Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de Verkenning doorstart van De Hoenderloo Groep
31 839 Jeugdzorg
Nr. 726
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 27 mei 2020
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
voorgelegd aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van
20 februari 2020 inzake de Verkenning doorstart van De Hoenderloo Groep (Kamerstuk
31 839, nr. 719).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 26 mei 2020. Vragen en antwoorden
zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Lodders
De griffier van de commissie, Post
1
Wat is de hoogte van de bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders van Pluryn
en de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 1:
Op dit moment heeft het CIBG (toezichthouder op de WNT in de zorg) een onderzoek lopen
naar de WNT-verantwoording over 2018 van Stichting Pluryn en Stichting de Hoenderloo
Groep.
Stichting Pluryn en Stichting de Hoenderloo Groep kennen één bestuur en één raad van
toezicht voor beide stichtingen. Het bestuur bestond in 2018 uit twee bestuursleden
en de raad van toezicht bestond uit 7 leden. Op basis van de WNT-verantwoording in
de jaarrekening 2018 maak ik op dat de bezoldiging van de leden van de raad van bestuur
en raad van toezicht als volgt was:
Voorzitter raad van bestuur € 244.874
Lid raad van bestuur € 190.000
Voorzitter raad van toezicht € 23.430
Lid raad van toezicht € 15.618
Lid raad van toezicht € 15.618
Lid raad van toezicht € 3.252
Lid raad van toezicht € 15.618
Lid raad van toezicht € 16.369
Lid raad van toezicht € 15.618
In de tweede helft van 2019 is een nieuwe Raad van Bestuur aangetreden. Pluryn heeft
mij laten weten dat, conform de WNT, de geldende bezoldigingsnorm van toepassing is
voor de huidige bestuurders en toezichthouders van Pluryn en De Hoenderloo Groep.
Dit zal onderdeel uitmaken van de jaarrekening 2019 van Pluryn.
2
Zijn er personen die meer verdienen dan het maximum in de Wet Normering Topinkomens?
Antwoord vraag 2:
De bezoldiging van de bestuurders was in 2018 hoger dan de geldende bezoldigingsnorm
voor deze stichting van € 189.000. In de jaarrekening wordt aangegeven dat er overgangsrecht
van toepassing is op de bestuurders, waardoor een hogere bezoldiging geoorloofd zou
zijn. Naar aanleiding van de eerdere WNT-verantwoording van Stichting Pluryn onderzoekt
het CIBG of dit juist is en of het overgangsrecht goed is toegepast. Mocht er sprake
zijn van overtreding van de WNT dan zal het CIBG handhavend optreden.
3
Kunt u garanderen dat er geen gedwongen ontslagen gaan vallen? Wat is de stand van
zaken met betrekking tot een sociaal plan?
Antwoord vraag 3:
Pluryn geeft aan dat er een actueel sociaal plan is voor de medewerkers van de Hoenderloo
Groep. Dat plan is in november 2019 door de vakbonden NU91, CNV zorg & Welzijn, FBZ
en FNV ondertekend. Voor het Hoenderloo College – een aparte onderwijsstichting –
wordt nog onderhandeld over een eigen sociaal plan. Pluryn kan geen garanties doen
maar geeft aan er alles aan te doen om medewerkers van werk naar werk te begeleiden,
zowel binnen als buiten Pluryn.
4
Heeft u inzage gehad in de twee meest recente taxaties van het vastgoed van de Hoenderloo
Groep? Is het waar dat op basis van die taxaties het vastgoed van de Hoenderloo Groep
niet meer waard is dan de € 15 miljoen waarde die Pluryn benoemt?
Antwoord vraag 4:
Ik heb geen inzage gehad in taxatierapporten die in opdracht van Pluryn zijn opgesteld.
In het beslisdocument ten behoeve van voorgenomen afbouw DHG locaties Hoenderloo en
Deelen geeft Pluryn aan dat zij uitgaan van een geschatte verkoopopbrengst van het
vastgoed van de Hoenderloo Groep van circa € 15 miljoen.
5
Waarom wordt Pluryn niet verplicht om de door haar geschatte opbrengst van € 26 miljoen
aan vrij besteedbare gelden uit vastgoed te gebruiken om de plaatsen van de Hoenderloo
Groep elders op te bouwen?
Antwoord vraag 5:
Jeugdzorgaanbieders zijn zelf verantwoordelijk voor hun bedrijfsvoering en de borging
van de kwaliteit van zorg. Ik heb niet de bevoegdheid om Pluryn te verplichten om
een opbrengst van verkoop van onroerende zaken aan te wenden voor de creatie van plaatsen
elders. Pluryn is een stichting. Dat betekent dat de opbrengst uit (bijvoorbeeld)
verkoop van vastgoed in beginsel zal worden aangewend voor activiteiten die bijdragen
aan de doelomschrijving van de stichting (dus voor zorgactiviteiten), en de organisatie
niet zomaar kan verlaten. Zo heeft Pluryn dat ook omschreven in haar meerjarenherstelplan.
6
Had u ten tijde van de onderhandelingen met Pluryn over de deels onrechtmatig gebruikte
subsidies van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ) kennis over het voornemen om de
Hoenderloo Groep te sluiten? Zo ja, waarom heeft u behoud van de Hoenderloo Groep
niet als voorwaarde gesteld voor het niet terugvorderen van deze TAJ-subsidies? Zo
nee, wanneer bent u precies op de hoogte gesteld van de sluiting van de Hoenderloo
Groep?
Antwoord vraag 6:
Nee. Op 7 november heb ik Pluryn geïnformeerd over mijn besluit om een deel van de
TAJ-subsidies die in 2015, 2016 en 2018 zijn verstrekt aan de stichting Intermetzo,
niet terug te vorderen. Hierbij is de voorwaarde gesteld dat Pluryn een strak (besluitvormings)proces
inricht met gemeenten en zorgkantoren om tot (financieel) herstel te komen en een
toekomstbestendige organisatie te worden. Pluryn heeft op 21 november met het Ministerie
van VWS gedeeld dat de sluiting van de zorglocaties Hoenderloo en Kop van Deelen werd
verkend. Pluryn heeft op 2 december 2019 aangekondigd dat Pluryn de Hoenderloo Groep
gaat sluiten.
Ten tijde van het besluit over de TAJ-subsidies was ik niet op de hoogte van het voornemen
om de Hoenderloo Groep te sluiten dus die voorwaarde kon niet worden gesteld. Dit
betekent niet dat, indien ik wel op de hoogte was geweest, ik zeker de voorwaarde
had gesteld om de Hoenderloo Groep open te houden. Zoals gemeld in mijn brieven van
17 december 2019 (2019D52313), 15 januari 2020 (Kamerstuk 31 839, nr. 703) en 20 februari 2020 is de reden voor sluiting drieledig (financieel, kwaliteit van
zorg en de wens om gespecialiseerde zorg meer in de regio en zo thuis mogelijk te
organiseren). Daarnaast zijn begin februari mogelijke opties voor een doorstart bekeken.
Een doorstart bleek alleen reëel op andere locaties van Pluryn.
7
Heeft u enige voorwaarde gesteld aan Pluryn voor het afzien van de invordering van
de € 20 miljoen niet verantwoordde/onrechtmatig verkregen TAJ-subsidies?
Antwoord vraag 7:
Begin november 2019 heb ik, naar aanleiding van het advies van de Jeugdautoriteit,
besloten om een deel van de verleende TAJ-subsidies niet terug te vorderen. Dit betekent
dat ik geen gebruik maak van mijn bevoegdheid om het bedrag van € 3,9 miljoen, dat
niet besteed is conform de subsidievoorwaarden, terug te vorderen. Ook maak ik geen
gebruik van mijn bevoegdheid een gedeelte van het bedrag van € 16,4 miljoen, waarover
de Jeugdautoriteit geen oordeel kon geven, terug te vorderen. Op basis van de beschikbare
informatie is het aannemelijk dat een groot deel van de opgevoerde gerealiseerde kosten
daadwerkelijk gerealiseerd is en daarom is 80% van het bedrag waarop een oordeelsonthouding
zat, alsnog als subsidiabel benoemd. Het bedrag dat niet wordt teruggevorderd bedraagt
derhalve geen € 20 miljoen, maar een deel daarvan. In totaal had VWS € 7,8 miljoen
kunnen terugvorderen.
Het Ministerie van VWS heeft aangegeven dat voorwaarde voor het besluit is dat Pluryn
een strak (besluitvormings)proces inricht met gemeenten en zorgkantoren om tot (financieel)
herstel te komen en een toekomstbestendige organisatie te worden. Dit om de continuïteit
van zorg te borgen voor de ruim 7.000 mensen in zorg bij Pluryn.
8
Waarom heeft u er niet voor gekozen om Pluryn onder curatele te stellen? Bent u bereid
Pluryn per omgaande alsnog onder curatele te stellen?
Antwoord vraag 8:
Ik kan de stichting Pluryn niet onder curatele stellen. Zorgaanbieders zijn private
ondernemingen (meestal stichtingen), die zelf verantwoordelijk zijn voor de borging
van kwaliteit van zorg, een goede bedrijfsvoering en governance. Een stichting kan
alleen onder curatele worden gesteld door een rechter als er sprake is van een faillissement.
9
Sinds wanneer is het Ministerie van VWS in gesprek met Pluryn over de financiële situatie?
Antwoord vraag 9:
Op 15 november 2019 heb ik uw Kamer bij de beantwoording van Kamervragen, geïnformeerd
over financiële ontwikkelingen bij zorginstelling Pluryn.1
Zoals aangegeven in de beantwoording heeft Pluryn in 2016 het noodlijdende Intermetzo
overgenomen om de continuïteit voor de kinderen in zorg te borgen. Daarmee werd Intermetzo
een aparte stichting binnen Pluryn. Op basis van de Beleidsregels en conform advies
van de Transitie Autoriteit Jeugd heeft het Ministerie van VWS in 2015, 2016 en 2018
subsidies voor frictiekosten en liquiditeitssteun beschikt aan Intermetzo.
In december 2018 heeft Intermetzo bij het Ministerie van VWS een aanvraag ingediend
voor een bedrag van € 17,8 miljoen tijdelijke liquiditeitssteun op grond van de beleidsregels
«Subsidieverstrekking Bijzondere Transitiekosten Jeugdwet» gegeven financiële ontwikkelingen
bij Pluryn. Mede naar aanleiding van dit verzoek heb ik de Jeugdautoriteit gevraagd
een bemiddelende rol te vervullen tussen gemeenten en Pluryn en mij te adviseren over
aanvullende subsidieaanvragen van Intermetzo en de vaststelling van de reeds verleende
subsidies aan Intermetzo.
In april 2019 heeft de Jeugdautoriteit het Ministerie van VWS geadviseerd over financiële
ontwikkelingen bij Pluryn. Naar aanleiding daarvan is het Ministerie van VWS in gesprek
gegaan met de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht van Pluryn. Besluitvorming over
terugvorderen van subsidies en het inrichten van proces met stakeholders om te komen
tot een toekomstbestendige organisatie zijn vervolgstappen geweest.
10
Kunt u aangeven wanneer en hoeveel subsidie het ministerie VWS heeft toegekend aan
Intermetzo voordat en nadat zij met Pluryn waren gefuseerd?
Antwoord vraag 10:
Per 1 september 2016 heeft een bestuurlijke fusie plaatsgevonden tussen Pluryn en
jeugdhulpaanbieder Intermetzo. Daarmee werd Intermetzo een aparte stichting binnen
Pluryn. Op basis van de beleidsregels «Bijzondere Transitiekosten Jeugdwet» heeft
het Ministerie van VWS voorafgaand aan de fusie in 2015 en 2016 in totaal € 29,0 miljoen
aan subsidies voor frictiekosten beschikt aan Intermetzo. Daarnaast heeft Intermetzo
begin 2016 een subsidie ontvangen van € 1,8 miljoen voor liquiditeitssteun. In 2018
– dus na de fusie met Pluryn – heeft het Ministerie van VWS aan Intermetzo op grond
van de beleidsregels een subsidie van € 1,4 miljoen verleend voor frictiekosten.
11
Kunt u aangeven waarom Pluryn € 20 miljoen aan toegekende subsidies mocht behouden,
ook al was een deel onrechtmatig besteed?
Antwoord vraag 11:
Zoals nader uiteengezet in mijn brief van 2 maart 2020 over de TAJ-subsidies aan Pluryn-Intermetzo
heb ik de Jeugdautoriteit gevraagd mij te adviseren over aanvullende subsidieverzoeken
(dd. december 2018) en mij te adviseren over de vaststelling van de in 2015, 2016
en 2018 verleende TAJ-subsidies aan Intermetzo. In totaal is € 32 miljoen subsidie
verleend.2
Begin november 2019 heb ik, naar aanleiding van het advies van de Jeugdautoriteit,
besloten om een deel van de verleende TAJ-subsidies niet terug te vorderen. Dit betekent
dat ik geen gebruik maak van mijn bevoegdheid om het bedrag van € 3,9 miljoen, dat
niet besteed is conform de subsidievoorwaarden, terug te vorderen. Ook maak ik geen
gebruik van mijn bevoegdheid een gedeelte van het bedrag van € 16,4 miljoen, waarover
de Jeugdautoriteit geen oordeel kon geven, terug te vorderen. Op basis van de beschikbare
informatie is het aannemelijk dat een groot deel van de opgevoerde gerealiseerde kosten
daadwerkelijk gerealiseerd is en daarom is 80% van het bedrag waarop een oordeelsonthouding
zat, alsnog als subsidiabel benoemd. Het bedrag dat niet wordt teruggevorderd bedraagt
derhalve geen € 20 miljoen, maar een deel daarvan. In totaal had VWS € 7,8 miljoen
kunnen terugvorderen.
Mijn primaire afweging voor de besluiten was dat terugvordering zou leiden tot een
acuut liquiditeits- en financieringsprobleem bij Pluryn. Daarmee dreigde de continuïteit
van zorg die Pluryn nu levert aan alle ruim 7.000 cliënten in gevaar te komen. Bovendien
heeft Pluryn door de snelle overname van het noodlijdende Intermetzo in 2016 de continuïteit
van meer dan 3.000 kinderen geborgd. De integratie van Intermetzo is moeizamer verlopen
dan vooraf door Pluryn ingeschat, mede omdat de administratie van Intermetzo niet
op orde was. Mede op basis van het advies van de Jeugdautoriteit heb ik met Pluryn
afgesproken dat Pluryn een goed besluitvormingsproces inricht voor het benodigde herstel
van Pluryn met duidelijke regie en monitoring op het herstelplan.
12
Hoe vaak en wanneer is aangevraagd krediet aan Pluryn door het ministerie VWS geweigerd?
Antwoord vraag 12:
Pluryn heeft in 2016 het noodlijdende Intermetzo overgenomen.
Op basis van de Beleidsregels en conform advies van de Transitie Autoriteit Jeugd
heeft het Ministerie van VWS in 2015, 2016 en 2018 subsidies voor frictiekosten beschikt
aan Intermetzo.
In december 2018 heeft Intermetzo (als onderdeel van Pluryn) onderstaande aanvullende
subsidieverzoeken aan mij gedaan:
• Ophoging van de hierboven genoemde subsidie.
• Een bedrag van € 7,0 miljoen ten behoeve van kosten «Integratie ICT-systemen Intermetzo
2017–2019», op grond van artikel 2b van de Beleidsregels.
• Een bedrag van € 17,8 miljoen inzake tijdelijke liquiditeitssteun, op grond van artikel
2c van de Beleidsregels.
Ik heb de Jeugdautoriteit naar aanleiding van deze verzoeken gevraagd mij, aanvullend
op de advisering over de vaststelling van de reeds verleende subsidies, ook te adviseren
over de aanvullende subsidieaanvragen. Begin november 2019 heeft de Jeugdautoriteit
haar advies uitgebracht.
De Jeugdautoriteit adviseert om de aanvullende subsidieverzoeken buiten beschouwing
te laten dan wel af te wijzen. Ik heb dat advies opgevolgd. De reden hiervoor is onder
andere dat deze niet voldoen aan de voorwaarden waaronder subsidie kan worden verstrekt
en dat op het moment van aanvragen geen sprake was van acute liquiditeitsproblematiek.
Zie ook mijn commissiebrief van 2 maart 2020 hierover. 3
13
Waarom heeft het ministerie VWS geen gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om Pluryn
onder curatele te stellen of om tijdelijke bestuurders te benoemen? Was een curatelestelling
niet een veel logischer beslissing geweest?
Antwoord vraag 13:
Zorgaanbieders zijn private ondernemingen, die zelf verantwoordelijk zijn voor de
borging van kwaliteit van zorg, een goede bedrijfsvoering en governance. De overheid
kan private ondernemingen of instellingen niet onder curatele stellen. Een stichting
kan alleen onder curatele worden gesteld door een rechter als er sprake is van een
faillissement.
De IGJ kan verschillende soorten interventies opleggen als zij oordeelt dat de zorg
van onvoldoende niveau is. Deze interventies zijn erop gericht dat een zorgaanbieder
alsnog aan de normen gaat voldoen. Ook heeft de IGJ de bevoegdheid om verdergaande
bestuursrechtelijke interventies in te zetten, zoals een bevel of aanwijzing. De IGJ
heeft daar in deze casus nog niet toe besloten. Wel heeft de IGJ sinds 2016 meermaals
toezicht uitgevoerd bij de Hoenderloo Groep en verbetermaatregelen gevraagd.4
14
Is het waar dat Pluryn de enige jeugdzorgaanbieder is die de subsidieregeling TAJ
niet heeft terugbetaald? Hoe verantwoord het ministerie VWS deze uitzonderingspositie
van Pluryn?
Antwoord vraag 14:
Op dit moment heb ik bij vijf jeugdzorgorganisaties, waaronder bij Pluryn-Intermetzo,
TAJ-subsidies vastgesteld waarbij er sprake was van een (gedeeltelijke) onrechtmatigheid
en/of oordeelsonthouding van de accountant van de betreffende instelling. Ik heb bij
deze vaststellingen geen gebruik gemaakt van mijn bevoegdheid om een gedeelte van
het bedrag waarover de accountant geen oordeel kon geven terug te vorderen. Er is
daarom geen sprake van een uitzonderingspositie van Pluryn.
15
Welke andere opties heeft Pluryn onderzocht om financieel orde op zaken te stellen
naast het sluiten van de Hoenderloo Groep? In hoeverre heeft het Ministerie van VWS
meegedacht en ondersteuning verleent aan het onderzoeken van deze opties?
Antwoord vraag 15:
Pluryn geeft aan dat ze in 2019 hebben onderzocht welke maatregelen genomen moeten
worden om de organisatie weer financieel gezond en toekomstbestendig te maken. Dit
gebeurde mede op verzoek van de IGJ. De maatregelen zijn door Pluryn uitgewerkt in
een meerjarenherstelplan, waarvan een eerste concept in september 2019 werd gedeeld
met stakeholders, zoals gemeenten en zorgkantoren. In het plan werd een aantal maatregelen
genoemd, met verschillende verbeterinterventies:
1. Verbeteren cliëntreis en (zorg)aanbod
2. Afbouwen activiteiten op locaties Hoenderloo en Kop van Deelen
3. Vereenvoudigen portofolio van activiteiten
4. Versterken inzetbaarheid en kwaliteit van teams en medewerkers
5. Verhogen JZ-tarieven en omzet
6. Verbeteren operationele efficiëntie per RVE
7. Verkopen niet-strategisch vastgoed
8. Verbeteren organisatie-aansturing
9. Herinrichten en kosten verlagen van ondersteunende activiteiten.
Pluryn zal samen met haar stakeholders moeten komen tot een gedragen inzet voor de
richting en benodigde maatregelen tot herstel. Zoals ook gemeld in beantwoording van
Kamervragen (d.d. 15 november 2019) houd ik vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke
de financiële ontwikkelingen van Pluryn nauwlettend in de gaten. 5 Ik heb de Jeugdautoriteit gevraagd de komende tijd de financiële gezondheid van
Pluryn te gaan monitoren zodat vroegtijdig inzicht ontstaat in eventuele risico’s
voor de continuïteit van zorg.
16
Klopt het dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft vastgesteld dat de
problemen die bij de Hoenderloo Groep hebben gespeeld als het gaat om kwaliteit met
name hun oorzaak vinden bestuurswisselingen en falend management?
Antwoord vraag 16:
De IGJ heeft Pluryn na een inspectieonderzoek eind 2018 om verbeteringen gevraagd. Pluryn heeft vervolgens zelf geconstateerd dat het nog onvoldoende is gelukt om
verbeteringen te realiseren. In haar rapport van 28 februari 2020 over de uitkomsten
van het inspectie-onderzoek bij Pluryn, locatie Hoenderloo en Deelen, heeft de IGJ
beschreven welke risico’s zij ziet voor de komende periode. Dit rapport is op 18 maart
2020 openbaar gemaakt op de website van de IGJ. 6
17
Op welke data zijn de ouders/voogden, kinderen en medewerkers geïnformeerd over de
besluiten van Pluryn?
Antwoord vraag 17:
De medewerkers van de Hoenderloo Groep zijn op 2 december 2019 via speciale bijeenkomsten
en een mail geïnformeerd over het voorgenomen besluit tot sluiting van de Hoenderloo
Groep. Jongeren zijn op 3 december 2019 over dit voorgenomen besluit geïnformeerd
door de medewerkers op hun groep. Dezelfde dag heeft Pluryn de ouders/voogden hierover
een mail gestuurd ter toelichting.
Op 4 maart 2020 heeft Pluryn – in respectievelijke volgorde – medewerkers, ouders
en wettelijk vertegenwoordigers, jongeren en stakeholders geïnformeerd over het definitieve
besluit tot sluiting van de Hoenderloo Groep.
18
Zijn alle gemeenten inmiddels op de hoogte van de zorgplicht die zij hebben voor de
kinderen die geplaatst zijn bij de Hoenderloo Groep? Zijn er op dit moment nog gemeenten
die niets of te weinig doen om kinderen uit hun gemeente op te vangen?
Antwoord vraag 18:
De coördinerende regio Utrecht Stad geeft aan dat alle gemeenten op de hoogte zijn
van hun zorgplicht. Gemeenten hebben met Pluryn de afspraak gemaakt dat een duurzaam
passend aanbod wordt gedaan, zo thuis en nabij als mogelijk. Gemeenten zien toe op
het nakomen van deze afspraken en hebben wekelijks overleg met Pluryn over zorgvuldige
zorgoverdracht. Afgesproken is dat gemeenten, indien ouders dat wensen, bij de gesprekken
over een goede vervolgplek aanwezig zijn.
19
Klopt het dat er nog steeds ouders of voogden zijn die niet door Pluryn zijn geïnformeerd
over de toekomstige zorg voor hun kind?
Antwoord vraag 19:
Met de ouders/voogden van de ca. 40 jongeren van wie Pluryn op dit moment verwacht
dat de behandeling in augustus 2020 nog niet is afgerond, hebben in maart oriënterende
gesprekken plaatsgevonden over een mogelijke vervolgplek. Op basis hiervan heeft Pluryn
begin april aan de ouders/voogden van alle jongeren een aanbod met een, volgens Pluryn,
passende vervolgplek gedaan. Deze plekken zijn deels binnen, en deels buiten Pluryn.
Indien ouders/voogden of jongeren daar behoefte aan hebben zullen de komende weken
zullen vervolggesprekken plaatsvinden, waarbij de gemeenten indien gewenst aansluiten.
20
Wat was de precieze reden dat de Hoenderloo Groep fuseerde met Pluryn in 2011?
Antwoord vraag 20:
Pluryn geeft aan dat de fusie in 2011 voortkwam uit de visie dat jeugdzorg integraal
moet worden georganiseerd. Pluryn en de Hoenderloo Groep zijn samen gegaan om integrale
zorg te kunnen leveren aan jongeren met verstandelijke en lichamelijke beperking en
complexe zorgvraag.
21
Klopt het dat het Ministerie van VWS het bestuur van Pluryn op de vingers getikt heeft
nadat zij een uur na het verschijnen van een doorstartplan van een initiatiefgroep,
een verklaring publiceerde dat dit plan onrealistisch was?
Antwoord vraag 21:
Zoals aangegeven tijdens het VAO over «Financiële problemen bij diverse Jeugdzorginstellingen
op 23 januari 2020 was ik onaangenaam verrast door het verschijnen van een nieuwsbericht
van Pluryn met de conclusie dat dat het doorstartplan «Klein Hoenderloo» niet realistisch
zou zijn.7 Ik heb uw Kamer ook gemeld dat ik dit met de Raad van Bestuur van Pluryn heb besproken.
Over de uitkomst van de zorgvuldige analyse van de doorstartplannen heb ik u op 20 februari
2020 geïnformeerd.8
22
Heeft het Ministerie van VWS naar andere alternatieven gekeken voor een doorstart
dan alleen het initiatief Klein Hoenderloo? Zo ja, welke andere mogelijkheden zijn
onderzocht? Zo neen, waarom niet?
Antwoord vraag 22:
Zoals beschreven in mijn brief van 20 februari, heeft Pluryn op mijn verzoek nogmaals
kritisch gekeken welke jeugdzorgactiviteiten potentieel door Pluryn kunnen worden
aangeboden op de locaties van de Hoenderloo Groep. 9 Vier mogelijkheden zijn onderzocht: 1) reguliere 3-milieus jeugdzorg, 2) een kleinschalig
expertisecentrum voor jongeren met autisme spectrum stoornissen, 3) gezinshuizen en
4) trainingshuizen. Deze mogelijkheden werden getoetst op vier criteria: kwaliteit
van zorg, aansluiting op de behoefte, financiële haalbaarheid en praktische haalbaarheid.
De conclusie van Pluryn is dat residentiele (jeugd)zorg (en daarmee onderwijs) op
het terrein van de Hoenderloo Groep niet haalbaar is. KPMG heeft op mijn verzoek de
conclusies van Pluryn beoordeeld en onderschrijft de conclusie. Daarentegen blijkt
een doorstart van de zorg van de Hoenderloo Groep op andere locaties wél mogelijk.
23
Op basis van welke argumenten hebben de gemeenten Utrecht en Apeldoorn het doorstartplan
van Klein Hoenderloo afgewezen? Hebben financiële redenen hierin een rol gespeeld?
Antwoord vraag 23:
Coördinerend regio Utrecht Stad geeft aan dat alle bij Pluryn betrokken gemeenten
het doorstartplan Klein Hoenderloo hebben afgewezen om inhoudelijke redenen. De belangrijkste
redenen vanuit gemeentelijk perspectief zijn dat het plan zorginhoudelijk onvoldoende
aansluit bij de visie op transformatie jeugd van gemeenten/regio’s en er geen basis
voor vertrouwen is in de financiële haalbaarheid. Gemeenten zijn van mening dat ook
als jongeren uit huis geplaatst worden, hun (gesloten) verblijf zo thuis als mogelijk
georganiseerd moet worden. Doel daarvan is voorkomen dat jongeren veel verschillende
hulpverleners zien, meer ruimte voor maatwerk, en minder kans dat jongeren elkaar
negatief beïnvloeden. In mijn brief van 20 februari 2020 is de reactie van gemeenten
verwerkt. 10
24
Klopt het dat de gemeenten Utrecht en Apeldoorn volhielden dat Pluryn haar contractuele
verplichtingen moest nakomen en dat dit een belangrijke reden was om niet mee te werken
aan een doorstart van de Hoenderloo Groep door een derde partij?
Antwoord vraag 24:
Coördinerend regio Utrecht Stad geeft aan dat alle bij Pluryn betrokken gemeenten
en regio’s het doorstartplan Klein Hoenderloo hebben afgewezen om inhoudelijke redenen.
De belangrijkste redenen vanuit gemeentelijk perspectief zijn dat het plan zorginhoudelijk
onvoldoende aansluit bij de visie op transformatie jeugd van gemeenten/regio’s en
er geen basis voor vertrouwen is in de financiële haalbaarheid. In mijn brief van
20 februari 2020 is de reactie van gemeenten verwerkt. 11
25
Klopt het dat Pluryn geen faillissement wil, omdat zij dan het vastgoed kwijtraakt?
Heeft het Ministerie van VWS dit besproken met Pluryn?
Antwoord vraag 25:
Allereerst wil ik aangeven dat een faillissement zeer ingrijpend kan zijn voor de
jongeren, hun ouders en medewerkers. In mijn brief aan de Tweede Kamer van 20 februari
2020 staat dat gedurende een faillissementsperiode het voor jongeren, ouders en medewerkers
onzeker kan zijn hoe de zorgverlening wordt voorgezet. 12 De kwaliteit en veiligheid van de na faillissement geleverde zorg kan daardoor onder
druk komen te staan. In het specifieke geval van Pluryn is het zeer waarschijnlijk
dat het faillissement scenario van de Hoenderloo Groep ook leidt tot een verslechtering
van de reeds precaire financiële positie van Pluryn als geheel, waarmee de zorg aan
meer dan 7.000 cliënten in gevaar kan komen.
In de gesprekken die het Ministerie van VWS heeft gevoerd met stakeholders en initiatiefnemers
over het doorstartplan Klein Hoenderloo, is gesproken over de risico’s van een faillissement.
Pluryn was bij deze gesprekken aanwezig.
26
Is onderzocht door Pluryn en/of het Ministerie van VWS of de verkoop van vastgoed
ingezet kon worden voor het organiseren van de jeugdzorg op minder kostbare plaatsen?
Antwoord vraag 26:
Op mijn verzoek heeft Pluryn nogmaals kritisch gekeken welke jeugdzorgactiviteiten
potentieel door Pluryn kunnen worden aangeboden op de locaties van de Hoenderloo Groep.
Vier mogelijkheden zijn onderzocht: 1) reguliere 3-milieus jeugdzorg, 2) een kleinschalig
expertisecentrum voor jongeren met autisme spectrum stoornissen, 3) gezinshuizen en
4) trainingshuizen. Deze mogelijkheden werden getoetst op vier criteria: kwaliteit
van zorg, aansluiting op de behoefte, financiële haalbaarheid en praktische haalbaarheid.
De conclusie van Pluryn is dat residentiele (jeugd)zorg (en daarmee onderwijs) op
het terrein van de Hoenderloo Groep niet haalbaar is. KPMG heeft op mijn verzoek de
conclusies van Pluryn beoordeeld en onderschrijft de conclusie. Geen van de alternatieven
biedt een praktisch haalbare optie die leidt tot verbeterde kwaliteit van zorg, aansluitend
op de zorgvraag en tegen verantwoorde kosten. Daarentegen blijkt een doorstart van
de zorg van de Hoenderloo Groep op andere locaties wél mogelijk. Dit past in de beweging
die de betrokken regio’s voorstaan om te komen tot passende zorg dichtbij huis. Hiermee
wordt de expertise omtrent complexe jeugdzorg binnen Pluryn behouden, wordt complexe
zorg geconcentreerd op andere locaties (met betere bezetting en kwaliteit als gevolg)
en kunnen jongeren die nu in zorg zijn bij de Hoenderloo Groep vervolgzorg krijgen
op die locaties.
27
Kunt u op een rij zetten wat nu de precieze geraamde opbrengsten zijn van het vastgoed?
Antwoord vraag 27:
Pluryn geeft in haar meerjarenherstelplan aan dat zij niet-strategisch (dus niet noodzakelijk)
vastgoed gaat verkopen. Dat is nodig om de organisatie financieel weer gezond te maken
en daarmee ook voor de continuïteit van de zorg aan de ruim 7.000 cliënten van Pluryn
zeker te stellen. De huidige lijst met potentiële verkopen, Pluryn breed, heeft een
ingeschatte waarde van € 70 miljoen. De geschatte opbrengst van de verkoop van de
Hoenderloo Groep (de terreinen Hoenderloo en Deelen) van € 15 miljoen is onderdeel
van dit totaal bedrag.
28
Kunt u het personeelsverloop bij Pluryn én de Hoenderloo Groep vanaf de zomer 2019
in kaart brengen?
Antwoord vraag 28:
Pluryn geeft aan dat er bij de Hoenderloo Groep in 2019 een personeelsverloop is geweest
van ongeveer 10%. In 2020 is er in de eerste maanden een verdere uitstroom op gang
gekomen van ongeveer 10% van het totale aantal medewerkers. Het personeelsverloop
bij Pluryn als geheel is sinds 2019 stabiel met 9%.
29
Klopt het dat medewerkers van de Hoenderloo Groep binnen Pluryn werk op een andere
locatie krijgen aangeboden tegen een lager salaris onder een andere cao?
Antwoord vraag 29:
Pluryn geeft aan dat dit niet klopt: tijdens de fase voorafgaand aan het definitieve
besluit tot sluiting van de Hoenderloo Groep heeft het medewerkers altijd vrij gestaan
om binnen Pluryn te solliciteren. In dat geval ging het om vrijwillige verandering
van functie en dan gelden de arbeidsvoorwaarden uit de vacature. Sinds het definitieve
besluit tot sluiting van de Hoenderloo Groep geldt het met de vakbonden NU91, CNV
zorg & Welzijn, FBZ en FNV in november afgesloten sociaal plan. Daarbij zal geen loonderving
plaatsvinden.
30
Klopt het dat de gemeente Renkum jaarlijks bijna 1,5 miljoen kwijt is als jongeren
vanuit de Hoenderloo Groep naar een locatie van Pluryn in deze gemeente worden verplaatst?
Antwoord vraag 30:
De gemeente Renkum maakt zich zorgen over de mogelijke extra kosten voor hun gemeente
als kinderen die nu op een locatie van de Hoenderloo Groep verblijven naar een locatie
in de gemeente Renkum verhuizen. Zij becijferen dit risico op zo’n € 1,5 miljoen.
In het huidige woonplaatsbeginsel kan het inderdaad zo zijn dat de gemeente Renkum
extra (financiële) verantwoordelijkheden krijgt wanneer kinderen met een voogdijmaatregel
of 18+ers naar een locatie in de gemeente Renkum verhuizen.
Dit is slechts een tijdelijke situatie, omdat het woonplaatsbeginsel per 1 januari
2022 wijzigt. Hierdoor wordt de «oorspronkelijke» gemeente (de gemeente waar het kind
voorafgaand aan het verblijf woonde) duurzaam verantwoordelijk.
Tot de wijziging van het woonplaatsbeginsel per 1 januari 2022 zal Renkum mogelijk
dus extra (financiële) verantwoordelijkheden krijgen. Afhankelijk van het daadwerkelijk
aantal kinderen met een voogdijmaatregel of 18+ers die vanuit de Hoenderloo Groep
naar Renkum verhuizen.
En het kan zijn dat hun kosten voor de groep voogdijkinderen en 18+ers daarmee het
budget voor voogdij en 18+ dat de gemeente Renkum nu al voor deze doelgroep ontvangt
(in 2020 € 3,3 miljoen) overschrijdt.
Indien dit het geval is, kan de gemeente Renkum gebruik maken van de compensatieregeling
ter afsluiting van het budget voor voogdij en 18+ dat door VNG en het Ministerie van
VWS is ingericht.
Gemeenten die in 2020 en 2021 met aanzienlijk hogere kosten te maken krijgen dan het
budget dat zij voor voogdij en 18+ in deze jaren ontvangen kunnen een aanvraag indienen
voor compensatie van deze hogere kosten.
Het voorlopige beeld is overigens dat van de kinderen die naar een locatie in de gemeente
Renkum verhuizen, slechts een klein deel een voogdijmaatregel heeft. In die gevallen
waarin geen voogdijmaatregel is, en het kind nog geen 18 jaar is, is in het huidige
woonplaatsbeginsel de gemeente waar de gezaghebbende ouder(s) woont verantwoordelijk.
Dit verandert niet met een verhuizing van de Hoenderloo Groep naar een andere zorglocatie.
31
Klopt het dat bestuurder K. Verweij een privébv heeft die staat ingeschreven op het
adres van één van de managers van de Hoenderloo Groep? Waar wordt deze bv voor gebruikt?
Waarom heeft een bestuurder een bv die ingeschreven staat op het adres van een manager
die op zijn voordracht is aangenomen?
Antwoord vraag 31:
De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor het toezicht op het beleid en functioneren
van de Raad van Bestuur en de algemene gang van zaken in de zorgorganisatie. De Raad
van Toezicht benoemt, schorst, ontslaat en verleent décharge aan leden van de Raad
van Bestuur. Desgevraagd heeft Pluryn mij laten weten dat de heer Verweij de buurman
is van een van de managers. De kavel waarop de huizen staan moet nog kadastraal gescheiden
worden. Hierdoor wordt de indruk van één adres gewekt. Het betreffen twee aparte woningen.
De bv die ingeschreven staat op het adres van heer Verweij betreft een persoonlijk
pensioen bv.
32
Heeft het Ministerie van VWS inzage gehad in de twee meest recente taxaties van het
vastgoed van de Hoenderloo Groep en klopt het op basis van die taxaties dat het vastgoed
van de Hoenderloo Groep niet meer waard is dan de € 15 miljoen waarde die Pluryn benoemt?
Antwoord vraag 32:
Ik heb geen inzage gehad in taxatierapporten die in opdracht van Pluryn zijn opgesteld.
In het beslisdocument ten behoeve van voorgenomen afbouw de locaties Hoenderloo en
Deelen geeft Pluryn aan dat zij uitgaan van een geschatte verkoopopbrengst van het
vastgoed van de Hoenderloo Groep van circa € 15 miljoen.
33
Waarom is Pluryn niet verplicht de door haar geschatte opbrengst van € 26 miljoen
aan vrij besteedbare gelden uit vastgoed te gebruiken om de plaatsen van de Hoenderloo
Groep elders op te bouwen, maar voor die opbouw elders gebruik lijkt te kunnen gaan
maken van door VWS te verstrekken gelden.
Antwoord vraag 33:
Jeugdzorgaanbieders zijn zelf verantwoordelijk voor hun bedrijfsvoering en de borging
van de kwaliteit van zorg. Ik heb niet de bevoegdheid om Pluryn te verplichten om
een opbrengst van verkoop van onroerende zaken aan te wenden voor de creatie van plaatsen
elders. Op dit moment heb ik Pluryn geen tijdelijke liquiditeitssteun verleend op
basis van de subsidieregeling «Continuïteit cruciale jeugdzorg». Pluryn heeft geen
aanvraag ingediend op basis van deze regeling.
34
Heeft het Ministerie van VWS ook maar enige voorwaarde gesteld aan Pluryn voor het
afzien van de invordering van de € 20 miljoen niet verantwoordde/onrechtmatig verkregen
TAJ subsidies?
Antwoord vraag 34:
Begin november 2019 heb ik, naar aanleiding van het advies van de Jeugdautoriteit,
besloten om een deel van de verleende TAJ-subsidies niet terug te vorderen. Dit betekent
dat ik geen gebruik maak van mijn bevoegdheid om het bedrag van € 3,9 miljoen, dat
niet besteed is conform de subsidievoorwaarden, terug te vorderen. Ook maak ik geen
gebruik van mijn bevoegdheid een gedeelte van het bedrag van € 16,4 miljoen, waarover
de Jeugdautoriteit geen oordeel kon geven, terug te vorderen. Op basis van de beschikbare
informatie is het aannemelijk dat een groot deel van de opgevoerde gerealiseerde kosten
daadwerkelijk gerealiseerd is en daarom is 80% van het bedrag waarop een oordeelsonthouding
zat, alsnog als subsidiabel benoemd. Het bedrag dat niet wordt teruggevorderd bedraagt
derhalve geen € 20 miljoen, maar een deel daarvan. In totaal had VWS € 7,8 miljoen
kunnen terugvorderen.
Het Ministerie van VWS heeft aangegeven dat voorwaarde voor het besluit is dat Pluryn
een strak (besluitvormings)proces inricht met gemeenten en zorgkantoren om tot (financieel)
herstel te komen en een toekomstbestendige organisatie te worden. Dit om de continuïteit
van zorg te borgen voor de ruim 7.000 mensen in zorg bij Pluryn.
Er is geen sprake van een uitzonderingspositie van Pluryn omdat er meerdere organisaties
zijn waarbij er sprake was van een (gedeeltelijke) onrechtmatigheid en/of oordeelsonthouding
van de accountant van de betreffende instelling en ik geen gebruik heb gemaakt van
mijn bevoegdheid om een gedeelte van het bedrag terug te vorderen.
35
Is het niet terugvorderen van de toekenning van de subsidie op zijn minst onderwerp
van gesprek geweest tijdens de overleggen tussen het Ministerie van VWS en Pluryn?
Antwoord vraag 35:
Ja, ik heb hier meerdere keren met de Raad van Bestuur van Pluryn over gesproken.
36
Waarom heeft u behoud van de Hoenderloo Groep niet als voorwaarde gesteld voor het
niet terugvorderen van deze TAJ subsidies?
Antwoord vraag 36:
Het besluit tot niet terugvorderen van de TAJ-subsidies was reeds genomen, voordat
bekend werd dat Pluryn voornemens was de Hoenderloo Groep te gaan sluiten. Op 20 februari
heb ik uw Kamer geïnformeerd dat een doorstart van de residentiele (jeugd)zorg op
het terrein van de Hoenderloo Groep niet haalbaar is. 13 Een doorstart van de zorg van de Hoenderloo Groep op andere locaties is wél mogelijk.
37
Klopt het dat naast de Hoenderloo Groep in 2018 ook andere onderdelen van Pluryn grote
verliezen hebben geleden, die, ten opzichte van de omzet van de betreffende onderdelen,
soms zelfs groter waren dan het verlies van de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 37:
Zoals aangegeven in de jaarrekening 2018 van Pluryn en gezien de aanvraag voor liquiditeitssteun
vanuit de stichting Intermetzo (onderdeel van Pluryn) in december 2018, had Pluryn
in 2018 meerdere verlieslatende onderdelen.
Het besluit van Pluryn om de Hoenderloo Groep te sluiten is niet enkel financieel
gedreven. De aanhoudende zorgen over de kwaliteit van zorg en de wens van Pluryn en
gemeenten om ook de complexe zorg meer in de regio en «zo thuis mogelijk «in te richten,
heeft bijgedragen aan het besluit.
38
Klopt het dat Pluryn in 2018 in totaal € 15.6 miljoen verlies leed? Wat waren de oorzaken
van dit verlies?
Antwoord vraag 38:
Uit de jaarrekening 2018 van Pluryn blijkt inderdaad een verlies van € 15,6 miljoen.
Volgens Pluryn werd dit verlies veroorzaakt door niet-betaalde overproductie, hoge
ICT-kosten als gevolg van de overname van Intermetzo, hoge administratieve kosten
als gevolg van de veelheid aan contracten, te lage/niet-kostendekkende jeugdzorgtarieven
en hoge kosten van personeel niet in loondienst.
39
Waarom heeft Pluryn ervoor gekozen om de Hoenderloo Groep te sluiten en niet andere
verlieslijdende onderdelen?
Antwoord vraag 39:
Zoals aangegeven in de jaarrekening 2018 van Pluryn had Pluryn in 2018 meerdere verlieslatende
onderdelen. Dit in combinatie met de financiële problematiek van de organisatie waardoor
middelen om de zorg te verbeteren ook niet beschikbaar zijn, heeft Pluryn doen besluiten
de Hoenderloo Groep te sluiten en expertise en zorg door te starten op andere locaties.
De IGJ begrijpt dat het bestuur van Pluryn genoodzaakt is ingrijpende maatregelen
te treffen. Daarom vindt de IGJ de keuze voor sluiting van deze locatie navolgbaar.
40
Kunt u in een tijdlijn beschrijven wat de specifiek rol en verantwoordelijkheid is
geweest van het Ministerie van VWS in het proces tot sluiting van de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 40:
Vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke heb ik, sinds de aankondiging van de
voorgenomen sluiting, toegezien op de continuïteit van zorg voor de jongeren die bij
de Hoenderloo Groep verblijven. Daarnaast ondersteun ik partijen bij het nemen van
hun verantwoordelijkheid. Ik laat mij door Pluryn en de gemeenten en jeugdhulpregio’s
met regelmaat op de hoogte stellen en heb een inventarisatie laten uitvoeren naar
vraag en aanbod van (gesloten)3-milieusvoorzieningen. Aanvullend op deze stelselverantwoordelijkheid
heb ik, na het AO «financiële problemen bij diverse jeugdzorginstellingen» op 22 januari
2020, samen met andere stakeholders en de initiatiefnemers van «Klein Hoenderloo»
verkend of een doorstart van de Hoenderloo Groep mogelijk was. Zowel het plan «Klein
Hoenderloo» als de vier doorstartalternatieven die Pluryn op mijn verzoek heeft uitgewerkt,
heb ik door KPMG laten toetsen. Hierover kunt u meer lezen in mijn brief van 20 februari
2020.14
41
Kunt u in een tijdlijn beschrijven wat de specifieke rol en verantwoordelijkheid is
geweest van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in het proces tot sluiting
van de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 41:
De IGJ is verantwoordelijk voor het toezicht op kwaliteit en veiligheid van de zorg
en – waar nodig – de overdracht van zorg. Vanuit deze rol laat de IGJ zich continu
door Pluryn informeren over het proces rondom de sluiting en ziet gedurende dit proces
toe op de zorgcontinuïteit en de zorgvuldigheid van de zorgoverdracht. Hieronder treft
u een overzicht van de diverse onderzoeken die de IGJ de afgelopen periode bij Pluryn
heeft uitgevoerd.
Eind 2018 deed de IGJ onderzoek naar de kwaliteit van de gespecialiseerde zorg aan
(vermoedelijke) slachtoffers van loverboys en mensenhandel en naar aanleiding van
signalen over de toepassing van strafmaatregelen binnen de Hoenderloo Groep. De IGJ
vroeg verbetermaatregelen.
Medio 2019 informeerde Pluryn de IGJ over de financiële problemen van de organisatie.
De IGJ heeft op basis hiervan Pluryn verzocht om verschillende documenten, waaronder
een onderzoek door Price Waterhouse Coopers (PWC) en een meerjarenherstelplan. De
IGJ sprak in november en december 2019 over de financiële problemen van Pluryn en
de ontwikkelingen bij de Hoenderloo Groep in het bijzonder. Daarnaast sprak de IGJ
in november 2019, na ontvangst van een melding, met een afvaardiging van het behandelteam
van de Hoenderloo Groep.
Tevens sprak de IGJ in november 2019 twee keer met de raad van bestuur van Pluryn
over de financiële problemen van Pluryn en de ontwikkelingen bij de Hoenderloo Groep
in het bijzonder.
In november en december 2019 voerde de IGJ onderzoek uit bij de Hoenderloo Groep.
De rapportbrief is op 18 maart 2020 gepubliceerd. 15
Begin december 2019 heeft Pluryn de IGJ en haar eigen organisatie geïnformeerd over
het voornemen om beide locaties Hoenderloo en Deelen te sluiten. Tevens ontving de
IGJ een beslisdocument ten behoeve van voorgenomen afbouw DHG locaties Hoenderloo
en Deelen de voorgenomen afbouw. De IGJ volgt het proces van sluiting nauwgezet en
beoordeelt de zorgcontinuïteit en de zorgvuldigheid van de zorgoverdracht.
In februari 2020 bracht de IGJ in dit kader twee keer een bezoek aan de Hoenderloo
Groep. De IGJ heeft hierover op 18 maart een voortgangsbericht gepubliceerd. 16 Op 6 mei 2020 heeft de IGJ haar tweede voortgangsbericht gepubliceerd, dit naar aanleiding
van bezoeken aan de Hoenderloo Groep in april 202017.
42
Kunt u in een tijdlijn beschrijven wat de specifieke rollen en verantwoordelijkheden
zijn geweest van de betrokken gemeenten in het proces tot sluiting van de Hoenderloo
Groep?
Antwoord vraag 42:
Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van jeugdhulp.
Ook na de sluiting van een jeugdhulpaanbieder moeten zij zorgen dat kinderen en hun
gezinnen passende jeugdhulp krijgen. Gemeenten zijn opdrachtgever van de op de Hoenderloo
Groep geboden zorg. Gemeenten geven aan dat zij vanuit coördinerend regio Utrecht
Stad direct na de aankondiging van de voorgenomen sluiting van de Hoenderloo Groep
begin december in contact zijn getreden met de Raad van Bestuur van Pluryn om tot
afspraken te komen over de invulling van de zorgcontinuïteit voor de jongeren. Gemeenten
zijn van mening dat er door Pluryn goed invulling wordt gegeven aan de gemaakte afspraken
over de wijze waarop zorgcontinuïteit wordt geboden. Regio Utrecht Stad heeft wekelijks
een monitorgesprek met Pluryn over zorgvuldige zorgoverdracht van jongeren.
Zoals aangegeven in mijn brief van 20 februari 2020 zijn gemeenten ook betrokken geweest
bij de zorgvuldige beoordeling van doorstartplannen op het terrein van de Hoenderloo
Groep. 18 Gemeenten delen de conclusie dat sluiting van de Hoenderloo Groep en doorstart van
de zorg die daar nu wordt geboden op andere locaties van Pluryn het meest reëel is.
43
Kunt u in een tijdlijn beschrijven wat de specifieke rol en verantwoordelijkheid is
geweest van de Inspectie van Onderwijs in het proces tot sluiting van de Hoenderloo
Groep?
Antwoord vraag 43:
De Inspectie voor het onderwijs geeft aan dat ze, vanuit de rol en verantwoordelijkheid
van het toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en de financiën, al langer nauw
betrokken is bij Pluryn, dan toen eind 2019 het voornemen bekend werd om de Hoenderloo
Groep te sluiten.
In het voorjaar van 2019 is de IvhO door het bestuur van Pluryn geïnformeerd over
de financiële problemen. Daarop is vanuit de IvhO regelmatig overleg geweest met het
bestuur en medewerkers. De IvhO heeft met Pluryn afspraken gemaakt om geïnformeerd
te blijven over de gevolgen voor het onderwijs van alle onderwijsstichtingen onder
Pluryn, waaronder ook het Hoenderloo College.
De IvhO is mede hierdoor in september 2019 gestart met haar regulier vierjaarlijks
onderzoek bij de onderwijsstichtingen van Pluryn. In dit onderzoek zijn naast de kwaliteit
van het onderwijs ook verbeterpunten in de interne sturing in beeld gebracht. In november
2019 heeft de IvhO verificatieonderzoeken uitgevoerd op drie locaties van het Hoenderloo
College. In diezelfde maand heeft de IvhO ook met de medezeggenschapsraad en met de
raad van toezicht van het Hoenderloo college gesproken. Begin december 2019 heeft
de IvhO samen met de IGJ een bezoek gebracht aan de Hoenderloo Groep om te kijken
naar de uitwerking van de herstelopdracht van de jeugdzorginstelling. De IvhO heeft
ook toen gesproken met medewerkers. Daarnaast heeft de IvhO gesproken met personen
die hun klachten en zorgen aan de inspectie voorlegden.
Begin december sprak de IvhO met bestuur over de bevindingen en te verwachten herstelopdrachten
en vervolgonderzoeken. Op dat moment werd helder dat het bestuur het voornemen had
om de zorglocaties te sluiten. In een brief over de herstelopdrachten en vervolgonderzoeken
heeft de IvhO ook gevraagd om een sluitingsplan voor het onderwijs, indien het Hoenderloo
College zou gaan sluiten. De IvhO heeft voor 1 maart een concept sluitingsplan ontvangen.
In de huidige periode zijn er veel contactmomenten tussen de IvhO en de medewerkers
van Pluryn, vanuit de verantwoordelijkheid van de IvhO om de ontwikkelingen nauwlettend
te volgen.
De IvhO is aangesloten geweest bij overleg met de initiatiefnemers voor een doorstart
in Hoenderloo en heeft hierin vraagpunten naar voren gebracht. Ook is aangeven dat
het zaak is om door te gaan met de herstelopdracht.
44
Kunt u in een tijdlijn beschrijven wat de specifieke rol en verantwoordelijkheid is
geweest van het Ministerie van OCW in het proces tot sluiting van de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 44:
Vooral de Inspectie van het Onderwijs heeft een rol om instellingen in zwaar weer
goed te volgen en was dus ook reeds lange tijd bij Pluryn/Hoenderloo College betrokken.
De IvhO houdt het ministerie op de hoogte bij gevaar voor de continuïteit van het
onderwijs.
Het Ministerie van OCW gaat, net als de IvhO, niet over bedrijfsbeslissingen. Wel
sloot het ministerie ook aan bij het overleg van eind januari met alle partijen over
het doorstartplan van de initiatiefnemers Klein Hoenderloo. Het ministerie sloot met
interesse aan, omdat met een doorstart van de zorg ook een doorstart van het onderwijs
was voorzien. Het ministerie heeft net als alle andere partijen vraagpunten naar voren
gebracht.
Het Ministerie van OCW heeft aan het bestuur van Pluryn gevraagd om niet alleen oog
te hebben voor de continuïteit van de zorg, maar ook voor het onderwijs. Ook heeft
ze aandacht gevraagd voor het onderwijspersoneel.
45
Kunt u in een tijdlijn beschrijven wat de specifieke rol en verantwoordelijkheid is
geweest van de Jeugdautoriteit in het proces tot sluiting van de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 45:
Conform haar primaire doelstelling is de inzet van de Jeugdautoriteit bij Pluryn en
de Hoenderloo Groep, evenals bij andere zorginstellingen die cruciale jeugdzorg leveren,
gericht op het borgen van de continuïteit van cruciale jeugdzorg. In december 2019
ontving de Jeugdautoriteit van Pluryn ter informatie een beslisdocument ten behoeve
van voorgenomen afbouw DHG locaties Hoenderloo en Deelen. Zoals aangegeven in mijn
brief van 20 februari 2020 is de Jeugdautoriteit betrokken geweest bij de zorgvuldige
beoordeling van in januari en februari 2020 betrokken geweest bij de beoordeling van
het businessplan «Klein Hoenderloo» en een eventuele doorstart van de Hoenderloo Groep.
19
46
In hoeverre is de medezeggenschapsraad meegenomen in het besluitvormingsproces? Wanneer
zijn zij voor het eerst geïnformeerd?
Antwoord vraag 46:
Pluryn geeft aan dat de medezeggenschapsraden zijn meegenomen in het besluitvormingsproces.
In november vond een consultatieronde plaats. In december hebben de medezeggenschapsraden
een adviesaanvraag gekregen over het «Beslisdocument ten behoeve van voorgenomen afbouw
DHG locaties Hoenderloo en Deelen». De vragen van de raden zijn beantwoord. De ondernemingsraden
hebben contact met hun achterban (met name de medewerkers van de Hoenderloo Groep)
onderhouden. Pluryn geeft aan dat in haar definitieve besluit de adviezen van de medezeggenschapsorganen
zijn meegewogen. De Centrale Ondernemingsraad (COR) en OR4 (ondernemingsraad van de
Hoenderloo Groep) van Pluryn gaven volgens Pluryn een positief advies. De Centrale
Cliëntenraad (CCR) had begrip voor de sluiting. Pluryn geeft aan dat ook het doorstartplan
«Klein Hoenderloo» aan de orde is geweest in overleg met de medezeggenschapsraden.
47
Wat is de rol van de toezichthouder geweest in het proces tot sluiting van de Hoenderloo
Groep?
Antwoord vraag 47:
Pluryn geeft aan dat de Raad van Toezicht van Pluryn in november 2019, tijdens een
eerste consultatieronde, om advies is gevraagd, en de Raad van Toezicht akkoord ging
met de verkenning tot afbouw van de Hoenderloo Groep. De Raad van Toezicht ontvangt
wekelijks een update van de Raad van Bestuur. Ook krijgen zij de maandelijkse rapportage
over prestatie indicatoren die ook naar de IGJ gaat. De Raad van Toezicht vergadert
elke zes weken en heeft, volgens Pluryn, op 3 maart 2020 ingestemd met het definitieve
besluit tot sluiting van de Hoenderloo Groep.
48
Over welke transformatiebeweging en realisatie van het gewenste zorglandschap heeft
u het? En op welke manier draagt de voorgenomen sluiting hieraan bij?
Antwoord vraag 48:
Aanbieders, gemeenten en het Rijk hebben de ambitie om ook als jongeren niet meer
thuis kunnen wonen, of uit huis worden geplaatst vanwege complexe problematiek, hun
(gesloten) verblijf zo thuis mogelijk te organiseren. Doel daarvan is zorgen voor
een liefdevolle, stabiele en veilige omgeving die perspectief biedt op een gezonde
ontwikkeling. Zo wordt voorkomen dat jongeren veel verschillende hulpverleners zien,
is er meer ruimte voor maatwerk, en minder kans dat jongeren elkaar negatief beïnvloeden.
Daarom is het belangrijk dat gemeenten en aanbieders de alternatieven voor de zorg
die nu door de Hoenderloo Groep geboden wordt, zoeken in kleinschalige, meer gezinsgerichte
woonvormen.
De Tweede Kamer is met regelmaat over deze ambitie geïnformeerd (zie ook mijn brief
van 16 april 2018 over het Programma Zorg voor de Jeugd, mijn brief over het actieplan
de best passende zorg voor kwetsbare jongeren van 25 maart 2019 en mijn brief van
7 november 2019 Naar een betere organisatie van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering).20
21
22
49
De IGJ heeft sinds 2016 meerdere malen tekortkomingen geconstateerd in de kwaliteit
van zorg bij de Hoenderloo Groep. In hoeverre kan Pluryn een goede kwaliteit van zorg
garanderen op de nieuwe plekken waar de jongeren terechtkomen?
Antwoord vraag 49:
De IGJ houdt al langere tijd intensief toezicht bij Pluryn en bij de Hoenderloo Groep
in het bijzonder. De IGJ volgt het proces van sluiting van De Hoenderloo Groep nauwgezet
en beoordeelt de zorgcontinuïteit en de zorgvuldigheid van de zorgoverdracht. Ook
na de zorgoverdracht naar andere locaties van Pluryn, blijft de IGJ toezicht houden.
50
Wanneer precies bent u door Pluryn geïnformeerd om de zorglocaties Hoenderloo en Kop
van Deelen te sluiten?
Antwoord vraag 50:
Pluryn heeft 21 november met het Ministerie van VWS gedeeld dat de sluiting van de
Hoenderloo Groep werd verkend door Pluryn. Pluryn heeft op 2 december 2019 formeel
aangekondigd dat Pluryn de Hoenderloo Groep gaat sluiten.
51
Ervan uitgaande dat er is afgesproken dat Pluryn de zorgoverdracht in nauw overleg
met de jongeren en ouders uitvoert; betekent dit dat de jongere en ouders ook daadwerkelijk
een stem hebben betreffende de nieuwe plek waar zij zorg gaan ontvangen? Of betekent
dit dat zij goed geïnformeerd worden over de te nemen stappen?
Antwoord vraag 51:
Met de ouders/voogden van de ca. 40 jongeren van wie Pluryn op dit moment verwacht
dat de behandeling in augustus 2020 nog niet is afgerond, hebben in maart oriënterende
gesprekken plaatsgevonden over een mogelijke vervolgplek. Op basis hiervan heeft Pluryn
begin april aan de ouders/voogden een aanbod met een, volgens Pluryn, passende vervolgplek
gedaan. Deze plekken zijn deels binnen, en deels buiten Pluryn. Binnen de beschikbaarheid
van dergelijke plekken wordt zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan de wens van ouders
om hun kinderen meer in de regio een vervolgplek aan de bieden. De komende weken zullen
hierover (vervolg)gesprekken plaatsvinden, waarbij de gemeenten indien gewenst aansluiten.
De IGJ kijkt bij haar toezicht expliciet naar de betrokkenheid van ouders en jongeren.
52
Hoeveel inspraak hebben jongeren dan wel hun ouders/voogd op de plek die hun wordt
aangeboden?
Antwoord vraag 52:
Met de ouders/voogden van de ca. 40 jongeren van wie Pluryn op dit moment verwacht
dat de behandeling in augustus 2020 nog niet is afgerond, hebben in maart oriënterende
gesprekken plaatsgevonden over een mogelijke vervolgplek. Op basis hiervan heeft Pluryn
begin april aan de ouders/voogden een aanbod met een, volgens Pluryn, passende vervolgplek
gedaan. Deze plekken zijn deels binnen, en deels buiten Pluryn. Binnen de beschikbaarheid
van dergelijke plekken wordt zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan de wens van ouders
om hun kinderen meer in de regio een vervolgplek aan de bieden. De komende weken zullen
hierover (vervolg)gesprekken plaatsvinden, waarbij de gemeenten indien gewenst aansluiten.
De IGJ kijkt bij haar toezicht expliciet naar de betrokkenheid van ouders en jongeren.
Naar aanleiding van het eerste voorgangsbericht van de IGJ heeft Pluryn in afstemming
met de cliëntenraad een vragenlijst van de kinderombudsman uitgezet bij de behandelaren,
om daar waar dit nog niet het geval was, expliciet de wensen en behoeften van jeugdigen
te bespreken.23
53
In hoeverre zijn jongeren, dan wel hun ouders/voogd, vrij om het aanbod van Pluryn
af te wijzen? En zo ja, wat gebeurt er dan?
Antwoord vraag 53:
Van belang is om hier onderscheid te maken tussen jongeren die vrijwillig (met instemming
van de ouders en met behoud van het ouderlijk gezag) of gedwongen geplaatst zijn bij
een van de twee locaties van de Hoenderloo Groep. Bij een vrijwillige plaatsing kunnen
de ouders hun instemming intrekken. Want bij hen ligt de machtiging. Toegepast op
de situatie van de Hoenderloo Groep zijn ouders dan ook vrij om de het aanbod voor
een vervolgplaats af te wijzen. Dat ligt anders bij de gedwongen plaatsing. Dan heeft
de rechter beslist dat de ouders niet (volledig) verantwoordelijk zijn voor de jongere
en berust de machtiging bij de jeugdbeschermer. Die heeft dan het laatste woord, al
zal die dat zo veel als mogelijk is in samenspraak met de ouders doen. De jeugdbeschermer
kan overigens alleen een aanbod afwijzen als het zou gaan om een plaatsing buiten
Pluryn. Als het gaat om een plaats binnen Pluryn behoudt Pluryn de behandelregie.
Om voor alle jongeren een passende vervolgplek te vinden zijn, als ouders dat wensen
ook gemeenten betrokken bij de gesprekken. Daardoor wordt niet alleen gekeken naar
mogelijkheden binnen Pluryn, maar ook buiten Pluryn.
54
Hoeveel plekken krijgen jongeren aangeboden van Pluryn? Of krijgen zij één mogelijke
plek aangeboden?
Antwoord vraag 54:
Het vinden van een passende vervolgplek voor de ca. 40 jongeren van wie Pluryn op
dit moment verwacht dat die eind augustus hun behandeling nog niet hebben afgerond
en waarvan Pluryn verwacht dat er vervolgzorg nodig is, is maatwerk. Bij sommige jongeren
worden meerdere locaties geschikt geacht en zijn meerdere locaties voorgesteld als
basis voor de eerste gespreksronde met ouders/voogden. In andere gevallen is er, vanwege
de specifieke zorgvraag van de jongeren slechts één andere locatie binnen Pluryn geschikt
bevonden. Op basis van de eerste gespreksronde heeft Pluryn begin april 2020 aan de
ouders/voogden van alle jongeren een aanbod met een, volgens Pluryn, passende vervolgplek
gedaan. Deels zijn dit plekken binnen, en deels buiten Pluryn.
55
Wordt bij het aanbod voor een passende plek ook de reistijd van ouders als criterium
meegenomen?
Antwoord vraag 55:
Pluryn geeft aan dat dat het geval is.
56
Kunt u beschrijven wat de duurzame passende zorg inhoudt voor alle jongeren, waar
Pluryn zicht in heeft? Hoe definieert u passende zorg?
Antwoord vraag 56:
Bij passende jeugdhulp is de cliënt het uitgangspunt en is hulp zo licht en gewoon
mogelijk, maar ook direct intensief waar nodig. Dat vraagt maatwerk. In de situatie
bij de Hoenderloo Groep betekent dat dat sommige jongeren naar kleinschalige opvang
kunnen zoals gezinswonen, terwijl voor andere jongeren een terreinvoorziening meer
passend is. Waar het kan worden enkele goede functionerende groepen met behoud van
kennis in zijn totaliteit over geplaatst. Pluryn geeft aan dat er voor alle jongeren
een passende drie-milieusvoorziening (wonen, werken, leren, vrije tijd) met adequate
behandeling is. In vergelijking met het huidige aanbod heeft Pluryn in het nieuw te
ontwikkelen aanbod meer mogelijkheden voor kleinschaligheid. Ouders hebben in een
gezamenlijk stuk ook aangegeven wat zij belangrijk vinden bij nieuw aanbod, ook die
aandachtspunten neemt Pluryn zoveel mogelijk mee. Deze aandachtspunten zal Pluryn
ook voor ogen houden bij het creëren van nieuw aanbod. Pluryn spreekt met gemeenten
ook over alternatieve zorgconcepten en zorg in de regio.
57
Kunt u beschrijven hoe het passend aanbod voor de ca. 40 jongeren met een verwachte
uitstroomdatum na 1 augustus eruit ziet?
Antwoord vraag 57:
Bij passende jeugdhulp is de cliënt het uitgangspunt en is hulp zo licht en gewoon
mogelijk, maar ook direct intensief waar nodig. Dat vraagt maatwerk. In de situatie
bij de Hoenderloo Groep betekent dat dat sommige jongeren naar kleinschalige opvang
kunnen zoals gezinswonen, terwijl voor andere jongeren een terreinvoorziening meer
passend is. Waar het kan worden enkele goede functionerende groepen met behoud van
kennis in zijn totaliteit over geplaatst. Pluryn geeft aan dat er voor alle jongeren
een passende drie-milieusvoorziening (wonen, werken, leren, vrije tijd) met adequate
behandeling is. In vergelijking met het huidige aanbod heeft Pluryn in het nieuw te
ontwikkelen aanbod meer mogelijkheden voor kleinschaligheid. Ouders hebben in een
gezamenlijk stuk ook aangegeven wat zij belangrijk vinden bij nieuw aanbod, ook die
aandachtspunten neemt Pluryn zoveel mogelijk mee. Deze aandachtspunten zal Pluryn
ook voor ogen houden bij het creëren van nieuw aanbod. Pluryn spreekt met gemeenten
ook over alternatieve zorgconcepten en zorg in de regio.
58
Voor hoeveel van die ca. 40 jongeren is er een plek in zicht binnen Pluryn?
Antwoord vraag 58:
Met de ouders/voogden van de ca. 40 jongeren van wie Pluryn op dit moment verwacht
dat de behandeling in augustus 2020 nog niet is afgerond, hebben in maart oriënterende
gesprekken plaatsgevonden over een mogelijke vervolgplek. Op basis hiervan heeft Pluryn
begin april aan de ouders/voogden van alle jongeren een aanbod met een, volgens Pluryn,
passende vervolgplek gedaan. Deze plekken zijn deels binnen Pluryn, en voor tien jongeren
is dat naar verwachting buiten Pluryn, in de regio waar ze vandaan komen. Daar waar
de plekken nog moeten worden ontwikkeld bij nieuwe voorzieningen binnen en buiten
Pluryn wordt dat de komende drie maanden gedaan. Dat maakt het voor ouders/voogden
lastig om te beoordelen of het daadwerkelijk een passende plek is. Indien ouders/voogden
of jongeren daar behoefte aan hebben zullen de komende weken vervolggesprekken plaatsvinden,
waarbij de gemeenten indien gewenst aansluiten.
59
Op welke manier monitort u dat deze passende plekken inderdaad door de jongeren en
ouders als passend worden ervaren?
Antwoord vraag 59:
Samen met de coördinerend regio Utrecht Stad heeft het Ministerie van VWS wekelijks
een monitorgesprek met Pluryn over zorgvuldige zorgoverdracht van jongeren.
De IGJ heeft het toezicht, gezien de geconstateerde risico’s, geïntensiveerd. De IGJ
ontvangt tweewekelijks voortgangsinformatie van Pluryn en brengt maandelijkse bezoeken
waarbij zij onder andere met jongeren, ouders en medewerkers spreekt en in dossiers
kijkt. De IGJ bekijkt hierbij de werkwijze van Pluryn om tot passende plekken te komen.
Wanneer de IGJ knelpunten signaleert, spreekt zij Pluryn aan om verbeteringen te realiseren.
De inspectie concludeerde in het eerste voortgangsbericht24 dat verbetering mogelijk was op het gebied van het betrekken van het perspectief
van de jeugdigen bij het bepalen van de vervolgplekken. De inspectie verwachtte dat
Pluryn een werkwijze zou gaan hanteren waarbij ook expliciet de wensen en behoeften
van jeugdigen worden betrokken bij het bepalen van een vervolgplek. Pluryn heeft in
afstemming met de cliëntenraad een vragenlijst van de kinderombudsman uitgezet bij
de behandelaren, om daar waar dit nog niet het geval was, expliciet de wensen en behoeften
van jeugdigen te bespreken.
In haar tweede voortgangsbericht geeft de inspectie onder andere aan dat zij verwacht
nader geïnformeerd te worden over de vervolgplekken voor jeugdigen en de acties die
nodig zijn om de nieuwe plekken te realiseren en passend te maken. 25
60
Is er een maximale termijn waarbinnen alle jongeren definitief een passende plek moeten
hebben gevonden?
Antwoord vraag 60:
Pluryn streeft naar sluiting eind augustus 2020, omdat dat goed aansluit op het schooljaar.
Pluryn werkt dus toe naar overplaatsing voor die datum. Pluryn garandeert dat geen
kind tussen wal en schip gaat vallen. Die verantwoordelijkheid houdt niet op in augustus.
De IGJ zal in de praktijk beoordelen of dit ook het geval is en grijpt indien nodig
in.
61
Klopt het dat plan Klein Hoenderloo in de kern is afgewezen omdat daarvoor een faillissement
van de Hoenderloo Groep de basis is?
Antwoord vraag 61:
Nee. In mijn brief van 20 februari heb ik, naast de onzekerheden die optreden met
betrekking tot de continuïteit en kwaliteit van zorg bij een faillissement, ook andere
argumenten genoemd.26 Het feit dat het businessplan «Klein Hoenderloo» uitgaat van een faillissement van
de Hoenderloo Groep levert onzekerheden op voor de continuïteit en kwaliteit van zorg
en onderwijs en de financiële positie van Pluryn als zorgaanbieder voor ruim 7.000
cliënten. Ook het ontbreken van inhoudelijke en financiële onderbouwing van de plannen
geeft onvoldoende zekerheid over de continuïteit van zorg en onderwijs. Tot slot hebben
aanbieders, gemeenten en het Rijk de ambitie om ook als jongeren uit huis geplaatst
worden, hun (gesloten) verblijf zo thuis mogelijk te organiseren. Daarom is het belangrijk
dat gemeenten en aanbieders de alternatieven voor de zorg die nu door de Hoenderloo
Groep geboden wordt, zoeken in kleinschalige, meer gezinsgerichte woonvormen.
62
Wat betekent het dat Pluryn inmiddels voor alle jongeren die niet voor de zomer regulier
uitgestroomd zijn, zegt ««zicht te hebben op duurzame passende zorg»»? Hoe hard is
die garantie?»
Antwoord vraag 62:
Ten tijde van het schrijven van de kamerbrief van 20 februari 2020 had Pluryn alle
ouders/voogden van de ongeveer 40 jongeren van wie Pluryn verwacht dat de behandeling
in augustus 2020 nog niet is afgerond een voorstel gedaan voor vervolgzorg, binnen
of buiten Pluryn. Dit voorstel was het startpunt voor vervolggesprekken. Mede op basis
van deze gesprekken heeft Pluryn begin april 2020 aan de ouders/voogden van alle jongeren
een aanbod met een, volgens Pluryn, passende vervolgplek gedaan. Deze plekken zijn
deels binnen, en deels buiten Pluryn. Indien ouders/voogd daar behoefte aan hebben
zullen de komende weken zullen vervolggesprek ken plaatsvinden, waarbij de gemeenten
indien gewenst aansluiten. De IGJ ziet erop toe dat Pluryn, de gemeenten, zorgverzekeraars
en andere hulpaanbieders dat gaan doen in goed overleg met elkaar en met name de betrokken
jongeren en diens ouders. Pluryn is en blijft tot de laatste jongere bij de Hoenderloo
Groep verantwoordelijk en heeft gegarandeerd dat, waar gewenst of nodig, voor alle
jongeren een vervolgplek binnen Pluryn beschikbaar is.
63
Voor hoeveel jongeren is er inderdaad sprake van een «duurzaam passend» vervolg en
voor hoeveel jongeren niet? Wanneer is hierover definitief duidelijkheid?
Antwoord vraag 63:
Pluryn heeft begin april aan de ouders/voogden van alle jongeren een aanbod met een,
volgens hen, passende vervolgplek gedaan. De komende weken zullen hierover (vervolg)gesprekken
plaatsvinden. Als ouders/voogden en jongeren instemmen met die aangeboden vervolgplek
dan is er duidelijkheid. Indien ouders/voogden en jongeren niet tevreden zijn, dan
is er meer tijd nodig om binnen de beschikbare plekken in Nederland een passende oplossing
te vinden.
64
Zijn alle betrokken gemeenten inmiddels formeel door Pluryn op de hoogte gebracht
over de voorgenomen sluiting van de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 64:
Gemeenten geven aan dat dit het geval is.
65
Weten alle betrokken gemeenten inmiddels of zij actie moeten ondernemen voor de zorgoverdracht
van één of meerdere jongere(n)?
Antwoord vraag 65:
De coördinerende regio Utrecht Stad geeft aan dat dit het geval is.
66
Waarom was de IGJ niet in persoon vertegenwoordigd bij het overleg op 27 januari 2020
over het businessplan «Klein Hoenderloo»?
Antwoord vraag 66:
De IGJ gaf aan zich, vanwege de beperkte uitwerking van de plannen, onvoldoende een
beeld te kunnen vormen van de kwaliteit van de zorg.
67
Gezien de precaire financiële positie van Pluryn, in hoeverre verwacht u dat een andere
zorginstelling die valt onder Pluryn in de financiële problemen komt, dusdanig dat
er instellingen wellicht moeten sluiten?
Antwoord vraag 67:
In september 2019 heeft Pluryn de eerste versie van haar meerjarenherstelplan gedeeld
met stakeholders. Sindsdien is Pluryn in gesprek met haar stakeholders over het herstelplan.
Pluryn zal samen met haar stakeholders, zoals gemeenten en zorgkantoren, moeten komen
tot een gedragen inzet voor de richting en benodigde maatregelen tot herstel. Ik heb
de Jeugdautoriteit gevraagd de komende tijd de financiële gezondheid van Pluryn te
gaan monitoren zodat vroegtijdig ontstaat in eventuele risico’s voor de continuïteit
van zorg.
Zoals aangegeven in mijn brief van 20 februari 2020 kan Pluryn, evenals elke andere
jeugdhulpinstelling die cruciale jeugdzorg levert, een aanvraag doen voor tijdelijke
liquiditeitssteun op basis van de subsidieregeling «Continuïteit van cruciale jeugdzorg».
27 Met deze regeling kan worden gewaarborgd dat cruciale jeugdzorg gecontinueerd kan
worden in gevallen waarin acute liquiditeitsproblemen zijn ontstaan en waar tegelijkertijd
met gemeenten aan een structureel herstelplan wordt gewerkt. Een aanvraag op basis
van de regeling zal worden beoordeeld door de Jeugdautoriteit op basis van de in de
subsidieregeling opgenomen vereisten. Na advies van de Jeugdautoriteit besluit ik, en daar waar het een gecertificeerde
instelling betreft, eveneens de Minister voor Rechtsbescherming over het toekennen
van subsidie.
68
Wat zijn de oorzaken van de precaire financiële positie van Pluryn? In hoeverre ligt
er een plan bij Pluryn om die financiële positie bij te schaven? Hoe lang is deze
precaire situatie al bekend?
Antwoord vraag 68:
In december 2018 heeft Intermetzo (als onderdeel van Pluryn) bij het Ministerie van
VWS een aanvraag ingediend voor een bedrag van € 17,8 miljoen tijdelijke liquiditeitssteun
gegeven financiële ontwikkelingen bij het jeugdzorg onderdeel van Pluryn. Mede naar
aanleiding van dit verzoek heb ik de Jeugdautoriteit gevraagd een bemiddelende rol
te vervullen tussen gemeente en Pluryn en mij te adviseren over de aanvullende subsidieaanvragen
van Intermetzo.
In april 2019 heeft de Jeugdautoriteit het Ministerie van VWS geadviseerd over financiële
ontwikkelingen bij Pluryn. Naar aanleiding daarvan is het Ministerie van VWS in gesprek
gegaan met de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht van Pluryn. Besluitvorming over
terugvorderen van subsidies en het inrichten van proces met stakeholders om te komen
tot een toekomstbestendige organisatie zijn vervolgstappen geweest.
Pluryn heeft mij laten weten dat de situatie kwetsbaar is geworden door de sterke
groei van de organisatie, zowel in omvang als in complexiteit, sinds de overheveling
van taken naar gemeenten. In deze groei is de professionaliteit van de bedrijfsvoering
onvoldoende meegegroeid. Verder noemt Pluryn de ontoereikende jeugdzorgtarieven, de
verschillende contracten en de druk op de personeelsbezetting als factoren voor de
ontstane situatie.
Pluryn heeft in 2019 onderzocht welke maatregelen genomen moeten worden om de organisatie
weer financieel gezond en toekomstbestendig te maken. Deze maatregelen heeft zij uitgewerkt
in een meerjarenherstelplan. Op 15 november 2019 heb ik uw Kamer bij de beantwoording
van Kamervragen, geïnformeerd over financiële ontwikkelingen bij zorginstelling Pluryn.
28
69
In hoeverre behoort het verder uitwerken van het plan van de Hoenderloo Groep nog
tot een optie, zodat de genoemde partijen beter kunnen toetsen op continuïteit en
kwaliteit van zorg?
Antwoord vraag 69:
Ik ga er vanuit dat u in uw vraagstelling het plan van «Klein Hoenderloo» bedoelt.
In mijn brief van 20 februari heb ik verschillende argumenten genoemd waarom het businessplan
«Klein Hoenderloo» niet goed ontvangen werd. 29 Naast het ontbreken van inhoudelijke en financiële onderbouwing van de plannen past
het concept niet in de ambitie van aanbieders, gemeenten en het Rijk om ook als jongeren
uit huis geplaatst worden, hun (gesloten) verblijf zo thuis mogelijk te organiseren.
Verder gaat het businessplan «Klein Hoenderloo» uit van een faillissement. Dat levert
veel onzekerheden op voor de continuïteit en kwaliteit van zorg en onderwijs en de
financiële positie van Pluryn als zorgaanbieder voor ruim 7.000 cliënten. Het verder
uitwerken van het businessplan van Klein Hoenderloo verkleint deze risico’s niet.
70
Levert de voorgenomen sluiting van de Hoenderloo Groep andere onzekerheid op voor
jongeren, ouders en medewerkers over hoe de zorgverlening wordt voorgezet dan ingeval
van een faillissement? Zo ja, waarom?
Antwoord vraag 70:
Ja, de onzekerheid bij sluiting van de Hoenderloo Groep is voornamelijk gelegen in
de afspraken die kunnen worden gemaakt over de overgang van cliënten en medewerkers
naar andere onderdelen van Pluryn of naar andere aanbieders.
Gedurende een faillissementsperiode kan het voor jongeren, ouders en medewerkers onzeker
zijn hoe de zorgverlening wordt voorgezet. Het is denkbaar dat zorgpersoneel haar
werkzaamheden neerlegt of vroegtijdig overstapt naar een nieuwe werkgever. Bij instellingen
die werken met een grote hoeveelheid ingehuurd personeel, zoals de Hoenderloo Groep,
bestaat daarnaast het risico dat personeel niet-in-loondienst wegblijft omdat zij
niet langer doorbetaald krijgen. De kwaliteit en veiligheid van de na faillissement
geleverde zorg kan daardoor onder druk komen te staan. In het specifieke geval van
Pluryn is het ten slotte zeer waarschijnlijk dat het faillissement scenario van de
Hoenderloo Groep ook leidt tot een verslechtering van de reeds precaire financiële
positie van Pluryn als geheel, waarmee de zorg aan meer dan 7.000 cliënten in gevaar
kan komen.
71
Klopt het dat waar gesteld wordt dat een faillissement van de Hoenderloo Groep «zeer
waarschijnlijk» leidt tot «een verslechtering van de reeds precaire financiële positie
van Pluryn», dit met name het geval is omdat Pluryn dan niet het vastgoed van de Hoenderloo
Groep te gelde kan maken?
Antwoord vraag 71:
Pluryn geeft aan dat de onderlinge financiële, operationele en juridische verbanden
binnen de Pluryn groep bij een ongecontroleerd faillissement van de Hoenderloo Groep
een negatief effect zouden kunnen hebben op de financiële positie van Pluryn als geheel.
De oorzaak van de verslechtering van de financiële situatie bij een faillissement
van de Hoenderloo Groep is niet gelegen in het niet te gelde kunnen maken van het
vastgoed.
72
Is bij de afwijzing van plan Klein Hoenderloo rekening gehouden met de kosten die
Pluryn zal maken om 80 à 90 plekken te realiseren met behoud van professionele expertise?
Antwoord vraag 72:
Het plan van de initiatiefnemers van «Klein Hoenderloo» is op zijn eigen merites beoordeeld
door de diverse stakeholders. Het businessplan «Klein Hoenderloo» bleek te veel onzekerheden
op te leveren voor de continuïteit en kwaliteit van zorg en onderwijs en de financiële
positie van Pluryn als zorgaanbieder voor ruim 7.000 cliënten.
Pluryn heeft bij haar inschatting van de afbouwkosten voor de Hoenderloo Groep rekening
gehouden met de kosten die moeten worden gemaakt om op andere locaties de genoemde
plekken te creëren.
73
Op welke wijze wordt getoetst of Pluryn, na sluiting van de Hoenderloo Groep, financieel
het hoofd boven water houdt?
Antwoord vraag 73:
Bestuurders van aanbieders dragen zorg voor continuïteit van de organisatie en het
waarborgen van de kwaliteit van zorg. Gemeenten hebben een jeugdhulpplicht en zijn
verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van passende jeugdhulp. Dit vereist aan hun
kant regie en samen optrekken. Zorgkantoren moeten ervoor zorgen dat er in de regio
voldoende zorg beschikbaar is voor hun cliënten. De Nza ziet er op toe of zorgkantoren
deze zorgplicht nakomen. Voor mij staat de zorgcontinuïteit voorop en ik volg de financiële
ontwikkelingen van jeugdhulpaanbieders vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke
nauwlettend.
In september 2019 heeft Pluryn de eerste versie van haar meerjarenherstelplan gedeeld
met stakeholders. Sindsdien is Pluryn in gesprek met haar stakeholders over het herstelplan.
Pluryn zal samen met haar stakeholders, zoals gemeenten en zorgkantoren, moeten komen
tot een gedragen inzet voor de richting en benodigde maatregelen tot herstel. Ik heb
de Jeugdautoriteit gevraagd de komende tijd de financiële gezondheid van Pluryn te
gaan monitoren zodat vroegtijdig inzicht ontstaat in eventuele risico’s voor de continuïteit
van zorg.
74
Wat was niet concreet genoeg aan het businessplan van Klein Hoenderloo?
Antwoord vraag 74:
In het businessplan Klein Hoenderloo werd een visie op zorg beschreven, maar concretisering
hiervan (o.a. zorgvraag, maatregelen voor verbeteren van de kwaliteit, de financiële
onderbouwing en governance) ontbrak. Het bleef, ook na aanvullende vragen, onduidelijk
hoe de kwaliteit van zorg op het gewenste niveau gebracht zou worden, en hoeveel tijd
daarvoor nodig zou zijn. Enkele doelen die wel concreet waren, zoals het reduceren
van ziekteverzuim en het realiseren van een werknemerspoule met 80% hbo-verpleegkundigen,
werden niet onderbouwd. In het businessplan werd genoemd dat onderwijs integraal onderdeel
van het aanbod zou zijn, maar een strategie ontbrak. Daarnaast werd niet voldoende
uitgewerkt welke maatregelen Klein Hoenderloo door zou voeren om tot een structureel
positief financieel resultaat te komen, en bestond onduidelijkheid over de benodigde
investeringen. Tot slot bleef onduidelijk welke transactie Klein Hoenderloo voor zich
zag: er werd geen beeld geschetst welke activa, activiteiten, cliënten, contracten
en mensen over zouden gaan. Een transactieprijs is niet genoemd, noch een indicatie
hiervan of bandbreedte.
75
Welke concrete maatregelen zijn er nodig om het faillissement scenario van de Hoenderloo
Groep wél te doen slagen en de risico’s die hiermee gepaard zouden gaan af te dekken?
Antwoord vraag 75:
Het faillissement scenario zie ik als een risico, allereerst voor de betrokkenen.
Gedurende een faillissementsperiode zal het voor jongeren, ouders en medewerkers onzeker
zijn hoe de zorgverlening wordt voorgezet. Het is denkbaar dat zorgpersoneel haar
werkzaamheden neerlegt of vroegtijdig overstapt naar een nieuwe werkgever. Bij instellingen
die werken met een veel ingehuurd personeel, zoals de Hoenderloo Groep, bestaat daarnaast
het risico dat personeel niet-in-loondienst wegblijft omdat zij niet langer doorbetaald
krijgen. De kwaliteit en veiligheid van de na faillissement geleverde zorg kan daardoor
onder druk komen te staan. In het specifieke geval van Pluryn is het ten slotte zeer
waarschijnlijk dat het faillissementsscenario van de Hoenderloo Groep ook leidt tot
een verslechtering van de reeds precaire financiële positie van Pluryn als geheel,
waarmee de zorg aan meer dan 7.000 cliënten in gevaar kan komen.
Hoewel er begrip is voor het feit dat de initiatiefnemers geen bedrijfsgevoelige informatie
bloot kunnen geven, lieten genoemde stakeholders unaniem weten dat het businessplan
Klein Hoenderloo te weinig concreet blijft om (goed) te kunnen beoordelen. Het ontbreken
van inhoudelijke en financiële onderbouwing van de plannen geeft onvoldoende zekerheid
over de continuïteit en kwaliteit van zorg en onderwijs. Een doorstart van de zorg
op het terrein van de Hoenderloo Groep is dus niet haalbaar, maar een doorstart van
de zorg en expertise van Hoenderloo Groep op andere locaties van Pluryn wél. Ik zie
geen aanleiding om mijn standpunt te wijzigen.
76
Welke inhoudelijke en financiële informatie ontbreekt er in het businessplan Klein
Hoenderloo waardoor onder andere de IGJ en de Onderwijsinspectie zich onvoldoende
een beeld te kunnen vormen van de kwaliteit van de zorg en het onderwijs die Klein
Hoenderloo zou willen aanbieden?
Antwoord vraag 76:
In het businessplan Klein Hoenderloo werd een visie op zorg beschreven, maar concretisering
hiervan (o.a. zorgvraag, maatregelen voor verbeteren van de kwaliteit, de financiële
onderbouwing en governance) ontbrak. Het bleef, ook na aanvullende vragen, onduidelijk
hoe de kwaliteit van zorg op het gewenste niveau gebracht zou worden, en hoeveel tijd
daarvoor nodig zou zijn. Enkele doelen die wel concreet waren, zoals het reduceren
van ziekteverzuim en het realiseren van een werknemerspoule met 80% hbo-verpleegkundigen,
werden niet onderbouwd. In het businessplan werd genoemd dat onderwijs integraal onderdeel
van het aanbod zou zijn, maar een strategie ontbrak. Daarnaast werd niet voldoende
uitgewerkt welke maatregelen Klein Hoenderloo door zou voeren om tot een structureel
positief financieel resultaat te komen, en bestond onduidelijkheid over de benodigde
investeringen. Tot slot bleef onduidelijk welke transactie Klein Hoenderloo voor zich
zag: er werd geen beeld geschetst welke activa, activiteiten, cliënten, contracten
en mensen over zouden gaan. Een transactieprijs is niet genoemd, noch een indicatie
hiervan of bandbreedte.
77
Welke stappen worden er gezet en door wie om het businessplan aan te vullen met de
benodigde informatie waardoor het businessplan wél op zijn merites kan worden beoordeeld?
Antwoord vraag 77:
Deze stappen heb ik, op verzoek van uw Kamer, gezet tussen 22 januari en 20 februari
2020, samen met de stakeholders: initiatiefnemers Klein Hoenderloo, gemeenten, Pluryn,
Jeugdautoriteit, de IGJ, de Inspectie van het Onderwijs en het Ministerie van OCW.
Ik heb twee rondes georganiseerd waarin betrokken partijen, elk vanuit de eigen rol
en verantwoordelijkheid, het voorliggende businessplan beoordeelden en verhelderende
vragen konden stellen. De initiatiefnemers hadden op deze manier de kans het businessplan
aan te passen om aan de vragen en zorgen tegemoet te komen. Ook liet ik KPMG (de verschillende
versies van) het businessplan toetsen. Hierover informeerde ik uw Kamer in mijn brief
van 20 februari. 30
78
Kunt u van de vier criteria per criteria afzonderlijk aangeven waarom residentiele
(jeugd)zorg op het terrein van de Hoenderloo Groep niet haalbaar is?
Antwoord vraag 78:
Pluryn heeft vier residentiele alternatieven verkend voor een doorstart van de Hoenderloo
Groep op hetzelfde terrein, namelijk reguliere 3-mileu jeugdzorg voorziening, kleinschalig
expertisecentrum voor kinderen met een autisme spectrum stoornis (KIB-ASS), gezinshuizen
en trainingshuizen. Pluryn concludeerde dat geen van de alternatieven aan alle criteria
voldeed. KPMG, door mij ingehuurd als onafhankelijk adviseur, onderschrijft de conclusie.
Ook gemeenten ondersteunen de uitkomsten.
• Criterium 1: kwaliteit van zorg. Een reguliere 3-milieu jeugdzorgvoorziening is kwalitatief
niet haalbaar, omdat deze op kleine schaal niet kwalitatief goed te realiseren is.
Een KIB-ASS expertisecentrum is kwalitatief wel haalbaar, ook wat betreft het passende
onderwijs voor een dergelijk expertisecentrum. Gezinshuizen zijn mogelijk met goede
kwaliteit van zorg, maar alleen voor een specifieke doelgroep (niet voor de meeste
de Hoenderloo Groep cliënten). Trainingshuizen zijn kwalitatief niet haalbaar, vanwege
het gebrek aan het noodzakelijke woonperspectief voor de lange termijn op dit terrein.
• Criterium 2: aansluiting zorgvraag. Een reguliere 3-milieu jeugdzorgvoorziening sluit
niet aan op de zorgvraag, aangezien de vraag naar zulke voorzieningen terugloopt en
dit aanbod niet aansluit op de transformatie-opgaven waar gemeenten (en Rijk) om vragen.
Een KIB-ASS expertisecentrum past wel binnen de zorgvraag, met het oog op de groeiende
vraag naar dit specialisme. Wat betreft gezinshuizen is het onzeker of er voldoende
behoefte is aan deze vorm van gezinswonen in landelijk gebied – er is vooral vraag
naar soortgelijk aanbod in de wijk. Trainingshuizen sluiten niet aan op de marktvraag,
aangezien hierbij inclusie in de wijk en opbouw van een netwerk nodig is – dit is
niet mogelijk op het terrein van de Hoenderloo Groep.
• Criterium 3: financiële haalbaarheid. De financiële haalbaarheid is een onoverkomelijk
bezwaar voor een KIB-ASS expertisecentrum – de hoge investeringskosten voor het opbouwen
van een expertisecentrum kan Pluryn niet zelfstandig betalen. Gezinshuizen brengen
hoge kosten met zich mee: ofwel door hoge verbouwingskosten, ofwel door een hoge impact
op de verkoopwaarde van het resterend vastgoed. Dit criterium is niet van toepassing
op reguliere 3-milieu jeugdzorg en trainingshuizen.
• Criterium 4: praktische haalbaarheid. Een KIB-ASS expertisecentrum is praktisch haalbaar.
De daadwerkelijke bouw (mits extern gefinancierd) en werven van personeel lijkt geen
probleem. Volledige nieuwbouw van een expertisecentrum lijkt echter logischer in de
nabijheid van een terrein met residentiële zorg. Gezinshuizen zijn praktisch niet
haalbaar – het vinden van 10 geschikte gezinsouders kost ca. 2 jaar (en mogelijk langer
bij woningen op afgelegen locatie). Gemeenten geven aan gezinshuizen alleen te steunen
als deze in de wijk staan, niet op een terrein zoals de Hoenderloo Groep. Dit criterium
is niet van toepassing op reguliere 3-milieu jeugdzorg en trainingshuizen.
79
Is er binnen die vier criteria meer zwaarte toegekend aan bepaalde criteria, zo ja
aan welke?
Antwoord vraag 79:
Nee, Pluryn geeft aan dat elk van deze vier criteria even zwaar is meegewogen in de
verkenning van de alternatieven op het terrein van de Hoenderloo Groep.
80
Heeft het voornemen om onroerend goed van de Hoenderloo Groep te verkopen meegespeeld
in de conclusie dat residentiele jeugdzorg op het terrein van de Hoenderloo Groep
niet haalbaar is?
Antwoord vraag 80:
Volgens Pluryn heeft dat niet meegespeeld. De mogelijke doorstart opties op het terrein
van de Hoenderloo Groep zijn beoordeeld op 4 criteria: kwaliteit van zorg, aansluiting
op de behoefte, financiële haalbaarheid en praktische haalbaarheid. KPMG, door mij
ingehuurd als onafhankelijk adviseur onderschrijft de conclusies van Pluryn.
81
Op hoeveel andere locaties is er sprake van nabij gelegen onderwijs?
Antwoord vraag 81:
Pluryn geeft aan dat op alle jeugdzorglocaties van Pluryn nabijgelegen onderwijs is.
82
Kunt u aangeven in welke instellingen de 50 beschikbare plaatsen zijn die niet bezet
waren op de peildatum 3 februari 2020?
Antwoord vraag 82:
Bijlage 1 bevat de uitkomsten van de Inventarisatie capaciteit jeugdzorgplus en open
3-milieus voorzieningen. 31 De rapportage van de uitkomsten beperkt zich tot geaggregeerde gegevens. Uit oogpunt
van bedrijfsgevoeligheid bevat de bijgevoegde rapportage geen tot individuele instellingen
herleidbare gegevens.
83
Kunt u specifiëren in getallen wat de verhouding is van de beschikbare capaciteit
gesloten jeugdhulp en het aantal geplaatste jongeren op de peildatum van het onderzoek,
3 februari 2020?
Antwoord vraag 83:
Van de beschikbare 891 plaatsen waren er 825 bezet. 32
84
Kunt u deze getallen ook uiteenzetten voor de open 3-milieusvoorzieningen op de peildatum
3 februari 2020?
Antwoord vraag 84:
Van de beschikbare 1326 plaatsen waren er 1161 bezet. 33
85
Kunt u beschrijven hoe u tot het getal 33 wachtenden bij instellingen voor gesloten
jeugdhulp bent gekomen voor de peildatum 3 februari 2020?
Antwoord vraag 85:
Dat aantal hebben de instellingen aangevuld door de plaatsingscoördinatoren jeugdzorgplus
opgegeven aan de onderzoekers die de Inventarisatie capaciteit jeugdzorgplus en open
3-milieus voorzieningen hebben uitgevoerd. 34 In definitieve rapportage is het aantal van 33 gecorrigeerd naar 47. Zoals in de
inventarisatie staat wacht een belangrijk deel van de wachtenden, die soms al in de
(gesloten) jeugdhulp verblijven op een meer passende plaats.
86
Is 33 wachtenden het totaal aantal wachtenden voor gesloten jeugdhulp op 3 februari
2020?
Antwoord vraag 86:
Het aantal wachtenden op peildatum 3 februari 2020 van 33 is gecorrigeerd naar 47.
Dat is het aantal dat de instellingen voor gesloten jeugdhulp en de plaatsingscoördinatoren
jeugdzorgplus hebben opgegeven aan de onderzoekers. De plaatsingscoördinatie voor
gesloten jeugdhulp werkt alleen voor het plaatsen van jeugdigen met een door de kinderrechter
verleende machtiging gesloten jeugdhulp. Daarom kent alleen de gesloten jeugdhulp
een systeem waar het aantal wachtenden wordt bijgehouden. Zoals in de inventarisatie
staat wacht een belangrijk deel van de wachtenden, die soms al in de (gesloten) jeugdhulp
verblijven op een meer passende plaats. 35
87
Is het mogelijk om het totaal aantal wachtenden voor gesloten jeugdhulp in kaart te
brengen? Zo ja, kunt u die cijfers uiteenzetten?
Antwoord vraag 87:
Ja. Uit de bijgevoegde inventarisatie komt dat er 47 wachtenden zijn op een passende
plaats in de gesloten jeugdhulp.36 Zoals in de inventarisatie staat wacht een belangrijk deel van de wachtenden, die
soms al in de (gesloten) jeugdhulp verblijven op een meer passende plaats.
88
Wat doet u om de cijfers voor het aantal wachtenden voor gesloten jeugdhulp in kaart
te brengen?
Antwoord vraag 88:
Ik heb dat laten doen voor de inventarisatie van de beschikbare capaciteit Jeugdzorgplus
en open 3-milieus voorzieningen. De rapportage daarover heb ik bijgevoegd.37 Daarnaast is het zo dat vijf plaatsingcoördinatiepunten jeugdzorgplus altijd over
een actueel overzicht beschikken voor hun eigen zorggebied.
89
Wat zijn de onderliggende redenen waarom de Hoenderloo Groep niet op het eigen terrein
verder kan? Kunt u een onderbouwing geven op basis van de vier genoemde criteria?
Antwoord vraag 89:
Op mijn verzoek heeft Pluryn nogmaals kritisch gekeken welke jeugdzorgactiviteiten
potentieel door Pluryn kunnen worden aangeboden op de locaties van de Hoenderloo Groep.
Vier mogelijkheden zijn onderzocht: 1) reguliere 3-milieus jeugdzorg, 2) een kleinschalig
expertisecentrum voor jongeren met autisme spectrum stoornissen, 3) gezinshuizen en
4) trainingshuizen. Deze mogelijkheden werden getoetst op vier criteria: kwaliteit
van zorg, aansluiting op de behoefte, financiële haalbaarheid en praktische haalbaarheid.
De conclusie van Pluryn is dat residentiele (jeugd)zorg (en daarmee onderwijs) op
het terrein van de Hoenderloo Groep niet haalbaar is. KPMG, door mij ingehuurd als
onafhankelijk adviseur, onderschrijft deze conclusie. Geen van de alternatieven biedt
een praktisch haalbare optie die leidt tot verbeterde kwaliteit van zorg, aansluitend
op de zorgvraag en tegen verantwoorde kosten. Daarentegen blijkt een doorstart van
de zorg van de Hoenderloo Groep op andere locaties wél mogelijk. Dit past in de beweging
die de betrokken regio’s voorstaan om te komen tot passende zorg dichtbij huis. Hiermee
wordt de expertise omtrent complexe jeugdzorg binnen Pluryn behouden, wordt complexe
zorg geconcentreerd op andere locaties (met betere bezetting en kwaliteit als gevolg)
en kunnen jongeren die nu in zorg zijn bij de Hoenderloo Groep vervolgzorg krijgen
op die locaties.
90
Op welke andere locaties wordt de complexe zorg geconcentreerd? In hoeverre zijn dat
plekken binnen of buiten Pluryn? Wat zijn redenen om voor díe locaties te kiezen?
In hoeverre is dat passend binnen het idee van passende zorg binnen regio’s, dichtbij
huis?
Antwoord vraag 90:
Pluryn verwacht in totaal zo’n 80 à 90 nieuwe plaatsen te kunnen creëren binnen de
organisatie, in de open en gesloten jeugdzorg. Deze plaatsen komen in verschillende
regio’s. Zo wordt gedacht aan het uitbreiden van plekken in Almere, Valkenheide, Oosterbeek,
De Glind en Almelo (open jeugdzorg, gezinshuizen) en Lindehorst en Eefde (gesloten
jeugdzorg). Alle zorglocaties van Pluryn zijn er voor jongeren met een complexe zorgvraag
en hebben beschikking over vrijetijdsbesteding, therapie en onderwijs.
91
Waarom kan Pluryn kwaliteit van zorg bieden op andere locaties, als dat op de Hoenderloo
Groep kennelijk niet kon? Is IGJ betrokken bij de toets of kwaliteit van zorg inderdaad
geborgd is. En waarom
Antwoord vraag 91:
Pluryn geeft aan dat de lage kwaliteit van zorg op de locaties Hoenderloo en Deelen
te wijten valt aan een combinatie van factoren. Zo was een (te) grote concentratie
ontstaan van de meest complexe jeugd. Behandeling van complexe jongeren vraagt om
kleinschaligheid en hoog geschoold personeel. Beide konden in Hoenderloo en Deelen
niet worden geboden. Volgens Pluryn hebben de andere locaties een beter mix van personeel
en is daar minder sprake van een grote concentratie van de meest complexe jeugd.
De IGJ ziet toe op de zorgcontinuïteit en de zorgvuldigheid van de zorgoverdracht,
en zal de komende tijd extra toezichtbezoeken aan de andere jeugdzorglocaties van
Pluryn brengen om de kwaliteit van zorg daar te monitoren.
92
Is er onderzoek gedaan hoe groot de bestaande behoefte is onder ouders en kinderen
aan een grootschalige woonvoorziening zoals de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 92:
Er is geen onderzoek gedaan naar de behoefte onder ouders en kinderen naar een grootschalige
woonvoorziening. Wel heb ik een inventarisatie laten doen naar de beschikbare capaciteit
voor jeugdzorgplus en 3-milieusvoorzieningen. De rapportage daarover heb ik bijgevoegd.38
93
Op welke manier wil u de beschikbaarheid van aanbod de komende tijd volgen?
Antwoord vraag 93:
Mede op verzoek van de VNG hebben we de inventarisatie van de capaciteit voor jeugdzorgplus
en 3-milieus voorzieningen zo ingericht dat we deze uitvraag kunnen herhalen. Ik ga
daarover afspraken maken met de VNG en Jeugdzorg Nederland.
94
Op basis van welke kennis concludeert u dat de 80 a 90 nieuw gecreëerde plaatsen op
andere locaties van Pluryn ook passend zullen zijn voor de jongeren die op dit moment
bij de Hoenderloo Groep zorg krijgen?
Antwoord vraag 94:
Pluryn levert op dit moment op veel van de locaties waar nieuwe plaatsen worden gecreëerd,
ook nu al gespecialiseerde jeugdhulp. De IGJ brengt tot aan de sluiting meerdere bezoeken
aan de Hoenderloo Groep en beoordeelt de zorgcontinuïteit en de zorgvuldigheid van
de zorgoverdracht van jongeren naar de andere locaties. Afhankelijk van de ontwikkelingen
met het Coronavirus vormt de IGJ zich ook op alternatieve wijzen een eigen beeld van
de situatie.
95
Klopt het dat er in Nederland naast goede residentiële zorg in regio’s, ook grootschaliger
woonvoorzieningen zullen moeten zijn, al is het maar uit kostenoogpunt? Zo ja, waarom
komt dat niet tot uitdrukking in de brief en is het geen argument bij de beoordeling
over het plan Klein Hoenderloo?
Antwoord vraag 95:
In de brief van 20 februari 2020 heb ik niet beargumenteerd dat er geen behoefte zou
zijn aan grootschaliger woonvoorzieningen. 39 Wel heb ik genoemd dat aanbieders, gemeenten en het Rijk de ambitie hebben om ook
als jongeren uit huis geplaatst worden, hun (gesloten) verblijf zo thuis mogelijk
te organiseren. Er is een breed gedragen wens om meer kleinschalige, meer gezinsgerichte
woonvormen te ontwikkelen. De Tweede Kamer is met regelmaat over deze ambitie geïnformeerd
(zie ook mijn brief van 16 april 2018 over het Programma «Zorg voor de Jeugd»40, mijn brief van 7 november 2019 «Naar een betere organisatie van jeugdhulp, jeugdbescherming
en jeugdreclassering» 41 en mijn brief «Perspectief voor de Jeugd» van 20 maart 202042). Ik verwijs in dit verband ook naar de motie van het lid Voordewind c.s.43
96
Worden er naast het volgen van de beschikbaarheid van plekken ook actieve stappen
ondernomen om de beschikbaarheid te vergroten?
Antwoord vraag 96:
Ja. Een voorbeeld daarvan is de (tijdelijke) uitbreiding van de capaciteit van de
gesloten jeugdhulp bij Via Jeugd, ook als gevolg van de sluiting van Juzt.
97
In hoeverre zijn ouders en jongeren tevreden over het ingezette proces? Wat zijn de
zorgen van de ontevreden ouders en jongeren?
Antwoord vraag 97:
De meeste jongeren kunnen hun behandeling zoals gepland afronden voordat de Hoenderloo
Groep eind augustus sluit. Het voorzien in een passend en duurzaam aanbod voor de
groep van zo’n 40 jongeren die niet in augustus hun behandeling afronden is maatwerk.
Afspraak is dat Pluryn samen met jongeren en hun ouders/voogd, en in overleg met betrokken
gemeenten tot een passend en duurzaam aanbod komen, ook als dit buiten Pluryn gerealiseerd
moet worden. De ouders zijn hierover, begrijpelijkerwijs, nog niet gerust: de uitkomst
is immers nog onzeker. Pluryn heeft tweewekelijks contact met een groep bezorgde ouders
en stemt daar ook zaken over het te volgen proces en communicatie mee af. Ook is de
cliëntenraad actief betrokken.
Inmiddels hebben al deze jongeren een aanbod gekregen en begint dus meer duidelijkheid
te bestaan. Er zijn twee gesprekrondes geweest. Eerst heeft een oriënterend gesprek
plaatsgevonden; daarna een tweede waarin Pluryn jongere en ouders/voogd een concreet
voorstel heeft gedaan. De IGJ brengt tot aan de sluiting meerdere bezoeken aan de
Hoenderloo Groep en beoordeelt de zorgcontinuïteit en de zorgvuldigheid van de zorgoverdracht.
De IGJ verwacht dat Pluryn daarbij de jongeren expliciet betrekt.
98
Is de kans aanwezig dat door een kwalitatieve mismatch op de beschikbare capaciteit
gesloten jeugdhulp het tóch nodig zou kunnen zijn om de Hoenderloo Groep te behouden?
Wat doet dat met de gemaakte analyses?
Antwoord vraag 98:
In mijn brief van 20 februari 2020 staat dat een kwantitatief evenwicht tussen vraag
en aanbod nog geen garantie is voor een (direct) passend aanbod.44 Als dat er niet is, is het de verantwoordelijkheid van de gemeente(n) zorg te dragen
voor een passend aanbod voor toekomstige zorgvraag. Het behouden van de Hoenderloo
Groep is daarvoor niet noodzakelijk. Pluryn gaat een doorstart van de zorg van de
Hoenderloo Groep organiseren door op andere locaties plaatsen te creëren, waarbij
de specifieke expertise van de Hoenderloo Groep wordt meegenomen. Pluryn verwacht
in totaal zo’n 80 à 90 nieuwe plaatsen te kunnen creëren in de open en gesloten jeugdzorg.
Daarmee komen er volgens Pluryn ruim voldoende plaatsen voor de jongeren van de Hoenderloo
Groep die niet in augustus uitstromen. Dit past in de beweging die de betrokken regio’s
voorstaan om te komen tot passende zorg dichtbij huis. Hiermee wordt de expertise
omtrent complexe jeugdzorg binnen Pluryn behouden, wordt complexe zorg geconcentreerd
op andere locaties (met betere bezetting en kwaliteit als gevolg) en kunnen jongeren
die nu in zorg zijn bij de Hoenderloo Groep vervolgzorg krijgen op die locaties.
99
Welke concrete acties heeft Pluryn inmiddels ondernomen om het personeel van de Hoenderloo
Groep te behouden voor andere locaties en/of voor de jeugdzorg en het begeleiden van
medewerkers van werk-naar-werk?
Antwoord vraag 99:
Ik vind het belangrijk dat de zorgmedewerkers voor de sector behouden blijven. Want
de arbeidsmark problematiek en het hoge personeelsverloop in de jeugdsector zijn hardnekkig.
Daarom is het goed dat Pluryn steeds heeft gecommuniceerd alle zorgprofessionals graag
te willen en kunnen behouden. Volgens Pluryn zijn hiertoe alle nodige maatregelen
genomen. Zo is er een speciale servicedesk ingericht, dat als aanspreekpunt fungeert
voor alle medewerkers van de Hoenderloo Groep. Ook hebben medewerkers belangstellingsformulieren
ontvangen en zijn belangstellingsgesprekken gevoerd. Medewerkers van de Hoenderloo
Groep hebben voorrang op interne functies. Ook worden functies voor hen vrijgehouden
als zij eerst nog nodig zijn op de zorglocaties Hoenderloo of Deelen. De inspectie
gaf in haar eerste voortgangsbericht aan het belangrijk te vinden dat zoveel mogelijk,
vertrouwd personeel, voor jeugdigen beschikbaar blijft. De inspectie constateert in
haar tweede voortgangsbericht, dat dit gezien de uitstroom van medewerkers niet de
praktijk is voor jeugdigen. In de afgelopen periode zijn veel pedagogisch medewerkers
uitgestroomd, waarvan een deel naar andere onderdelen van Pluryn. De inspectie verwacht
dat Pluryn de opgestelde spelregels over doorstroom van medewerkers naar andere locaties
zo snel mogelijk vertaalt naar een werkwijze in de praktijk, zodat in het belang van
de jeugdigen benodigde medewerkers zoveel mogelijk behouden blijven voor de locaties
in Hoenderloo en Deelen.45
100
Wat verstaat u onder een early warning systeem?
Antwoord vraag 100:
Een goed functionerend early warning systeem draagt, door het monitoren van een aantal
indicatoren, bij aan het vroegtijdig signaleren van continuïteitsrisico’s in het jeugddomein.
Deze signalering wordt opgevolgd door het handelen door de betreffende partijen om
deze risico’s in te perken en/of op te lossen. De Jeugdautoriteit voert momenteel
een verkenning uit naar het opzetten van een early warning systeem. Daarbij worden
de ervaringen met het early warning instrument van de VNG meegenomen.
101
Kunt u aangeven op welk moment u geïnformeerd bent over dreigende discontinuïteit
van cruciale jeugdhulp bij de Hoenderloo Groep?
Antwoord vraag 101:
Pluryn heeft op 21 november 2019 met het Ministerie van VWS gedeeld dat de sluiting
van de zorglocaties Hoenderloo en Kop van Deelen werd verkend en op 2 december 2019
aangekondigd dat Pluryn de Hoenderloo Groep gaat sluiten. Er is op dit moment geen
dreiging van discontinuïteit van de jeugdhulp die door de Hoenderloo Groep wordt geleverd.
Er is wel sprake van gecontroleerde zorgafbouw op die locatie en een doorstart van
zorg op andere locaties. Pluryn blijft, tot het laatste kind, verantwoordelijk voor
de continuïteit van zorg aan de kinderen die op dit moment bij de Hoenderloo Groep
zorg ontvangen.
102
Heeft u bij de Hoenderloo Groep partijen aan tafel gezet en aangesproken op hun verantwoordelijkheden
om de continuïteit van de zorg voor jongeren te waarborgen? Zo ja, wanneer was dat
voor het eerst?
Antwoord vraag 102:
Ja. Ik heb mij na de aankondiging van het voorgenomen besluit tot sluiting van de
Hoenderloo Groep door de IGJ, Pluryn en gemeenten laten informeren en heb mij sindsdien
met regelmaat op de hoogte laten stellen van de situatie. Begin januari ben ik bij
de Hoenderloo Groep op bezoek geweest, waar ik sprak met enkele jongeren, ouders,
professionals, vertegenwoordigend wethouder namens gemeenten en de bestuurder van
Pluryn. Ik heb Pluryn en gemeenten daar aangesproken op hun verantwoordelijkheden,
waarbij ik heb benadrukt dat continuïteit van de zorg die de jongeren op dit moment
verblijven bij de Hoenderloo Groep het belangrijkste is. Ik laat mij door de IGJ,
Pluryn en de gemeenten met regelmaat informeren over de stand van zaken.
In de periode januari – februari 2020 heb ik stakeholders en de initiatiefnemers van
«Klein Hoenderloo» bijeen geroepen om te verkennen of een doorstart van de Hoenderloo
Groep mogelijk was. Pluryn heeft hiertoe, op mijn verzoek, vier doorstartalternatieven
uitgewerkt. Hierover kunt u meer lezen in mijn brief van 20 februari 2020.46
103
Heeft u bij de Hoenderloo Groep een financiële bijdrage geleverd op basis van de subsidieregeling
«Continuïteit cruciale jeugdzorg»? Zo ja, om hoeveel gaat en waarom heeft u hiervoor
gekozen?
Antwoord vraag 103:
Ik heb Pluryn geen tijdelijke liquiditeitssteun verleend op basis van de subsidieregeling
«Continuïteit cruciale jeugdzorg». Pluryn heeft ook geen aanvraag ingediend.
104
In hoeverre zijn er onder de 40% jeugdzorgaanbieders die hoog risico hebben op financiële
problemen aanbieders die nodig zijn om de continuïteit van zorg binnen een regio te
borgen? Voor hoeveel jongeren is er geen plek te vinden als hun huidige instelling
omvalt?
Antwoord vraag 104:
In november 2019 heeft de Jeugdautoriteit een eerste scan laten uitvoeren door Ernst
& Young (EY) naar de financiële gezondheid van 120 aanbieders van complexe jeugdhulp.
De opdracht is uitgevoerd op basis van openbare gepubliceerde gegevens zoals jaarverslagen,
jaarrekeningen en nieuwsberichten. Op basis van deze informatie kunnen geen conclusies
worden getrokken over het aantal jongeren dat geen passende jeugdhulp kan ontvangen
als hun huidige zorgorganisatie sluit.
EY concludeert dat de financiële positie van 40% van de onderzochte aanbieders hoog
risicovol is. De uitkomsten van het onderzoek zijn in november naar uw Kamer gestuurd.
Evenwel is nader onderzoek naar de achterliggende factoren noodzakelijk om hier in
concluderende vorm uitspraken over te doen. Om die reden voert de Jeugdautoriteit
dit jaar verdiepend onderzoek uit op de uitkomsten van het onderzoek van EY. Onderdeel
van het onderzoek zijn gesprekken met aanbieders waarvan de jaarrekening risico’s
laten zien, met als doel om deze risico’s terug te brengen. Ik heb toegezegd uw Kamer
voor de zomer over de uitkomsten van het verdiepend onderzoek te informeren. Vanwege
de corona-maatregelen is de verwachting dat dit onderzoek enige vertraging oploopt.
De Jeugdautoriteit zal de uitkomsten onder de aandacht brengen van gemeenten en aanbieders.
105
In welke gemeenten en/of regio’s bevinden de jeugdinstellingen zich die hoog risico
hebben op financiële problemen?
Antwoord vraag 105:
Op basis van bovengenoemde scan naar de financiële positie van aanbieders van complexe
jeugdhulp kunnen geen conclusies worden getrokken over betreffende gemeenten en/of
regio’s. Aanvullend daarop is mij geen algemeen overzicht bekend van aanbieders met
(dreigende) financiële problemen.
106
Welke conclusies verbindt u aan het feit dat er onder 40% van de jeugdaanbieders hoog
financieel risico is? Welke stappen onderneemt u, naast het verdiepende onderzoek,
om dit tegen te gaan en daarnaast ook aan te pakken?
Antwoord 106
Signalen rond de financiële ontwikkelingen van jeugdhulpaanbieders neem ik zeer serieus
vanuit mijn rol als stelselverantwoordelijke. Zorgcontinuïteit staat hierbij altijd
voorop. Ik heb diverse stappen gezet om de zorgcontinuïteit te kunnen borgen, zoals
nader uiteengezet in mijn brief van 15 januari 2020 over de financiële situatie bij
jeugdzorginstellingen47 en mijn brief van 20 maart 2020 met de nadere uitwerking van mijn beleidsvoornemens
om te komen tot een betere organisatie van jeugdzorg.48 De Jeugdautoriteit, die sinds januari 2019 bestaat, heb ik opgericht om risico’s
op discontinuïteit van zorg te signaleren, te voorkomen en op te vangen.
De Jeugdautoriteit versterkt in 2020 haar werkzaamheden om continuïteitsproblemen
eerder te signaleren en sneller aan te kunnen pakken. In 2020 zal de Jeugdautoriteit
hiertoe vier functies ontwikkelen, inrichten en vervullen:
• Monitoring om ontwikkelingen in het stelsel van de zorg voor de jeugd en tekortkomingen,
bijvoorbeeld in het contracteerproces, te onderkennen en te agenderen bij landelijke
partijen (BGZJ, VNG en Rijk).
• Vroegsignalering van risico’s voor continuïteit van cruciale jeugdzorg in concrete
gevallen te agenderen bij gemeenten/regio’s en aanbieders. Waar nodig partijen aan
spreken en wijzen op hun verantwoordelijkheden.
• Escalatie naar het Rijk als dit onvoldoende soelaas biedt om (grotere) risico’s voor
continuïteit van cruciale jeugdzorg te voorkomen, waarop het Rijk in een positie komt
regie te kunnen nemen.
• Het Rijk adviseren over tijdelijke liquiditeitsondersteuning van aanbieders en de
voorwaarden waaronder deze verstrekt wordt («vangnetregeling»).
Voor dergelijke tijdelijke ondersteuning is per 1 januari 2020 de subsidieregeling
«Continuïteit cruciale jeugdzorg» van kracht. Voor deze regeling is € 20 miljoen voor
mogelijke leningen beschikbaar. Met deze regeling kan worden gewaarborgd dat cruciale
jeugdzorg gecontinueerd kan worden in gevallen waarin acute liquiditeitsproblemen
zijn ontstaan en waar tegelijkertijd aan een structureel herstelplan wordt gewerkt.
De voornoemde versterking van handelen en de positionering van de autoriteit worden
in de Jeugdwet vastgelegd. Met het oog op continuïteit van jeugdzorg en een doelmatig
en doeltreffend stelsel laten we de Jeugdautoriteit via geleidelijke taakuitbreiding
en passend bij een decentrale verantwoordelijkheid groeien in een structurele rol
van neutrale regulator en toezichthouder, vergelijkbaar met de NZa, jeugdzorg breed.
107
Wanneer is de Jeugdautoriteit betrokken geraakt bij Pluryn? Wat was en is de inzet
van de Jeugdautoriteit bij Pluryn?
Antwoord vraag 107:
In december 2018 heeft Intermetzo (als onderdeel van Pluryn) bij VWS aanvragen ingediend
op grond van de «Beleidsregels subsidieverstrekking bijzondere transitiekosten Jeugdwet»
voor een totaalbedrag van € 17,8 miljoen gegeven financiële ontwikkelingen bij Pluryn.
Mede naar aanleiding van dit verzoek heb ik de Jeugdautoriteit gevraagd een bemiddelende
rol te vervullen tussen gemeenten en Pluryn en mij te adviseren over aanvullende subsidieaanvragen
van Intermetzo en de vaststelling van de reeds verleende subsidies aan Intermetzo.
Bij gesprekken tussen de Jeugdautoriteit en Pluryn in maart 2019 bleek dat problemen
ontstonden met het betalen van openstaande rekeningen door gemeenten. Op dat moment
heeft de Jeugdautoriteit haar rol opgepakt en gemeenten en Pluryn bijeen gebracht
om de continuïteit van de jeugdzorg te kunnen borgen. In april 2019 heeft de Jeugdautoriteit
het Ministerie van VWS geadviseerd over financiële ontwikkelingen bij Pluryn. Naar
aanleiding daarvan is het Ministerie van VWS in gesprek gegaan met de Raad van Bestuur
en Raad van Toezicht van Pluryn. De Jeugdautoriteit heeft VWS in november 2019 over
de aanvragen geadviseerd. Besluitvorming over terugvorderen van subsidies en het inrichten
van proces met stakeholders om te komen tot een toekomstbestendige organisatie zijn
vervolgstappen geweest.
Conform haar primaire doelstelling was en is de inzet van de Jeugdautoriteit bij Pluryn,
evenals bij andere zorginstellingen die cruciale jeugdzorg leveren, gericht op het
borgen van de continuïteit van cruciale jeugdzorg. Daarbij vervult de Jeugdautoriteit
een aantal taken, zoals bemiddeling tussen gemeenten en aanbieders. De Jeugdautoriteit
gaat de komende tijd de financiële gezondheid van Pluryn monitoren zodat eventuele
risico’s voor de continuïteit van zorg vroegtijdig inzichtelijk zijn.
108
Kunt u uitleggen waarom u een oplossing ziet in een niet-vrijblijvende manier van
(boven-)regionaal samenwerken van gemeenten om de continuïteit van specifieke vormen
van jeugdzorg te borgen? Kunt u in uw antwoord toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid
meenemen?
Antwoord vraag 108:
Ik wil dat mensen erop kunnen vertrouwen dat jeugdzorg goed, betaalbaar en beschikbaar
is en blijft. Met de decentralisatie is de schaal waarop het opdrachtgeverschap wordt
uitgevoerd verkleind. Hierdoor is meer nabijheid en samenhang van zorg mogelijk, maar
dit verhoudt zich niet altijd goed tot de noodzakelijke schaalgrootte van (zeer) complexe
zorgvragen van specifieke jongeren en gezinnen. Instellingen die weinig voorkomende
specialistische hulp bieden hebben meerdere gemeenten als financier (vaak tientallen),
terwijl de belangen van individuele gemeenten bij continuïteit van een specifieke
instelling soms beperkt zijn.
Een niet-vrijblijvende manier van (boven-) regionaal samenwerken van gemeenten is
nodig om de continuïteit van specifieke vormen van jeugdhulp, jeugdbescherming en
jeugdreclassering te borgen.
Op 20 maart 2020 heb ik uw Kader nader geïnformeerd over mijn beleidsvoornemens om
de jeugdhulp beter te organiseren.49
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.J. Post, griffier