Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Graaf, Kuik en Kuiken over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie
Vragen van de leden Van der Graaf (ChristenUnie), Kuik (CDA), Kuiken (PvdA) aan de Minister en Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de gevolgen van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie (ingezonden 28 april 2020).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid
en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 27 mei 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op de verschillende series Kamervragen over de gevolgen
van de coronacrisis voor mensen in de prostitutie?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat er op dit moment nog steeds een groep mensen is die in de
prostitutie werkt(e) die niet staat geregistreerd in de Basisregistratie Personen
(BRP) en/of bij de Kamer van Koophandel (KvK) en in broodnood zit wanneer zij niet
door kan werken en daarom, met alle risico’s van dien, alsnog doorwerken?2
Antwoord 2
In Nederland rechtmatig verblijvende personen kunnen als zij aan de criteria van de
regeling voldoen, aanspraak maken op de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig
ondernemers (Tozo), WW of algemene bijstand. Ik ben mij ervan bewust dat er sekswerkers
zijn die niet aan de voorwaarden van de regelingen voldoen. Elke gemeente werkt momenteel
hard om ervoor te zorgen dat haar inwoners waaronder sekswerkers de benodigde ondersteuning
krijgen bij het opvangen van de gevolgen van de coronacrisis, waaronder een financieel
vangnet en noodopvang. Ik vind het zeer onwenselijk als sekswerkers toch doorwerken.
Op grond van de nu geldende noodverordening is het uitoefenen van alle vormen van
prostitutie en ander sekswerk, waarbij men geen anderhalve meter afstand kan houden,
in heel Nederland verboden zolang de noodverordening van kracht is.
Vraag 3
Deelt u de zorgen dat wanneer deze mensen toch aan het werk gaan, dit gevaar oplevert
voor hun gezondheid en de volksgezondheid en dat er sprake kan zijn van uitbuiting?
Antwoord 3
Ja, ik deel deze zorgen voor de gezondheid, de positie van sekswerkers en de volksgezondheid.
Vraag 4
Hoe wordt de toegezegde bed-bad-brood-regeling voor deze doelgroep precies vormgegeven?
Is deze al toegankelijk? Bent u zich ervan bewust dat deze bed-bad-brood-voorziening
weliswaar voor een deel van de sekswerkers een oplossing kan bieden, maar dat dit
ook voor velen geen duurzame uitkomst biedt?3
Antwoord 4
VWS heeft samen met het RIVM, Inspectie Gezondheidszorg Jeugd (IGJ), Valente, Vereniging
Nederlandse Gemeenten (VNG) en Como een richtlijn vastgesteld die beschrijft hoe de
opvang voor dak- en thuisloze mensen georganiseerd moet worden tijdens de coronacrisis.
De richtlijn is bedoeld voor gemeenten en opvangorganisaties en ziet toe op het zo
goed mogelijk helpen en ondersteunen van dak- en thuisloze mensen. Ook sekswerkers
die als gevolg van de coronacrisis dakloos zijn geworden vallen onder deze richtlijn
en kunnen dus aanspraak maken op de opvangvoorzieningen in gemeenten. Deze richtlijn
geldt zoals gezegd tijdens de coronacrisis. Zoals ik in eerdere beantwoording van
Kamervragen heb aangegeven kunnen sekswerkers die voldoen aan de voorwaarden aanspraak
maken op financiële regelingen vanwege de coronacrisis of algemene bijstand. Ik verwijs
u verder naar mijn antwoord op vraag 7 en 8.
Vraag 5
Klopt het dat eigenaren van seksinrichtingen een beroep kunnen doen op de tegemoetkoming
ondernemers getroffen sectoreren COVID-19 (TOGS), ook wanneer er niet als zzp’er geregistreerde
sekswerkers in hun onderneming werken of sekswerkers op basis van opting-in werken?
Zo ja, vindt u het rechtvaardig dat de exploitant wel, maar de niet als zzp'er geregistreerde
sekswerker niet in aanmerking komt voor financiële steunmaatregelen?
Antwoord 5
Het klopt dat eigenaren van seksinrichtingen indien aan de voorwaarden wordt voldaan
aanspraak kunnen maken op de Tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19
(TOGS). Gemeenten hebben ook voor sekswerkers een financieel vangnet en noodopvang
tijdens de coronacrisis. Knelpunten in de financiële regelingen tijdens de coronacrisis
worden regelmatig besproken met gemeenten, Divosa en VNG.
Vraag 6
Klopt het dat voor sekswerkers op Bonaire vanuit de Rijksdienst Caribisch Nederland-unit
Sociale Zaken en Werkgelegenheid een uitzondering op de Tijdelijke overbruggingsregeling
zelfstandig ondernemers (Tozo) is gemaakt, waardoor zij hier een beroep op kunnen
doen?4
Antwoord 6
Caribisch Nederland kent een eigenstandige regeling, dit is de Tijdelijke subsidieregeling
loonkosten en inkomensverlies Caribisch Nederland. De sekswerkers op Bonaire worden
aangemerkt als zelfstandig ondernemer; zij beschikken over een vestigingsvergunning
van het openbaar lichaam. Uitgaande van inschrijving bij de Kamer van Koophandel,
kan er op grond van artikel 7 van de tijdelijke subsidieregeling een beroep op de
subsidie worden gedaan. Voor zover dit niet het geval is, biedt de regeling ruimte
om uitzonderingen toe te staan.
Vraag 7, 8
Bent u bekend met de maatwerkondersteuning die de gemeente Groningen met hulporganisaties
heeft vormgegeven voor de sekswerkers?
Bent u, gezien het feit dat het hier een kwetsbare doelgroep betreft, in navolging
van bovenstaande regelingen, bereid met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG),
gemeenten en hulpverleningsorganisaties tot een vangnet te komen dat ondersteuning
ook mogelijk maakt voor niet bij de KvK geregistreerde sekswerkers, sekswerkers op
basis van opting-in, sekswerkers zonder BRP en andere niet-rechthebbenden in de rest
van Nederland?
Antwoord 7, 8
De ondersteuning die Groningen biedt is mij bekend. Elke gemeente werkt momenteel
hard om ervoor te zorgen dat haar inwoners de benodigde ondersteuning krijgen bij
het opvangen van de gevolgen van de coronacrisis. Gemeenten hebben een financieel
vangnet en noodopvang voor de doelgroepen die getroffen zijn door de coronacrisis.
Sekswerkers zijn daar één van. Het Ministerie van SZW is in contact met VNG, Divosa
en gemeenten (zo ook met de gemeenten Amsterdam en Groningen) over mogelijke knelpunten
in de uitvoering van de financiële regelingen in het kader van de coronacrisis en
het wegnemen daarvan. Zoals geantwoord bij vraag 4 kunnen ook sekswerkers die dak
-en thuisloos zijn opgevangen worden.
Vraag 9
Is het mogelijk een tussenbalans te geven van de inventarisatie naar de vraag naar
programma’s om uit de prostitutie stappen? Bent u bereid te verzekeren dat hulpverleningsorganisaties
genoeg capaciteit en middelen krijgen om in deze toenemende uitstapvraag te voorzien
en voldoende kwaliteit te waarborgen?
Antwoord 9
Uit de inventarisatie blijkt dat er een toename is van prostituees die in deze tijden
contact zoeken met organisaties die uitstapprogramma’s verzorgen. De meeste prostituees
hebben financiële vragen (aanvraag uitkering, vragen over de Tozo- maatregel) en vragen
over huisvesting. Slechts een klein deel wil hulp hebben bij uitstappen. Enkele organisaties
verwachten wel dat de contacten die nu ontstaan zijn, op termijn mogelijk wel zullen
leiden tot een uitstapbehoefte. De Staatsecretaris van Justitie en Veiligheid concludeert
dat er op dit moment op basis van de inventarisatie nog geen sprake lijkt te zijn
van een grote toename van het aantal uitstapaanvragen en dat organisaties vooralsnog
ruimte hebben om hulp te bieden. Als op termijn blijkt dat er sprake is van een hogere
toestroom van prostituees bij de uitstapprogramma’s en het nodig is om extra capaciteit
en middelen in te zetten om te kunnen voldoen aan de uitstapvraag, is zij bereid om
te bezien of meer middelen beschikbaar kunnen komen. In de tussentijd blijf zij uiteraard
in contact met de betrokken organisaties.
Vraag 10
Bent u bereid met brancheorganisaties in gesprek te gaan om te zoeken naar vervangend
werk wanneer mensen uit de prostitutie willen stappen?
Antwoord 10
Voor sekswerkers die uit de prostitutie willen zijn er de uitstapprogramma’s. Op dat
moment staat de overgang naar ander werk centraal waarbij de betrokken organisaties
hulp en begeleiding bieden. Op basis van de inventarisatie lijkt er vooralsnog dus
nog geen sprake te zijn van een grote toename.
Vraag 11
Is het mogelijk om bij invallen van de politie in illegale seksinrichtingen ook hulpverlening
mee te nemen dan wel aansluitend hulpverlening aan te bieden voor de mannen en vrouwen
die daar aan het werk zijn, en aan hen die potentieel slachtoffer zijn van uitbuiting,
in een positie van meervoudige afhankelijkheid verkeren en/of bijzonder kwetsbaar
zijn omdat zij in de categorie «niet-rechthebbenden» vallen, geen boetes op te leggen?5
Antwoord 11
Sinds 2020 is de gemeente verantwoordelijk voor de controles bij de seksinrichtingen,
in samenwerking met de politie. De politie neemt het initiatief als er signalen zijn
van mensenhandel. Indien er mogelijke slachtoffers van mensenhandel worden aangetroffen
wordt er actief hulp aangeboden of doorverwezen naar regionale zorghulpverlening.
In sommige regio’s gaat deze hulpverlening mee naar de controle. Het handelingskader
wordt gevolgd en men geeft veelal een waarschuwing af. Hierbij is altijd oog voor
slachtofferschap en is het non-punishment beginsel van toepassing. In dergelijke gevallen
zal er terstond contact moeten worden gezocht met het Openbaar Ministerie over de
verder te nemen stappen.
Vraag 12
Bent u bekend met het voornemen van de burgemeester van Amsterdam om te onderzoeken
of erotische sites kunnen worden geblokkeerd vanwege besmettingsgevaar van mensen
die aan het werk zijn?6
Antwoord 12
Ja. Naar aanleiding van een eerder signaal van burgemeester Aboutaleb van Rotterdam,
dat er nog veel geadverteerd wordt voor fysiek contact, heeft de Minister van Justitie
en Veiligheid met het Openbaar Ministerie en de gemeenten Rotterdam, Amsterdam, Den
Haag en Utrecht overleg gehad over stappen die in dit kader gezet kunnen worden. Naar
aanleiding daarvan zijn seksadvertentiesites verzocht verschillende maatregelen te
nemen. Op dit moment worden er controles uitgevoerd door gemeenten, in samenwerking
met de politie, om in kaart te brengen of de maatregelen zijn doorgevoerd en of deze
het gewenste effect hebben.
Vraag 13
Deelt u de constatering dat ondanks waarschuwingen en het wijzen op alternatieven,
op sekssites nog steeds wordt geadverteerd voor fysieke diensten en deze diensten
ook daadwerkelijk plaatsvinden?
Antwoord 13
Ja. Ik ben ermee bekend dat er nog steeds geadverteerd wordt voor fysieke diensten.
Of klanten hier ook op in gaan, weet ik uiteraard niet, maar de verwachting is dat
dit wel gebeurt. Zie verder het antwoord op de vorige vraag.
Vraag 14
Welke mogelijkheden ziet u om de noodverordening aan te passen zodat deze een basis
biedt om sekssites waar wordt geadverteerd voor fysieke diensten te kunnen blokkeren?
Antwoord 14
Op dit moment worden zulke mogelijkheden onderzocht. De noodverordening verbiedt de
uitoefening van het contactberoep prostitutie. Dat verbod biedt een handhavingsgrond.
De noodverordening bepaalt nu niets over het adverteren voor prostitutie. In het onderzoek
naar de mogelijkheden om de noodverordening op dit punt aan te passen, wordt gekeken
naar de proportionaliteit daarvan en vindt een juridische beoordeling plaats van de
impact van de verschillende mogelijkheden. In verband met de eventuele aanpassing
van de noodverordening komen ook juridische en technische vragen aan bod over de handhaving
op online advertenties.
Vraag 15
Kunt u deze vragen op korte termijn beantwoorden?
Antwoord 15
Een snellere beantwoording dan vandaag was niet mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.