Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Fysiotherapeuten maken zich druk over tekortschietende corona-compensatie: “Dit is een vitaal beroep”’
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Fysiotherapeuten maken zich druk over tekortschietende corona-compensatie: «Dit is een vitaal beroep»» (ingezonden 27 mei 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Fysiotherapeuten maken zich druk over tekortschietende
corona-compensatie: «Dit is een vitaal beroep»»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat er nog veel onduidelijkheden bestaan omtrent de
continuïteitsbijdrage?2
Vraag 3
Wat zijn de gevolgen voor zorgverleners die, bij het uitblijven van een compensatieregeling
vanuit de zorgverzekeraars, een beroep hebben gedaan op rijksregelingen, waarvan nu
blijkt dat deelname aan die regelingen hen uitsluit van aanspraak op de continuïteitsbijdrage?3
Vraag 4
Waarom moeten zorgaanbieders akkoord gaan met een lening met voorwaarden van zorgverzekeraars,
terwijl de rijksregelingen kunnen worden gekarakteriseerd als een gift met voorwaarden?
Vraag 5
Kan het zo zijn dat inhaalzorg niet vergoed wordt en negatief uitpakt voor fysiotherapeuten?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Kunt u reageren op de uitspraak van voorzitter Guido van Woerkom van het Koninklijk
Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) dat het afromen van de tegemoetkoming
zodra de zorg weer op gang komt, hetzelfde is als vragen aan een cafébaas die nu overheidssteun
krijgt, om een gedeelte van het bedrag af te staan aan de Minister van Sociale Zaken
zodra de kroegen weer opengaan? Deelt u de mening dat er geen sprake mag zijn van
een lagere prijs voor inhaalzorg?
Vraag 7
Hoe rijmt u de nog steeds geldende omzetplafonds en de verplichting tot leveren van
inhaalzorg met elkaar? Deelt u de mening dat omzetplafonds zouden moeten worden losgelaten?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat verzekeraars al hebben aangekondigd dat zij net als ieder jaar
zwaardere eisen gaan stellen bij het afsluiten van contracten voor volgend jaar?
Vraag 9
Deelt u de mening dat als een zorgaanbieder tegen een lagere vergoeding zorg moet
gaan verlenen, zorgverzekeraars ook de continuïteit van de zorgaanbieder moeten garanderen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat er zo veel mogelijkheden zijn voor zorgverzekeraars
om de continuïteitsbijdrage te weigeren of de overeenkomst te ontbinden, vanwege de
grote negatieve gevolgen voor zorgaanbieders? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Wat zijn de gevolgen van het feit dat niet alle zorgverzekeraars meedoen met de regeling
voor de continuïteitsbijdrage? Wat vindt u hiervan?
Vraag 12
Hoe rijmt u de eisen die in de regeling worden gesteld aan zorgverleners, met uw toewijding
om de zorg te ontregelen en de administratieve belasting terug te dringen? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Vraag 13
Waarom wordt er zo verschillend omgegaan met gecontracteerde en ongecontracteerde
zorgverleners en deelt u de mening dat het ongewenst is dat de regeling het potentieel
herbergt om definitief af te kunnen rekenen met deze laatste groep? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Vraag 14
Deelt u de mening dat het scheef is om de continuïteitsbijdrage te baseren op de omzet
van een praktijk over 2019, aangezien die voor sommige praktijken helemaal geen recht
doet aan de huidige situatie? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 15
Klopt het dat de inzage die zorgverleners moeten verlenen aan de zorgverzekeraar in
persoonlijke, financiële en praktijkinhoudelijke informatie, normaal gesproken niet
geëist kan worden? Wat vindt u hiervan?
Vraag 16
Welke impact kan het verschaffen van inzage in deze financiële informatie hebben op
eventueel toekomstige contracten tussen de zorgverzekeraar en zorgverlener? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Vraag 17
Deelt u de mening dat het onwenselijk is als door het verschaffen van inzage in deze
financiële informatie de relatie tussen zorgverlener en zorgverzekeraar nog onevenwichtiger
wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 18
Wat gaat u doen als blijkt dat de uitvoering van de continuïteitsbijdrage in de praktijk
betekent dat eerstelijns zorgverleners in financiële problemen komen en de regeling
dus haar doel dan voorbijschiet, omdat zorgverzekeraars niet in staat blijken de continuïteit
van zorg te waarborgen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Indieners
-
Gericht aan
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg -
Indiener
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.