Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Groot over de berichten ‘Glyfosaatverbod in pachtcontract onwettelijk en ‘Brabant mag verbod glyfosaat eisen van pachters'
Vragen van het lid De Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over «Glyfosaatverbod in pachtcontract onwettelijk» en «Brabant mag verbod glyfosaat eisen van pachters» (ingezonden 12 maart 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 20 mei
2020)
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraak van de Grondkamer omtrent de pachtovereenkomsten van
de gemeente Gilze en Rijen waarin een verbod is opgenomen van het bestrijdingsmiddel
glyfosaat en met de uitspraak van de Centrale Grondkamer omtrent een glyfosaatverbod
in pachtcontracten van de provincie Brabant?1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u toelichten waarom een verbod op het gebruik van glyfosaat wel is toegestaan
vanuit de provincie Brabant, een verbod vanuit de gemeente niet en een algeheel verbod
vanuit het Rijk niet is toegestaan of niet mogelijk is, eveneens een verbod op bepaalde
toepassingen zoals voor-oogsttoepassingen, voor het behandelen van onkruiden, vanggewassen
en groenbemesters, kalenderspuiten en het resetten van grasland?
Deelt u de mening dat de inzet van de gemeente Gilze en Rijen, de provincie Brabant
en Staatsbosbeheer in lijn zijn met de aangenomen motie-De Groot (Kamerstuk 27 858, nr. 463) over een verbod op glyfosaat buiten geïntegreerde gewasbescherming? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, hoe gaat u verder invulling geven aan de motie?
Antwoord 2 en 3
De werkzame stof glyfosaat is eind 2017 hernieuwd goedgekeurd op Europees niveau voor
onkruidbestrijding. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en
biociden (Ctgb) is momenteel bezig met het herbeoordelen van gewasbeschermingsmiddelen
op basis van de werkzame stof glyfosaat in Nederland. Dit proces is nog niet afgerond,
maar het Ctgb heeft mij laten weten dat het voornemens is om de volvelds voor-oogsttoepassingen
in enkele gewassen niet meer toe te laten (zie Kamerstuk 27 858, nr. 487). Verordening (EG) 1107/2009 biedt de mogelijkheid om in te grijpen in de goedkeuring
of de toelating als uit nieuwe wetenschappelijke informatie blijkt dat niet meer aan
de goedkeurings- of toelatingsvereisten wordt voldaan. Daar is op dit moment geen
sprake van.
Er kunnen door partijen, zoals natuurorganisaties en andere overheden, overeenkomsten
worden gesloten met agrarische ondernemers, waarin bovenwettelijke randvoorwaarden
zijn opgenomen over het al dan niet gebruiken van bepaalde toepassingen van gewasbeschermingsmiddelen.
In dit geval heeft de provincie Brabant in een pachtovereenkomst voor de duur van
één jaar een verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame
stof glyfosaat opgenomen. De Centrale Grondkamer heeft inmiddels geoordeeld dat dit
verbod in deze zaak niet leidt tot een buitensporige last voor de agrarische ondernemer
en de agrarische ondernemer niet buitensporig in zijn exploitatievrijheid raakt, omdat
er onder meer vooraf is gewezen op dit verbod. De Centrale Grondkamer geeft aan dat
per situatie aan de hand van de omstandigheden moet worden beoordeeld of een verbod
op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stof glyfosaat
een buitensporige verplichting oplevert.
Ik begrijp uit het bericht van Boerenbusiness dat de gemeente Gilze-Rijen tegen een
uitspraak van de grondkamer in hoger beroep gaat, waarin een contractueel verbod op
het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op basis van glyfosaat op gemeentelijke
gronden werd vernietigd. Ik wacht de uitspraak van de Centrale Grondkamer in deze
casus af.
Vraag 4
Wat is de reden dat alleen voor kortlopende overeenkomsten een glyfosaatverbod opgenomen
kan worden en hoe strookt dit met het huidige beleid om langdurige pacht te stimuleren?
Antwoord 4
De Centrale Grondkamer toetst of de randvoorwaarden die zijn opgenomen in een pachtovereenkomst
tot een buitensporige last of verplichting voor de agrarische ondernemer leiden. Dit
dient van geval tot geval beoordeeld te worden.
De aangekondigde wetswijziging om langlopende pachtcontracten te stimuleren betreft
een totaalpakket waarbij ook met duurzaamheidseisen rekening wordt gehouden.
Vraag 5
Kunt u toelichten waarom de motie-De Groot (Kamerstuk 27 858, nr. 463) over een verbod op glyfosaat buiten geïntegreerde gewasbescherming tot op heden
niet wordt uitgevoerd?
Antwoord 5
Er is – zoals ik uw Kamer heb geschreven – geen sprake van kalenderspuiten met gewasbeschermingsmiddelen
op basis van glyfosaat. Ik hanteer het «nee, tenzij principe» bij het toepassen van
deze middelen tegen onkruiden en voor het vernietigen van ongewenste planten of delen
van planten, zoals groenbemesters en vanggewassen. Ik zet in op het opstellen van
de IPM-stappenplannen door een inventarisatie van chemische en niet-chemische alternatieve
maatregelen voor het gebruik van glyfosaat (Kamerstuk 27 858, nr. 487). Daarmee geef ik invulling aan de motie De Groot.
Vraag 6
Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden voordat de Nederlandse grasvelden weer geel
kleuren door het gebruik van glyfosaat?
Antwoord 6
Dat is helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.