Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de 62e COSAC, gehouden te Helsinki, Finland van 1 tot en met 3 december 2019
22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement
BD/ nr. 78
VERSLAG
Vastgesteld 20 mei 2020
Van zondag 1 tot en met dinsdag 3 december 2019 vond te Helsinki, Finland, de LXII
plenaire conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de nationale
parlementen van de lidstaten van de Europese Unie en van een delegatie uit het Europees
Parlement, hierna aangeduid als plenaire COSAC, plaats.
Naast de genoemde delegaties namen ook delegaties van de nationale parlementen van
de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie deel als waarnemer, evenals delegaties
van de Raad van de Europese Unie en van de Europese Commissie.
De Nederlandse delegatie naar deze conferentie bestond enerzijds uit de voorzitter
van de commissie voor Europese Zaken in de Eerste Kamer, Ria Oomen-Ruijten (CDA), en ondervoorzitter van deze commissie, Bastiaan Van Apeldoorn (SP), en anderzijds de voorzitter van de commissie voor Europese Zaken in de Tweede
Kamer, Hayke
Veldman (VVD), en het commissielid Stieneke van der Graaf (CU). De ambtelijke begeleiding bestond uit mevrouw Van den Driessche (Eerste Kamer),
de heer Van Haaster (Tweede Kamer) en mevrouw Timmer (Tweede Kamer).
De delegatie brengt als volgt verslag uit:
En marge van de conferentie
Op maandag 2 december 2019 ontving de delegatie een technische briefing van Cees Bansema,
Nederlands ambassadeur te Helsinki. Naast een toelichting op de economische en historische
ontwikkelingen in Finland is eveneens gesproken over de actuele interne politieke
situatie.
Welkomstwoorden en procedurele zaken
De delegaties werden op maandagochtend 2 december 2019 welkom geheten door Kimmo Kiljunen,
lid van de Grand Committee van de Eduskunta, het Finse parlement. De Voorzitter van
het parlement, Matti Vanhanen, sprak vervolgens enkele inleidende woorden uit. Hij
ging daarbij met name in op de Conferentie over de Toekomst van Europa en benadrukte
het belang van representatieve vertegenwoordiging en transparantie. De conferentie
zou zich, naar zijn mening, moeten buigen over de vertaling van de resultaten van
de verkiezingen in een passende vertegenwoordiging en beleid, daarbij rekening houdende
met de gedachte dat de politieke legitimiteit van de Unie is gebaseerd op de voordelen
en de toegevoegde waarde ervan voor de burgers, met name veiligheid, welzijn en stabiliteit.
De heer Kiljunen vervolgde met enkele procedurele zaken, waaronder de vermelding dat
alle nationale parlementen, met uitzondering van het Britse, hadden ingestemd met
de cofinanciering van het permanente lid van het COSAC-secretariaat. Het permanente
lid van het COSAC-secretariaat presenteerde vervolgens het 32ste halfjaarlijkse rapport van COSAC.
Onder de door het Voorzitterschap ontvangen brieven was ook een brief van de voorzitter
van de commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, de heer Veldman, met het verzoek om transparantie op de agenda van de LXII plenaire vergadering te
plaatsen. Aan dit verzoek kon voor deze conferentie geen gehoor worden gegeven, maar
het zal worden betrokken bij de volgende COSAC-conferenties in 2020 onder achtereenvolgende
voorzitterschappen van het Kroatische en Duitse parlement.
Sessie I: Conferentie Toekomst van Europa
De eerste inhoudelijke sessie werd ingeleid door de Finse premier Antti Rinni met
een beschouwing op het Finse EU-voorzitterschap. De daaropvolgende vraag- en antwoordsessie
vond echter geen doorgang omdat de premier de conferentie wegens dringende politieke
redenen moest verlaten. De volgende dag werd bekend dat de Finse regering haar ontslag
had aangeboden.
Om de vrijgevallen tijd te vullen stelde de COSAC-voorzitter om een discussie over
de conferentie over de toekomst van Europa te voeren. Verscheidene delegaties brachten
hun mening hierover naar voren. Mevrouw Oomen-Ruijten herinnerde aan de goede werkwijze van de Conventie in 2002–2003, waarbij was voorzien
in vertegenwoordiging van zowel meerderheid- als oppositiepartijen. Anders dan bij
de Conventie zal de beoogde Conferentie echter niet werken op basis van een concepttekst.
Zij benadrukte daarom het belang van betrokkenheid van nationale parlementen in het
vroegste stadium. Oomen-Ruijten pleitte daarop voor het uitnodigen van Eurocommissaris
Suica in januari 2020 en voor het opstellen van een tijdschema voor het agenderen
van dit onderwerp bij de COSAC-bijeenkomsten in aanloop naar de Conferentie.
Sessie II: «Promoting the Rule of Law in the EU and the EU Charter of Fundamental
Rights»
De sessie werd ingeleid door Tytti Tuppurainen, Minister voor Europese Zaken van Finland
en door Michael O’Flaherty, Hoofd van het EU Grondrechtenagentschap (FRA).
Tytti Tuppurainen benadrukte dat de EU een gemeenschap van waarden is en dat een gezamenlijke
inspanning nodig is om democratie, fundamentele rechten en de rechtsstaat te bevorderen
in een complexe Europese en internationale omgeving. Zij bracht daarbij ook de Europese
Raad van Tampere in herinnering die 20 jaar geleden heeft geleid tot een gezamenlijke
verbintenis van gedeelde waarden op gebied van Justitie en Binnenlandse Aangelegenheden
en die uiteindelijk ook de basis voor het EU-Grondrechtenhandvest legde. Zij benadrukte
de prioriteiten van het Finse Voorzitterschap in dit licht en wees erop dat transparantie
en toegang tot informatie van groot belang zijn. Het Finse Voorzitterschap had in
dat licht proactief enkele maatregelen genomen met betrekking tot de Raadsdocumenten
en -vergaderingen onder hun voorzitterschap.
Mevrouw Tuppurainen onderstreepte tot slot de noodzaak van samenwerking met de Raad
van Europa en het streven van de EU om toe te treden tot het Europees Verdrag voor
de rechten van de mens. Michael O’Flaherty constateerde dat er ernstige problemen
zijn bij het nakomen van de verplichtingen op het gebied van de mensenrechten. Hij
benadrukt de rol van parlementsleden bij het nakomen van de doelstellingen en verplichtingen
van de mensenrechteninstrumenten in Europa, met name het Handvest van Grondrechten
van de Europese Unie. Het onderbenutten van het Handvest heeft mede te maken met de
relatieve nieuwheid ervan als een juridisch bindend instrument. De heer O’Flaherty
stelde concrete maatregelen voor om het Handvest onder de aandacht te brengen, waaronder
een formele toetsingsprocedure voor wetgeving. Verder riep hij de parlementen onder
andere op om te overwegen een jaarlijks debat over de grondrechten te organiseren.
In het debat dat volgde steunden verschillende delegaties de bevordering van de rechtsstaat
en de gemeenschappelijke waarden in de EU. Er werd gewezen op concrete maatregelen
die deze bevordering kunnen ondersteunen, die met name zijn gericht op dialoog en
samenwerking. Anderen benadrukten het belang van de soevereiniteit van lidstaten.
Mevrouw Oomen-Ruijten sprak haar steun uit voor de inspanningen van het Finse Voorzitterschap bij de bevordering
van de rechtsstaat, waaronder voor het heropstarten van de onderhandelingen voor de
toetreding van de EU tot het EVRM. Zij benadrukte echter dat een onafhankelijke rechterlijke
macht een van de belangrijkste aspecten van de rechtsstaat is. Met name is de bestrijding
van corruptie in staten noodzakelijk om economische en sociale stabiliteit te bereiken.
Mevrouw Van der Graaf bedankte tevens het Finse Voorzitterschap voor de inspanningen op het gebied van
de rechtsstaat en het betrekken van nationale parlementen bij besluitvorming in de
Raad. Zij stelde vervolgens dat een stabiele rechtsstaat ook van groot belang is voor
het goed functioneren van de interne markt en voor samenwerking in justitiële aangelegenheden.
Zij benadrukte dat de Tweede Kamer de maatregelen van de Europese Commissie steunt
voor de bevordering van de rechtsstaat in de EU, alsook de versterking van de rechtsstaatdialoog
en het initiatief van België en Duitsland voor een peer review-mechanisme. Zij ziet
hierbij tot slot ook een grote rol voor nationale parlementen en vroeg de heer O’Flaherty
hoe de FRA daarbij kan ondersteunen.
Nevensessie georganiseerd door Tweede Kamer over rechtsstatelijkheid
In de lunchpauze van de conferentie organiseerde de Tweede Kamerdelegatie een nevensessie
over rechtsstatelijkheid in de EU. Dit informele overleg werd gemodereerd door mevrouw
Van der Graaf, tevens co-rapporteur rechtsstatelijke ontwikkelingen in de EU. Aan het overleg namen
delegatieleden van de Eerste Kamer en van het Belgische, Duitse, Franse, Ierse en
Finse parlement en van het Europees Parlement deel. In haar introductie lichtte mevrouw
Van der Graaf het rapport toe dat zij vorig jaar over dit onderwerp in de Tweede Kamer
had uitgebracht. Hierna werd een tafelronde gemaakt waarbij elke delegatie de inzet
en activiteiten in het eigen parlement op het onderwerp rechtsstatelijkheid uiteenzette.
Aan het einde van het overleg concludeerde mevrouw Van der Graaf dat er belangstelling
is om dit onderwerp gezamenlijk uit te diepen, waarbij gedacht kan worden aan een
gemeenschappelijk werkbezoek aan de Europese instellingen in Brussel. Mevrouw Van
der Graaf zegde toe om dit initiatief op te pakken en verder te brengen samen met
geïnteresseerde parlementen.
Sessie III: «Intervention by Mr Maroš Šefčovič, Vice-President of the European Commission»
Eurocommissaris voor institutionele betrekkingen Šefčovič, tevens Vicevoorzitter van
de Europese Commissie, lichtte in zijn introductie de politieke richtsnoeren van de
Commissie-Von der Leyen toe. Hij ging daarbij in op de Europese Green Deal, het sociaaleconomische
beleid, de uitdagingen van het digitale tijdperk, de bevordering van Europese waarden,
versterking van de Europese stem in de wereld en de vernieuwing van de Europese democratie.
Tevens introduceerde Vicevoorzitter Šefčovič het begrip «actieve subsidiariteit»,
waarmee aangeduid wordt dat de inbrengen van alle relevante actoren, zowel op het
nationale als decentrale bestuursniveau, door de Europese Commissie worden meegenomen
om de toegevoegde waarde van EU-regelgeving te verhogen. Vicevoorzitter Šefčovič hechtte
veel belang aan een goede samenwerking tussen de Europese instellingen en de nationale
parlementen.
Tot slot noemde Vicevoorzitter Šefčovič de nieuwe EU-meerjarenbegroting (het zogeheten Meerjarig Financieel Kader 2021–2027) in zijn bijdrage. Hij
gaf aan dat de onderhandelingen zich momenteel in een moeilijke fase bevinden, doordat
de posities van EU-lidstaten ver uiteenlopen. Hij sprak zich uit tegen een door sommige
lidstaten voorgestelde verlaging van de nieuwe EU-meerjarenbegroting. Hierdoor zou
de Europese Unie nieuwe uitdagingen, zoals digitalisering, migratie en klimaatverandering,
niet het hoofd kunnen bieden. Tevens wees de heer Šefčovič op het voorstel van de
Europese Commissie om nieuwe eigen middelen voor de EU in het leven te roepen, zoals
een heffing op plastic, teneinde de druk op de nationale afdrachten te verminderen.
De heer Van Apeldoorn stelde vast dat de nieuwe Von der Leyen-Commissie zichzelf een geopolitieke Commissie
noemt en vroeg wat hieronder moet worden verstaan. Naar zijn mening zou de Commissie
zich echter minder politiek moeten opstellen en meer de lidstaten moeten faciliteren.
De politieke legitimiteit, ook van de EU, ligt immers met name bij de lidstaten en
hun parlementen. Hij was daarentegen verheugd te vernemen dat de heer Šefčovič nationale
parlementen in een vroeger stadium wil betrekken bij Europese besluitvorming en steunde
de oproep om nationale parlementen ook te betrekken bij de Conferentie voor de Toekomst
van Europa. Tot slot vroeg Van Apeldoorn aandacht voor transparantie in het Europese
wetgevingsproces. Hij drong erop aan dit onderwerp ook hoog op de agenda van de Conferentie
over de Toekomst van Europa te plaatsen.
De heer Veldman wilde van Vicevoorzitter Šefčovič weten welke concrete voorstellen de Europese Commissie
wil doen om transparantie over het Europese beleids- en besluitvormingsproces te verbeteren
en om concrete invulling te geven aan het begrip «actieve subsidiariteit». Tevens
pleitte de heer Veldman voor een effectievere, kleinschalige setting van de COSAC-conferenties
om de interactie en gedachtewisseling tussen nationale parlementen onderling en met
de Europese Commissie te verbeteren.
In zijn algemene beantwoording is de heer Šefčovič overigens niet meer ingegaan op
de door de Kamerleden gestelde vragen.
Vergadering van de commissievoorzitters over de ontwerpcontributies en -conclusies
In de bijeenkomst van de commissievoorzitters werden de conceptcontributies en -conclusies
besproken, evenals de door delegaties ingediende amendementen op de ontwerpteksten.
De Tweede Kamer had een amendement ingediend waarin meer nadruk werd gelegd op het
belang van transparantie, democratische verantwoording en openbare toegankelijkheid
van EU-overheidsdocumenten. Met positief advies van het COSAC-voorzitterschap werd
dit amendement door de delegatieleiders aangenomen.
Verder heeft de Tweede Kamerdelegatie een amendement van het Oostenrijkse parlement
over begrotingsdiscipline en doelmatig bestuur in de EU-meerjarenbegroting medeondertekend.
Na een chaotische stemming en herstemming over dit amendement concludeerde de Finse
conferentievoorzitter dat dit amendement was verworpen. De Tweede en Eerste Kamerdelegaties
tekenden tezamen met de Zweedse en Deense delegaties protest aan tegen de onreglementaire
stemming over dit amendement. Dit protest gepaard met de oproep om het Reglement van
Orde van de conferentie op het punt van de stemprocedures te herzien is integraal
opgenomen in de notulen van de COSAC-conferentie.
De door de delegatieleiders vastgestelde conceptcontributies en -conclusies werden
als hamerstuk doorgeleid naar de afsluitende sessie op dinsdagmiddag 3 december 2019.
Sessie IV: «A Winning Climate Strategy for Europe»
De conferentie startte op dinsdagochtend met een sessie over Europees klimaatbeleid.
De inleiders voor deze sessie waren Mari Pantsar, directeur CO2-neutrale circulaire economie van het Finse innovatiefonds Sitra, Markku Ollikainen,
voorzitter van het Finse panel voor klimaatverandering en de Pekka Timonen, burgemeester
van de stad Lahti (Europese groene hoofdstad 2021).
Mevrouw Pantsar introduceerde het innovatiefonds Sitra en de initiatieven die door
het fonds zijn genomen om klimaatverandering tegen te gaan. Vervolgens schetste ze
de stappen die moeten worden genomen om het Europese leiderschap op het gebied van
klimaatverandering te versterken. Zij noemde klimaatverandering een van de grootste
uitdagingen van de mensheid.
Markku Ollikainen ging in zijn inleiding in op de Green Deal die momenteel wordt voorbereid
door de Europese Commissie en die is gericht op versterking van het klimaatbeleid
van de EU. Hij benadrukte het belang van innovatiebeleid en wees erop dat de EU industrieën
een groot aantal mogelijkheden kan bieden die zouden kunnen leiden tot minder uitstoot.
De heer Timonen presenteerde de resultaten van de stad Lahti in de strijd tegen klimaatverandering.
Lahti had in 2009 reeds een aanzienlijke daling van de CO2-uitstoot vooropgesteld en voorzag erin tegen 2025 klimaatneutraal zijn. Om dat te
bereiken stopte de stad het gebruik van steenkool en heeft zij de afgelopen vijf jaar
meer dan 200 miljoen euro in energiesystemen geïnvesteerd en in biobrandstof, hernieuwbare
materialen en de mindering van energieverspilling. De stad verbeterde ook haar afvalbeheer
en recyclingbeleid.
In het debat dat daarop volgde spraken delegaties hun steun uit voor klimaatmaatregelen.
Verschillende delegaties legden ook een verband met het Europese cohesiebeleid. Anderen
wezen op de mogelijkheid om als gevolg van klimaatbeleid extra werkgelegenheid te
creëren. Ook werd aandacht gevraagd voor sociale inclusie en het betrekken van de
jeugd bij het maken van klimaatbeleid.
Sessie V: «Intervention by Mr Michel Barnier, Head of the Task Force for Relations
with the United Kingdom»
Michel Barnier, hoofd van de Task Force voor de toekomstige betrekkingen met het Verenigd
Koninkrijk sprak de delegaties toe over de stand van zaken in de relatie van de EU
met het VK.
De nationale parlementen zijn bij de aanvang van de onderhandelingen over de terugtrekking
van het VK betrokken. De heer Barnier heeft de afgelopen tijd verschillende bezoeken
gebracht aan nationale parlementen om naar hun zorgen te luisteren, om de voorstellen
van de Europese Commissie toe te lichten en om onderhandelingsposities te delen. Hij
herhaalde dat hij ook deze dialoog in de toekomst voort zou zetten. Hij vervolgde
door toe te lichten hoe kort de periode is waarbinnen de onderhandelingen over de
toekomstige relatie met het VK moeten zijn afgerond: 11 maanden. De toekomstige relatie
moet steunen op een zogenaamd «solid level playing field», rekening houden met het concurrentievermogen voor bedrijven, mensenrechten en levensstandaarden,
en het streven naar «zero tariff, zero quota, zero dumping». Het partnerschap met het VK moet ook rekening houden met de interne en externe
veiligheid van Europa en het Europees buitenlands beleid. Hij benadrukte tot slot
het belang van eenheid onder de 27 lidstaten.
Vele delegaties bedankten de heer Barnier voor zijn inspanningen de afgelopen jaren
bij de onderhandelingen met het VK. Met name werd het belang van burgers bij een akkoord
met het VK vooropgesteld door delegaties. Daarnaast spraken zij hun zorgen uit met
betrekking tot de economische gevolgen van de terugtrekking van het VK en de economische
implicaties van een toekomstig akkoord.
Vaststelling van de contributies en conclusies van de LXII COSAC
De ontwerpcontributies en-conclusies, zoals besproken door de vergadering van de COSAC-delegatieleiders
op maandag 2 december 2019, werden bij consensus door de plenaire vergadering aangenomen.
Daarmee werd de plenaire vergadering gesloten.
Namens de Nederlandse delegatie,
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, Oomen-Ruijten
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, Veldman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.S. Veldman, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken