Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Provinsje tsjin foarnimmen minister Slob om Tresoar ôf te stjitten'
Vragen van de leden Geluk-Poortvliet en Van der Molen (beiden CDA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «Provinsje tsjin foarnimmen Minister Slob om Tresoar ôf te stjitten» (ingezonden 25 mei 2020).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Provinsje tsjin foarnimmen Minister Slob om
Tresoar ôf te stjitten»?1
Vraag 2
Klopt het dat het u van plan bent om uit de gemeenschappelijke regelingen met de Regionale
Historische Centra (RHC’s) te stappen, waarschijnlijk met ingang van 2024?
Vraag 3
Onderkent u, dat het Friese RHC Tresoar een bijzondere positie inneemt ten opzichte
van de andere RHC's op grond van een gedeelde verantwoordelijkheid van Rijk en provincie
ten opzichte van de Friese taal en cultuur, zoals vastgelegd in de Bestuursafspraak
Friese Taal en Cultuur 2019–2023 (BFTC)?
Vraag 4
Klopt het dat u van plan bent de rijksbijdrage aan Tresoar te handhaven, maar dat
deze alleen betrekking heeft op de archieftaken?
Vraag 5
Onderkent u dat Tresoar veel meer is dan een archiefbewaarplaats, maar een belangrijke
functie heeft als het gaat om de Friese taal en literatuur, als universiteitsbibliotheek
voor de RUG Campus FrysIân, in samenwerking met het Fries Filmarchief in hetzelfde
gebouw en mede door de fusie met It Fryske Boek en het Frysk Letterkundich en Dokumintaasjesintrum?
Vraag 6
Deelt u de mening van gedeputeerde staten van Fryslân, dat het Rijk gezien de gedeelde
verantwoordelijkheid voor de Friese taal en cultuur, partner zou moeten blijven in
de gemeenschappelijke regeling Tresoar? Zo nee, op welke wijze bent u van plan uitvoering
te blijven geven aan de verplichtingen van het Rijk die voorvloeien uit het Europees
Handvest, de Wet gebruik Friese taal en de afspraken in de BFTC?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
L.W.D. Geluk-Poortvliet, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H. van der Molen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.