Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over onzekerheid bij fysiotherapeuten als gevolg van uitblijven van informatie over de continuiteitsbijdrage van Zorgverzekeraars Nederland
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over onzekerheid bij fysiotherapeuten als gevolg van uitblijven van informatie over de continuïteitsbijdrage van Zorgverzekeraars Nederland (ingezonden 4 mei 2020).
Antwoord van Minister Van Rijn (Medische Zorg) (ontvangen 20 mei 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onzekerheid over compensatie drijft fysiotherapeut
tot wanhoop»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5, 6, 7
Vindt u het ook zorgelijk dat de helft van de praktijken voor fysiotherapie denkt
binnen 3 maanden te moeten sluiten als er niet snel gecompenseerd wordt?
Hoe vindt u het dat ondanks een toezegging van Zorgverzekeraars Nederland over een
continuïteitsbijdrage op 5 april, na ruim drie weken nog altijd geen enkele duidelijkheid
is over de hoogte, voorwaarden en verdere invulling van deze bijdrage voor veel zorgaanbieders,
waaronder de paramedici?
Maakt u zich zorgen over het voortbestaan van praktijken voor paramedische zorg en
andere zorgaanbieders als gevolg van het gebrek aan informatie over de continuïteitsbijdrage?
Zo ja, Hebt u uw zorgen hierover geuit bij Zorgverzekeraars Nederland?
Kunt u aangeven waarom het zo lang duurt voor er duidelijkheid komt over de hoogte,
voorwaarden en verdere invulling van de continuïteitsbijdrage?
Kunt u meer duidelijkheid verschaffen over de continuïteitsbijdrage? Kunt u inzicht
geven over de hoogte (percentage van de omzet) en voorwaarden van de bijdrage?
Bent u het eens dat praktijken voor paramedische zorg zo snel mogelijk duidelijkheid
moeten krijgen over de voorwaarde en hoogte van de continuïteitsbijdrage die zij kunnen
ontvangen vanuit Zorgverzekeraars Nederland? Zo ja, bent u bereid hierover zo snel
mogelijk ik contact te treden met Zorgverzekeraars Nederland?
Antwoord 2, 3, 4, 5, 6, 7
In hun brief van 5 april jl. hebben zorgverzekeraars de zorgaanbieders geïnformeerd
over de continuïteitsbijdrage–regeling. Zorgverzekeraars hebben in deze brief aangegeven
dat deze regeling open zal staan voor alle zorgaanbieders (met of zonder zorgcontract)
die zorg verlenen die valt onder de basisverzekering of de aanvullende zorgverzekering
en die voldoen aan de nog uit te werken voorwaarden.
Zorgaanbieders in bepaalde branches die écht niet kunnen wachten tot het moment dat
de continuïteitsbijdrage aangevraagd kan worden, omdat de financiële nood hoog is,
konden vanaf 14 april (gecontracteerde zorgaanbieders) en vanaf 22 april (niet-gecontracteerde
zorgaanbieders) gefaseerd een vooruitbetaling aanvragen. Het gaat om zorgaanbieders
die actief zijn in de branches: eerstelijns laboratoria, mondzorg, kraamzorg, fysiotherapie,
oefentherapie, ergotherapie, wijkverpleging, zittend ziekenvervoer en zelfstandige
behandelcentra in de medisch specialistische zorg.
Op 1 mei jl. hebben zorgverzekeraars de zorgaanbieders geïnformeerd over hoe de continuïteitsbijdrage
vorm gegeven wordt. De continuïteitsbijdrage is bedoeld voor alle zorgaanbieders die
zorg verlenen die op dit moment valt onder de basisverzekering of de aanvullende verzekering.
Bedoeling van de regeling is dat zorgaanbieders hun doorlopende kosten kunnen blijven
betalen, zoals personeelskosten, huur en bijvoorbeeld het loon van de praktijkhouder.
Zorgverzekeraars willen daarmee zeker stellen dat verzekerden ook na de coronacrisis
de zorg kunnen krijgen die nodig is. De regeling geldt voor vrijwel alle zorgaanbieders
die een jaarlijkse omzet hebben lager dan 10 miljoen euro2. Zorgaanbieders kunnen de continuïteitsbijdrage vanaf 15 mei as. aanvragen. De bijdrage
is gebaseerd op de normale omzet die zorgverzekeraars zouden vergoeden uit de basisverzekering
en aanvullende verzekeringen.
Vraag 8
Kunt u deze vragen zo snel mogelijk beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J. van Rijn, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.