Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Leijten en Omtzigt over het verstrekken van volledige dossiers aan gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire
Vragen van de leden Leijten (SP) en Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het verstrekken van volledige dossiers aan gedupeerde ouders in de toeslagenaffaire (ingezonden 8 mei 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën, Toeslagen en Douane) (ontvangen
26 mei 2020).
Vraag 1
Hoeveel gedupeerden die hun dossier hebben opgevraagd hebben 5 mei 2020 een brief
ontvangen met daarin uitstel van het toesturen van hun persoonlijke dossier?1
Antwoord 1
In totaal hebben per 14 mei jl. 633 personen de brief ontvangen. Deze brief is niet
alleen om betrokkenen de voortgang te laten weten maar ook wordt in de brief aangegeven
dat Toeslagen hen telefonisch zal benaderen om uit te zoeken aan welke informatie
de grootste behoefte is.
Vraag 2
Snapt u dat het voor mensen die hun dossier al hebben ontvangen zeer vreemd overkomt
om de uitstelbrief te ontvangen en dat zij daardoor niet het idee hebben dat de crisisorganisatie
de administratie op orde heeft?
Antwoord 2
Ja dat snap ik. Helaas is aan 13 personen toch deze brief verzonden, terwijl zij al
in het bezit waren van hun dossier. Met hen is inmiddels telefonisch contact opgenomen.
Vraag 3
Waarom bent u overgegaan tot het uitstellen van het toesturen van dossiers, terwijl
mensen al enkele maanden tot meer dan een half jaar wachten op hun gegevens?
Antwoord 3
Omdat ik wil dat deze ouders zo snel mogelijk precies de informatie kunnen krijgen
die zij van de Belastingdienst willen hebben over hun persoonlijke situatie. Gebleken
is dat de eigenlijke informatiebehoefte niet altijd aansluit bij het ingediende verzoek
«inzage dossier». Daarnaast is gebleken dat het samenstellen van een dossier zeer
tijdrovende is, veel menskracht van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen vergt,
terwijl deze organisatie ook druk bezig is met het (voorbereiden van) de financiële
compensatie aan gedupeerde ouders. Gemiddeld duurt het samenstellen van een dossier
400 uur. In de op 28 april jl. toegestuurde Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag
heb ik de uitdagingen geschetst om tegemoet te komen aan de wens tot inzage in de
dossiers.2 Het tijdig, volgens de eerder gecommuniceerde termijn van 12 weken, vervaardigen
van alle nog openstaande aanvragen van dossiers is gezien de benodigde menskracht
onmogelijk. De redenen hiervoor zijn dat de dossiers zijn opgebouwd uit vaak honderden
documenten en soms duizenden pagina’s die opgeslagen zijn in verschillende systemen.
De betreffende documenten moeten worden hernoemd en in de juiste volgorde geplaatst,
zodat de documenten op een logische volgorde in de dossiers terecht komen. De documenten
moeten vervolgens handmatig worden gelakt om te voorkomen dat privacy-gevoelige gegevens
over anderen dan de aanvrager zichtbaar zijn. De huidige werkwijze houdt in dat de
persoon die het dossier heeft opgevraagd, wordt gebeld. In dat gesprek wordt de informatiebehoefte
vastgesteld. Vervolgens wordt een afspraak gepland om de vragen te beantwoorden. Wanneer
de ouder na de gesprekken alsnog een volledig dossier wenst te ontvangen, zal het
dossier uiteraard worden samengesteld. Met deze werkwijze wordt geprobeerd sneller
antwoord te geven op vragen die de ouder heeft over zijn dossier. Over deze nieuwe
werkwijze heeft overleg plaatsgevonden met de Nationale ombudsman waarbij suggesties
van zijn kant in het procesontwerp zijn meegenomen. De Nationale ombudsman zal toezicht
houden op deze nieuwe werkwijze.
Vraag 4
Hoeveel mensen hebben documenten die betrekking hebben op de besluitvorming over het
stopzetten en terugvorderen van kinderopvangtoeslag aangevraagd via de ter beschikking
gestelde brief van de Bond voor Belastingbetalers?3 Hoeveel van deze dossiers zijn verschaft en hoeveel mensen hebben een brief gekregen
met uitstel?
Antwoord 4
Deze subgroep van de dossierverzoeken is niet specifiek in beeld gebracht. De dossierverzoeken
worden niet geregistreerd aan de hand van het gebruikte format, zoals dat van de Bond
van Belastingbetalers.
Vraag 5
Hoeveel mensen hebben hun dossier opgevraagd na de actie van gedupeerden in Rotterdam
op 11 november 2019?4 Hoeveel daarvan hebben hun dossier inmiddels ontvangen en hoeveel wachten nog op
antwoord?
Antwoord 5
In totaal hebben per 14 mei jl. 661 ouders hun dossier opgevraagd. Hiervan hebben
41 ouders, die hun verzoek hebben gedaan op 11 of 12 november, hun dossier ontvangen.
620 Ouders moeten hun dossier nog krijgen, 29 hiervan maken nu onderdeel uit van de
eerste groep met deze werkwijze.
Vraag 6
Hoe verlopen de gesprekken die gevoerd worden met mensen die gebeld worden om te weten
welke informatie zij precies willen hebben?
Antwoord 6
De gesprekken met deze mensen zijn vaak lang en emotioneel. Het gaat soms om mensen
die het vertrouwen in de Belastingdienst zijn kwijtgeraakt. Toch blijkt dat in veel
gevallen mensen het prettig vinden om gehoord te worden en een persoonlijk behandelaar
toegewezen te krijgen. Daarnaast blijkt inderdaad dat in veel gevallen de eigenlijke
informatiebehoefte niet altijd aansluit bij het ingediende verzoek «inzage dossier»,
maar ook geholpen zijn met het toesturen van een samenvatting of een concreet antwoord
op hun vragen.
Vraag 7
Welke inspanning is er, na het versturen van de laatste dossiers in februari, gepleegd
om meer dossiers van gedupeerden samen te stellen? Klopt de indruk dat het samenstellen
stil is komen te liggen na de laatste verzending? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Graag wil ik benadrukken dat mijn eerste prioriteit ligt bij het herstel en compensatie
van en voor de gedupeerde ouders. Er is voor de ouders die verzocht hebben om inzage
in hun dossier afgelopen maanden gewerkt aan een nieuwe werkwijze (zie ook vraag 3).
Enerzijds omdat gebleken is dat de eigenlijke informatiebehoefte niet helemaal aansluit
bij het verzoek «inzage dossier» van de ouders, anderzijds omdat het samenstellen
van een dossier een tijdrovende klus is, die veel menskracht vergt. Daarnaast wil
ik maximaal maatwerk leveren, omdat gebleken is dat daar de behoefte van de ouders
ligt. Overigens wil ik wel graag benadrukken dat voor de herbeoordeling ten behoeve
van herstel en compensatie het niet noodzakelijk is om eerst een compleet dossier
per gedupeerde samen te stellen.
Vraag 8
Erkent u dat mensen simpelweg willen weten op basis van welke gronden is beoordeeld
waarom er geen recht op kinderopvangtoeslag was en zelfs alles voor meerdere jaren
moest worden teruggevorderd? Erkent u tevens dat zij die informatie verdienen te hebben
voordat hun zaak wordt bekeken vanuit de crisisorganisatie? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Ja ik snap heel goed dat betrokkenen precies willen weten op basis van welke documenten
en/of bewijzen er indertijd beslissingen genomen waardoor ze zich, soms al jaren,
zwaar gedupeerd voelen. Ik wil daarom inzetten op maatwerk voor deze groep, inclusief
persoonlijke gesprekken waar ik zelf ook bij aanwezig ben geweest, in plaats van het
uitsluitend toesturen van documenten. Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 3. Wanneer
de ouder na de gesprekken alsnog een volledig dossier wenst te ontvangen, zal het
dossier uiteraard worden samengesteld.
Vraag 9
Kunt u aangeven waarom het zo moeilijk is om de onderliggende documentatie die betrekking
heeft op de besluitvorming rond recht op kinderopvangtoeslag, het terugvorderen ervan
en vaak het oordeel dat iemand met opzet/ grove schuld heeft gehandeld, te genereren?
Antwoord 9
Zie hiervoor het antwoord op vraag 3.
Vraag 10
Wanneer de Belastingdienst geen onderliggende documentatie (meer) heeft, hoe gaan
gedupeerden dan ooit herbeoordeeld worden op hun recht op kinderopvangtoeslag en eventuele
compensatie? Kunt u aangeven hoe dit probleem ondervangen gaat worden?
Antwoord 10
In mijn brief van 13 maart jl. heb ik aangegeven dat het voor de beginjaren van het
Toeslagenstelsel (2005 tot en met 2009) onwaarschijnlijk is dat Toeslagen over alle
noodzakelijke informatie beschikt om het recht op reparatie voor alle ouders volledig
te kunnen beoordelen.5 Mogelijk hebben ook ouders geen documenten meer uit deze periode Ik doe mijn uiterste
best om in samenwerking met bijvoorbeeld banken en opvangorganisaties te kijken welke
informatie nog bij hen kan worden opgevraagd. Er moet beoordeeld worden of het aannemelijk
is dat er op grond van de wel beschikbare gegevens en de context van het specifieke
geval aanspraak bestaat op herstel. Ondanks inspanningen van alle betrokken partijen
blijft het mogelijk dat voor een deel van de ouders niet kan worden vastgesteld of
zij in aanmerking komen voor reparatie en dat deze niet kan worden toegekend.
Vraag 11
Welk perspectief is er om mensen hun dossier of op zijn minst de onderliggende documentatie
te verstrekken die leidde tot het stopzetten en terugvorderen? Wanneer krijgen mensen
wél hun gegevens?
Antwoord 11
De betrokken personen worden deze maand gebeld. In die gesprekken wordt gevraagd naar
hun informatiebehoefte. Als deze inventarisatie is afgerond kan en zal een globale
planning gemaakt worden van wanneer en hoe hier zo goed én snel mogelijk recht aan
kan worden gedaan.
Vraag 12
Klopt het dat een burger krachtens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG),
artikel 15 het recht heeft om binnen vier weken (of wanneer de Belastingdienst uitstel
vraagt binnen acht weken) recht heeft om al zijn/haar gegevens in te zien bij de Belastingdienst?
Antwoord 12
De AVG geeft een burger verschillende rechten, waaronder het recht op inzage. De verwerkingsverantwoordelijke
verstrekt de betrokkene onverwijld en in ieder geval binnen een maand na ontvangst
van het verzoek krachtens de artikelen 15 tot en met 22 informatie over het gevolg
dat aan het verzoek tot inzage is gegeven. Afhankelijk van de complexiteit van de
verzoeken en van het aantal verzoeken kan die termijn indien nodig met nog eens twee
maanden worden verlengd. De verwerkingsverantwoordelijke stelt de betrokkene binnen
één maand na ontvangst van het verzoek in kennis van een dergelijke verlenging. In
dit verband merk ik op dat via het inzagerecht op grond van de AVG, een betrokkene
inzage kan krijgen in de persoonsgegevens die de Belastingdienst over hem verwerkt
en informatie kan krijgen over het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt
en of, en zo ja met wie, de persoonsgegevens worden gedeeld. Onder persoonsgegevens
wordt verstaan alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke
persoon, zoals naam, adres, woonplaats en het burgerservicenummer. Het gaat hierbij
dus niet om bevindingen uit en oordeelsvorming gebaseerd op onderzoeken.
Zoals uw Kamer ook opmerkt in de vraagstelling is door de betrokken ouders om het
volledige dossier verzocht, teneinde te weten te komen op basis waarvan is de Belastingdienst/Toeslagen
tot het oordeel is gekomen dat er geen recht op kinderopvangtoeslag meer was. Ouders
hebben dan in beginsel niets aan feitelijke persoonsgegevens die op basis van een
AVG-inzageverzoek kunnen worden verstrekt, maar hebben behoefte aan de bevindingen
uit onderzoeken en oordeelsvorming. Om deze reden zijn verzoeken om een kopie van
het volledige dossier niet behandeld als een verzoek conform artikel 15 van de AVG.
Vraag 13
Bent u bekend met de uitvoeringswet AVG, waarvan artikel 34 luidt: «Een schriftelijke
beslissing op een verzoek als bedoeld in de artikelen 15 tot en met 22 van de verordening
wordt genomen binnen de in artikel 12, derde lid, van de verordening genoemde termijnen
en geldt, voor zover deze is genomen door een bestuursorgaan, als een besluit in de
zin van de Algemene wet bestuursrecht.»?
Antwoord 13
Ja.
Vraag 14
Heeft u tijdig (binnen een maand of na verdaging binnen drie maanden) een voor bezwaar
en beroep vatbare beschikking genomen op de inzageverzoeken? Zo nee waarom heeft u
geen formele besluiten gestuurd?
Antwoord 14
Zoals in het antwoord op vraag 12 is beschreven, zijn de dossierverzoeken niet behandeld
als een verzoek conform artikel 15 van de AVG. Dit houdt in dat er op deze verzoeken
geen beslissingen zijn genomen die kwalificeren als een besluit, waarvoor bezwaar
en beroep openstaat.
Vraag 15
Indien u geen formeel besluit genomen heeft, kunnen de ouders dan op grond van artikel 6:12
van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de Belastingdienst formeel in gebreke stellen
en binnen twee weken het dossier eisen?
Antwoord 15
De Belastingdienst is op basis van de Awb verplicht om een besluit deugdelijk te motiveren.
De motiveringsplicht ziet met name op het geven van een onderbouwde uitleg waarom
het besluit is genomen. Om dit te ondersteunen kan het noodzakelijk zijn om stukken
te verstrekken. Al bij het oorspronkelijke besluit (tot bijvoorbeeld neerwaartse correctie
van de toeslag of het ongegrond verklaren van een bezwaarschrift) had de informatie
die hieraan ten grondslag lag met de ouders moeten worden gedeeld. Als er geen motivering
is gegeven en de belanghebbende hier later om verzoekt, dient er binnen een redelijke
termijn alsnog een motivering te worden verstrekt.
Het verstrekken van (stukken ter ondersteuning van) de motivering maakt onderdeel
uit van het oorspronkelijke besluit en vormt geen op zichzelf staand besluit dat binnen
een vastgestelde termijn moet worden genomen. Ook het verzoek om een motivering is
geen aanvraag om een besluit als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Awb. Artikel 6:12
van de Awb is derhalve niet van toepassing.
Uiteraard moet er binnen een redelijke termijn gehoor worden gegeven aan een verzoek
om een nadere motivering. Wat een redelijke termijn is, hangt af van de omstandigheden
van het geval, zoals de complexiteit van de zaak en de grootte van het dossier. Hierbij
speelt een grote rol dat de Belastingdienst/Toeslagen geen eenduidige klantdossiers
heeft die een-op-een verstrekt kunnen worden. Over burgers zijn gegevens opgeslagen
over meerdere soorten toeslagen, meerdere jaren en meerdere vormen van behandeling.
Het systeem van bevoorschotting en definitieve toekenning brengt een veelheid aan
tussentijdse wijzigingen mee, die in verschillende fasen en teams worden behandeld.
Het gaat dan bijvoorbeeld over dienstverlening, toezicht, bezwaar, beroep en klacht.
Om aan de vraag van ouders te voldoen en alle beschikbare informatie te verstrekken,
moet informatie uit diverse systemen worden uitgeprint en gebundeld in mappen. Dit
vergt geruime tijd, zie hiervoor ook het antwoord op vraag 3.
Vraag 16
Klopt het dat ouders, die dan binnen twee weken geen besluit krijgen en het dossier,
een dwangsom per dag kunnen vragen bij de Belastingdienst (ex artikel 4:17 Awb)?
Antwoord 16
Nee, dat klopt niet. Het verstrekken van (stukken ter ondersteuning van) de motivering
maakt onderdeel uit van het oorspronkelijke besluit en vormt geen op zichzelf staand
besluit dat binnen een vastgestelde termijn moet worden genomen. Derhalve is artikel
6:12 van de Awb niet van toepassing en kan ook artikel 4:17 van de Awb geen toepassing
vinden.
Vraag 17
Waarom heeft u afgezien van het nemen van formele beschikkingen bij de vraag om inzage
(die overigens onder de AVG vormvrij mag worden ingediend)?
Antwoord 17
Zoals in de antwoorden op vraag 12 en 14 aan de orde is gesteld zijn de verzoeken
om inzage niet behandeld als een verzoek conform artikel 15 van de AVG. De betrokken
ouders hebben gevraagd om inzage in hun dossier om informatie te krijgen over de bevindingen
uit onderzoeken en de oordeelsvorming die tot de stopzetting of neerwaartse correctie
van de kinderopvangtoeslag hebben geleid. Deze informatie kan niet worden verkregen
met een verzoek tot inzage op grond van artikel 15 van de AVG. Een dergelijk verzoek
beperkt zich namelijk slechts tot feitelijke persoonsgegevens.
Vraag 18
Lukt het u om ofwel binnen twee weken de dossiers te geven, dan wel een formeel besluit
te nemen, dan wel een schadevergoeding toe te kennen, omdat de Belastingdienst hier
wederom in gebreke blijft ten opzichte van de ouders (graag een uitgebreid antwoord)?
Antwoord 18
Zie hiervoor ook bovenstaande antwoorden. Alle ouders zullen nog deze maand gebeld
worden en zal geïnventariseerd worden waar precies hun behoeft ligt en hoe hier vanuit
de Belastingdienst zo goed en snel mogelijk aan voldaan kan worden.
Vraag 19
Wat is de uiterste datum, waarop mensen die vorig jaar hun hele dossier gevraagd hebben,
dat dossier ook krijgen?
Antwoord 19
Hierover informeer ik uw kamer volgende maand.
Vraag 20
Kunt u deze vragen een voor een en binnen een week beantwoorden i.v.m. de gesprekken
van 18 mei en het debat van 19 mei?
Antwoord 20
Deze antwoorden zijn voor het debat, dat gepland is op 26 mei, verstuurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.