Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over de rol van de Karel Doorman in de Caribische Zee en de oproep van voormalig VN-chef Egeland om economische sancties tegen diverse landen, waaronder Venezuela op te heffen
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over de rol van de Karel Doorman in de Caribische Zee en de oproep van voormalig VN-chef Egeland om economische sancties tegen diverse landen, waaronder Venezuela op te heffen (ingezonden 30 april 2020).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 20 mei 2020).
Vraag 1 en 2
Waarom zet u de Karel Doorman in voor maritieme grensbewaking bij de Benedenwindse
eilanden? Wat is het doel van die grensbewaking? Hoe lang duurt deze taak?1
Kunt u aangeven waarom de Kustwacht het werk niet alleen afkan en waarom is de inzet
van de Zeeland, schip van de wacht, niet voldoende als extra?
Antwoord 1 en 2
Zoals benoemd in de brief aan uw Kamer van 7 april jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 12) is de geboden versterking van de maritieme grensbewaking een onderdeel van de uitvoering
van militaire bijstand, op aanvraag van Curaçao en Aruba, en dient ter ondersteuning
van de Kustwacht Caribisch Gebied. Dit om te anticiperen op een eventuele toename
van illegale migratie, ten gevolge van het COVID-19 virus, en de behoefte die daardoor
bij de ketenpartners in de rechtshandhaving is ontstaan aan aanvullende maritieme
grensbewaking.
Zoals aangegeven in de brief van 9 april jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 19) wordt Zr.Ms. Karel Doorman vanaf eind april voor een periode van ongeveer drie maanden
ingezet in het Caribisch gebied om ondersteuning te kunnen bieden aan de lokale civiele
autoriteiten bij het bestrijden van de COVID-19 crisis. Daarbij is Zr.Ms. Karel Doorman
flexibel inzetbaar en kan afhankelijk van de behoeften voorzien in een breed scala
aan ondersteuningsactiviteiten, waaronder specifieke inzet ten behoeve van versterking
van de maritieme grensbewaking. Zr.Ms. Karel Doorman vormt daarmee een waardevolle
aanvulling op de ondersteuning, die het Ministerie van Defensie in het kader van COVID-19
reeds in het Caribisch gebied levert.
Vraag 3
Herinnert u zich uw antwoord in het schriftelijk overleg over een ingelaste NAVO-bijeenkomst
waarin u meldt dat de «operatie van de VS waar vermoedelijk naar wordt verwezen een
intensivering betreft van bestaande anti-drugsoperaties in de regio. Zr. Ms. Karel
Doorman wordt niet in dit kader ingezet»?2
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4 en 5
Is juist wel degelijk te concluderen dat de Karel Doorman gaat deelnemen aan bestaande
anti-drugsoperaties tegen Venezuela? Zo nee, in welk kader worden de eventuele drugspatrouilles
dan uitgevoerd?
Op basis van welke analyse is het nodig dat de Karel Doorman ingezet wordt in de drugsbestrijding?
Kunt u dat toelichten?3
Antwoord 4 en 5
Het aangehaalde nieuwsbericht van het Ministerie van Defensie bevatte helaas een redactionele
fout, waardoor de indruk werd gewekt dat Zr.Ms. Karel Doorman tevens kon worden ingezet
voor anti-drugspatrouilles. Dit is op donderdag 7 mei hersteld.
Dit laat onverlet dat Zr.Ms. Karel Doorman met zijn sensoren ook een drugstransport
zou kunnen detecteren. Als dat het geval is zal deze informatie uiteraard worden gedeeld
met de bevoegde instantie.
Vraag 6
Waarom hebt u niet onlangs aangegeven op eerdere vragen van mijn fractie wat de planning
was met de Karel Doorman? Kunt u aangeven of er nog meer taken voor de Karel Doorman
zijn, behalve de taken die nu bekend worden?
Antwoord 6
In de Kamerbrief van 9 april jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 19) is de Kamer geïnformeerd over de inzet, taken en duur van de inzet van Zr.Ms. Karel
Doorman.
Vraag 7
Hebt u kennisgenomen van de oproep van voormalig VN-chef Jan Egeland om internationale
economische sancties, met uitzondering van militaire en gerichte sancties tegen leidende
personen, tegen een aantal landen waaronder Venezuela, op te schorten gedurende de
pandemie?4 Deelt u het inzicht van de heer Egeland dat sancties de situatie voor de volkeren
ernstig kunnen verslechteren? Zo ja, bent u bereid positief te reageren op Egeland’s
oproep? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De EU heeft reeds laten weten in reactie op de oproep van SGVN dat sancties inderdaad
humanitaire hulpverlening in het kader van COVID-19 niet in de weg mogen staan. Juist
vanwege het belang van de voortzetting van humanitaire hulp kennen de meeste EU- en
VN-sanctieregimes uitzonderingen en ontheffingsgronden voor humanitaire doeleinden.
De EU heeft als beleid dat sancties zo gericht mogelijk moeten zijn op specifieke
personen, entiteiten en organisaties verantwoordelijk voor schendingen van het internationaal
recht en/of ernstige mensenrechtenschendingen. Het kabinet heeft geen signalen van
hulporganisaties ontvangen dat EU-sancties tegen Venezuela de bestrijding van het
COVID-19 virus in het land belemmeren.
Zoals reeds aangegeven in de beantwoording van het Schriftelijk Overleg van de Raad
Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2151) dateert de humanitaire crisis in Venezuela van voor de sancties van de VS en de
COVID-19 crisis. Om de humanitaire crisis en daar bovenop de COVID-19 crisis het hoofd
te bieden is het noodzakelijk dat de democratie in Venezuela wordt hersteld. Op deze
manier kan grootschalige humanitaire hulp het land bereiken en kan er aanspraak worden
gemaakt op steun van financiële instellingen zoals de Wereldbank en het IMF.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.