europa niet relatief meer zouden moeten
profiteren dan partijen buiten Europa.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat