Schriftelijke vragen : Het verbeteren van de Nederlandse wolvenaanpak
Vragen van het lid Von Martels (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het verbeteren van de Nederlandse wolvenaanpak (ingezonden 25 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Tientallen schapen doodgebeten in Brabants dorpje:
«Het is gigantisch» en «Wolfwerende netten in bruikleen voor Brabantse boeren»?1, 2
Vraag 2
Wan
neer moet, aangezien er nu verschillende incidenten met wolven hebben plaatsgevonden,
echt worden ingegrepen om de wolvenpopulatie te beheren en landbouwhuisdieren beter
te beschermen?
Vraag 3
Bent u bekend met de Duitse aanpak in Nedersaksen waarin delen van deze Duitse deelstaat
effectief als wolfvrij worden verklaard en het verwijderen van wolven uit deze gebieden
wordt vergemakkelijkt? Hoe staat u tegenover een dergelijke aanpak? Welke mogelijkheden
ziet u om (elementen van) deze aanpak ook in Nederland te gebruiken?3
Vraag 4
Hoe kijkt u aan tegen het gecontroleerd beheer van de wolf in Nederland door middel
van bijvoorbeeld preventief afschot en/of afrasteren, ter bescherming van eigendommen,
kwetsbare soorten, natuurlijke habitattypen, prioritaire habitattypen en andere natuurwaarden
van een aangewezen Natura 2000-gebied?
Vraag 5
Hoe ziet u de ongestoorde aanwezigheid van de wolf, waarbij preventief, actief en
gecontroleerd beheer van de wolvenpopulatie niet mogelijk is in relatie tot de instandhouding
en/of noodzakelijke uitbreiding van beschermde habitattypen en andere natuurwaarden,
zoals binnen de Natura 2000-gebieden? Welke knelpunten zijn er in dit kader volgens
u?
Vraag 6
Wat zijn volgens u «passende maatregelen» in de zin van artikel 2.2 lid 2 van de Wet
natuurbescherming en artikel 6 lid 1 en 2 van de Habitatrichtlijn, die getroffen zouden
moeten worden voor Natura 2000-gebieden, gezien het feit dat de aanwezigheid van de
wolf het behalen en behouden van de instandhoudingsdoelstellingen en de natuurlijke
habitats bedreigt?
Vraag 7
Wie moet volgens u de schade dragen die door wolven wordt veroorzaakt aan andere zaken
dan gehouden (landbouwhuis)dieren – zoals floraschade, commerciële schade geleden
door nationale natuurparken en schade aan andere dieren dan landhuisbouwdieren – in
gevallen waar wolven rasters overwinnen?
Vraag 8
Hoe kijkt u aan tegen Nederland als geschikt leefgebied voor wolven, gelet op het
feit dat Nederland een van de dichtstbevolkte delta's ter wereld is en wolven zich
niet laten leiden door (bestuurlijke) grenzen?
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u gezien het voorgaande om de Nederlandse wolvenaanpak te
verbeteren en daarmee betere bescherming te bieden voor onder andere landbouwhuisdieren?
Vraag 10
Ben u bekend met de gebiedscommissie preventie wolvenschade Gelderland, die in landelijk
verband adviseert om in overleg tussen de provincies en de rijksoverheid tot een beleid
te komen dat gericht is op de beheersbaarheid van de populatieontwikkeling van wolven
in Nederland en de effecten hiervan, waarbij de ecologische draagkracht en het maatschappelijk
draagvlak van de ontwikkeling van de wolvenpopulatie worden betrokken? Bent u bereid
om op korte termijn invulling te geven aan dit advies?4
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.