Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Marijnissen en Van Gerven over het rapport over de financialisering van big pharma (nieuwe versie)
Vragen van de leden Marijnissen en Van Gerven (beiden SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Medische Zorg over het rapport over de financialisering van big pharma (ingezonden 15 april 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 20 mei 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het rapport van SOMO (Centre for Research on Multinational Corporations)
over de financialisering van big pharma?1
Antwoord 1
Ik ben blij dat onafhankelijke organisaties, zoals SOMO, onderzoek doen naar complexe
vraagstukken. De rapporten zijn informatief en kunnen voeding geven aan maatschappelijke
discussies en het opstellen van beleid. De farmaceutische industrie is een cluster
van private ondernemingen, maar wel ondernemingen met een belangrijke maatschappelijke
rol. Mijn voorganger heeft zich meerdere malen uitgesproken over het belang van transparantie
over de kosten van onderzoek en het tot stand komen van prijzen van medicijnen. Het
rapport van SOMO draagt bij aan het creëren van transparantie op dit onderwerp.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat big pharma gebruik maakt van een verdienmodel dat is gericht
op uitkeringen aan aandeelhouders in plaats van op productieve investeringen waar
de bevolking van kan profiteren?
Antwoord 2
Ook van private ondernemingen met aandeelhouders mag maatschappelijke verantwoordelijkheid
worden verwacht. Mijn voorganger heeft in gesprekken met de farmaceutische industrie
steeds benadrukt dat deze hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen voor de
beschikbaarheid en de betaalbaarheid van geneesmiddelen. Dat blijf ik doen.
Vraag 3
Deelt u de conclusie dat de coronapandemie aantoont hoe onvoorbereid we zijn, met
name door dit verdienmodel van de farmaceutische industrie?
Antwoord 3
Nee, het is niet realistisch om te verwachten dat er voor elke nieuwe ziekte een kant-en-klaar
medicijn op de plank ligt. Medicijn ontwikkeling is complex en vereist vaak grote
investeringen. Er wordt op dit moment door veel bedrijven en publieke instellingen,
vaak in samenwerking, hard gewerkt aan zowel nieuwe therapieën als vaccins tegen COVID-19.
Dit is goed nieuws en zeer bemoedigend. Het belang van publiek-private samenwerking
wordt breed erkend.
Vraag 4 t/m 7
Wat vindt u ervan dat de uitkeringen aan aandeelhouders van de 27 grootste farmaceuten
de afgelopen 18 jaar verviervoudigden, tot 146 miljard dollar in 2018?
Wat vindt u ervan dat de schulden van farmaceuten eveneens enorm zijn toegenomen,
tot meer dan 500 miljard dollar in 2018, en dat dit geld, dat tegen zeer lage rentes
is geleend, ten goede kwam aan de inkoop van eigen aandelen en het opkopen van andere
bedrijven?
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat dit model mogelijk wordt gemaakt door
hoge medicijnprijzen met als enige doel het maximeren van aandeelhouderswaarde?
Deelt u de mening dat dit verdienmodel onhoudbaar is aangezien investeringen waar
de samenleving van kan profiteren, zijn achtergebleven?
Antwoord 4 t/m 7
Het belang van transparantie bij het vaststellen van medicijnprijzen voor nieuwe innovatieve
geneesmiddelen is cruciaal. Als onderzoek en ontwikkeling duur is, moet ook transparant
zijn dat het geld juist daaraan wordt besteed. Ik onderhandel dan ook altijd scherp
op de prijs van nieuwe geneesmiddelen en schroom niet om hier ook expliciet in te
zijn. Zowel nationaal als internationaal. Dat gezegd hebbende, de rol van de overheid
is ook om nieuwe innovatieve geneesmiddelen die een duidelijke meerwaarde hebben voor
de Nederlandse patiënt beschikbaar te maken voor gebruik wanneer de behandelend arts
dit voorschrijft. De farmaceutische industrie speelt een belangrijke rol in het ontwikkelen
en beschikbaar maken van nieuwe innovatieve geneesmiddelen.
Ik acht het van belang dat ook (institutionele) aandeelhouders oog hebben voor het
maatschappelijk belang van farmaceutische multinationals, en dus niet alleen oog hebben
voor aandeelhouderswaarde. Overigens is recentelijk door een omvangrijke groep investeerders
uit binnen en buitenland, onder aanvoering van Achmea Investment Management, een Investor Statement opgesteld. In deze brief wordt farmaciebedrijven gevraagd de handen ineen te slaan
en het maximale te doen om de verspreiding van het virus en de gevolgen daarvan tot
het uiterste te minimaliseren. Ik juich deze maatschappelijke betrokkenheid van investeerders
uiteraard toe.
Vraag 8
Bent u bereid een voortrekkersrol te nemen in de covid-19 pool van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO)? Hebt u al contact met Costa Rica en bent u bereid dit af te stemmen voor de
assemblee van de WHO in mei en de Kamer hiervan op de hoogte te houden?
Antwoord 8
Van patent pools is bekend dat ze vervolg-innovaties versterken omdat ze relevante
technologie effectief beschikbaar maken. Het geeft meer partijen laagdrempelig toegang
tot standaarden en versterkt daarmee kaders en normen die bruikbaar zijn of als bouwsteen
kunnen dienen om effectieve therapieën te ontwikkelen. Een therapie kan immers bestaan
uit meerdere patenten of is ontwikkeld op basis van bestaande patenten.
Nederland is voorstander van het delen van informatie en wetenschappelijke data. Hierbij
moet wel worden gewaakt dat data wordt opgeslagen in toegankelijke systemen, zodat
iedereen er later weer bij kan. Daarom is Nederland voorstander van samenwerkingsverbanden
die werken volgens de FAIR principes (FAIR staat voor: Findable, Accessible, Interoperable,
Reusable). Op grond van deze FAIR principes zijn data vindbaar, toegankelijk, interoperabel
en herbruikbaar en kunnen data gemakkelijk met behulp van algoritmes worden onderzocht.
Nog belangrijker in verband met persoonsgevoelige informatie is dat databeheerders
zelf de mate kunnen bepalen waarin ze hun data openstellen voor derden.
Het idee van Costa Rica is dus een stap in de goede richting, echter, er dient zeer
zorgvuldig naar de uitvoering ervan te worden gekeken.
Zoals 8 april jongstleden in de gewijzigde motie van het lid Ellemeet c.s. over het
opzetten van een wereldwijde COVID-19 pool (t.v.v. motie 25 295, nr. 224) is gevraagd, zal de regering voorafgaand, en tijdens, de jaarlijkse vergadering
van de WHO leiderschap tonen en zich expliciet uitspreken voor zo’n wereldwijde COVID-19
pool en de WHO hierbij actief steunen.
Vraag 9
Hoe gaat u garanderen dat er voldoende transparantie is over de kosten van de ontwikkeling
van een coronavaccin en dat de samenleving hier niet voor hoeft op te draaien?
Antwoord 9
We bevinden ons op dit moment in een uitzonderlijke situatie, een wereldwijde pandemie.
Het belang van een werkend vaccin wordt breed erkend, er lopen volgens de WHO al meer
dan 70 vaccin ontwikkeltrajecten. Ook door de farmaceutische industrie wordt zwaar
geïnvesteerd in vaccin ontwikkeling. Daarnaast zien we nu ook samenwerkingen en kennisdeling
ontstaan tussen farmaciebedrijven zoals Sanofi en GlaxoSmithKline, twee van de grootste
vaccinontwikkelaars ter wereld. Dit was tot voor kort ondenkbaar, en onderstreept
nogmaals de inzet van alle betrokken partijen om zo snel mogelijk tot een werkzaam
vaccin te komen. Snelheid is van groot belang, dit betekent dat wellicht extra kosten
worden gemaakt doordat verschillende vaccins in parallel worden ontwikkeld en getest.
Dit zal uiteraard leiden tot hogere kosten dan wanneer verschillende vaccins een voor
een worden getest, maar nogmaals, snelheid is nu van belang. De maatschappelijke kosten
van geen vaccin zijn vele malen hoger dan de extra onderzoek en ontwikkeling (R&D)
kosten die nu worden gemaakt. Het belang van zowel beschikbaarheid als betaalbaarheid
van een vaccin wordt onderstreept door zowel de WHO, de EU, alsook door de Nederlandse
regering. Ook private partijen hebben zich hierover uitgesproken, zo heeft Janssen
Vaccines aangegeven haar vaccin, als het op de markt komt, tegen kostprijs aan te
bieden. Ik zal transparant blijven over de investeringsstrategie van de Nederlandse
overheid en in Europees samenwerkingsverband. Uiteraard zullen de overheidsinvesteringen
worden meegewogen in prijsafspraken voor een vaccin, wanneer deze aan de ontwikkeling,
productie of distributie daarvan hebben bijgedragen.
Vraag 10
Hoeveel Nederlands overheidsgeld zit er in de verschillende trajecten voor vaccinontwikkeling?
Antwoord 10
Op dit moment zijn de volgende investeringen gemaakt of toegezegd:
– Nederland heeft een bijdrage van € 50 miljoen toegezegd aan vaccinontwikkeling door
Coalition for Epidemic Preparedness Innovations (CEPI).
– Nederland draagt in EU-verband bij aan verschillende vaccin ontwikkeltrajecten via
bijvoorbeeld Horizon2020, het Innovative Medicines Initiative (IMI), en de European
Investment Bank (EIB). Deze bedragen zijn echter niet 1-op-1 ter herleiden naar een
directe Nederlandse bijdrage, het gaat hier om collectieve Europese investeringen.
– Verder werken wij aan een nadere impuls vaccinontwikkeling, in welk kader het kabinet
gaat bezien welke aanvullende investeringen nodig zijn. Ik verwacht u hierover binnenkort
nader te kunnen informeren.
Vraag 11
Welke voorwaarden worden gesteld aan het beschikbaar gestelde overheidsgeld voor de
ontwikkeling van een coronavaccin?
Antwoord 11
De onderhandelingen met CEPI zijn op dit moment gaande. Nederland neemt hierbij de
principes zoals uiteengezet in het document «Maatschappelijk Verantwoord Licentiëren»
(opgesteld door de NFU) als leidraad. Overigens hanteert CEPI zelf al strenge eisen
rondom beschikbaarheid en betaalbaarheid van een mogelijk vaccin.
Vraag 12
Hoe gaat u de toegankelijkheid van een te ontwikkelen vaccin garanderen en welke afspraken
worden hierover al gemaakt in lijn met de aangenomen motie-Hijink over voorkomen van
monopolisering van een vaccin door één bedrijf of land?2
Antwoord 12
Op het moment dat een werkzaam vaccin beschikbaar komt zal het voldoen aan de wereldwijde
vraag hoe dan ook een uitdaging worden, bijvoorbeeld qua productie en logistiek. Samenwerking
zal van groot belang zijn, zowel privaat-publiek, als internationaal. Hier worden
nu al de eerste gesprekken over gevoerd door het team Vaccinontwikkeling COVID-19,
een duidelijke strategie zal verder worden ontwikkeld, mede door de speciale gezant
vaccins dhr Sijbesma die door Nederland is aangesteld. De Nederlandse overheid is
van mening dat samenwerking en gezamenlijke investeringen de snelste route zullen
zijn naar een breed beschikbaar vaccin. Bijvoorbeeld gericht op het mogelijk maken
van klinische studies, of het opschalen van productiecapaciteit. Echter, mochten door
landen of private partijen onredelijke barrières worden opgeworpen die de beschikbaarheid
belemmeren zal de Nederlandse overheid niet schromen om de haar beschikbare middelen
in te zetten om deze barrières te slechten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.